DIPLOMATEN
City Mag-azijn
i
N« 52
Vrijdag 2 Mei 1950
417 Jaargang.
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel
fa
Onze brandveiligheid.
WEGENS VERANDERING
SPOTKOOPJES
MOOIE DINGEN
VOOR BIJNA NIETS
ProVincienieuWs
Dagboekblaadjes.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,—
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOME g COURANT
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross'Drukkers-en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 --J
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIËN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
Wat er van het brandveilig
heid-enthousiasme van Dec.
1929 restte; welk raadslid
bindt de kat de bel aanover
koud ijzer en over niet-ver
wezenlijkte plannen.
Kort na den grooten brand in Mid
delburg, die een gedeelte van deLan
ge Delft onherstelbaar verwoestte, was
vrijwel geheel Zeeland enthousiast
voor de reorganisatie-plannen ter ver
hooging van de brandveiligheid. In
bijna iedere gemeente constateerde
men verwaarloozing van de brandvei
ligheid, en men nam zich heilig voor
daarin een doeltreffende verandering
te brengen. Zeeland stond in die da
gen, en zelfs eenige maanden na den
brand nog, in het teeken van de
brandblusch-manie. Zóó hevig zelfs
dat het er op leek alsof de gemeente
raden van het eene uiterste in het
andere zouden overslaan en aan de
brandveiligheid bedragen ten koste
zouden gaan leggen, die, in vergelij
king met andere posten, te zwaar op
de begrootingen zouden drukken.
Iemand, die Zeeland en de Zeeuwen
al zeer lang en zeer goed kent, deel
den we deze, onze verwachting mede.
Hij lachte er hartelijk om en zei
ongeveer: „Geen denken aan. De
Zeeuwen loopen een enkelen keer wel
eens heel warm voor iets, maar hun
enthousiasme is nooit van langen duur.
Eer het een half jaar verder is zal
men van het enthousiasme voor de
brandveiligheid niets meer bespeuren,
en de zaak wordt op den ouden voet
voortgezet".
Deze woorden schoten ons te bin
nen teen we in de afgeloopen week
de resultaten van de vuurramp te
I Middelburg overdachten. We wisten
i heel zeker dat na den brand in Zee
land tot stand is gekomen een Prov.
1 Brandweerbond, maar verdere resul
taten konden we met een besten wil
ter wereld niet verzamelen.
l Van den bond zelf hoort men heel
weinig. Dit houdt natuurlijk niet in
dat hij nog in den winterslaap gedom
peld is, doch de stilzwijgendheid geeft
I evenmin te kennen dat hij met groote
activiteit aan de verbetering der
brandveiligheid in onze provincie
werkt. Dit verontrust ons eenigerma-
te. In nog geen enkele Zeeuwsche
gemeente is na den Middelburgschen
brand de brandweer geheel georgani
seerd en het brandweermateriaal aan
gevuld met de in Middelburg noo-
dïg gebleken auto-spuiten.
IN
92 FEUILLETON
DOOR E PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
Lord Yeovil aarzelde. Dë rondbor
stigheid van den jongen man maakte
hem bijna verlegen.
„Dat zou ik niet willen zeggen",
antwoordde hij, eenigszïns vriendelij
ker. „Ik ben natuurlijk een man van
de wereld en ik beoordeel iemands
handelingen niet streng. Dit is echter
een zaak, waarover wij, als je verkiest,
een ander maal kunnen spreken".
Grant stond op om heen te gaan.
Lord Yeovil aarzelde zichtbaar.
„Hedenavond", zeide hij, „houd
een receptie in Yeovil House, een sot
afscheid voor mijn vertrek naar Was
hington. De meeste diplomaten zullen
wel aanwezig zijn. Als je lust heb' ook
tje komen zal ik er met genoegen voor
zorgen, dat je een kaart krijgt. lo
geert bij het Gezantschap?"
Nog geen enkel Zeeuwsch raadslid
(de Middelburgers buiten beschou
wing gelaten) heeft het noodïg gevon
den op het eerste hervormings-enthou-
siasme terug te komen en te infor-
meeren wanneer B. en W. de plannen
ter tafel brengen.
Dit alles doet het lijken alsof de
boven aangehaalde voorspelling van
den kenner der Zeeuwen in vervul
ling zal gaan, en dat „alles zal blij
ven zooals het was".
