GLAS
DIPLOMATE*
IV. 52
City Magazijn
Vrijdag IA Maart 1950
117 Jaargang.
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel
ProVincienieuWs
VAN LEERDAM
Kloosterbalsem
ISMheerfjsi-baai
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal in Goes f2,
buiten Goes f2,—.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
COURANT
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
gevestigd te Goes.
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct.
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorin.
Zij, die zich nu als abonné op de
Goesche Courant opgeven, ontvangen
de tot 1 APRIL A.S. verschijnende
nummers GRATIS.
Provinciale Staten.
Afdeelingsverslagen.
Bij de behandeling van de mededee-
ling van Ged. Staten naar aanleiding
van de motie-Wallien werd in twee af-
deelingen naast waardeering voor hef
feit, dat reeds deze mededeeling kon
worden gedaan, leedwezen uitgespro'
ken, dat dit niet het geval is met de
motiesDe Paauw inzake het kolen-
laden te Hansweert en Overhoff in
zake de exploitatie door de provincie
van het veer Kortgene—Wolphaarts-
dijk. Wat het eerste betreft temeer,
omdat reeds een regeling voor de lijn
Neuzen—Hansweert is getroffen. Hier
bij werd er op gewezen, dat het lid
buiten de orde was. In alle afdeelin-
gen werd instemming betuigd met de
getroffen regeling, een lid meende dat
het beheer meer in handen van den
directeur moet worden gesteld. Een
lid van Ged. Staten merkte op, dat
de Commissie van Toezicht toch be
stuursbevoegdheden bezat, doch dat
de verantwoordelijkheid meer op alle
leden van Ged. Staten behoorde te
drukken. Andere leden in deze afdee-
lingen konden zich minder met den
gang van zaken vereenigen, o.a. om
dat, terwijl over de motie-Wallien nog
geen voorstel wordt gedaan, het col
lege een ingrijpende verandering me-
dedeelen inzake de bootcommissie en
voorstellen, deze mededeeling voor
kennisgeving aan te nemen. Daartegen
over werd opgemerkt, dat reeds meer
malen twijfel is uitgesproken omtrent
de bestaansreden der commissie. Waar
deering werd ook uitgesproken over
de moeite en lasten, die de leden der
commissie zich in het verleden heb
ben willen getroosten, en twijfel uit
gesproken of Ged. Staten wel ge
legenheid zullen vinden, de dagelijk-
sche werkzaamheden der commissie te
verrichten en daardoor deze werk
zaamheden naar de directie zullen
worden overgeheveld, wat een lid ver
keerd zou vinden. Een ander lid on-
70
FEUILLETON
DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
Tegenover hen stonden ook de Brit
ten, die streden zonder een spoor van
eigenbelang, zonder eenige hoop op
gebiedsvergrooting, streden om hun aan
België gegeven woord in te lossen, en
streden tegen principes, welke de
grondvesten van de beschaving be
dreigden. Toen bemoeiden wij ons er
mee. Het duurde lang voor wij kwa
men, maar het was ook een zaak, die
ons niet aanging. En toch namen wij
er deel aan. En Duïtschland, dat met
alle voordeelen was begonnen, verloor
het Ik weet even zeker, als wij hier
naast elkaar loopen, Dan, datDuitsch-
land weer een oorlog wil beginnen,
uit wraak, deels om gebïedvergrooting.
Nu, ik denk, dat wij het zullen be
letten. Het heeft geen idealen. Niets
kan bloeien of leven zonder geest".
„Het is geen redengering, Grant",
derschrijft dit en acht den directeur
van den Westerscheldedienst niet den
man, in wiens handen de algemeene
leiding zal moeten worden gelegd. Een
derde lid is van gelijk gevoelen, dat
de leiding niet in handen van .één
persoon moet komen. Een ander lid
meent, dat een commissie meer ver
antwoordelijkheid zal gevoelen dan het
geheele college. Nog een lid vindt de
bestaande commissie beter en verwacht,
dat er nu een leiding zal komen, waar
over de Staten niets hebben te zeggen.
