DIPLOMATEN N° «O Maandag 28 April 1930 Ü7 Jaargang. Sandhi en de Oorlog. PpoVincienieuWs Sproeten komen Kolooiën Kunst. 'Dagboekblaadjes, ABONNEMENT Prijs pee kwartaal in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant fSjpSppij en Kleeuwens Ross'Drukkers-en Uitgeversbedrijf 1 A1 af4 1 7 "IT T O \Tn O AA /toiT Dflliit/Ï f^Aao Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 eb per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. Wie is Gandhi en wat wil hij; zijn eischen tegenover Engeland; redelijke macht tegen geweldsmacht. Wie de laatste weken de couranten heeft gevolgd, zal daarin herhaaldelijk berichten hebben aangetroffen over Gandhi en de nationalistische bewe ging in Brïtsch-Indië. Berichten, die in zeker opzicht kon den verontrusten, omdat zij de voor boden schenen te zijn van een nade rende, bloedige revolutie, die zich wel eens zou kunnen uitstrekken buiten de grenzen van het Britsch-Indische rijk. Een verontrusting als genoemde, die door de pers over 't algemeen nog in de hand wordt gewerkt, lijkt ons echter niet op haar plaats. Wan neer men de beweging objectief en ernstig in studie neemt, dan zal men dadelijk moeten toegeven, dat veront rusting zelfs zeer misplaatst is. Daar toe moet men de beweging geconcen treerd zien bij haar leider Gandhi, en moet men van zijn idealen en prac- tisch streven kennis nemen. Wie is Gandhi, en wat wil hij? is de eerste vraag die gesteld moet worden. Laten we trachten deze te beantwoorden. Gandhi is een der profeten, zooals de Oostersche volken die in den loop der eeuwen keer op keer hebben ge kend. Personen die plotseling opston den en een heel volk naar hun heil of ondergang wisten mee te sleepen. Bijna altijd waren deze leiders in de eerste plaats nationalist; ook zien wij in hen meestal het geweld in den meest fanatieken vorm vertegen woordigd. Hierop nu maakt Gandhi een uit zondering en als zoodanig is deze beweging nieuw in de geschiedenis der volken. Gandhi is volgeling van Leo Tolstoï, die de geweldloosheid predikte; de pionier van de huidige principieele vredesbeweging in alle landen. Hij heeft begrepen dat geweld zede lijk niet gerechtvaardigd is; sterker nog, dat een overwinning door ge weld geen beteekenïs heeft voor het welzijn der menschheid, integendeel, zedelijk verval schept. Vanaf dit standpunt heeft Gandhi zijn beweging gesticht en is hij nu eindelijk overgegaan tot zijn „veld tocht"; den veldtocht der geweld loosheid. Hoe staat Engeland tegenover dit alles? Deze vraag is van het groot ste belang. Immers, Gandhi wil een bloedige botsing met de Koloniale machthebber tot eiken prijs vermij den; is echter aan den anderen kant vast besloten, het imperialistisch stel sel voor goed te breken en zijn land minstens den Staat van dominion, die o.a. politieke onafhankelijkheid be - feekent, te verzekeren. Engeland heeft zich naar zijn ge woonte, in dezen zeer politiek be toond. Het kent de waarde van hef spreekwoord dat men de bakens ver zetten moet, als het tij verloopt. Het 90 FEUILLETON DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. „Het spijt mij". „Laat het je niet spijten", zeide zij. „Nu zal ik je iets vertellen. Niette genstaande de erge vernedering, die ik heb ondergaan, ben ik blij, dat dit alles gebeurd is. Als deze pijn minder wordt, zal ik nog tevredener zijn. Ik was rusteloos en ongelukkig, zoolang ik meende, dat ik je liefde weer kon opwekken. Nu gevoel ik mij eiken dag kalmer, tevredener. En dit is nu mijn slechtheid, Grant ik ben er blij om. Ik betreur geen oogenblik mijn proef. Het eenige dat mij spijt, is, dat ik faalde". „Je weet