DIPLOMATEN Woensdag 16 April 1950 117 Jaargang. ProViDcienieuWs LINTVELT's BAZAR Schooamaaktijd en Waschdag af nb. ie ■ir 19 ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes f 2, buiten Goes f2, Afzonderlijke hummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf 1 1 „f1*7 *Zn Of A XATTO4-a r*Ano Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 et. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. De Goesche Courant zal Vrijdag 18 dezer (Goede Vrijdag) op den gewo nen tijd verschijnen. Maandag 21 April (Tweede Paasch- dag) zal de courant niet verschijnen. Zeeuwsche Provinciale Erandweerbond. In de vergaderzaal der Provinciale Staten te Middelburg heeft Maandag middag de oprichtingsvergadering plaats gehad van den Zeeuwschen Pro vincialen Brandweerbond, in welke vergadering ongeveer 140 vertegen woordigers van verschillende gemeen ten uit alle deelen van Zeeland tegen woordig waren. De vergadering werd gepresideerd door den Commissaris der Koningin, den heer jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, die er op wees, dat het een zeldzaamheid is, dat hij in deze histo rische zaal vertegenwoordigers van meer dan 80 Zeeuwsche gemeenten kan welkom heeten. Spr. doet dit met groote vreugde, daar er uit blijkt de groote belangstelling voor het doel, dat van zulk een groot belang mag worden geacht, n 1. het scheppen door deze provincie van een goede brand weer-organisatie. In 1923 zijn reeds pogingen aangewend voor oprichting van een Zeeuwschen Prov. Brandweer- bond. Destijds is dit uitgegaan van de Kon. Ned. Brandweervereeniging, doch toenmaals was er niet voldoende me dewerking. De ernstige brand, die de hoofdstad verleden jaar heeft geteis terd, was voor spr. aanleiding eenïge heeren uit te noodigen een voorloopig comité te vormen en dit heeft thans succes gehad. Spr. brengt het comité dank voor zijn arbeid en wenscht hef geluk met het succes, dank zij de ge voerde propaganda. Ook de pers brengt spr. dank voor de kracht die van haar is uitgegaan. 'Het resultaat is zeer gunstig. Van de 109 gemeen ten in Zeeland hebben 83 zich bereid verklaard toe te treden, 21 hebben ge weigerd, en 5 hebben nog geen beslis sing genomen. De 21, die niet toetra den zijn: St. Annaland, Borssele; Dreï- schor; Driewegen Ellewoutsdijk 's Gravenpolder; 's Heer Abtskerke; Hengstdijk; Koewacht; St. Kruis; Nieuwerkerk; Ncordgouwe; Noord- welle; Ouwerkerk; Overslag; Poort vliet; Serooskerke (Sch.); Wisseker- ke; Yerseke; Zaamslag en Zoutelande. Spr. hoopt, dat deze 21 gemeenten tot in lengte van dagen voor een ern- stigen brand gespaard blijven, maar mocht er in een van deze brand ont staan, dan wekt hij de wel aangeslo- Hoek Koningstraat - Magdalenastraat. SPECIAAL ADRES IN: GLAS, PORSELEIN EN AARDEWERK. 85 FEUILLETON DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. „In de eerste plaats", zeide de de tective, „is de bel van het meisje door gesneden. U ziet den draad daar. Hij is heelemaal doorgesneden met een schaar een uur zoowat geleden. Kom nu binnen, meneer. „Maar", voegde hij er bij met de hand op den knop van de deur", „u moet zijn voorbe reid op iets akeligs". „De jonge dame?" vroeg Grant. „Zij is dood", antwoordde Poynter ernstig. „Het moet den schijn hebben van een zelfmoord. Ik voor mij denk, dat er niet de minste twijfel bestaat, dat zij werd vermoord. De deur van haar kamer was gesloten en de sleu tel is nérgens in de kamer. Ik heb het slot opengestoken, nadat ik haar spoor had gevonden. Dezen kant, me tenen op er zich met al hun mate riaal naar toe te spoeden, dan zullen zij wel inzien verkeerd te hebben ge handeld. Het komt spr. voor niet meer lang te hoeven stil te staan bij het doel van den bond, het is bekend, dat