Een tweetal leden meenen echter, dat
de verantwoordelijkheid nu wordt ge
legd, waar zij behoort, bij het geheele
college. Ook de bestaande commissie
ging af op het advies der directie. In
deze afdeeling onttrekt een der leden
van Ged. Staten zich aan het prae-
advies en erkent dat de verandering
hem vreemd voorkomt, de tijd zal lee-
ren, of de thans naar voren gebrachte
bezwaren al dan niet waar zijn. Hij
voor zich is liever voor 1/7 dan voor
1/3 verantwoordelijk, daar de commis
sie meermalen voor zeer moeilijke be
slissingen kwam te staan.
Naar aanleiding van opmerkingen
zegt een lid, dat hij zijn oor te luis
teren zal leggen bij technisch ervaren
personen, en een ander, dat hij ook
zelfstandig de zaken zal nagaan. Ook
in de derde afdeeling was er verschil
van gevoelen, terwijl sommige leden
eene commissie van 3 in plaats van
het college van 7 beter vonden, juich
ten andere de afschaffing der boot
commissie ten zeerste toe. Een lid
zou een éénhoofdig directorium zeer
ongewenscht achten.
Een lid deed zijn beklag, dat nog
geen nota is genomen van denwensch
den directeur van den Oosterschelde-
dienst Zierikzee als standplaats aan
te wijzen. Van de zijde van Ged. Sta
ten werd gezegd, dat de maatregel tof
opheffing der bootcommïssie niet al
leen genomen is naar aanleiding van
de motie—Wallïen en hetgeen daarbij
is gezegd, doch ook naar aanleiding
van hetgeen bij verschillende vorige
gelegenheden met betrekking tot die
commissie werd opgemerkt. Men er
kende het goede werk, dat de com
missie heeft verricht en in het bijzon
der de heer Van Rompu, doch daar
door gingen andere leden van Ged.
Staten zonder persoonlijk oordeel met
de commissie mede. Dit wordt gevoeld
als in strijd met de verantwoordelijk
heid van het college naar buiten. Ged.
Ged. Staten willen met de kwestie van
het éénhoofdig directorium wachten,
totdat alle leden van Ged. Staten de
gelegenheid hebben gehad, zich vol
ledig van alle zaken op de hoogte
te stellen.
Ir. hun officieel antwoord zeggen
Ged. Staten, dat de wijze, waarop hun
college zijn werkzaamheden regelt, fei
telijk van zuiver internen aard is. Met
de motie-Wallien houdt dit in zoo
verre slechts verband, dat er uit blijkt
waarom Ged. Staten daarover nog geen
prae-advies kunnen uitbrengen.
Wijziging Provinciaal Wegenplan.
Bij het voorstel tot wijziging van
merkte Stoneham op, „maar ik zie,
wat je bedoelt. Tot een zekere hoogte
is het overtuigend".
„Redeneering is niet de onfeilbare
oplossing van alles", hield Grant vol,
„evenmin als het verstand de eenige
rechter is. Neem bijvoorbeeld het
hiernamaals. Wij hebben allen een ge
voel, dat er zooiets bestaat Maar re
deneering met een ongeloovige zou
onmogelijk zijn. Wij hechten te veel
waarde aan ons verstand".
Zij waren in Broadway gekomen met
zijn menigte schitterende lichten, zijn
menschenmassa's, zijn onverklaarbare,
maar altijd bestaande aantrekkings
kracht Grant bleef staan en hield zijn
metgezel tegen, toen zij een paartje
uit een auto zagen stappen en het pla
veisel overgaan naar een bekende res
tauratie.
„Iemand, dien je kent?" vroeg Sto
neham.
Zijn metgezel knikte.
„Oppervlakkig. De man was te Mon
te Carlo, verbonden aan het Japan-
sche gezantschap. Itash is zijn naam.
Het meisje was een van de dansmeis
jes in het Café de Paris. Het is wel
een zonderling toeval hen hier te zien"
„Waarom?"