waarom?" vroeg hij. „Daarvan heb je geen geheim ge maakt", erkende zij, „doch ik kon maar niet gelooven, dat je het zelf wist. Jij bent een begaafd man, zelfs een beetje oud voor je jaren, en Su is echter de groote vraag, of Gandhi nog genoegen zal nemen met den Staat van dominion, zelfs al werd deze hem aangeboden. Nu Engeland agressief gaat optreden en het verzet door ge weld tracht te breken, zal Gandhi waarschijnlijk den eisch van absolute onafhankelijkheid stellen. De sympa thie die hij lange jaren voor Enge land heeft gekoesterd, ondanks de overheersching door dezen Staat, is thans voorgoed verdwenen. Engeland zelf heeft trouwens zijn vertrouwen in een geweldlooze oplos sing van het conflict opgezegd, toen het dezer dagen begon met het ge welddadig ondermijnen van Gandhi's actie. De Engelsche politiek is, om de mede-leiders der beweging onscha delijk te maken, en velen van hen zijn dan ook reeds gearresteerd. Aan Gandhi zelf heeft men nog niet dur ven raken. En dit is verklaarbaar: de macht van een Oosterschen volks menner is inderdaad grenzeloos. Wat er nu gebeuren zal, valt niet te zeggen. Wanneer Gandhi kans ziet, de massa in zijn hand te houden en het lijdelijk verzet op groote schaal systematisch door te voeren, dan ge looven wij dat de Engelsche macht wel eens gebroken zou kunnen wor den. Of hierop echter veel kans be staat, is een tweede. Engeland zal waarschijnlijk het gewapend verzet uitlokken om de zedelijke kracht der beweging te breken. Slaagt het daarin, dan is het met Gandhi en volgelingen onherroepelijk gedaan. Mede hoe dit zij, de beweging van Gandhi is voor de wereldgeschiedenis van het hoogste belang. Ze zal aan- toonen of een zedelijke macht inder daad vermag, een geweldsmacht te breken. Indien dit gebeurt, dan zal dit op de mentaliteit dermate invloed uitoefenen en haar een zoo groot ver trouwen geven in hef wapenlooze ge weld, dat wij den wereldvrede binnen onzen gezichtskring zullen kunnen zien liggen. Het is inderdaad voor ons Westerlingen beschamend, dat het eerste groote geweldlooze verzet te gen den oorlog in het Oosten geboren moest worden. Maar het is een feit van buitengewoon groote beteekenis, dat wij niet genoeg naar waarde kun nen schatten. En zoo wachten wij in spanning op datgene, wat het Oosten ons brengen zal. De Krabbendijksche Boeren leenbank. De toestand gunstigde totale omzet f 1.817.8q2,85. Vrijdagavond vergaderde de Coöp. Boerenleenbank te Krabbendijke, on der voorzitterschap van den heer C. P. Vogelaar. Uit de mededeelingen bleek, dat het ledental is toegenomen en thans 397 bedraagt en dat de toe stand van de Bank gunstig is te noe men. In omloop waren 1092 spaar bankbeekjes, 147 voorschofboekjes en 186 rekening-courantboekjes. Aan san Yeovil is met al haar bekoorlijk heden nog maar een kind. Ik gebruik te mijn verstand hierbij dwaas het eenige, waarbij verstand niet te pas komt. Uit, mijn beste Grant! Die deken een beetje dichter om mijn lin kervoet, als je blieft. En verbeeld je geen oogenblik, dat ik je mijn eeuwige vriendschap zal aanbieden. Ik ben niet over-sentimenteel in sommige zaken. Er is een scherpe kant aan onze ver houding, en die zal er altijd blijven. Maar dat is geen reden, waarom je mij niet door den hofmeester wat van die heerlijke bouillon zoudt laten brengen". „Waar ben je geweest en waar ga je heen?" vroeg Grant, toen hij haar had bediend. „Ik ben in New Hampshire geweest" vertelde zij hem, „en heb gelogeerd bij een van de veronachtzaamde tantes van mijn familie. Een heerlijk plekje tusschen de heuvels. Toevallig werd ik daar ziek". „En nu?" „Wel ik heb