IV. M
De Kleine Bazar
Vrijdag 18 Juli 1950
117 Jaargang
Dij dit nummer be-
hoort een bijvoegsel
School en kerk.
NU in
Het meisje, dat met
een Koning trouwde
Lrand en Tuinbouw
Koloniën
iiiSllHEEREM-BAAI
Uit de Radiowereld
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE i COURANT
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant 0g|j3|jpp en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIËN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
De pastorietuin.
Een predikant schrijft aan de „N,
R. C.":
In een artikel „Predikant en politie'
dat ik las, staat o.a.: „Onder de emo
lumenten, welke het over 't algemeen
nog steeds niet overvloedig predikants
tracfement moeten aanvullen, beslaat
de pastorietuin een belangrijke plaats'
En als ik den ligger van het predikants
tractement inzie, dan vind ik daaron
der de „baten" ook staan: „Vrij huis
met tuin". Maar de vraag is wel eens
bij mij opgekomen, en ik weet, dat
zeer vele collega's dat met mij zullen
vragen: is het niet beter dezen tuin
over te schakelen van de „baten" tot
de „lasten". Meer dan één reden doet
die vraag rijzen. In de eerste plaats is
de goede oude tijd voorbij, dat men
op de dorpen een „mannetje" vond;
dat voor zoo goed als geen beloonïng
den „tuin van dominee" in orde wou
houden. Dat „mannetje" behoort in
den modernen tijd van organisatie na
tuurlijk tot den een of anderen bond,
die hem voorschrijft met zijn loon niet
onder den norm te gaan. Die norm
is op het Friesche platteland tegen
woordig 40 cent. Men heeft geen groo
te rekenmeester te wezen, om uit te
rekenen dat de predikant, die zijn
tuin behoorlijk in orde wil hebben,
dure groenten te eten krijgt. Nu
staan voor den dominee, die deze groo-
te uitgaaf wil ontwijken, twee wegen
open. Of hij moet zelf zijn, dikwijls
zeer grooten tuin gaan bewerken. Hoe
veel lust hij 's morgens ook heeft om
naar zijn studeerkamer te gaan, het
baat niet: de tuin roept. En zoo wordt
hij tegen wil en dank wat men pleegt
te noemen „spinazïe-dominee". Of hij
laat, met een kleine variant op het
bekende spreekwoord „Gods onkruid
maar over Gods paden groeien". Maar
dan vergeet hij twee machten, waar
hij wel degelijk rekening mee moet
houden: de kerkvoogden en „het
dorp". Het dorp begint „schande te
spreken" van dien kostelijken tuin:
die er nu zóó maar „heenligt", en die
vroeger bij ds. Die en die toch den
roem van het dorp uitmaakte. En met
„het dorp" en wat „het dorp" zegt
heeft de plattelandspredikant nog zeer
rekening te houden. En dan komen de
kerkvoogden, die immers tegelijkertijd
ook pastorievoogden zijn, en eischen,
dat dominee zijn tuin zal laten op
knappen. Zelfs zijn er gevallen be
kend, waarin deze heeren zoo verzijn
voor uw
ITin en Luxe Artikelen
Glas van Leerdam.
'T IS BIJNA IN ORDE.
24
FEUILLETON
DOOR ALICE HEATH HOSKEN.
Vertaald door Dicky Wafelbakker.
MARGARET IS EEN SUCCES.
Uit het dagboek van H.M.
de Koningin van Lostrasia.
Karek Doma VesteraL
Ik denk, dat Max van zijn stand
punt beschouwd, tevreden over mij
kan zijn. Vanmorgen zei hij tot mij:
„Je zult een volmaakte koningin wor
den, Meg. Oude oom Waldemar zegt
het en hij beschouwt zichzelf als een
„maker van Koningen", geloof dat
maar vrij".
Welk een bittere ironie! Ik heb er
nooit naar verlangd een koningin te
zijn. Mijn eenige wensch was steeds
om hem heen te kunnen zijn.
„Het volk is dol op je", ging hij
voort
„Ze zullen nooit zooveel van mij
gegaan, dat zij dreigden zelf een man
aan te stellen, die op kosten van den
predikant den tuin in orde moest ma
ken, en anders zouden zij van hun
kant ook niets meer aan de pastorie
laten doen!