„Omdat", legde Grant üit, „ik bijna
in het bezit van ko#tbare inlichtingen
het Prov. Wegenplan, werd in een af
deeling door eenige leden aangedron
gen op opneming van eenige wegsge-
deelten, vooral nu het aantal K.M.
door de voorgestelde regeling weer
minder wordt. Genoemd werd een weg
van 's Gravenpolder uit in Oostelijke
richting naar Kapelle-Biezelinge aan
sluitende op den Rijksweg, van betee-
kenis voor de z.g.n. zak van Zuid-
Beveland. Verder de weg Breskens—
Hoofdplaat -Biervliet en door andere
leden den weg van Ponte—Brug naar
den Verbindingsweg. Wat de eerste
weg betreft werd van de zijde van
Ged. Staten toegezegd, dit nader on
der de oogen te zullen zien. Betref
fende den laatsten weg, dat belangheb
benden in die streek hunne mede
werking weigeren, terwijl slechts een
kleine bijdrage in het jaarlijksch on
derhoud wordt gevraagd. In een an
dere afdeeling meent een lid, dat des
tijds geen verdere K.M. meer op"*het
plan konden worden gebracht. Nu Mid
delburg—Westkapelle o.a. 3 K.M. kor
ter zal worden, wijst hij op het wegs-
gcdeelte 's GravenpolderBiezelinge
en vraagt of de nu voorgestelde ver
lenging bij Middelburg, hetwelk door
de kom der gemeente loopt, voor re
kening der Provincie verbeterd wordt,
waarop van de zijde van Ged. Staten
wordt geantwoord, dat dit voor de ge
meente zal zijn. Op een vraag naar
punt C van het voorstel, wordt ge
antwoord, dat dit Ged. Staten de be
voegdheid geeft om binnen het kader
der verordening, ondergeschikte wij
zigingen aan te brengen en op een an
dere vraag, dat de weg YersekeSta
fion Kruïningen aan den Rijksweg aan
sluit.
In de derde afdeeling vereenïgden
alle leden zich met het voorstel.
Uitbreiding Centrale te Vlissingen.
Ook over het voorstel tot het ver-
leenen van een crediet van f 100.000
aan de P.Z.E.M. voor uitbreiding van
de Centrale te Vlissingen is in de af-
deelingen vrij langdurig gediscuseerd.
Ook hier willen wij ons beperken tot
de vrij uitvoerige beantwoording door
Ged. Staten. De zaak is volgens hen
eenvoudig deze, dat bij het voteeren
van de credieten voor de overneming
dezer Centrale en de voorziening van
de Middengroep, voor het eerste doel
juist die sommen zijn gevoteerd, wel
ke voor betaling van den koopprijs
en de geraamde kosten van onderhan
den zijnde uitbreidingen noodig wa
res Er is dus geen speling; integen
deel, de Staten hebben het crediet
voor het nieuwe ketelhuis reeds moe
ten verhoogen. Het kan niet anders of
dit moet bij het zoo snel stijgende
debiet tot moeilijkheden leiden; het
bestuur moet een som tot zijn beschik
king hebben, waaruit het kan putten
voor uitbreidingen, die op zichzelf de
capaciteit, der Centrale niet vergroo-
ten, doch door de uitbreiding van
het bedrijf of de economie geboden
zijn; credieten voor uitbreiding van
de capaciteit der Centrale zullen steeds
afzonderlijk worden aangevraagd, ge
lijk reeds geschiedde. Feitelijk ware
zou zijn gekomen van de jonge vrouw,
die Itash' vriendinnetje was, eer hij
het aanlegde met dit meisje. Hoe zij
ze van hem heeft gekregen, begrijp ik
niet, maar zij heeft ze. Zij was half
gek van jaloerschheid en wendde zich
tot mij. Maar toen ik kwam, had
Itash zich weer met haar verzoend, en
zij wilde mij niets vertellen. Nu als
men haar nu maar kon vinden, dan
zou er wel iets te beginnen zijn".
Stoneham haalde de schouders op.
„Japansche diplomaten", zeide hij.
„zelfs de jongste, zijn niet bekend voor
hun openhartigheid. Ik kan mij niet
voorstellen, dat die jonge man, Itash
zooals je hem noemt, veel heeft los
gelaten".
„Ik evenmin", stemde Grant toe,
„maar zij verzekerde hét stellig en
vertelde mij een paar dingen".
„Dan zou ik, als ik in jou plaats
was", zeide Stoneham, „zoo spoedig
mogelijk met haar in aanraking zien
te komen en haar vertellen, wat er
gebeurt. Zij zou niet de eerste jaloer-
sche vrouw zijn, die een rijk heeft ge
red of in 't verderf heeft gestort".