We behoeven hier niet meer te her
halen dat de handhaving van den
ouden toestand een verschrikkelijke
bedreiging van de Zeeuwsche steden
en dorpen zou beteekenen. Dat im
mers staat vast, en een ieder weet
het ook.
Alleen het weten moet in practische
daden worden omgezet!
En daarom herinneren we nogmaals
aan de oprechte goede voornemens
to. van de brandveiligheid, die na
den brand te Middelburg in geheel
Zeeland opwelden.
Ijzer moet heet gesmeed worden.
Plannen echter kunnen nog in ver
wezenlijking gaan als het enthousias
me reeds door de sleur verzwolgen is.
Alleen kost de verwezenlijking dan
meer arbeid en meer moeite. Doch het
doel is dezen arbeid en die moeite
waard.
Want het vuur ligt ook thans nog
op den loer. Door voornemens laat
het zich niet op de vlucht jagen!
Het gemeentehuis van Wolphaartsdijk
Vervolg van het verslag der
opening-, een belangwekken
de rede van den commis
saris der Koningin; andere
sprekers; een indruk van
het gebouw.
In ons nummer van Woensdag heb
ben we nog een groot gedeelte van de
openingsplechtigheid van het nieuwe
gemeentehuis te Wolphaartsdïjk kun
nen plaatsen. Thans laten we het slot
van het verslag der opening volgen.
Na de rede van den burgemeester
verkreeg de commissaris der Konin
gin het woord.
De historie van Wolphaartsdijk.
Jhr. Quarles van Ufford sprak als
volgt:
Gaarne zal ik aan Uwe uitnoodiging
tot opening van het nieuwe raadhuis
Uwer gemeente gevolg geven.
Wilt echter allereerst aanvaarden
mijn oprechten dank voor Uwe uit
noodiging, welke door mij zeer op
prijs is gesteld, omdat gij daardoor
blijkt geeft te streven naar eene aan
gename en goede samenwerking met
het provinciaal bestuur.
Uw voorzitter heeft mij voorgesteld
om de opening te doen plaats hebben
op den verjaardag van H. K. H. Prin
ses Juliana. Ik zie daarin een bewijs
van den hechten band, welke er tus-
schen uwe gemeente en ons dierbaar
Vorstenhuis bestaat en van harte hoop
ik, dat nog tal van jaren op dezen
In het Hotel Claridge".
Binnen een uur zal je de kaart
ontvangen".
Grant verzamelde nog eens al zijn
moed.
„Zal ik het genoegen hebben Lady
Susan te ontmoeten?" vroeg hij.
,Mijn dochter is dit seizoen voor
het eerst opgetreden als gastvrouw bij
mijn politieke recepties", was het be
leefde, maar ietwat koele antwoord.
Zij zal mij hedenavond bijstaan".
Ze was dus verdwenen, de oude har
telijkheid, de prettige gemeenzaam
heid, waarmee Grant in den huiselij-
ken kring werd ontvangen. Lord Yeo
vil was voor hem geworden wat
hij voor de meeste menschen was
een beleefd en beschaafd diplomaat,
vriendelijk en beminlijk in woord en
houding maar een persoon, met wien
vriendschappelijke omgang haast niet
denkbaar was. En indien de verande
ring in hem reeds zoo merkbaar was,
at kon hij dan verwachten van Su
san?
Hij verkeerde in een eenigszins neer
slachtige gemoedsstemming, toen hij
bij een bloemist aanliep, de prachtig
ste rozen uitzocht, welke hij kon vin
den, en ze naar Yeovil House liet be
zorgen. Daarna ging hij terug naar
dag onze vaderlandsche driekleur op
dit gebouw zal mogen wapperen ter
eere van Haar, die in hef hart van
ieder rechtgeaard inge.-.etene zulk een
ruime plaats inneemt.
De bouw van een nieuw raadhuis is
voor iedere gemeente e n feit van be-
teekenis. Zeer zeker geldt dit ook
voor uwe gemeente die, ondanks de
tijdsomstandigheden, welke voor ve
len niet rooskleurig zijn, toch den
moed heeft gehad als zetel voor haar
bestuur en hare huishouding een ge
bouw te stichten, hetwelk de veelbe
wogen historie uwer gemeente alle
eer aandoet.
Laaf ik u daarom thans op die his
torie uwer gemeente een korten te
rugblik doen werpen.
