DIPLOMATER
Grlppik^Pilletj es
Rechtszaken.
Sport.
Onze Leestafel.
Binnenland
Een jongmetisch, dat behoorde tot de
gasten, die maar niet weten wanneer ze
weg moeten gaan, vroeg aan zijn gast
vrouw, toen hij een staande klok hoorde
slaan.
Is dat de klok, die acht dagen loopt?!
De gastvrouw, die van verveling reeds
eenige keeren had gegeeuwd .antwoordde;
Als u nog even langer blijft kunt u
het zelf ontdekken.
De tram was vol en nog stapten drie
dames op. De eenige heer, die een plaats
had, stond op en zei galant;
Aan de oudste der drie dames sta ik
gaarne mijn plaats af.
Geen der dames verwaardigde hem zelfs
met een blik.
En de heer ging noodgedwongen weer
zitten.
Vrouw; ,,Weet je wel, dat je mij, sinds
we getrouwd zijn, niet meer gezoend
hebt?"
Professor: „Weet je dat zeker? Dan
zou ik wel eens willen weten, wie ik dan
wel al dien tijd gekust heb!"
Tom kwam een uur te laat op school en
de onderwijzer vroeg naar de oorzaak.
„Wel," zei Tom, „ik heb een broertje
gekregen!"
„Een broertje? hoe denk je dat zoo?"
vroeg de onderwijzer.
„Omdat, verleden jaar, toen moeder ziek
was, kreeg ik een zusje en nu ïs vader
ziekP was het antwoord.
Huurder; „Het dak is zoo slecht, dat ik
'p nachts zoowat uit mijn bed regen. Hoe
lang moet dat nu nog duren?"
Huisbaas; „Dat kan Ik u niet zeggen,
ik ben geen weervoorspeller!"
Juffrouw, ik heb vannacht wat in
mijn slaapkamer gevonden, zei de nieuwe
kostganger.
Wat mijnheer! stoofde juffrouw op.
Als je iets gevonden hebt, moet ge het
zelf meegebracht hebben, voegde de hos
pita hem verontwaardigd toe.
Dat doet me pleizier, juffrouw, want
het was een rijksdaalder.
Twee vrienden, die het niet al te nauw
keurig namen met de zindelijkheid1 en een
zeker soort „watervrees" hadden, kwa
men voor de keuring. Daar ze er nogal
onsmakelijk uitzagen, gelastte de officier
van gezondheid, dat ze eerst gereinigd
moesten worden, waartoe in een ander
vertrek een groote kuip met water werd in
orde gebracht.
Nauwelijks kwamen ze er binnen of d©
een zei tot zijn kameraad;
Ik heb het al in de gaten, Koos;
we komen bij de marine!
voor het overgroote deel der leerlingen
der lagere school al spoedig ophoudt.
III. Handwerkonderwijs in nieuwe ba
nen. Een lust was het de ontwikkeling
van het hedeodaagsche vrouwelijke hand
werk te zien. Eenvoudig, logisch en schoon
Geen oogenbedervend gepeuter, geen op
geplakte bloemen of landschappen, maar
juiste, sobere versiering naar den eisch
die elk gebruiksvoorwerp, elk kleeding-
stuk uit zichzelf heeft. Waarlijk e?n kern
collectie.
IV. De schrijfkunst in nieuwe banen.
Hier wordt een lans gebroken voor het
blokschrift. Het schuine loopende schrift
wordt voortdurend onduidelijker. Men
doet nu pogingen en op verschillende
scholen is dit met succes toegepast, om
het schuine schrift te vervangen door het
blokschrift. Het doet denken aan druk
letters, het is zeer duidelijk en, hetgeen
misschien vreemd lijkt, dit schrift krijgt
na eenigen tijd beoefend1 te zijn, toch
evengoed een zekere karakteristiek, als
het gewone handschrift.
Uitvinders van deze methoden zijn me
juffrouw M. A. Schalij en de heer F.
Bakkenn.
V. Opvoeding en ondefwijs in verband
met het buitenleven.