Zij verlieten Broadway weer en gin
gen naar Grant's hotel. Daar zaten
zij in zijn zitkamer en bespraken hun
plannen tot diep in den nacht. Toen
zij afscheid namen, sloeg Stoneham
het juister geweest, dat de onderwer-
pelijke aanvrage als noodzakelijk uit
vloeisel van de overneming der Cen
trale, ware ingediend tegelijk met het
voorstel tot overneming. Het oorspron
kelijk karakter van de aanvrage is
zeer juist getypeerd door de in de af-
deelingen door enkele leden gebezig
de uitdrukking „blanco crediet", zij
het, dat het crediet op f 100.000 geli
miteerd is. De oorspronkelijke aan
vrage van het bestuur der P.Z.E.M.
bevatte dan ook geen specificatie.
Daarom is er door Ged. Staten naar
gevraagd, het konden slechts globale
ramingen zijn, daar het de bedoeling
is van het bestuur over een crediet te
beschikken voor hoofdzakelijk eerst
in de toekomst zich voordoende be
hoeften. Er bleef tenslotte f 13.700
over, voor uitbreidingen, die men thans
nog niet kan voorzien. Ged. Staten
kunnen nóch in discussie treden over
de doelmatigheid der opgesomde uit-
De venijnige steken
vnn spit in den rug
overvallen U onverwachts. Grijp
dadelijk naar Akkers Kloosterbal
sem, welke tot diep in de weefsels
doordringt, de pijn stilt, ophoo-
pende ziektestoffen doet verdwij
nen, snel en grondig verlicht.
,,Geen goud
zoo goed"
breidingen, nóch over de juistheid der
ramingen. De inhoud van den regen
bak (200 M3.) is aangepast aan de be
hoefte en aan den gemiddelden regen
val. Het spreekt vanzelf, dat over het
crediet door de directie niet kan wor
den beschikt zonder machtiging van
het bestuur, welke gemotiveerd moet
worden aangevraagd. De instructie voor
de directie is daoriee waarborg. Ver
moedelijk zal de kolentransportinrich-
ting reeds spoedig aan de orde komen.
De vracht- en personenauto zijn noo
dig voor materialen en ter vervanging
van een versleten auto voor de op
zichters. Een reclame-auto is reeds
eerder aangeschaft. In den dijk van
het kanaal ligt een diensttelefoonka-
bel, die o.a. het station aan den Poe-
lendalesingel te Middelburg met de
Centrale verbindt en waarop t.z.t. ook
het station Souburg zal worden aan
gesloten. Bij storing op de tramlijn
zal men van deze beide punten uit
dus direct met de Centrale kunnen
telefoneeren. Het aanbrengen van een
telefoonlijn langs de trambaan schijnt
voorloopïg met het oog op de kosten
uitgesloten. Aanvankelijk was het plan
te Goes een bouwbureau te bouwen,
maar daarop is men teruggekomen
en komt men te Vlissingen kantoor
ruimte te kort. Indien de tram wordt
verkocht, zal dit op de behoefte aan
kantoorruimte van weinig invloed zijn.
Het ligt in de bedoeling, een wacht
lokaal voor de tram te plaatsen bij het
zijn arm om de schouders van zijn
vriend.
„Grant", oude jongen, zeide hij, „ik
zal je bijstaan in deze zaak. Maar er
is één ding, dat ik je moet zeggen, eer
je te ver gaat. Wij zullen het verlie
zen. Amerika zal stemmen tegen het
Pact. Ik zag gisteren een eerste bere
kening van de stemming. De meerder
heid, welke tegenstemde, was twee te
gen een".
„Ik zou de kans als nog ongunsti
ger hebben beschouwd", antwoordde
Grant. „En toch wanhoop ik niet. Ik
heb nog méér ijzers in het vuur, dan
ik nog tijd heb gehad je vertellen.
Ik heb in Japan een flinke kerel, die
het werk voortzet, dat ik heb begon
nen. De Britsche politie-patrouilles zijn
op het spoor van iets daarginds, en
eenige maanden geleden bracht ik een
heel interessant bezoek aan Archan
gel. Ik vertrouw niet alleen op onze
propaganda, Dan. Voor -de Senaat tot
een stemming overgaat, hoop ik een
paar bliksems te slingeren uit onver
wachte plaatsen. Wij zullen doorgaan
met onze propaganda, maar verwon
der je niet, oude jongen, als ik op
een of ander oogenblik een nieuwe
brandstof voor je vindt".