Zoo zint de predikant op een bevre
digenden uitweg uit deze moeilijk
heid. Hij verhuurt zijn tuin. En wel
op voorwaarde (dit gebeurt tegen
woordig dikwijls) dat de helft van
de groente voor hem zal zijn, en dat
de huurder voor de andere helft den
tuin in orde zal houden. Dit houdt,
behalve vele andere onaangenaamhe
den, nog deze in, dat hij dan het
eenige vrije terrein, dat hij nog bezat,
prijs geeft. En men moet predikant
zijn om te beseffen, wat het zeggen
wil, een stukje gronds te bezitten, waar
men, achter de dichte heggen, eens
geheel zichzelf kan zijn, buiten het
spiedend oog van de gemeente Dan
is er nog een andere weg. Men be
plant zijn tuin met vruchten, die geen
onderhoud behoeven, althans zeer wei
nig, en die toch ook nog profijt ople
veren, als b.v. aardbeien, bessen en
vruchtboomen. Maar, wee als die
vruchten rijp zijn! De diefachtige jon
gens laat ik buiten bespreking. Maar
het ligt voor de hand dat de gemeente,
verwacht, dat dominee, uit den over
vloed van zijn fruit, zal uitdeelen aan
de dorpelingen. Men vindt dat een
stilzwijgende conditie. Maar waar te
beginnen en waar te- eindigen? In al
de seizoenen, van de vroege aardbeien
tot aan de late appelen, zal de man
met zijn gezin moeten staan plukken
en moeten gaan wegen met zuivere
maat. Wee, als de een iets meer krijgt,
dan de ander. Grooter wee nog, als er
ook maar één wordt overgeslagen! Er
is kans, dat er op den volgenden Zon
dag een plaatsje onbezet is in het
kerkgebouw Summa summarum:
de pastorietuin is geen bate, maar een
drukkende last.
De Iepziekte.
Veelbelovende proefnemingen
We lezen in het Haagsche „Vader
land":
Zooals vroeger gemeld is, worden
hier ter stede een aantal boomen, die
door iepziekte zijn aangetast, behan
deld door ir. J. A. L. Bouma, schei
kundig ingenieur te Dordrecht.
Dezer dagen zijn de behandelde
boomen door den heer Bouma onder
zocht, die ons als resultaat van zijn
controle het volgende mededeelt:
„De behandelde boomen stonden
naar wensch, verdorren van takken is
ondanks de droge hitte van de laatste
weken niet opgetreden. Een der boo
men had enkele gele bladen, die ik
echter niet aan iepziekte toeschrijf,
maar aan deze droogte of het gevolg
kunnen zijn van het knikken van een
takje door den feilen wind. Aan een
anderen boom zou dit in het geheel
niet opvallen.
De in- de stammen geboorde gaten
zijn opnieuw gevuld, aangezien al de
ingebrachte vloeistof was opgezogen.
houden, als zij dit van jou doen, Max",
antwoordde ik.
,Dat weet ik' niet." Bij deze woor
den lachte hij eenigszins eigenaardig.
,Ze zien mijn gebreken anders dui
delijk genoeg".
Hij stond achter mijn stoel in mijn
zitkamer, welke in zijn slaapvertrek
uitkomt en hij was bij me gekomen
om mij de lijst van de openbare func
ties, welke wij de volgende week
moesten bijwonen, te laten zien.
Deze scheen mij eindeloos toe. Ik
keek hem aan en weer ving ik dien
vreemden, half verlegen blik op.
Ik voel me nu geheel op mijn ge
mak tegenover hem en heb volkomen
in den toestand berust. Ik tracht niet
te denken aan hetgeen ik vroeger
hoopte, verwachtte en droomde. De
werkelijkheid is zoo geheel verschil
lend.... Het zal echter naar ik ge
loof een heel druk leven voor mij
worden. In die twee weken van mijn
huwelijk schijn ik heel veel geleerd
te hebben. Het verwondert mij, dat
wanneer ik in den spiegel kijk, ik
niet ouder geworden lijk te zijn. Ik
veronderstel evenwel, dat ik een kin
dergezicht heb, dat niet gauw veran
dert. Max beweert, dat het volk mij
De proef is nog uitgebreid met een
3-tal jongere boomen op de kweekerij
die dermate door ïepzïekte zjjn .aan
getast, dat in 3 weken de halve kruin
verdord is. Deze zijn op de wortels
begoten en op de kroon bespoten,
daar de geringere doorsnede van de
stammen het boren van gaten minder
geschikt maakt.