plannen, maar ze staan nog niet vast. Mijn boek, als je blieft, en dan mag je dien zwaaienden gang van je voortzetten. Later mag je mij de kleine oplettendheden bewijzen van den eenen passagier jegens den andere, als je wilt. Maar wees ver- spaarg. werden ontvangen f 585.039,52, uitbetaald f 532.370,89. Uitstaande hy potheken f 118.825,—, voorschotten f289.536,43, lcopende rekening aan de leden f 540.617,12 en Centrale Bank f 143.545,11. De reserve bedroeg f 42.979,18. De belegde reserve be - droeg f42.928,36. Het winstsaldo be draagt f 6069,91. Het salaris van den kassier werd vastgesteld op f2884,63. De totale omzet was f 1.817.892,85. Tot leden van het bestuur en tot de Raad van Toezicht werden herkozen de hee- ren J. van Gorsel te Rilland en M. van Weele te Waarde. Tot plaatsver vangende bestuursleden werden her benoemd de heeren A. P. Woutersen en A. Tollenaar. Daarna werd de re kening en balans overeenkomstig hef advies van de finanfieele commissie vastgesteld en werd besloten het winstsaldo bij de reserve te voegen. Opzegging van het lidmaatschap vol gens art. 4 en 7 der statuten geschied de aan 5 leden. De Kreekrakpolder. De nieuwe pachten vastge steld; toch nog een open bare verpachting der gron den. Men schrijft aan de „N. R. Crt.": De pachten in den Kreekrakpolder, die voor de goede gronden tot f 300 per H.A. bedragen, loopen teneinde. Van de gelegenheid om op de oude voorwaarden weer voor een nieuwen termijn in te pachten, werd geen ge bruik gemaakt; wel werd door hef meerendeel der pachters om verlaging van de pachtprijzen gevraagd, en som mige pachters wenschten onder geen beding de pacht te continueeren. Hef Rijk vond toen deze oplossing, dat een commissie van deskundigen de gron den zou schatten, waarna de vast stelling van de pachtprijzen zou plaats hebben door den ingenieur der do meinen in Zeeland, die aan de taxatie prijzen niet gebonden zou zijn. Thans hebben "de pachters, die voor een nieuwe pacht in beginsel bereid waren, bericht ontvangen van de voor waarden, waaronder en de prijzen waartegen zij weer kunnen ïnpachten. Het resultaat is, dat de pachtprijzen voor de goede gronden met circa 35 pet. zijn gedaald. Maar ook nu nog worden voor goed bouwland door el kaar pachtprijzen van f 190 a f 200 per H.A. gevraagd. Het gevolg is, dat vele perceelen vrij komen, wat den Staat gelegenheid geeft, op 28 Mei a.s. wederom een openbare verpachting te Goes te hou den van gronden in den Kreekrak polder. Uit het boekje, bevattende de voorwaarden der verpachting en aan wijzing van de perceelen, blijkt, dat de verpachting niet voldoende is voor bereid. Immers alle gronden in den Kreekrakpolder komen hierin voor, zonder uitzondering; de geheele pol der is ter verpachting verkaveld. Toch is bekend, dat eenige van de tegen woordige pachters met den Staat over eenstemming hebben bereikt omtrent een nieuwe pacht. Wel is van de zijde der registratie en domeinen toe- zekerd dat je bevrijding volkomen is". Grant koos een ander dek voor zijn wandeling. De groote en primitieve zelfzucht van zijn sekse kwam voor den dag. Hij voelde niets dan verlich ting door de ontmoeting met Ger trude. Eindelijk kon hij als een vrij man naar Susan gaan, voor zoover hij ooit vrij kon zijn. De zwarigheid lag daarin, dat hij met al haar we- reldschgezindheid haar maatstaf vrees de, het idealisme vreesde, dat hij een paar maal in haar had ontdekt. Na tuurlijk was er iets kunstmatigs in de geheele beschouwing. Iets, dat zij wist, dat ieder ander wist, werd met eenige moeite gebracht tot dat nevel achtige verleden, dat bij onderlinge overeenkomst ergens was