Wolphaartsdijk is een der oudste
bedijkte en bewoonde gedeelten van
Zeeland, het wordt reeds in een kei
zerlijk charter van 18 Juni 97ó aan
geduid als te liggen ten zuiden van
de Zuidvliet, tusschen Goes en Kam
pen. Bij dit charter werd alle grond,
daarin genoemd, geschonken aan de
abdij van St. Bavo te Gent. Met name
wordt „Wolfarsdike" genoemd in een
charter van Floris V van 26 Mei 1270,
terwijl een ridder Gisebertus deWolf-
gersdike in 1105 een uitspraak van
den bisschop van Utrecht bevestigde
Destijds was Wolphaartsdijk een af
zonderlijk eiland, begrensd door Zuid-
vliet, Sloe, Schenge en Wijdvliet en
bestaande uit drie ambachten n.l.
Wolphaartsdijk, Sabbinge en Westker-
ke. Wolphaartsdijk werd later ge
noemd Oostkerk, tot dit ambacht be
hoorde ook het, op het oostelijk uit
einde van het eiland gelegen, Hongers-
dijk, ongeveer ter plaatse van den te-
genwoordigen Wiihelminapolder. On
der Westkerke behoorde o.m. de uiter
ste Westhoek van hec eiland, Mui
den naar de monding van de Schen
ge in het Slee geheefen of ook wel
De Piet, zeer waarschijnlijk naar het
kapittel van St. Piefer te Utrecht,
dat er de tienden bezat.
Intusschen is van het oorspronke
lijke eiland weinig meer overgebleven
tengevolge van verschillende water
vloeden. Na den vloed van 5 Febr.
1288 kon Melis Stoke in zijn Rijm-
kronijk nog zeggen, dat geheel Zee
land was ondergeloopen, behalve Wal
cheren „ende Wolfaertsdike", doch na
volgende vloeden was het eiland niet
zoo gelukkig.
Bij den St. Clemensvloed van 23
Nov. 1334 verdwenen Oostkerke en
Hongersdïjk; als gevolg van den vloed
van 16 Nov. 1377 verdwenen West
kerke en het slot te Muïden; als ge
volg van den St. Pontiaensvloed van
14 Jan. 1551 werd het in 1370 als
Oosferlandpolder herbedijkte Hon-
gersdijk opnieuw door de zee verzwol
gen. Het tegenwoordige gehucht Oud-
Sabbinge, waarvan de kerk eerst in
1806 is afgebroken, schijnt het eenige
gedeelte van het oorspronkelijke
eiland te zijn, dat nimmer in de gol
ven is verdwenen en waarom heen
zich de nieuwe landaanwinningen heb
ben gegroepeerd.
Dat die landaanwinningen niet zon
der onderbreking geschiedden, blijkt
het Gezantschap en werd daar opge
houden tot acht uur. Er waren vele
vragen te bespreken omtrent de beve
len welke hij had meegebracht welke
voor de verschillende leden van den
staf van het grootste belang waren.
Grant kon niet nalaten den geest, die
hier heerschte, te vergelijken met dien
in Washington. Geografisch lagen de
twee landen niet zoo ver van elkaar.
De Pers, de telegraafkabels, de draad-
looze, snelvervoer hadden in de taal
der journalisten, de twee halfronden
naast elkaar gebracht, en toch was
er een buitengewoon verschil in stand
punt, in politiek inzicht. Dingen, wel
ke in Washington ver weg, fantas
tisch en ontstaan in de verbeelding
van een alarmist, onmogelijk in het
werkelijke leven leken zijn werden hier
heel anders beschouwd. Hier besefte
men tenminste, dat Europa weer een
groot broeinest was geworden van in
triges, dat het gordijn elk oogenblik
kon omhoog gaan voor het groote
drama van oorlog en bloedvergieten.
De feiten waren dezelfde in beide
hoofdsteden. De geest alleen was ver
schillend. Hetgeen ongelooflijk leek
in de eene plaats, was een dreigende
mogelijkheid in de andere.
wel uit het feit, dat het eiland in de
13de eeuw ongeveer 4347 gemeten
schotbaar land omvatte, zonder de
vroonen en andere vrijlanden, terwijl
volgens de Domeinrekening van 1478
het geheele eiland een oppervlakte
had van ruim 2970 gemeten schot-
baar land. In 1563 besloeg het geheele
eiland, toen bestaande uit vier pol
ders n.l. Oud-Sabbinge, Oosterland,
Zuiderland en Westerland, niet meer
dan 1900 gemeten.
