II GOESCHE COURANT Uw Kindje. BIJVOEGSEL De Schelde- Zender. Soudmijnen in Zuid-*/lfrika Klein Vee^Teelt. Binnenland Op Slijmt. VAN DE VAN VRIJDAG 25 JULI 1950. Hallo, Hallo. Hier is het draadloos uitzendstation de Scheldezender. Vindt u het interessant te hooren, dat er nagenoeg iederen dag uit Zee land autobussen naar de Antvverptche ten toonstelling rijden, dat zoowat iedere Zeeuw de expo sitie in de Belgische Scheldestad wil zien dat alleen in Oudelande reeds, een dorp van nog niet eens 800 inwoners, in een paar weken tijds 100 bewijzen van Nederlanderschap werden aangevraagd; dat deze zomer, tot droefenis van landbouwers en yacantie-houders leelijk aan het verregenen is, dat de gemeenteraad van Zierikzee f 500 subsidie verleende voor de Ko ninginnefeesten, dat een Italiaansche kok, werkzaam bij de in aanbouw zijnde cokes-ovens te Sluiskil, met medeneming van f 400, welk bedrag bestemd was om de winkeliers voor geleverde menage-ond'erdeeIen te beta len, naar Brussel verdween, dat blijkens een advertentie in het Handelsblad een min of meer net heer in Veere, in het bezit van twee dozijn oude en afgesleten gramofoonplaten, contact zoekt met andere lieden teneinde een eigen omroepvereenigieg in het leven te roepen. Iets voor de chr. vereenigingen in Goes, die al eens meer voor de radio optraden? dat een landbouwer in Poortvliet door zijn paard getrapt werd. De man was op slag dood', I dat 26 jongedames te kennen hebben gegeven onderwijzeres aan de openbare lagere school in Breskens te willen worden, dat in die zelfde plaats op een goe den morgen een bruine beer zonder gelei der aan het wandelen was. Gelukkig ont- ■moette het dier de 26 jongedames niet, dat in de week van 12 tot 18 (Juli 3078 personen in Vlissingen een zeebad namen, alsof het aan den wal ook niet nat en frisch genoeg was, dat ook de Zeeuwsche badplaatsen dit jaar heel wat minder badgasten trek ken dan in de vorige jaren. De algemeene malaise begint door te werken, dat de Vlissingsche kermis niet veel om het lijf had. Eindelijk schijnt de voor spelling, volgens welke de kermis een eigen zachten dood zal sterven, uit te zul len komen, dat een gedeelte van de vestingwal len in Temeuzen tot wandelplaats zal worden ingericht. De minister schijnt n.l. van plan te zijn de wallen aan d's gemeente over te doen, dat blijkens het jaarverslag van den gemeentelijken dienst der arbeidsbemid deling in Vlissingen de werkloosheid daar ter stede in 1929 van zeer geringe bete kenis was, dat 2 inwoners van Temeuzen in aanraking met de politie zijn gekomen wegens het gedeeltelijk lossen van een Engelsch steenkolenschip, zonder daartoe bevoegd te zijn. Zeker een strenge winter op komst? dat de Goesche muziektent van een nieuw verfje wordt voorzien. Moge dc tent van verwaandheid' niet nog hooger worden, dat het ons niet duidelijk is waarom om de zandsteenen versierselen op dein gevel van het Goesche stadhuis nog steedis planken staan, dat de onderwijzers in 's Graven polder, die wegens het conflict tusschen de gemeente en Ged. Staten voorloopig geen salaris zullen ontvangen, wel blij zullen zijn dat de vacanties aanbreken. Rustend vasten schijnt minder zwaar te vallen, dat het lokaalspoortje door Zuid- Beveland dezer dagen eens niet nagenoeg leeg door de Bevelandsche landouwen reed. Zangeressen en zangers °P weg naar een concours in Axel zorgden n.l. voor ballast. Ter geruststelling kan worden me degedeeld dat het treintje van schrik niet is blijven staan, dat het tegenwoordig goedkoop rei den is met de goedkoope treinen naar Hol land. Vooral als men niet verzuimt een regenverzekering af te sluiten, dat blijkens een der deelnemers aan hettoelatjngsexamens voor de H.B.S. tfi Goes, Nico Treep tot de groote mannen van deze eeuw behoort. Einstein was er wel achter met z'n relativiteits-theorie, dat het gemeentebestuur van 's Heer Arendskerke het er nog steeds niet over eens schijnt te zijn aan welke eischen een 's Heer Arends-kerksche electrische lan- taarnpaal dient te voldoen, dat in het afgeloopen seizoen in Goes slechts een enkele tooncelvoorstelling door een beroepstooneelgezelschap gege ven is. Concertengeene, dat de Kunst in het Goesche land dus geen waardeering ondervindt, dat we de conclusies, die hieruit