men door samenwerking tot een goede brandweer-organisatie wil trach ten te geraken. Daarvcor wil men de provincie in 6 afdeelingen verdeelen, n.l. Walcheren; Noord- en Zuid-Beve land,- Tholen en St. Philipsland; Schouwen en Duiveland; Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen en Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Voor heel de provincie zal een hoofdbestuur wor den benoemd, maar de eigenlijke taak zal bij de afdeelingsbesfuren berus ten, de groote waarde van de bedoe ling van den bond ligt juist bij hen. Spr. stelt nu voor over te gaan tof stichting van den bond, waartoe bij acclamatie wordt besloten. De Comm. der Koningin wenscht de provincie geluk met dit besluit en hcopt dat het er toe mede zal werken de provincie in de toekomst voor ern stige rampen te sparen. Hierna stelde spr. de ontwerpsta tuten aan de orde. De heer van 't Hof vroeg inlich tingen over de zinsnede van art 8, dat de algemeene vergadering de vast gestelde bijdragen voor een nog niet voor een vierde deel verloopen ver- eenigingsjaar gelijkvoudig kan ver meerderen of verminderen. De voorzitter zegt dat dit alleen zal worden toegepast in zeer bijzondere gevallen en dan nog alleen na een besluit der algemeene vergadering. De heer Welleman wijst op een an dere alinea van hetzelfde artikel, lui dende dat vereenigingen, korpsen en colleges, die niet de brandweer eener gemeente in hoogste instantie verte genwoordigen f 3,- per jaar betalen en een zelfde bedrag aan de K.N.B.V. en vraagt of daaruit gelezen moet worden, dat vereenigingen, die de ge meente wel vertegenwoordigen, vol gens dezelfde schaal als de gemeen ten, die naar verhouding van het aan tal inwoners betalen. De voorzitter beaamt dit. De heer van Maarleveld bespreekt art. 10, luidende: Als begunstiger kan het bestuur inschrijven de provincie, zoomede vereenigingen, maatschap pijen, vennootschappen, besturen en personen, die een door het bestuur voor elk geval te bepalen jaarlïjksche bijdrage schenken. Spr. vraagt waar om niet gelezen wordt „zal" in plaats van kan, want alleen wordt toch een begunstiger aangenomen, die een bij drage schenkt. De heer Welleman meent, dat ge lezen moet worden achter personen „welke daartoe den wensch te kennen geven". Spr. komt dan op art. 11, dat voorschrijft: „Het bestuur bestaat uit den voorzitter van den bond, zoo mo gelijk een vertegenwoordiger van hef bestuur der provincie en ten hoogste 7 leden, n.l. voor Walcheren 2 en voor de andere afdeelingen 1 lid. Elk der afdeelingen kiest haar eigen afdee- lingsbestuur". Spr. zag liever, dat Ged. Staten een vertegenwoordiger der provincie aan neer. Er hangt nog een erge gaslucht, maar ik heb het venster al een uur open gehad". Zij traden een vertrekje binnen, dat weinig meer dan een vlieringkamertje was. Op het bed lag het lijk van Ma demoiselle Cleo. Meneer Poynter lichtte het laken op dat haar gelaat bedekte en liet het bijna onmiddellijk weer vallen. Boven het hoofd van hef meisje was de gaskraan en daar van hing een eind buis naar beneden. „Maar dit alles wijst er toch wel op, dat zij zelfmoord heeft begaan?" vroeg Grant. „En toch ben ik er volkomen zeker van, dat dit niet het geval is", ant woordde de detective. „Niet alleen is haar bel doorgesneden, maar de tele foon ook. Zij lag over den vloer, alsof zij had willen trachten de telefoon of van het venster te bereiken, toen ik haar vond, en het venster was ge sloten met een spijker, die er slechts kort geleden is ingeslagen. Het lijdt niet de minste twijfel, dat een sterk mensch de kamer is binnengekomen en haar tot het laatste oogenblik heeft vastgehouden, en toen is weggesneld, na de deur achter zich te hebben ge sloten. Er zijn striemen