De eerste jaren van den 80-jarigen
oorlog en vooral de periode, dat de
Spanjaarden nog niet voor goed uit
Zeeland verdreven waren, kwamen aan
de landaanwinning en zelfs aan het
behoud van hetgeen reeds gewonnen
was, uit den aard der zaak niet ten
goede. Nadat bij de Allerheiligenvloed
van 1 op 2 Nov. 1570 een storm uit
het N.-W. geheel Zeeland had geteis
terd, waarbij op Wolphaartsdijk de
Westerlandsche polder voor de vier
de maal een prooi van de golven werd,
werden in de daarop volgende jaren,
toen het ging om het bezit van Mid
delburg en Gces, dijken doorgestoken
en dorpen afgebrand, als het krijgs
belang dit noodig maakte. Als gevolg
van een en ander omvatte het eiland
Wolphaartsdijk omstreeks 1577 slechts
ruim 1613 gemeten, waarvan ruim
1585 gemeten schotbaar land. Dat hef
eiland in dien toestand niet geacht
kon worden zich zelf te helpen, blijkt
wel uit het feit, dat de Staten van
Zeeland bij besluit van 14 Dec. 1577
aan de bewoners op hun verzoek toe
stonden de heffing van 2 grooten per
gemet over het geheele gewest, ter
wijl hen bij een later besluit de helft
der inkomsten van de gemeene mid
delen tot onderhoud der dijkagie werd
toegestaan. Naar aanleiding hiervan
vereenigden zich de zooeven genoem
de polders tot het thans nog bestaan
de waterschap Oud-Wolphaartsdijk,
welk waterschap als wapen aannam
het wapen, hetwelk thans nog door
de gemeente wordt gevoerd en waarin,
evenals in hef wapen der provincie
zelve, de strijd tegen het water is ge
symboliseerd.
Sindsdien gaat de lijn in opwaart-
sche richting, zij het dan niet zonder
onderbrekingen. Van hooge vloeden
kreeg Wolphaartsdijk ook later nog
zijn deel, zoo goed als de opgezetenen
op hun tijd de gevolgen ondervonden
van misgewas en veeziekten. Door
inpolderingen en verlandingen breid
de het gebied der heerlijkheid Wol
phaartsdijk, die het geheele eiland
omvatte, zich gestadig uit en in 1809
werd door de indijking van den Lo
dewijkpolder, later de Wiihelminapol
der genoemd, Wolphaartsdijk veree-
nigd met Zuid-Beveland. Deze bedij
king heeft ongeveer f 500.000,ge
kost en leverde ruim 1662 bunders
grond op, waarvan ruim 282 bunders
aan het eiland Wolphaartsdijk wer
den toegevoegd. De afdamming van
de Schenge, die voor deze bedijking
noodig was, had tengevolge, dat lang
zamerhand de geheele Schenge werd
ingepolderd. Daarmede heeft Wol
phaartsdijk zijn karakter van eiland
geheel verloren, de naam van het
HOOFDSTUK XVII.
1 k.i I (v l i ?li*j
Het was over half tien, toen jGrant,
in hef gevolg van zijn eigen Gezant,
de stoep van Yeovil House beklom
en een oogenblik moest wachten in
de menigte, die zich had verzameld
bij den ingang van de receptiezalen.
Van waar hij stond, kon hij Susan
zien, herkende hij haar plotseling met
een gemengd gevoel van genoegen en
vrees. Zijn eerste indruk was, dat zij
veranderd was, ouder was geworden
zonder iets van haar schoonheid en
frischheid te hebben verloren. Zij
droeg het kleed, waarin zij slechts een
paar maanden geleden aan het hof
was voorgesteld. Haar haar was, in
tegenstelling met de schitterende kap
sels om haar heen, even eenvoudig
opgemaakt als in de vroegere dagen
te Monte Carlo, en zij droeg slechts
een enkel parelsnoer om den hals.
Toch scheen zij zonder moeite en vol
komen natuurlijk een passende waar
digheid en houding te hebben aange
nomen geheel in overeenstemming
met haar positie als gastvrouw van
een groot gezelschap, en haar jeugd
zette daaraan nog een zekere pikante
bekoring bij. Zij praatte vroolijk en
zonder verlegenheid met iedereen, liet
2 Mei. Een goed voorkomen is
alles.
