Belgisch Geld City Magazijn Hendrikse Go's Bank N.V. NB. 75 Vrijdag 27 Juni 1950 147 Jaargang Dij dit nummer behoort een bijvoegsel. De wereldtentoonstelling in Jlntwerpen WEGENS VERANDERING SPOTKOOPJES MOOIE DINGEN VOOR BIJNA NIETS Het meisje, dat met een Koning: trouwde Dagboekblaadjes. tegen voordeelige koersen. ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross'Drukkers-en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 vTrrr™m' j r> gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 et. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. ii. De eigenlijke tentoonstellingpaviljoens welke men niet mag missen; een korte rondgang. Na in een eerste artikel een aantal indrukken te hebben gegeven van de wereldtentoonstelling in Antwerpen als eenheid, en van de instellingen die men als de omlijsting der eigenlijke expositie mag beschouwen, willen we thans aandacht wijden aan de wijze waarop de verschillende landen ineen vreedzamen en bewonderenswaardïgen kamp de belangstelling der bezoekers van het tentoonstellingsterrein op zich trachten te vestigen. De bezoeker, die naar het in hef eerste artikel verstrekte advips ten minste IV2 dag in Antwerpen vertoeft, en die den avond van den eersten dag besloten heeft met een ommegang in oud-België, zal er goed aan doen den tweeden en laatsten dag reeds tijdig (te omstreeks half tien) op het expositie-terrein te staan, want, ook al wil hij den inhoud van de kleinere paviljoens niet aan een vluchtig on derzoek onderwerpen: een zelfs op pervlakkige bezichtiging van de hoofd zaken vergt uren en uren. Voor het bezoek aan het tentoongestelde ver trouwe de 1-dags-tourïst voorts liever op de wandel-snelheid der eigen bee- nen dan op die der geleiders van de invalide-wagentjes, waarin men tegen betaling van niet zoo weinig franken van het eene paviljoen naar het an dere gereden wordt in een gangetje, hetwelk 't vermoeden wekt dat de geleiders op uurloon zijn aangenomen en niet op stukloon werken. Dat de tentoonstelling inderdaad niets anders is dan een wedkamp der Staten onderling met binnenlandsche en koloniale prestaties (we laten ex presselijk België, dat de kamp orga niseerde, buiten beschouwing) blijkt reeds ten deele uit de praal der ten toonstellïngsgebouwen. Kosten noch ta lenten zijn gespaard om door middel van het uiterlijk der paviljoens de aandacht naar het inwendige te leiden. Het kan niet ontkend worden, dat deze tendenz hier en daar aan de architectonische schoonheid afbreuk heeft gedaan, en dat zij jammer ge noeg voorkomen heeft dat de wereld tentoonstelling een rijk geschakeerde staalkaart van de internationale bouw- stijlen-bij-uitnemendheid is geworden. IN 14 FEUILLETON DOOR ALICE HEATH HOSKEN. Vertaald door Dicky Wafelbakker. Ik hoorde deze woorden, doch be greep de beteekenis daarvan niet. Zon der er aan te denken, dat de sprekers elk oogenblik naar buiten konden ko men, en mij zouden ontdekken, bleef ik staan. Opeens echter ging mij een licht op de actrice, de vrouw, die ik in de Opera zag, Karina Valona dat vreemde, aantrekkelijke wezen met de goudgele huid en het haar, dat op een tijgervacht geleek, had Max laten roepen.' Ze had om hem gezonden en hij was onmiddellijk naar haar toegegaan. Dat beteekende, dat hij van haar hield Die vrouw beweerde, dat ze met hem doen kon wat ze zelf wilde. Hij had tegen mij gelogen, toen hij zei, ver geten te zijn, wie de vrouw was waar mede hij in Bondstreet had staan pra ten. Waarschijnlijk was hij bij haar in Londen geweest gedurende die da gen vóór ons huwelijk. De tendenz