Hier bevonden zich enkele inzendingen
uit ons land en zeer vele uit het buiten
land, speciaal om aan te toornen, dat een
ruimere mate van het buitenleven ook in
ons land mogelijk is. Deze inzendingen slui
ten zich aan, aan de nieuwere inzichten
over verzorging en opvoeding. Vele foto's
geven een aantrekkelijk beeld van hetgeen
er in openluchtscholen en openluchtklas
sen, zoowel voor gezonde als zwakke kin
deren geschiedt. In ons land bevinden
deze zich te Amsterdam, Dordrecht, Rot
terdam, Leiden, Amersfoort en Velp.
Buitenlandsche inzendingen waren er
uit Engeland, Duitschlamd, Frankrijk,
Zwitserland, Denemarken, Zweden en
Palestina.
Me kreeg den indruk dat er in het bui
tenland meer werk gemaaikt wordt van
deze materie dan ten onzent, alhoewel
er toch ook in ons land een begin is.
VI. Litteratuur op het gebied van on
derwijs en opvoeding. Speciaal voor de
nieuwe litteratuur was er ruim plaats
gemaakt. In deze afdeeling zou men da
gen kunnen doorbrengen. Hoezeer het
onderwijs en de opvoeding op het oogen-
blik in het brandpunt van de belangstel
ling staat, zoowel van de onderwijsmen-
schen van professie, ais van de leeken,
kan men o.m. ook zien in den omvang van
de litteratuur op dit gebied.
VII. Te ekenom der wij s in nieuwe banen.
Deze inzendingen waren afkomstig van
verschillende gymnasia ein Hoogere bur
gerscholen, dus van leerlingen boven de
12 jaar. Ook waren in deze afdeeling bui
tenlandsche inzendingen o.a. uit Weenen,
Oslo, Berlijn. Verder teekeniïigen, knip
sels, foto's kleurendrukken van kinderen
uit Amerika, Zweden, Zwitserland, En
geland, Rusland, Italië en Indië enz.
Werkelijk verbluffend kan men den in
druk noemen, die dit werk maakt op
den buitenstaander.
Hoe het mogelijk is met zulke jonge
kinderen zooveel te bei-eiken begrijpt men
niet. Allerhande teekenwerk was er, maar
wat schrijfster dezes het meest frappeer
de was het uit het 'hoofd gebeekende werk.
Blijkbaar had een heele klasse de op
dracht gekregen om iets te teekenen naar
een bepaald onderwerp b.v. „Het konings
slot hoog op de rotsen", voorkomende in
„Psyche" van Couperus.
Verwonderlijk was het dè verschillende
fantasiën vain de kinderen te zien.
In VIII waren eenige opleidingen, nieu
we methoden en leermiddelen onderge
bracht.
IX. Inzending van de stichting voor
Kinderstudie en van de Vereeniging tot
opleiding van leerkrachten volgens Moin-
tessori beginselen.
Deze inzending was een verzameling
van verslagen, programma's ein methoden.
Allereerst Ligthaurt, daarna de voorloo-
pers van Montessori in Frankrijk en Italië.
De Montessorimethode. Eenige lectuur
over de Daltonmethodle, de Decrolyme-
thode, dë Wasburnemethode, de Amëri-
kaansche methode volgens Deweij enz.
X. De school „de werkplaats" te Biit-
hoven onder leiding van C. Boëke. Deze
„school" beoogt de vrije individueale ont
wikkeling en heeft de kindleren van het 5e
tot 17e jaar.
Wat men ook vain C. Boeke moge den
ken en hoe men misschien vierkant tegen
over zijn levens- en wereldbeschouwing
staan moge, toch zal ieder, die het voor
recht had deze afdeeling niet alleen te
zien, maar vooral heeft hooren uitleggen
en toelichten zijn bewondering niet kunnen
onthouden aan de waarlijk geniale oplos
sing van moeilijkheden in het bijbrengen
van de beginselen van onze lagere en mid
delbare schoolvakken. In een kleine
schoolmaatschappij van ongeveer 40 kin
deren staat C. Boeke, niet als school
meester maar als helper. De kinderen
worden absoluut vrij gelaten bij de keuze
van hun vakken, maar de helper weet de
omstandigheden te scheppen waarbij het
een kind vanzelf duidelijk wordt, dat het
niet aangaat een of meer vakken te ver-
waarloozen, omdat we ze allen noodig
hebben in de wereldl waar we leven.