Over een week of 3 zal blijken, dat
niet alleen hef verdorren tot staan is
gekomen, maar dat de onderste oogen
op de verdorde gedeelten uitgeloopen
zijn.
De verdorde takken zijn n.l. nog
niet direct geheel dood: op een kwee
kerïj hier in Dordrecht zijn daar zeer
typische voorbeelden van aanwezig.
Deze jonge exemplaren bieden bo
vendien het groofe voordeel, dat zij
niet aan meer kwalen naast de iep
ziekte lijden. Bij het peilen van de
boorgaten in de eerste proefboomen
bleek een stam inwendig sterk ver
molmd te zijn, waardoor het bereikte
succes natuurlijk nog sterker naar vo
ren komt, omdat het risico er grooter
door is.
Tenslotte is het interessant te ver
nemen, -dat in een appelboomgaard bij
Meppel, waar zieke iepen langs de
sloot stonden, de appelboomen op de
zelfde wijze gingen verdorren en ook
in het hout dezelfde bruine stippen
vertoonen als de iepen. Nadat de ap
pels dezelfde bewerking hadden on
dergaan, hebben zij zich geheel her
steld".
Schandelijk 1
In een gemeente, gelegen in het ge
deelte van Nederland, behoorende tot
een der z.g. afgesloten kringen, dus
in een der gedeelten, waar het mond
en klauwzeer nog slechts sporadisch
voorkomt, moest proces-verbaal wor
den opgemaakt tegen den voorzitter
van den provincialen Bond van Vee
handelaren wegens het niet aangeven
van het uitbreken van bedoelde ziek
te onder diens vee.
Tegen den wethouder van dezelfde
gemeente moest eveneens proces-ver
baal worden opgemaakt wegens te late
aangifte en wegens frauduleus ver
voer van ziek vee.
50 woningen afgebrand.
Batavia is door een feilen brand ge
teisterd. De brand woedde in het kam
pong-complex Tangke, hetwelk zich
uitstrekt tusschen den Jacatra-weg en
de Gladok-gevangenis. Toen de brand
weer op het terrein arriveerde, bleek
het complex, dat meerendeels werd in
genomen door uit blik opgetrokken
huizen, reeds in een vlammenzee te
zijn herschapen. Door het natspuiten
van de omliggende perceelen, slaagde
men er in den brand te localiseeren.
Toch zijn er nog tusschen de 40 en 50
woningen afgebrand, bewoond door in
landers en Chineezen. Het aantal dak-
loozen loopt in de honderden.
De gloed was zichtbaar binnen een
afstand van ruim 10 K.M. Een gewei
dige menschenmassa bewoog zich rond
om het terrein van den brand.
mooi vindt. Dit komt zeker, omdat
ik blond ben, en met uitzondering
van Max zijn er heel weinig men-
schen met licht gekleurd haar in
Vesteral. Ze zijn allen donker, heb
ben prachtige oogen, maar een geel
achtige tint, terwijl ze tevens goed
gevormde handen hebben.
Ik moet echter nog even op den
morgen terugkomen. Eenigszins be
deesd zei ik tot Max:
„Geloof je, dat ik in den smaak van
je moeder zal vallen?"
„Natuurlijk", antwoordde hij. „Hoe
kan het anders, Meg? Je hebt zulke
lieve maniertjes tegenover oudere
menschen. Het spreekt vanzelf, dat je
haar een weinig tegemoet zult dienen
te komen, want zij is sinds ik mijn
vader op den leeftijd van vier jaar
verloor, altijd gewend geweest in al
les haar zin te krijgen. Gedurende
dertien jaar is zij Koningin-Regentes
geweest. Ik vermoed, dat het wel een
beetje vreemd voor haar zal wezen,
niet meer de eerste persoon te zijn.
Maar ik ben er van overtuigd, dat je
haar zult begrijpen, haar zwakheden
ontdekken en uitstekend met haar
ECHTE FRIESCHE
20-50ctperon$
Verboden radio-waar.