sluit echter geenszins ied re Epkoring uit, en bovendien opent zij een rijke mogelijkheid tof verdie ping in allerhand-ïnternationale-visies van schoonheid, speculeerend op de ontvankelijkheid van Jan en alleman, waarvan de exposeerende landen het, meer dan van den kunstzinnigen enke ling, daar krijgen moeten. De paviljoens, die door hun uiterlijk zij het dan niet op dezelfde gron den het meest de aandacht, en ook de meeste waardeering vinden, zijn die van Nederland, Engeland en Brazilië. Het laatste vooral bij kunstverlich ting, dat van Engeland door zijn gun stige ligging aan het water (wisten de oud-Hollandsche bouwmeesters reeds niet de waarde van het water voor een bouwwerk!) efi door zijn bezonken Oostersche stijl, het Nederlandsche door zijn expressief eenvoudig karak ter, meer dan welk ander paviljoen ook, verwijzend naar de architectoni sche opvattingen in het land, dat het op de tentoonstelling vertegenwoordigt Van de overige landen-paviljoens valt niet veel meer te zegden dan dat zij massaal, indrukwekkend en wit zijn, dat zij geen nieuwe mogelijkhe den in de architectuur, noch in de utiliteit van tentoonstellingsbouwwer ken openen, maar dat zij zich deemoe dig voegen in het kader van het ge heel. Enkele kleine zakelijke pavil joens, w.o. dat van de Sunlight-zeep, hebben ongetwijfeld meer pretenties dan het meerendeel der landelijke ge bouwen. Thans over het inwendige der witte paleizen. Den bezoeker, die niet plicht matig alle paviljoens wil bezichtigen zouden we willen advïseeren toch min stens een kijkje te nemen bij de ten toonstellingen van België, Frankrijk, Nederland, Italië, Engeland, tusschen de bezoeken aan deze landen zoo nu en dan nog eens een klein paviljoen binnen te wippen, en de tentoonstel ling van oud-Vlaamsche kunst in de eerder genoemde permanente kerk en school ondergebracht, niet over te slaan. Heeft men na dit programma tijd en lust nog meer te zien, dan kan men zich aan het inwendige der ove rige gebouwen wijden, zonder gevaar te loopen veel bezichtigd te hebben, doch de hoofdzaken te missen. België beschikt op de tentoonstel ling over heel wat hallen. In hal 1 treft men een opstelling van de Bel gische automobiel-nijverheid en een stand van de Belgische Spoorwegen. De tweede hal is het z.g. landbouwpa- leis. Dia landbouwvereenigingen en de Belgische boerenbond demonstreeren Ik ziig alles. Hij had die vrouw lief, kon zich eenvoudig niet van haar los maken en ik, ik beteekende totaal niets voor Iiem. Met plotselinge wreedheid vielen de schellen mij van de oogen. Blinde lings wendde ik mij om en rende te rug in de richting vanwaar ik geko men was, totdat ik iemand ontmoette, die mij mijn kamers kon wijzen. Kameniers kwamen haar diensten aanbieden, maar ik zond ze weg met de boodschap mijn hofdame te laten weten, dat ik haar niet meer noodig zou hebben. Ik kon hen niet aanzien uit angst, dat ik1 nieuwsgierigheid in hun blikken zou lezen of iets wat nog erger is medelijden. Ik sloot de beide deuren van mijn slaapkamer af, wierp mij geheel ge kleed op een divan. De grootste wan hoop had zich van mij meester ge maakt. Zoo verliep mijn eerste huwelijks nacht Uit het dagboek van H. M. de Koningin van Lostrasïa. Karbinka, Opper Losfrasia. Ik veronderstel, dat het onmogelijk is plotseling in drie dagen oud te zijn gew orden. Ik heb evenwel het gevoel, also f dit met mij wel hef geval is. daar zeer interessante zaken op land bouwgebied en op het gebied van hef landbouwonderwijs. Voor de Zeeuw- sche landbouwers is het daar nuttig en ook aangenaam