Een groote plaats wordt .ingeruimd ook
aan de muziek en vreemde talen. Geniaal
zijn de leermiddelen, die C. Boeke „uit
vond" voor de verschillende vakken. En
kele ontleende hij aan Montessori, ver
beterde of wijzigde die, maar het over
groote deel bedacht hij zelf en maakte
alles met de kinderen zelf. Dat is Mis
schien het meest waardevolle in zijn me
thode, als men daarvan spreken kan, dat
alles door en met de kinderen gedaan werd
Al'es, zelfs het kleinste voorwerp, heeft
zijn* vaste plaats en de kinderen, die vrije
toegang hebben in alle kasten en doozen
zorgen zelf dat alles op zijn plaats komt.
Het is verleidelijk om hier meer van te
vertellen, maar voor die zich hiervoor
interesseert is er waarschijnlijk wel ge
legenheid „dè Werkplaats" te Bilthoven
te bezoeken en kennis te maken met den
hoog begaafden man, diie kans ziet om op
een geheel nieuw plan een onderwijs
methode te ontwerpen, waarvan onderwij
zers van professie, vergrijsd in den dienst
hun oprechte bewondering uitspraken.
XI. De inzending van dè Vrije school
te Den Haag bestaande uit: teeken- en
schilderwerk, handenarbeid, handv\erken
en weidt uit verschillende vakken.
XII. Daltonmethode bij L. O., M. O.
en N. O.
XIII. Leermiddelen voor het buitenge
woon onderwijs enz.
Zooals men ziet een .uitgebreide ten
toonstelling, zeer belangrijk om te zién.
Hoe interessant het Paedagogisch congres
op zich zelf ook was, vormde deze ten
toonstelling toch een zeer bijzondere at
tractie en werd dan ook zeer druk door
congressisten en anderen bezocht.
Faillissementen.
Het faillissement van Bastiaan Os-
sewaarde, wegwerker bij de Nederl-
Spoorwegen te Rilland-Bafh, Curator
Mr. J. J. Heyse, advocaat en procu
reur te Middelburg is geëindigd. Alle
crediteuren werden1 volledig voldaan.
Idem faillissement van D. W. Ger
ritsen, handelende onder den naam
Technisch Bureau Zeeland, fa. Ger
ritsen te Biervliet, Curator Mr. J.
Erasmus te Oostburg. Uitkeering aan
de concurrente crediteuren 9.576
LUCHTVAART.
Geruchten over Lindbergh.
Er hebben dezer dagen geruchten
de ronde gedaan, dat de beroemde
Amerikaansche vlieger kolonel Lind
bergh op een vliegtocht naar Pana
ma verongelukt zou zijn. Zelfs in
sommige kranten is daar reeds mel
ding van gemaakt. Een V.-D.-bericht
uit Panama zegt, dat het verhaal over
dat verongelukken „uit de lucht ge
grepen" is. Kolonel Lindbergh is heel
huids te Panama aangekomen.
ProViDcienieuWs
Gemeenteraad van Schore.
Een rookverbod voor kin
deren; het vermenigvuldi-
gingscijfer der betastingen
1.25; een adres inzake de
Schorebrug.
Dinsdagavond kwam de raad dezer
gemeente in openbare vergadering bij
een. Aanwezig alle leden. Met alge-
meene stemmen wordt besloten een
bijdrage te geven aan het comité in
zake bestudeering en bestrijding van
de iepenziekte en zulks gedurende
ten hcogste vijf jaren. De rekening
over 1929 van de Gezondheidscom
missie te Kruiningen wordt goedge
keurd met een ontvang van f 1914,69,
uitgaaf van f 1053,37 en een batig slof
van f861,32. Medegedeeld wordt: dat
de gemeente-begrooting voor 1930 ïs
goedgekeurd; dat de koopakte inzake
verkoop van een gedeelte van den
Schoorsche Zouteweg aan het Rijk
op 15 Febr. 1930 is gepasseerd en
dat de boeken en kas van den ge
meente-ontvanger op 28 Maart 1930
zijn opgenomen en in orde bevonden.