Van morgenwijding, via
beurskoersen naar dansmu-
muziek.
Aan het „Hbld." werd medegedeeld,
dat de commissie, die de programma's
voor een Alg. Programma controleert
(de ,,voogdij"-commissie) bezwaar
heeft gemaakt tegen een programma,
verzorgd door de A.V.R.O., waarop
voorkwam: dansmuziek uit het Carl-
tonhotel te Amsterdam.
De A.V.R.O. en het buitenland.
Een verklaring in het of
ficieel orgaan.
Wij lezen in de „Radio Bode" een
artikel, onderteekend door W. V(ogt)
waaraan wij het volgende ontleenen:
Er worden door onze vijanden al
lerlei praatjes rondgestrooid over het
lot, dat onze pogingen zouden hebben
ondervonden om uit het buitenland
„om te roepen". Daarom lijkt het ons
gewenscht om over die pogingen de
waarheid mee te deelen.
Wij hebben inderdaad beproefd, om
op de dagen dat wij in Nederland
gedwongen moesten zwijgen, onze stem
uit het buitenland binnen Nederland
te brengen.
In verband met de geldende Om-
roepvoorschriften in de landen die ons
omringen, moesten deze pogingen prac-
fisch beperkt blijven tot Frankrijk en
België.
Bij het beoordeelen van het nut dier
pogingen moest in onze oogen, al ter
stond de factor „Omroepgenoegen'
worden uitgeschakeld.
Zeker! men zou A.V.R.O. kunnen
„hooren", maar rustig een A.V.R.O.
programma „genieten", zooals dat via
een Nederlandschen zender, mogelijk
was, moest uitgesloten geacht worden.
Daarvoor was de afstand tusschen
luisteraar en buitenlandsch station te
groot Bleef dus over een zekere „ge
noegdoening", die wij zouden oogsten,
als een verzoeting van de teleurstel
ling en de verontwaardiging die het
Zendtijd-besluit van 15 Mei in onze
kringen had gewekt.
Wij hebben beproefd, deze genoeg
doening te verwerven. Frankrijk en
België zijn de eenige landen, die daar
voor in aanmerking komen en die on
der zekere voorwaarden „zendtijd"
verhuren.
Frankrijk moest om zuiver practi-
sche redenen afvallen. En België? Wel,
we zouden als wij dat nu per sé wil
den af en toe uit België kunnen om
roepen. Maar dan toch niet op een
wijs, die ons de beoogde genoegdoe
ning zou schenken.
Van onderhandelen met- of van te
genstand van de Belgische regeering
zooals beweerd wordt is nooit
overweg zult kunnen. Bovendien zul
je haar niet zoo heel veel zien, daar ze
haar eigen paleis heeft betrokken".
Ik was daarvan nog niet zoo ze
ker, en betwijfel ik hef, of de Ko
ningin-Moeder ooit van mij zal gaan
houden. Max mag zeggen wat hij wil,
maar in elk geval schijnt zij toch niet
dadelijk met mij ingenomen te zijn
geweest. Haar paleis ligt slechts op
een paar honderd meter van hier ver
wijderd, en staat door een met prach
tig marmer bedekte gang met het on
ze in verbinding.
Beide paleizen zien er van buiten
schitterend uit. Het witte marmer,
waaruit ze zijn opgetrokken, heeft in
den avond heerlijke, blauwachtige tin
ten. Het zijn vrij lage gebouwen en
het onze is heel breed. Ze hebben
sierlijk gebeeldhouwde marmeren bal-
cons, en zooals alle huizen in Veste
ral, zijn ze van boven tot onderen
begroeid met bloemen. Ik denk niet,
dat er één ander koninklijk paleis
of een andere stad op de wereld be
staat, die zulk een menigte daarvan
bezit.
Beide paleizen staan op een reus
achtig plein, waar zich de meeste
openbare gebouwen bevinden. Ze zijn
dagboekblaadjes
17 Juli. Eenige jaren geleden was
ik een geestelijk en lichamelijk wrak.