weggesloten in de achterkamers van het leven van een man. En toch bezat Susan een bewonderenswaardig natuurlijk ver stand, dat door haar vader werd geleid. Later op den dag bezocht hij Cor nelius Blunn opnieuw en vond slechts verbetering in zijn toestand. Het eeni ge oogenblik, dat iets van zijn ouden geest zich weer vertoonde, was, toen hij akelig steunend mompelde: „En te denken, dat ik weer moet terugkeeren!" „U komt toch terug in de Staten?" vroeg Grant snel. het voorjaar, koopt tijdig een pot Sprutol Bij alle Drogisten. gezegd, dat vóór den aanvang der ver pachting zal worden meegedeeld, wel ke gronden reeds onderhands ver - pacht zijn, doch menig gegadigde, die kosten maakte ter bezichtiging en tot onderzoek van een bepaald perceel, zal zich dan teleurgesteld zien. Geen vluchthaven aan het Zijpe Dezer dagen is de grond in den Stoofpolder te Bruinisse, die door hef rijk was onteigend voor den aanleg van een vluchthaven aan het Zijpe wederom verpacht. Van het maken van deze haven schijnt dus vooralsnog niets te komen. Op de watersfaatsbe- greoting 1930 was voor den aanleg reeds een post uitgetrokken, doch sommige Kamerleden hebben daarte gen toen bezwaar gemaakt, voorname lijk omdat, wanneer mettertijd de ver binding Schelde-Rijn volgens het plan- Van Konijnenburg tot stand mocht ko men, de vaarweg niet meer door hef Zijpe zal voeren. Chineezen uit Indië gezet. Een 15-tal te Rotterdam aangemon sterde Chineesche schepelingen van het stoomschip „Mapia", van de K. P. M., weigerden te Tandjong Prïok af te monsteren, in verband met het feit dat 2 hunner onder weg zijn gestraft met inhouding van een deel der gage. De schepelingen, die zich solidair toonden, weigerden hun overwerkgeld in ontvangst te nemen en werden na voortgezette weigering overgebracht naar Singapore per stoomschip „Buijs kes" van de K. P. M., teneinde uit Indië te worden gezet. De Amsterdamsche Stadsschouwburg-kwestie. Vrijdagavond heeft de gemeenteraad van Amsterdam gestemd over het voor stel van B. en W., om als vasten be speler van den Stadsschouburg aan te wijzen de Kon. Vereen. Ned. Too- neel van Saalborn en Verbeek. Nadat het amendement van den heer Klaas de Vries, om de heeren Ed. Verkade en Van Dalsum tot vaste bespelers te benoemen, met 20 tegen 21 stemmen was verworpen, werd het voorstel van B. en W. eveneens verworpen met 18 tegen 24 stemmen. De Amsterdamsche schouwburgkwestie blijft dus voorloo- onopgelost, totdat nieuwe voorstellen aan den Raad zijn gedaan. Doordat eenzelfde advertentie drie maal geplaatst twee maal wordt berekend, is de prijs per regel slechts 16 cent Voor een oogenblik keerde Blunn's zelfbeheersching terug. Hij schudde even het hoofd. „Ik heb te veel zaken aan de hand", zeide hij, „om plannen te maken. Mis schien terstond, misschien over vele maanden. Een ding is zeker. Ik zal niet lang in Engeland blijven. Mijn eigen land heb ik lief. Amerika heb ik lief. Maar Engeland, neen. Excuseer mij, meneer Slattery, ik kan niet lan ger praten. Het vermoeit mij. Uw ge zond voorkomen hindert mij. U ziet er uit, als iemand, die een stevigen maaltijd gaat gebruiken, en dat hin dert mij nog meer. Kom mij eens opzoeken als ik sterker ben. Muller!" Grant ging glimlachend weg. Dit was een zeer onschuldige en hulpelooze Cornelius Blunn. Maar voor hoe lang? HOOFDSTUK XVI. De voorbereidingen van Grant's zen ding te Londen leken hem, die er naar hunkerde de zaak flink aan te pak ken, eentonig en vervelend. Hij legde een bezoek af bij zijn eigen gezant en kreeg toegang tot het gezantschap. Later deed hij een formeel verzoek om een onderhoud met Lord