Door den heer L. Rottier alhier is
de heining voor zijn woning zonder
vergunning geplaatst op gemeente
grond. Aangezien bedoelde grond mo
menteel niet wordt gebruikt, stellen
B. en W. voor Rottier tot wederop-
zeggens te vergunnen bedoelde tuin
te laten staan, onder voorwaarde dat
hiervoor jaarlijks een bedrag ad f 0,50
wordt gestort in de gemeentekas. Met
algemeene stemmen wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van B.
en W. Aangeboden wordt het ge
meenteverslag over 1929 en het ver
slag der Volkshuisvesting over het
zelfde jaar. Aangeboden wordt de re
kening over 1929 van het Burgerlijk
Armbestuur met een ontvang van
f 7661,57, een uitgaaf van f 7342,341/2
en een batig slot van f 319,221/2- De
commissie tot nazien van deze be-
greoting bestaat uit de heeren De
Vrieze, Bruijnzeel en Boonman. Op
voorstel van B. en W. wordt in de
Algemeene Politieverordening een wij
ziging aangebracht, betreffende het
rcoken door kinderen. Het zal voort
aan aan kinderen beneden 14 jaren
verboden zijn te rooken, terwijl ook
degenen die rookartikelen aan die kin
deren verkcopen enz., strafbaar wor
den gesteld. Aan B. en W. wordt
machtiging verleend om de loodbe-
dekking van de torenspits te laten
herstellen. Met algemeene stemmen
wordt besloten dat geen afhouding
van het loon van een gedeelte der
premie ingevolge de Ziektewet zal
plaats hebben bij de verzekerden die
werken in dienst van de gemeente.
Het vermenigvuldigingscijfer der
plaatselijke inkomstenbelasting voor
het jaar 19301931 wordt vastgesteld
op 1.25, Vastgesteld wordt een twee
tal kohieren van de Hondenbelasting
met een totaal van 41 aanslagen en
een bedrag van f202,50. Bij de rond
vraag zegt de heer Zoeteweij dat het
tegenwoordig meer dan erg wordt met
het openhouden van de Schorebrug.
Het verkeer over die brug ondervindt
dientengevolge groote vertraging en
moeilijkheden. Hij stelt voor een adres
te richten aan den Minister van Wa
terstaat en te verzoeken om de hoog
93 FEUILLETON
DOOR PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
„Welkom weer in Londen, meneer
Slaftery", zeide zij. „U reist toch wer
kelijk de geheele wereld door. Ik
hoop, dat u weer een paar bridge-
problemen hebt medegebracht voor
vader. Hij heeft afleiding noodig, die
arme ntan, nu al die vreeselijke cou
ranten van u bliksems naar zijn hoofd
slingeren".
„Verheugd je te zien, Slattery",
voegde Lord Yeovil er bij. „Je zult
Arthur vinden in de kamer links. Als
je van dansen houdt, zal hij je wel
voorstellen aan een paar goede dan
seressen".
En dat was het einde van alles.
Grant zag in, dat hij nu niet meer
was dan een van deze zeven a acht
honderd menschen, sprak nu en dan
met een ouden kennis, terwijl hij rond
slenterde, liet zich door Lymane voor
stellen aan eenige jonge dames, met
wie hij danste, en was zich den gan-
schen tijd bewust van een akelig ge
voel van teleurstelling. Dit was dus
de ontmoeting, waarnaar hij zoo vurig
had verlangd. Hij was gewogen en te
licht bevonden, uitgewischt. En waar
om niet? Wie ter wereld zou geloo-
ven, dat Gertrude bij hem was geko
men als blinde passagier? En nog er
ger, aan wie kon hij het zeggen? Het
was een strik van het noodlot, waar
in hij was gevallen, een probleem, dat
onoplosbaar scheen.
Later in den avond zocht Arthur
Lymane hem op en stelde hem voor
aan een witharig man met een mager
gelaat in de uniform van een admi
raal.
„Admiraal Sullivan zou wel een paar
woorden met je willen spreken, Grant"
zeide hij. „Niet officieel natuurlijk.
De Admiraal is het hoofd van ons
Departement van Marine".