te trekken zijn, gaarne aan onze lezers over laten. Hier is verder niets aanwezig. Wij sluiten nu tot volgende week Vrij dag. Adieu. Ofschoon het reeds sedert het midden der 19de eeuw bekend was, dat er zich in Transvaal goud in den bodem bevond, welke wetenschap de Boeren geheim hiel den, bracht de reis van den Duitscher Carl Mauch tusschen 1864 en 1870 het metaal weder in opspraak en na de ontdekking der goudvelden van Lijdensburg (1873) Kaapvallei (1875), was ontdekking der Witwaterstramd-veiden de kroon op het werk. In 1884 werkten de gebroeders Fred, en W. A. Struben op hun plaat: „Weltevreden" kwarts, waarna de ont dekking van Geo Walker in 1885 van het „banket" of conglomeraat-heddingpn volg den en met deze pioniers moet den naam van Bantjes worden genoemd. De Witwa- tersrand werd 8 Sept. als goudveld gepro clameerd en de thans zoo belangrijke stad Johannesburg verrees als een paddestoel uit den grond, een stad van bijna 350.000 inwoners, die haar naam ontving naar den landmeter Johannes Rissik. Was de op brengst van het goud in 1884 nog slechts 2376 ons fijn goud ter waarde van 10.096 pd. st„ gestadig is met de meest moderne hulpmiddelen der wetenschap die opbrengst toegenomen en heeft zij in het afgeloopen jaar de record-productie van, 44.236.000 pd. st. bereikt, waarvan de Witwatersrand alleen aandeel heeft voor een bedrag van bijna 10 miilioen ons goud voor een waarde van 42.395.000 pd. st. Sedert 1884 tot op heden leverde Transvaal een opbrengst van ruim 238 miilioen ons goud, welke een waarde van meer dan een milliard pd. st. vertegenwoordigt of meer dan de helft van de geheeie goudopbrengst der aarde. Het laat zich aanzien dat die opbrengst in de toekomst zal stijgen, aangezien een zekere Witwalersrandsche metalorgist R. Nicholls een octrooi heeft verkregen op zijn proces voor het winnen van goud uit de groote slijmhoopen van de Witwalers randsche goudmijnen. Nog altijd bleef er een gedeelte goud in het slijm achter en proefnemingen in de West-, Centraal- en Ooststreken van den Rand geven een schatting van 30 miilioen pond gould', welke in die slijmhoopen aanwezig moet zijn. Daarnaast komt de aanspraak van d'cn Italiaanschen professor Bartoli, een schei- kundige, die een nieuwe machine heeft ont worpen, die, indien de proefnemingen sla gen, een groote omwenteling in de ontgin ning zullen teweegbrengen. Prof. Bartoli's bewering is, dat een grooter percentage goud uit de erts kan worden, verkregen dan thans het geval is. Hij kan aantoonen dat, waar scheikundigen nu uit een monster erts slechts 5 tot 6 jdwt per ton halen, hij' in staat is 60 tot 70 dwt goud' per tort'daaruit voort te brengen. De heer Bartoli heeft op wetenschappelijke wijze drie punten ver duidelijkt. In de eerste plaats kunnen moei lijk smeltbare ertsen zooals oxyde, sulfide en silicaten getoetst worden. In de twee de plaats kan er meer goud uitgehaald worden dan tot dusverre volgens welk stelsel mogelijk is en in de derde plaats is zijn proces goedikooper en eenvoudiger dan de cyanidebehandeling van thans. Vol gens zijn systeem zal het gemalen erts van den molen direct naar het toestel worden gevoerd en niet meer met die hand worden aangeraakt voordat het product verkre gen is. De duur van het proces hangt af van het te behandelen erts, maar waar het cyanideproces 12 tot 15 dagen duurt, zal dat met zijn methode slechts acht dagen behoeven te duren, welke tijd' lang genoeg is om al het edele metaal uit te tröklken. De diepste ontginning heeft op 31 De cember 1927 plaats gehad en wel in de „Village Deep", tot 7309 voet onder de oppervlakte der aarde. Behalve de voor- deelen van goedkoopere ongeschoolde werkkrachten, de nabijheid van kolenvel den, goede watervoorraad, waardoor zwaro pompkosten worden vermeden, zal de voortschrijdende wetenschap door de nieuwste methoden de fabelachtige op brengst der goudmijnen in de toekomst nog meer doen stijgen en met spanning worden de resultaten van de proefnemingen tege moet gezien, welke een omwenteling in den mijnbouw zullen teweeg brengen. De Eeuwfeesten van België's Onafhankelijkheid zijn te Brussel met veel luister gevierd. In het Cinquantenaire-) park had het groote défilé plaats, waarin de oorlogsvaandels werden meegedragen. Onder de triomfboog sloeg de Koninklijke familie dit défilé gade. Een overzicht van het gebeuren. Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel zorg geven als U het huidje maar droog houdt met Purolpoeder en de branderige of stukgaande plek jes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. Beide Ar tikelen verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Kraaien. Van de oudste tijden af heeft (het kraaien der hanen de aandacht getrokken. De haan was het zinnebeeld der waak zaamheid en zijn afbeelding kwam op den titel van ieder leerboek voor als voorbeeld van oplettendheid' en leer- of. liever weet gierigheid. Daarom ook zijn afbeelding op torens en in sommige wapenschilden. In den Romelnschen tijd heeft het hanen gekraai gediend tot aanwijzing bij het af lossen van de wachthebbende krijgslieden. Een gezonde haan is dan ook een won der van attentie; niets ontgaat zijn hel deren blik, zijn fijn gehoor. Het kraaien kan men beschouwen als zijn zang, zijn lied, als de reactie op zijin zenuwen. Daar het geaang der kleinere vogels gewis een uiting mag genoemd worden hunner geslachtsdriften kan men dus wel per analogie dezelfde reden bij den haan aannemen. Hoort de mannelijke vogel, bijv. nachtegaal, kanarie enz. den lokroep van de vrouwelijke exemplaren dan klin ken de jubeltonen het sterkst, wat alweer een bewijs is van voorgaande conclusie. Bovendien weet iedbr, dat een apart ge zette haan nog veel meermalen kraait dan een die met zijn gezellinnen rond wandelt, waaruit dus op te maken zou zijn, dat zijn gekraai een teeken is van verlangen naar het gezelschap der hennen. Zoo zal dus het gekraai samenhangen met de geslachtsdrift, want ook tegelijk met het rijp-worden der haankuikens be ginnen zij te kraaien. Die eerste proeven gaan meestal met heel wat inspanning ge paard en wekken vrijwel onzen lachlust op. Maar met den dag wordt het lied meer volkomen. Elk kraaigeluid is verschillend en de liefhebher kan heel goed hooren wie zijner ongeziene hanen er kraait. Het is er mee als met de menschehjke stemmen. Ook hebben de verschillende rassen een eigen kraaigeluid. De zware als uit een kelder komende stem van een Cochin-Chinees of een Brahma en de ook tamelijk diepe stemmen van de middelrassen onderschei den zich sterk van die der lichtere rassen en dwergen, wier geluid hooger en veel helderder is. Wij liefhebbers begrijpen moeilijk dat men het kraaien onaangenaam kan vinden. Als in den morgen de hanen hun istem doen hooren wekt dit ons tot werklust. Aan den anderen kant zal het zenuwprikkelend werken bij diegenen, die den nacht hebben doorgebracht. Zoo verklaarde mij eens een ervaren zenuwarts dat hij voor zijn pa- tienten het gewone heldere gekraai niet zoo erg vond, want dat hij opgemerkt had, dat bij hen na een slapeloozen nacht de drukkende diepe stilte meer hindcrlijik was en dat zij zich weer minder eenzaam gevoelden zoodha de hanen begonnen te kraaien. Dat het gekraai ook als een uitdaging beschouwd kan worden nemen wij waar bij sommige hanen, die onder Voor haar zeer prikkelende omstandigheden een kort en scherp gekraai gepaard met herhaalden wiekslag doen hooren. Dan heeft men hoewel hoogst zelden, nog het kraaien van die hennen, welke onontwikkelde geslachtsp organen bezitten en deels tot het mannelijk geslacht overhellen, dus tweeslachtig zijn. En ten slotte neemt men hetzelfde vert- schijnsel waar bij zeer oude hennen. Zoo hoorde ik onlangs een paar reed's meer dan tien jaar oude Witte Wyandotte-matronen vrij aardig kraaien tot dank aan hun mees ter, die er het eigenaardige principe op na houdt, dat wij menschen het recht missen een dier te dooden of te doen dooden. Deze twee oude hennen droegen tamelijk lange sporen en een zwaar halsbehang be nevens een zeer merkwaardige Indische loopeendenhouding als bewijzen hunner emancipatie. De plattelandsjeugd. Hoe zij haar vrijen tijd doorbrengt. De Arbeiders Jeugd Centrale heeft een enquête gehouden naar de arbeidstoestan den en het besteden van den vrijen tijd op het platteland. Er blijkt uit, dat do plattelandsjeugd bedenkelijk het voetspoor der grootestad'sjeugd volgt. Wij lezen toch in het rapport: „In 9 plaatsen wordt slechts van matig of gering café-bezoek gesproken, verder meest van „veel" en „druk". Rooken blijkt een algemeene gewoonte. De bioscoop blijkt in kleine plaatsen hoofdzakelijk nog een verkeerden invloed uit te oefenen. In de 35 plaatsen zijn 20 bioscopen! Slechts 3 der 35 plaatsen hebben geen dansgelegenheid. Dikwijls worden 13- a 14-jarigen reeds tot de dansavonden toe gelaten; regel is voor toelating 16 jaar minimum. De autobus heeft gemaakt, dat 's Za terdags en 's Zondags velen naar de groote steden trekken (bioscoop, voethalwedstrij den, dancings). Men is daar uit het oog der ouders en der verdere omgeving. Wat den omgang tusschen jongens en meisjes betreft, is de conclusie; „Ook d'e plattelandsjeugd groeit op in een sfeer, waar van een open, eerlijke verhouding der geslachten slechts hij wijze van uit zondering sprake kan. zijn." Al wat betrekking heeft op het sexueele wordt in de gesprekken in werkplaats en op het land beduimeld. Scharrclverhou- dingen, waarin elk element van weder- zijdschen eerbied ontbreekt, zijn ook hier de verhoudingen tusschen jongens en meis jes." Vele gedwongen huwelijken, niet uit naieve, maar geraffineerde mentaliteit. Het zakgeld blijkt, vooral bij Idb jongens die verdienen, hoog te zijn. Het wordt meest uitgegeven aan sigaretten, bioscoop en snoeperijbij de ouderen bovendien aan danszaal. Een goede boekhandel is er niet in 12 van de 35 plaatsen. Waar die wel is, wor den toch weinig of geen goede boeken ge- kocht. In 23 plaatsen worden Nick Carter en Buffalo Bill nog druk gelezzen. Slechts in 6 plaatsen niet! Volksfeesten in den eigenlijken zin be staan niet meer- 17 plaatsen hebben nog kermis, die meer als dramkfeest dan als vreugde-uiting is te beschouwen. Verder jaarmarkten en sportdagen, die alle op kermis gelijken. Nergens ligt een leidende gedachte aan een feest ten grondslag; in één plaats wor- GOEDE REIS! Ouwe Kees was nog wel pittig, Maar werd strammer op d:en duur, Hij had zoo'n moeilijk loopje Van de hank tot aan de schuur. Op het hoekje moest hij rusten, En dan zuchtte hij eens wat, Als ie bij z'n bank terugkwam, Was ie blij dat ie weer zat! Hij was lang niet hulpbehoevend, Of wat stuntelig, o nee, 1 Maar z'n oude onderdanen Wilden toch niet goed meer mee, Dat kwam enkel door de jaren, Monter keek hij meestal rond, En hij voelde nog voor grapjes, Want z'n hart was kerngezond! Hij hield veel van buiten wezen-, Van de bloemen en de lucht, Van de lichte, vrije verten, En dan kwam er vaak een zucht, Als hij zich wist opgesloten In de stralende natuur, Als een hulpeloozen zoeker Tusschen 't bankje en d'e schuur! O, nog eenmaal in de velden, Heel gelukkig rond te zien, Net zoo ver ais je kon kijken, Dan werd alles goed misschien, Dan kon hij weer jaren leven Op z'n kleine stukje grond, En hij zat ontroerd te denken, Of zooiets voor hem bestond! Oude Kees hééft rondgekeken, Waar de vrije velden zijn, Oude Kees is meegenomen Door een auto zacht en fijn Rechtop zat ie in de kussens, Welk een wondermooi begin, Iemand bracht hem van zijn bankje Zóó de wijde wereld in!! '|s Avonds kon ie haast niet vatten, Dat hij 't werk'lijk was geweest, En het blijft voor hem nog jaren Een verkwikkend levensfeest! Gij, die hem hebt rondgereden Door een heerlijk paradijs. Oude Keesje wenscht u bevend Heel uw leven. „Goede reis!" den zelfs de feesten „georganiseerd" door den kastelein! De conclusies, waartoe Herman Molen dijk, de leider der enquête ten slotte komt, luiden le. Aan de lange werktijden in het land- en tuinbouwbedrijf dient paal en perk te worden gesteld. Ze belemmeren het jeugdwerk en eiken anderen arbeid tot geestelijke en moreelc verheffing. 2e. Het verlangen naar platvloersch ver maak, de zwijmel van genotzucht, die bij het grootste deel der groote stadsjeugd zijn waar te nemen in de na-oorlogsjaren, ma ken zich ook meester van de plattelands jeugd. Van het gemoedelijke, onbedorven platteland kan moeilijk meer worden ge- iproken. 3e. De overheid heeft in strijd' tegen de veelsoortige ontbindende elementen een belangrijke, positieve taak. 4e. Voor het voortgezet onderwijs dient leerplicht ingevoerd, wil dit onderwijs niet beperkt blijven tot een onbeduidende groep aan de rijpere jeugd. 5e. Materiëele steun dient verleend voor

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina bijlage 1