verblijven. Aan het landbouwpaleis grenzen de afdeelïn- gen, waar de voornaamste Belgische steden door middel van statistieken en grafische voorstellingen van haar vooruitstrevendheid getuigen, hetgeen voor den vakman wellicht zeer be langwekkend is, doch dat den leek slechts matig kan boeien. Van hef landbouwpaleis kan de leek het best rechtstreeks naar het Congo-paleis gaan. In dit paleis geeft het Belgisch ministerie van koloniën een overzicht van de rijkdommen en de voornaam ste voortbrengselen van den Congo, en van de middelen waarmede Bel gië deze kolonie productief maakte. Prachtig is in deze afdeeling het reusachtig Congoleesch landschap, waai negers goud en diamanten zoeken. De laatste ziet men ejjlers verschil lende bewerkingen ondergaan. Hef crescendo der afdeeling is hef pa viljoen der Belgische juweliers, waar voor honderden millioenen afgewerk te juweelen en diamanten in een sprook jesachtig decor tentoongesteld zijn. De Belgische hallen, aan het Congo- paleis grenzend, bevatten voorts aller lei uitingen van handel- en nijverheid in België. Verschillende bedrijven zijn in werking, zoodat men in menig pro ductie-proces een kijkje krijgt. In het paviljoen van Frankrijk (men betrede het via het kampement van een aantal Souks) is een gedeelte be stemd voor de voortbrengselen uit de Fransche koloniën, een ander gedeelte voor de scheepvaart en voor de Fran sche zeehavens, het derde voor de luxe-nijverheid. Juweelen, schitteren de creaties van medehuizen en van parfum-fabrikanten verleenen aan het Fransche paviljoen een ongemeenen aanblik. In het vooruitspringend mid dengedeelte van de Fransche hal ont wikkelt de stad Parijs een charme, die nergens geëvenaard wordt. Onbe schrijfelijk is de luxieuze sfeer die van dit gedeelte der tentoonstelling uit gaat. De Nederlandsche afdeeling is in absolute overeenstemming met het ge bouw, waarin zij gehuisvest is, zij staaf kunstzinnig op een zeer hoog peil, ze is beschaafd en gedistingeerd, ze is Holland op z'n best. Terecht oogst het inwendige van het Nederlandsche pa leis de bewondering van landgenoot en vreemdeling.Stemmig is de wand bekleeding van in verschillende tin ten gehouden triplex-hout, artistiek mag men de indeeling der ruimte noe men, beschaafd de wijze waarop hef rijk, de gemeenten en particulieren ons land en de koloniën vertegenwoordi gen. Machtig belangwekkend is de ko loniale afdeeling, eerbied afdwingend de Zuiderzee-afdeeling, interessant en boeiend de afdeeling der binnenland sche industrie en van den handel. We zullen ons zelfs niet aan een vage beschouwing van het zeer vele dat tentoongesteld is, wagen. Men ga Ik ben niet langer hetzelfde meisje, dat kort geleden vol hoop en liefde trouwde, en het middelpunt vormde van zoovele vriendelijke en glimla chende gezichten. Ik zal nooit meer dat gelukkige, vroolijke schepseltje wezen, dat drie dagen terug naast Max in een vliegmachine zat en zich ver beeldde reeds in den hemel te zijn. Het lijkt, alsof ik sindsdien elk denkbaar verdriet en desillusie heb doorgemaakt, en nu zit ik hier boven in een van de torenkamers van dit prachtige, oude kasteel met slechts deze vellen papieren bij me om me te troosten. En die bladzijden waren nog wel voor June van Oren bestemd. Welk een bittere ironie! Geen menschelijk oog zal deze ooit zien. Wanneer ze mij niet langer tot troost kunnen strek ken, zal ik ze verbranden. Het eenige, wat June of iemand anders nu van mij zal ontvangen, bestaat uit enkele brieven, waarin ik zal trachten niet te laten blijken, dat mijn hart gebro ken is. De