aan den hals wijzen en de afdeelingen zelf hun ver tegenwoordiger en vraagt waarom niet Walcheren met 1 afgevaardigde kan volstaan, men kan dan Noord-Beve land ook een afzonderlijke afdeeling doen zijn, want het kan toch niet zoo makkelijk ten deze met Zuid-Beve land samenwerken, zcolang de Zand- kreek nog tusschen beide ligt. Men krijgt dan toch de 7 leden. Ook zou spr. de benoeming van een secretaris buiten het bestuur om wenschelijk achten. De voorzitter meent, dat men na tuurlijk alleen een begunstiger in schrijft, die daartoe den wensch heeft kenbaar gemaakt. Spr. zegt, dat het zeker de bedoeling is, dat Ged. Sta ten den vertegenwoordiger der pro vincie aanwijzen en spr. zal straks den naam noemen. Hij denkt, dat het in de praktijk het beste is, dat de af deelingen haar voorzitter als lid van het hoofdbestuur aanwijzen. Afzonderlijk houden van Noord-Be veland is niet gewenscht, temeer daar Wissenkerke niet aansluit en er dan nog slechts 3 gemeenten zouden over blijven. Ook een secretaris buiten hef bestuur om, zou spr. nog ter tafel brengen, dit kan gerust buiten de sta tuten om gebeuren. De heer Welleman had er niet aan gedacht, dat Wissenkerke niet aan sluit. Na nog een enkele opmerking wor den de statuten ongewijzigd goedge keurd. De voorzitter zegt, dat deze nu ter kennis van de K.N.B.V. moeten wor den gebracht, waarvan de bond een onderdeel is. De Commissaris stelt vervolgens voor den heer G. A. Hajenius, burgemees ter van Goes, tot voorzitter van den bond te benoemen, waartoe bij accla matie wordt overgegaan. Vervolgens deelt spr. mede, dat Ged. Staten voorstellen als vertegenwoor diger van de provincie te benoemen den heer L. J. A. van der Harst, hoofdcommies ter provinciale griffie, waarmede de vergadering zich ook vereenigt, evenals .met de benoeming tot secretaris van den heer mr. J. C. Pilaar, commies ter griffie. Deze drie heeren nemen de benoe ming aan. De heer Hajenius stelt voor tot ver dere bestuursleden te benoemen de overige leden van het voorloopig co mité. Op desbetreffende vragen van den voorzitter antwoorden de heeren J. W. Bannink, burgemeester van Zierik- zee; J. Huizinga, burgemeester van Terneuzen en P. Erasmus, burgemees ter van Oostburg, bevestigend. De heer jhr. P. J. Bcogaert, voor zitter van het bestuur over de Mid- delburgsche brandweer, zegt zich niet beschikbaar te stellen, daar hij na de reorganisatie van die brandweer, af scheid neemt van het brandweerwezen. Op een tot hem gerichte vraag zit ting te nemen, antwoordt de heer P. Dumon Tak, burgemeester van Mid delburg, ook afwijzend, hij meent hef beter is te wachten met iemand aan te wijzen tot na de reorganisatie, en de andere heeren zullen het voorloo- van hef meisje, die ze niet zelf kan hebben veroorzaakt". Grant zocht de kamer door naar een brief of ander teeken, maar te vergeefs. „Wat zij wist", besloot Hodson ten laatste, „heeft zij meegenomen in het graf. Je zoudt goed doen de politie te waarschuwen en er bij te blijven, terwijl zij de dingen constateeren, die je mij hebt aangewezen. Je kunt zeg gen, dat wij beiden ze hebben gezien". „En laat het lijk niet weghalen", zeide Grant. „Ik zal de begraf enis be kostigen". „Er is nog iets", zeide Poynter, zijn onderzoekend oog nog eens door de kamer latend gaan. „Ik heb my een juist denkbeeld gevormd van de soort persoon, die dit arme meisje volgde. Zal ik verder gaan met de zaak?" „Zeker", antwoordde Hodson. „Je kunt ze behandelen als een regee- ringszaak, Poynter en je bevelen van mij ontvangen. De jonge dame werd verdacht politieke geheimen in haar bezit te hebben". „Ik zal over een paar dagen een rapport opmaken", beloofde Poynter. Zij gingen de traf af naar de wach tende taxi en reden