Ik vloog op bij ieder gerucht, liet mij
van mijn werk afleiden door het zuch
ten van de populieren, at niet, sliep
niet en had de gewoonte, nu en dan
zonder eenige reden in tranen uit te
barsten. Wanneer iemand het woord
tot mij richtte, begon ik over mijn hee-
le lichaam te beven uit vrees dat het
iets onaangenaams zou zijn. Ik was in
ieder gezelschap verlegen en onzeker,
en elk gesprek was mij een kwelling.
Ik voelde niets voor eenige sport en
was soms zelfs te vermoeid om mij te
wasschen. Ik woog in die dagen 55 ki
logram en was snel aan het kaal
worden. Thans weeg ik 86 en als ik
mijn manen schud, zoudt ge denken,
dat ik van een Abessynischen leeuw
afstam. Mijn tred is veerkrachtig als
die eener hinde. Ik eet den heelen dag,
slaap den ganschen nacht, huil nooit
en merk zelfs de meest barbaarsche
geluiden niet op. Ik bezit drie radio
toestellen en twee gramofoons en heb
zenuwen als kabeltouwen. Ik voetbal,
tennis, hockey, zwem, fiets en bridge.
Ik spring voor het ontbijt over heggen
en hekken van 1 M. 20 hoog, en ben
recordhouder snelwandelen, wat een
specifiek wintersche liefhebberij van
mij is. Ik weet niet meer wat verlegen
heid is, gevoel mij nooit gehandicapt
in mijn openbare optreden, bezit ijze
ren spieren en bijt een rauwe biefstuk
van een half pond in één slag door
midden.
En ik ben bereid, te verklaren dat
deze geestelijke en lichamelijke ver
andering te danken is aan elk patent
geneesmiddel, waarvan de fabrikant
mij voldoende betaalt.
Wie biedt1?
sprake geweest. Wel hebben de be
heerders der Belgische omroepsta-
tions zich grootere reserves moeten
opleggen inzake het in uitzicht stel
len van mogelijkheden, omdat begin
Juni van dit jaar het Belgische Om-
roep-Instituut van regeeringswege is
geregeld geworden. Aangezien in de
nieuwe Omroepwet van België alle
oude rechten der particuliere omroep
organisaties geëerbiedigd zijn en die
wet feitelijk is een bezegeling door
den Staat van den arbeid door par
ticulieren onder moeilijke omstandig
heden verricht, valt het te begrijpen,
dat de beheerders schroomden om re
gelingen te treffen, die in de toekomst
aan den Belgischen staat en dus ook
aan de gerespecteerde beheerders
moeilijkheden zouden kunnen geven.
Wij moesten dit wel inzien. Nog altijd
is het mogelijk om in België zendtijd
te huren. De gramofoonplaten-uitzen-
dingen door Engelsche firma's zijn er
een voorbeeld van.
De A.V.R.O. zou zich in België kun
nen vestigen als een A.V,R.O.-hoeden-
zaak of sigaretten-firma en dan ten
behoeve van haar „merk" radio-recla
me maken over Belgische zenders, die
daarvoor te huur zijn.
Wij hebben gemeend op deze wijze
allen van marmer gemaakt of anders
uit dat prachtige rood-paarsachtige
zandsteen opgetrokken. In hef mid
den daarvan zijn plantsoenen en fon
teinen. De paleizen zijn achter en
opzij omgeven door verrukkelijke tui
nen, waarin zich grasvelden en hooge
boomen bevinden, zooals ceders, beu
ken en schitterende populieren. Hier
en daar ziet men plekjes uitsluitend
met rozen beplant, en weer andere
zijn aangelegd in Italiaanschen of
Hollandschen stijl, terwijl er ook ver
scheidene vijvers zijn. Ophetoogen-
blik staan de mimosa-boomen in vol
len bloei: zij dragen hier heel laat
De Koningin-Moeder heeft een echt
Engelschen tuin, vol heesters en kort
geknipte heggen en Max bezit twee
harde tennisvelden.
Er is ook nog een groot bosch van
magnolia boomen, bezaaid met room
kleurige, fluweel-achtige witte bloe
sems en heerlijk ruikende planten, die
veel gelijken op citroenboomen, welke
kleine bloemen dragen. Natuurlijk
groeien er nog een menigte andere
bloemen en planten, waarvan ik de
namen niet ken.
(Wordt vervolgd).