wind giert, maar de regen heeft opgehouden. Ik ben blij, dat het weer veranderd is. Op het oogenblik zou ik den aanblik van een blauwen he mel, heldere zonneschijn en het ge zang van vogels onmogelijk kunnen het zelf zien. Het Nederlandsche hart zal er zich aan verkwikken. Een groot verschil met den eenvoud en de bescheiden pracht van het Ne derlandsche paviljoen vormt het Ita- lïaansche. Italië komt pompeus voor den dag. In de versiering zijn goud noch marmer gespaard. In een pom peuze omlijsting treffen evenwel bij zonder de voorname prestaties der Ita lianen voor het vliegwezen, en voorden automobielenbouw, doet de stille schoonheid van oude en moderne Ita- liaansche kunstwerken weldadig aan. De tentoonstelling in het Engelsche paviljoen betreft bijna uitsluitend scheepvaart en koloniën. Al de En- gelsch-Afrikaansche koloniën zijn ver tegenwoordigd. De scheepvaart-afdee- ling is zeer vernuftig samengesteld. O.a. ziet men er een volledig histo risch overzicht der Engelsche koop vaardijvloot, en de reeds beroemd ge worden wereldkaart, waarop de sche pen der Engelsche scheepvaartmaat schappijen de tochten doen, zooals zij werkelijk dag in dag uit varen. Dat ook Engeland in de machine-nijverheid een groote rol speelt, bewijzen groote verzamelingen van vliegtuig- en boot motoren. Van een ontroerende schoonheid is de tentoonstelling van Vlaamsche kunst, in kerk en school ondergebracht. Doeken van alle Vlaamsche meesters, van de primitieven af tot die uit het einde der 18de eeuw, zijn in de school samengebracht ui f musea en particu liere verzamelingen over de geheele wereld. Een schat aan schoonheid openbaart zich aan de wanden. In de kerk vragen oude en zeldzame pro ducten van beeldhouwkunst, weef kunst, goud-smeedkunst enz. de aan dacht. Sommige bezoekers zullen aan getal len hechten. Daarom' deelen we hier me de, dat de schatten in kerk en school voor 1 milliard francs verzekerd zijn. In ons eerste artikel hebben we reeds met nadruk verzekerd, dat het niet in onze bedoeling Jag een beschrijving van de tentoonstelling te geven. Het hierboven besprokene beschouwe men dan ook slechts als een aanduiding, die wellicht bij een bezoek aan de tentoonstelling van eenig nut kan zijn. Na bezichtiging van het bovenstaan de resten nog genoeg interessante be zienswaardigheden, die uren in beslag kunnen nemen. Doch zonder dat men alle paviljoens en alle paviljoentjes bezocht heeft, zonder dat men gezien heeft wat Fin land brengt, hoe Denemarken expo seert, hoe in een Turksch paviljoen Turksche koffie en Turksche parfums worden opgediend, enz., enz.kan men besluiten dat de wereldtentoon stelling in Antwerpen zooveel mach- tïg-interessante facetten vertoont, dat niemand verzuimen mag de voornaam ste en belangwekkendste te gaan be zïchtigen. verdragen. Het is nog vroeg in den avond ongeveer zes urn: maar de lucht is zoo bewolkt, dat het bijna al donker is. Daarom heb ik de kaar sen om mij heen aangestoken. Er is ook electrisch licht aangebracht, doch ik geef de voorkeur aan kaarsver lichting, hoewel ik vrees dat het heel kostbaar zal zijn. Het gaat hier erg royaal toe. Te oordeelen naar de maal tijden, welke ons voorgezet worden, schijnt men in de keuken zeer yer- kwistend te zijn. Moeder zou er zon der twijfel van schrikken. Zij was al tijd zoo zuinig, niet alleen omdat ze het moest zijn, maar meer omdat ze het land had aan verkwisting, onver schillig in welken vorm ook. Ik weet niet, waar Max is zeer waarschijnlijk bij die actrice. Ik ver acht er mezelf om, omdat ik op deze manier schrijf. Ik