„Ik heb dikwijls gehoord van Ad
miraal Sullivan", verklaarde Grant,
hem de hand drukkend. „Eens in
Tokio, waar hij niet heel populair
was, en later in Archangel".
„Spreek daar niet van", verzocht
de Admiraal met een grimas. „Om
Tokio geef ik niet. Ik hoor, dat gij
lieden aan de overzijde van den vij
ver onrustig begint te worden".
„Wij staan te beven in onze schoe
nen", verzekerde Grant hem. „Kun
nen wij een plaatsje vinden om te
praten?"
„Ik ken de inrichting van dit huis",
was bet opgewekte antwoord. „Kom
maar mee".
Zij liepen langs de ontvangkamers
naar een vertrek, dat uitkwam op de
biljartkamer, een klein hokje, voor
zien van een paar armstoelen, eenige
sportbladen, verschillende karaffen en
sodawater.
„Dit is Arthur Lymane's heilig
dom", legde Grant's begeleider uit.
„Mag ik u een glas whisky klaar
maken?"
Zij namen plaats. De blauwe oogen
van den Admiraal tintelden.
„Apropos", zeide hij vertrouwelijk.
„Ik ben de man, die uw rapporten
van Berlijn en Archangel heeft be
handeld".
„U hebt ze toch niet in de papier
mand geworpen, hoop ik?"
„Waarlijk niet", was het snelle ant
woord. „Ik heb volgens ze gehandeld
en vlug ook. Ik hoor, dat u de laat
ste twee jaar voor den Geheimen
Dienst jn Washington hebt gewerkt?"
„Twee en een half jaar precies",
stemde Grant toe. „Ik begin destuk
ken nu in elkaar te passen".
„Interessant!" prevelde de Admi
raal. „Er gebeuren vreemde dingen
in de wereld wij zelf hebben een
menigte losse draden gevonden. Ik
ben benieuwd, of uw conclusies de
zelfde zijn als de mijne?"
„Mijn conclusies behoeven geen ge
heim te blijven voor zoover het u be
treft", antwoordde Grant. „Ik ben
overtuigd, dat er een heel gemeen
komplot wordt gesmeed tegen mijn
land. Daarom ben ik zoo dankbaar,
dat de kwestie van ons toetreden tof
het Pact weer te berde is gebracht.
Mijn eenige vrees is, dat bet waf
laat is".
De Admiraal nam een sigaar en stak
ze heel bedaard op.
„Wel", zeide hij ,„mijn opinie om
trent Pacten en Conferenties van Be
perkte Bewapening en al dat geleuter
is algemeen bekend. Ze zijn bedacht
door philanthropische dwazen en er
wordt gebruik van gemaakt door
schurken. Ik heb Yeovil zeven vragen
gegeven, om aan den Japanschen verte
genwoordiger te Washington voor te
leggen, en ik zeg u, dat er niet een
bij is, waarop hij bevredigend zal
kunnen antwoorden".
„Den hemel zij dank, dat de Con
ferentie komt, voor de kwestie van
deelneming aan het Pact in stemming
wordt gebracht in den Senaat", riep
Grant vurig uit.
„Een verduiveld goed ding, zou ik
denken", stemde de ander. „Het is
gemakkelijk genoeg te zien, dat in
uw land ontzettend veel propaganda
is gemaakt. Hoe lang denkt men, dat
de Conferentie zal duren?'
„Gewoonlijk een dag of veertien.
„Nu, ik zal u iets zeggen. Ditmaal
zal ze geen vier en twintig uur duren
noodige verbetering. Met algemeene
stemmen wordt beslolen overeenkom
stig het voorstel van den heer Zoe
teweij te handelen.
Beroepen
In de Dinsdagavond gehouden ver
gadering van het kiescollege der Ned.
Herv. Gemeente te Rotterdam is in
de vacature van de I8e predikants
plaats, voortdurende door het bedan
ken van ds. S. H. J. Voors, predikant
te Zierikzee, beroepen ds. W. S. van
Leeuwen.
Ds. van Leeuwen was van 1919 tot
1924 predikant te Ellewoutsdijk en
staat sedert 1924 te Velsen.
„Een wereldomvattend vraagstuk",
door E. de Ligt.