weg. Beide man nen zwegen. Grant was vervuld van pig ook wel af kunnen. De heer P. J. Wemelsfelder, oud commandant van de brandweer te Vlis- singen, meent eerst overleg met hef gemeentebestuur aldaar te moeten ple gen, maar neemt het ten slotte voor loopig aan. Namens den heer H. P. Kleppe, burgemeester van St. Philipsland, die niet aanwezig is, wordt medegedeeld, dat hij het beter vindt als iemand uit het eiland Tholen wordt benoemd. Daarnaar gevraagd verklaart de heer A. F. Hanssens, burgemeester vanSta- venisse, zich bereid zitting te nemen. Tot afgevaardigde naar de K.N.B.V. wordt benoemd de heer Hajenius en tot zijn plaatsvervanger de heer dr. van der Harst. De heer Hajenius brengt namens het voorloopig comité grooten dank aan den heer van der Harst voor hef vele werk, dat hij voor de tot stand- koming van den bond heeft verricht. De voorzitter sluit zich gaarne hier bij aan, het grootste deel van het werk, is zeker door den heer van der Harst verricht. Hierna werd de algemeene vergade ring door den Commissaris der Ko ningin gesloten en werd zij gesplitst in 6 afdeelïngsvergaderingen, dieresp. in de Statenzaal, in de kamer van Ged. Staten, in de koffiekamer en in de drie sectiekamers bijeenkwamen tot het verkiezen van afdeelingsbe sfuren. Deze afdeelingsbesfuren werden als volgt samengesteld: Voor Schouwen en Duiveland de heeren: J. W. Bannink, burgemeester van Zierikzee, voorzitter; jhr. L. van Citters, burgemeester van Haamstede, secretaris; C. J. Boogerd, burgemees ter van Kerkwerve, penningmeester; en leden de heeren A. C. van der Have en A. J. de Bruijn, resp. burge meester van Oosterland en van Elle meet en Eikerzee. Voor Walcheren de heeren: P. J. Wemelsfelder, Vlissingen, voorloopig voorzitter; H. Dronkers, burgemeester van Veere, secretaris; leden mr. W. J. Woldringh van der Hoop en jhr. H. A. van Doorn, burgemeester resp. van Westkapelle en Oost- en West-Sou burg, terwijl een plaats werd openge laten voor den vertegenwoordiger van Middelburg. Voor Tholen en St. Philipsland de heeren: A. F. Hanssens, burgemeester van Stavenisse, voorzitter; H. J. La- ban, gemeente-secretaris van Tholen, secretaris; en leden J. J. Polderman, burgemeester van St. Maartensdijk; W. L. Klos, burgemeester van Scher- penïsse en J. van Strien Cz., wethou- houder van St. Philipsland. Voor Zuid- en Noord-Beveland de heeren G. A. Hajenius, burgemeester van Goes, voorzitter; O. van Bleijswijk Tierens Verhagen, burgemeester van Wolphaartsdijk, secretaris; en leden J. W. A. Stüte, burgemeester van Co- lijnsplaat en Kats; Jac. Welleman, burgemeester van Krabbendijkemr. A. J. J. M. Mes, burgemeester van Heinkenszand; P. A. van Boven, wet houder van Rilland-Bath en L. N. de Jonge, secretaris van Ovezand. Voor Oostelijk Zeeuwsch-Vlaande- eet men Karnemelksche pap „ZUID-BEVELAND" Gemakkelijk, Goedkoop. Gezond. afgrijzen. Het tragische en wreedevan dit geval deed tranen in zijn oogen doen komen. „Als ik ooit dien ellendigen Itash in de vingers mocht krijgen", mom pelde hij, „dan geloof ik, dat ik hem zou dooden. Wat denkt u van de zaak, Hodson?" „Ik denk, dat Poynter volkomen ge lijk had", was het antwoord. „En ik hel steeds meer over tot uw gezichts punt. Ik begin te gelooven, dat die sa menzwering waarlijk bestaat. „Wilt u binnen komen?" vroeg Grant toen de taxi stil hield voor het Great Central Hotel. Hodson schudde het hoofd. „U zult mij in vier en twintig uur niet zien", zeide hij. „Ik ga werken in richtingen, die u niet kunt berei ken. U en Stoneham moet doorgaan met uw propaganda, zelfs als het ho peloos lijkt. Laat uw vrienden den ken, dat dat alles is, waarop u steunt. Ga niet langer dan een uur van huis, zonder mij bericht achter te laten, waar