moet veranderd zijn ik ben hetzelfde meisje van vroeger niet meer. Het is alsof ik geheel in mezelf gekeerd ben, en ik wil niet dat iemand iets van me afweet Ik ben blij er bij Max niet verder op aangedrongen te hebben mij meer omtrent Madame Valona te vertellen, nadat ik van June van Oren hoorde, wie zij was. Natuurlijk zou hij dan weer tegenover me gelogen hebben. Om de waarheid te zeggen, dacht ik 27 JUNI. Het schijnt, dat de be langstelling voor Amerikaansche tal kies aan het tanen is. Hoe is het mo getijk'? Zou de groote massa werke lijk niet geboeid worden door de knap pe dialogen, die een feilloos mechanis me de zaal in loeit? Neem bijv. deze scène Een door maanlicht beschenen ter ras, veel marmer en rozen en zoo. Zij zit op een der treden van de trap en bijt haar nagels. Hij nadert over hel grint: krr, krr, krr, krr. HijSo you'v still here? Zij: Yeah! HijYeah? Zij: Yeah! Oh Eddie, 1 ken 't.... Hij: Mean ya gonna getta divottrce? Zij-.: Nè-o! gonna getta revolver an shoot myself! (zich ineens herinnerend dat ze met 'n Engelsch „accent" moet spreken and put an end to this feah- ful trahgedy of incompatibilitah! Hij (cynisch, maar ook aan het ac cent denkend): Not reallah? Zij: Yeah, reallah! In het tweede bedrijf zien we het echtpaar in hun woning. Hij wandelt op en neer over een parketvloerklik, klak, klik, klak, loopt over een on schatbaar tapijt: woem, woem, haalt een sigaar uit zijn koker: zz, en steekt hem aan met een benzine-aansteker bgg, bgg, bgg, bgg, floem! Plotseling neemt zij een vaas, gooit hem die naar het hoofd, mist. De vaas breekt in gruizels tegen de muur: rinkeldekin- keldekink! Zij drukt een zakdoek te gen haar oogen en snikt: kfs, kfs, kfs. Hij: Have you gone ma-ad? That vaise cahst money! Zij (met een diepe stentorstem, die niemand verwacht): „Monah kennot bai lütv'!" Het derde bedrijf toont de arme vrouw met haat nieuwen echtgenoot. Zij arriveeren te paard en glijden van hun zadel: Ws, plom! Ws, plom! Zij gaat zitten op een rots: krak! Zij: Oh, honey, kèn 't ye heart that fairy music? Een vlieg, dronken door de schoon heid van het tafereel, komt op een boom zittenpling plong, pling, plong. Hij: There's no music in ma harrrt but what ya put therrre, honey! Zij: A-a-a-a-ow! Elmetrrl Zij kussen elkaar: pats, boem. Licht. „Norico ijschocolade!" Als dat geen ware kunst is, wat is het dan! GOES - BEESTENMARKT 8 niet eens meer aan haar, daar ik zoo gelukkig was. Nu echter begin ik een en ander duidelijk te begrijpen. Kleine voorval len komen mij weer voor den geest en combineer ik die met elkaar. Welk een ontzettende toestand voor iemand, die slechts drie dagen getrouwd is! Alle mogelijke gissingen te moeten ma ken omtrent het doen en laten, be nevens de gevoelens van mijn man, en te weten dat hij mij in het begin reeds bedroog. En het ergste van al les is, dat ik er niet eens zoo heel zeker van ben, of ik hem nóg niet liefheb Ja, ik ben alles in gedachten nog eens nagegaan. Ik heb zitten peinzen over hetgeen die twee menschen op dien verschrikkelijken avond gezegd hebben. Ze beweerden, dat die vrouw alles met Max kon doenHij moet haar dus al eenigen tijd gekend heb ben. Dit beteekende, dat de menschen wisten dat hij verliefd op haar was. Natuurlijk voel ik heel goed, nadat ik haar dien eenen avond gezien heb, dat zij een zekere aantrekkingskracht heeft. Dus daarom stelde zij zooveel belang in ons. Ze wist, dat ik met Max ging trouwen en zijn koningin zou worden. Oh, wat een afschuwelijke schande! (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina 1