(uitg. Erven J. BijleveM, Utrecht.)
In aansluiting op ons hoofdartikel in
het nummer van Maandag maken wij mel
ding van het verschijnen van bovengenoemd
werkje, dat het Gandhi-probleem en zijn
beteekenis voor de heele menschheid. uit
voerig behandelt.
Het bevat o.a. de zéér belangrijke cor
respondentie welke tusschsn B. de Ligt
zooals men weet een onzer meest voor
aanstaande pacifisten en Gandhi is ge
voerd, naar aanleiding van Gandhi's ge-
weld'oosheidsstandpunt. Het verleden van
Gandhi geeft zeer terecht eenige bezorgd
heid over zijn konsekwente doorvoering
van het 'iveerloosheidspriacipe. De Ligt
verwijt Gandhi, dat hij terwille van zijn
nationalistische politiek, belangrijke con
cessies aan zijn ideaal heeft gedaan.
Dit feit zelf, verontrust De Ligjt niet,
omdat Gandhi momenteel veel principiëeler
is geworden. Dit blijkt o.a. sterk uit zijn
beantwoording van De Ligt's brieven.
Maar De Ligt wil zekerheid en spoort
Gandhi' aan ter wille van het heil; der
menschheid, zijn principe konsekwent
door te voeren.
Een ieder, die dfe komst van een nieu
wen oorlog met angst tegemoet ziet, neme
van dit hoogst belangrijke en goed-
koope werkje kennis.
Magazine „Nova".
Het nieuwe nummer van „Nova" ziet
er weer keurig uit. Van het omslag af
kijkt de veelbesproken Zweedische film
ster Greta Garbo ons aan, terwijl 'A. C.
Slop aan haar, die hij „la Divine" noemt,
een interessant artikel wijdt.
Het spannende „Chiineesche Mysterie"
brengt nieuwe verwikkelingen, terwijl Chip
zijn kostelijke avonturen van den gewezen
gymnasiast in het Achterhoeksche dorpje
voortzet, waarbij Jan Kraan wederom
„kranige" teekeningen maakte.
Coos Speenhoff Jr., een zoon van den
dichter-zanger, droeg een verrukkelijk
mal verhaal bij „Kolderavondl", waarhij
hij zelf vermakelijke plaatjes teekende.
G. Zalsman Jr. wijdt een zeer waardee-
rend artikel aan Fientje de !a Mar.
Van den yerderein inhoud vermelden
wij nog een verdienstelijke berijmde bij
drage van P. Kloppers „Schurken van het
witte doek" en een vermakelijke geschie
denis van P. G. Wodehouse „De liefdes
avonturen van Oom George".
Vreeselijk ongeval.
Twee menschen vergiftigd en
verbrand; één van de slachtof
fers verkeert in levensgevaar.
In de chemische fabriek van dén heer
„Ga voort, als 't u blieft", verzocht
Grant.
„Er zal een vreeselijke herrie ont
staan", zeide de Admiraal. „De eeni
ge twee landen, die zich aan de be
palingen hebben gehouden, zijn uw
land en hef mijne. Frankrijk heeft
twee maal zooveel onderzeeërs ge
bouwd als waarop het recht had, en
om de waarheid te zeggen, wij hebben
dat oogluikend toegelaten. Duitsch-
land en Rusland hebben, zooals u
ontdekt hebt, onder elkaar schepen
geruild en schepen voor elkaar ge
bouwd, tot zelfs de deskundigen er
niet uit wijs kunnen worden. Indien
u mijn raad volgt, Slattery men
zegt, dat de regeering op uw hand is
zult u naar huis seinen en uw be
stuur met alle welsprekendheid, die
u ten dienste staaf, aansporen om
Yeovil's uitnoodiging aan te nemen en
u te voegen bij het Pact en het later
maar uit te vechten met den Senaat
Uw volk heeft heel veel goeds, dat
weet ik, en het kan niet aannemen,
dat iets op Gods aarde hef kan scha
den, maar geloof mij, er broeit heel
wat kwaads. Haal ze over om zich
bij het Pact te voegen, Slattery. Dan
zullen wij er tenminste allen in be
trokken zijn".
I
(Wordt vervolgd).
in,, j