Het is bekend, dat de Prins van
Wales zijn hooge positie te danken
heejt aan de zeer gesoigneerde wijze,
waarop hij zich van zijn prilste jeugd
af kleedde.
Vroeger heb ik dat niet zoo inge
zien.
Nog maar enkele jaren geleden hin
gen mijn sokken over mijn schoenen
heen. Ik voelde instinctmatig dat er
iets aan mij haperde, maar ik wist
niet wat. Leiders van groote zaken
stopten soms plotseling en zeiden door
de spreekbuis tot hun chauffeur: „Ik
weet niet wie die jongeman is, maar
hij zal het nooit ver brengen. L et op
zij n sokken!"
Toen ontdekte ik op een dag de on-
overtreffelijke Sokpasta.
Den eersten dag, dat ik den boven
kant van mijn sokken aan mijn been
vastplakte, voelde ik dat de wijde
wereld nu voor mij openstond. Zelf
bewustzijn doortintelde mijn gansche
wezen. Mijn blik had gewonnen aan
frankheid, mijn persoonlijkheid aan
energie. Ik wist dat er een belangrijke
rol voor mij was weggelegd. En het
duurde dan ook niet lang of het suc
ces was er. Toen ik door een drukke
straat wandelde, werd ik opgemerkt
door een financier van internationale
vermaardheid. Hij liet mij door zijn
secretaris bij zich roepen, en zeide:
Voor een man, die zijn sokken
weet op te houden zooals u, moet er
plaats worden gemaakt op de hoogste
sport van den maatschappelijken lad
der".
En nu ga ik dagelijks om met mil-
lioenen.
Woorden.
eiland ging dientengevolge over op
het eenige in stand gebleven dorp,
t.w. Oostkerke.
Officieel wordt de gemeente Wol
phaartsdijk voor het eerst genoemd in
het Reglement van Bestuur ten plat
ten lande van de provincie Zeeland,
vastgesteld bij Kon. besluit van 21
Juli 1816 no. 4; zij werd toen beheerd
door een Schout, twee Assessoren en
nog vijf leden, te samen uitmakende
de gemeenteraad.
Sindsdien bleef de gemeente voor
ernstige rampen, gelijk vroegere eeu
wen die gekend hadden, gespaard en
ontwikkelde zij zich meer en meer.
De toestanden op allerlei gebied ver
beterden, het zal thans niet meer
voorkomen, dat, als Tn 1829, de Gou
verneur der Provincie, bij het bren
gen van een ambtelijk bezoek aan de
gemeente, onderweg moest uitstappen,
om niet het gevaar te loopen, met rij
tuig en al om te vallen.
Reeds voor ruhn 6 jaren koesterde
uw bestuur het plan om tot den bouw
van een nieuw raadhuis over te gaan.
Het raadsbesluit, waarbij de noodige
gelden werden gevoteerd, werd ech
ter, nadat Ged. Staten dienaangaande
nadere inlichtingen hadden gevraagd,
ingetrokken en eerst nadat u, mijn-
hen gaan met dat tactvolle woord.dat
soms de grootste moeilijkheid der
gastvrouw is en zag er den geheelen
tijd uit, alsof ze genoot van haar po
sitie en het werkelijk prettig vond
ieder lid te verwelkomen van die
voorname menigte, welke langzaam
voorbij trok. Meer dan eens vond Lord
Yeovil, die in zijn hofkleeding en
schitterende rij ridderorden zelf een
in 't oog vallend figuur was, tijd, een
half geamuseerden, half bewonderen-
den blik te werpen- op het meisje
naast hem, dat de couranten der groo
te wereld den volgenden dag zouden
vermelden als een der meestbeloven-
de gastvrouwen in Londen. Langza
merhand, stap voor stap, kwam hij
voorwaarts. Opkijkend, meende Grant
eens, dat zij hem herkende. Indien
dit het geval was, toonde zij het toch
in 't geheel niet. Zij begroette den
Gezant, sprak een oogenblik met zijn
vrouw, zeide schertsende woorden
over een golfmatch tegen den Marine-
Attaché, en zag toen Grant voor zich
staan. Zij gaf hem haar hand en glim
lachte even ongedwongen als altijd.
Er was geen spoor van verlegenheid
in haar houding. Grant voelde zich
erg teleurgesteld.
(Wordt vervolgd).