ik u kan vinden. Misschien kan ik iets belangrijks doen." Grant liep de volle vestibule van het hotel en de groote voorzaal door. Aan den eenen kant was de souper ren de heeien: J. Huizinga, burge meester van Terneuzen, voorzitter; N. J. C. Lambrechfsen van Ritthem, rijks havenmeester te Terneuzen, secreta ris; en leden B. A. Th. M. Truffino; F. J. van Campen; A. J. Rosseel; F. Blok en F. A. Hendrïkse, burgemees ter resp. van Hulst, Graauw en Lan- gendam, Ossenisse, Axel en West- dorpe. Vcor Westelijk Zeeuwsch-Vlaande ren de heeren: P. Erasmus, burge meester van Oostburg, voorzitter; en leden M. Waghto, J. C. A. L. Bec kers, Th. M. Overmaat, burgemeester resp. van Groede ep Nieuwvlïet, Sluis en Aardenburg en W. P. Verplanke, houder van Biervliet. Deze afdeeling hield de benoeming van een secretaris nog aan. De herstelling van het deurendok der Oostsluis te Hansweert. De toename van de scheepvaart door het kanaal door Zuid-Beveland deed de regeering in 1907 besluiten om aan de twee, aan beide einden van het ka naal te Hansweert en te Wemeldinge, aanwezige sluizen, een groote sluis toe te voegen. Door den oorlog werd de uitvoering van dit plan vertraagd, zoodat de derde of Oostsluis te Hans weert in 1916 gereed kwam en de Oostsluis te Wemeldinge eerst in 1928, en werd uitgevoerd door de N.V. Internationale Gewapend-beton Bouw, welke Mij. er in haar jongste over zicht enkele bijzonderheden over me dedeelt. De beweegbare waterkeerin- gen van beide sluizen worden gevormd door roldeuren. Deze roldeuren kun nen drijvende vervoerd worden; voor de beide sluizen is één reserve bin nendeur aanwezig. Voor het opbergen van de reservedeuren en voor het uit voeren van herstellingen aan de deu ren is te Hansweert aan de noordzij de van het binnensluishoofd een deu rendok aangebouwd. De beweegbare waterkeering van het dok is een schip deur, onderin voorzien van afsluiters voor het volzetten van het dok. Aan de achterzijde van het dok is de pompkamer. De vloer van het dok had in de lengte-richting voor elke deur een werkkuil. De muur tusschen het deurendok en de deurkas van het binnensluishoofd vertoonde sedert eenïge jaren enkele scheuren. Hoe wel aangaande de oorzaak van deze scheuren de meeningen uiteen bleven loopen, maakte de sterke vergroo ting der scheuren ingrijpen noodza kelijk. Ook de Noordelijke dokmuut was vrij sterk gescheurd. De belas tingen van het dokmuurwerk zijn hef ongunstigst bij een droogstaanddeu- rendok en hoog water in de schut- kolk van de oostsluis. Deze hoogwa terstand treedt n.l. ook in de deurkas op en de hooge druk is eveneens in het riool, in de deurskasmuur gelegen, en danszaal, en Toen hij die deur voorbij ging, bevond hij zich tegen over Itash, die blijkbaar juist was gekomen. Een eindje verder gaf Yvon ne haar mantel in bewaring. Grant aarzelde een oogenblik en bleef toen staan, zonder eenige notitie te nemen van Itash' uitgestoken "hand, „Ik heb een bericht voor u, dat u misschien zal interesseeren, Graaf Itash", zeide hij. „Het is vriendelijk van u, die moei te te nemen", was het bestudeerd hofffelijke antwoord. „Ik kom juist uit een ellendige ka mer in een armoedig deel der stad", ging Grant voort. „Ik werd daar ont boden om het lijk van Mademoiselle Cleo te identifieeren". Indien Itash iets gevoelde, wist hij het handig te verbergen. Hij streek met de hand over zijn sluik, zwart haar en maakte een lichte buiging. Een handgebaar hield Yvonne op een af stand. „Dat is een vreeselijke tijding", zei de hij. „Ik heb wel opgemerkt, dat de jonge dame in een neerslachtige stem ming verkeerde. Het is misschien te vreezen, dat zij zich van het leven heeft beroofd?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina 1