Yeovil, en dat werd hem na even wachten toegestaan voor dien avond om zes uur in Downing Street. Den tusschen- 28 April. Ik weet niet of, u er ook wel eens bij hebt stilgestaan, maat we kennen veel te veel menschen. Wij denken et meestal niet aan, maar het feit is in strijd met alle begrippen van „efficiency". Laten we bijvoor beeld een man nemen, dien we Van Puffelen noemen. We zijn eens aan hem voorgesteld, maar we voelen ons hoegenoemd niet tot Van Puffelen aangetrokken. Hij heeft onprettige ma nieren, luistert in de radio alleen naar redevoeringen over het houden van bijen, terwijl hij ondetdehand kruis woordraadsels van het Stuiversblad oplost, vertelt op langdradige manier moppen, die ontzettend oud zijn (en doet het dan nog verkeerd). Welnu, deze meneer Van Puffelen kost ons ieder jaar een handvol geld. Bijvoor beeld: 2 paar handschoenen, ge- gescheurd bij het drukken van Van P.'s hand f 12, Hakken, versleten door het plotseling omdraaien bij zien van Van P. f 0,30 Slijtage door het telkens te voorschijn halen van hor loge in Van P.'s gezelschap f 0,50 Sigaren, sigaretten en diver sen door VanP. gebruikt f 7,40 Geleend f 100,— Jaarlijksch verlies f 120,20 Hebt ge vijf van dergelijke kennis sen, dan kosten u die zeshonderd gulden per jaar. In een beschaafde maatschappij be koorde men op dezelfde aangename wijze als men kennis maakt, ook ken nis te kunnen uitmaken. „Zeg, Theunissen", zouden we tegen een vriend moeten kunnen zeggen, „die Van Puffelen, aan wien je mij onlangs bij je thuis hebt voorgesteld, hangt me danig de keel uit. Ik heb met dien kerel letterlijk niets gemeen. Maak de kennis tusschen ons bij ge legenheid eens uit, wil je?" Theunis sen zou dan een avondje organisee- ren en Van Puffelen uitnoodigenons vaarwel te komen zeggen. Wat zou het leven een boel pretti ger worden, indien dit mogelijk was! Genoegelijk in een café gezeten, zou den we, laat ons zeggen, onzen ken nis de Bruin zien binnenkomen. Hij zou zich tot onzen buurman wenden, en deze zou tot ons zeggen: „Een oogenblik. Hier is de Bruin, die je stukjes zoo onleesbaar vindt, dat hij kennis wil uitmaken met je". De Bruin en wij zouden elkaar hoffelijk de hand drukken en welgemeend verkla ren: „Aangenaam kennis uit te ma ken", en van dat oogenblik af zou den we elkaar mogen negeeren. Hij zou mijn stukjes niet meer hoeven te lezen en ik zou niet meer hoeven om zijn moppen te lachen en aan te hooren, wat hij allemaal zou doen als. hij voorzitter van de Danscommissie of gouverneur-generaal'van Indië was. tijd besteedde hij met den Marine- Attaché van zijn gezantschap aan de Admiraliteit en den Militairen Atta ché aan het Ministerie van Oorlog te bezoeken. Om zes uur precies werd hij in Downing Street ontvangendoor Arthur Lymane, die hem begroette met een zekere verwondering. „Zeer verheugd je te zien, natuur lijk, Slattery", zeide hij, „maar ik had nooit gedacht, dat je een officiee- le betrekking bekleedde. Ik meende, dat je eenige jaren geleden den dienst voor goed had verlaten". „Ik ben belast met een bijzondere opdracht", legde Grant uit „Ze heb ben mij hierheen gezonden om een paar personen op te zoeken, en voor namelijk Lord Yeovil. Zaterdag ga ik terug". „Dan zullen wij samen reizen", merkte Lymane op. „Denk je, dat Amerika ons allen zal kunnen ontvan gen. Want wij komen met de gansche bende wij brengen ditmaal zelfs onze typisten mee". „Zal Lady Susan begon Grant aarzelend. „Ja, Lady Susan komt mee". „Het gaat haar goed, veronderstel ik", vroeg Grant „Ik heb in langen tijd niets van haar gehoord". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina 1