„Wij kunnen ze gebruiken", verze
kerde zijn vriend hem. „De dingen,
ECHTE FRIESCHE
20-5Ou per ons
Badhuis te Vlissingen. Door het ge
meentebestuur is hierop zeer aange
drongen en, naar het bestuur der P.Z.
E.M. meent, met reden. Helaas bleek
het niet mogelijk, voor het doel ge
bruik te maken van de aanwezige, aan
de gemeente toebehoorende garage,
daar deze gedeeltelijk voor het ber
gen van badmaferialen gebruikt wordt
en gedeeltelijk verhuurd is.
De Centrale heeft tot nog toe steeds
aan de vraag naar electriciteit kunnen
voldoen, hoewel deze in 1929 meer
dan 30 pet. grooter was dan in 1928.
Zonder moeite is dit echter inden
afgeloopen winter niet gegaan, daar
de nieuwe ketel-installatie nog niet
in bedrijf kon worden genomen en de
machine-capaciteit ook slechts juist
voldoende was. Vandaar het besluit
tot bijplaatsing eener turbine. Gedwon
gen stopzetting van de levering aan
„De Schelde" zou zeker een groot
nadeel beteekenen; hqt heeft daartoe
niet behoeven te komen, wel is echter
de levering tengevolge van het defect
raken van een omvormer van „De
Schelde" tijdelijk verminderd. Ged.
Staten zijn er zich niet van bewust,
dat de stroomlevering den laatsten
tijd stagnatie ondervond. Wel hebben
zich herhaaldelijk stagnaties bij de
tram voorgedaan, welke gedeeltelijk
het indirecte gevolg waren .van de vele
stormen, gedeeltelijk van een defect
aan den tramomvormer.
Ged. Staten vertrouwen, -dat de Sta
ten het bestuur van de P.Z.E.M. de
middelen niet zullen onthouden, dat
dit behoeft voor de uitvoering van
zijn toch werkelijk niet gemakkelijke
taak. Naar aanleiding van een opmer
king, als zou het niet wenschelijk zijn,
dat „Ged. Staten tevens het bestuur
der P.Z.E.M. uitmaken", meent het
college er in de eerste plaats op te
moeten wijzen, dat Ged. Staten niet
het bestuur der P.Z.E.M. uitmaken,
daar in den Raad van Bestuur be
halve de voorz. 5 leden van Ged. Sta
ten en 5 andere leden zitting hebben en
het Dag. Bestuur uit den voorzitter
van het college en twee leden, die geen
van beiden lid van Ged. Staten zijn,
bestaat, in de tweede plaats bepalen
de statuten, dat de voorzitter en le
den van Ged. Staten bij voorkeur tot
lid van den Raad van Bestuur kun
nen worden benoemd; in de derde
plaats ontbreekt elk verband tusschen
de besprekingen in de afdeelingen,
zooals deze in het verslag zijn weer
gegeven en de bedoelde uitspraak en
in de vierde plaats zijn Ged. Staten
zich niet bewust van gevallen noch
van beslissingen die de combinatie tol
gevolg had, in het belang van de P.Z,
E.M. en ten nadeele van de gemeente.
Huurkoop-installaties.
Ook over het derde voorstel inzake
een crediet voor de P.Z.E.M. en wel
waarover je spreekt, betreffen hoofd
zakelijk het Congres der Beperkte Be
wapening. Ik vrees, dat een paar hei
melijke schepen hier en daar niet veel
invloed zullen hebben op de publieke
opinie".
Grant glimlachte.
„Wacht maar, tot mijn eerste blik
sem is ingeslagen", antwoordde hij.
HOOFDSTUK VI.
Op een morgen, ongeveer een week
later, ontmoette Grant Cornelius Blunn
in de Fifth Avenue, Cornelius Blunn
luisterrijk in een lichtgrijs pak met
een laag vest en met geplooide witte
das, witte slobkousen en een witten
slappen vilthoed met lagen bol. Hij
zag er uit, als iemand, die voldaan is
over zijn voorkomen.
„Wel, jonge vriend", riep hij uit,
Grant staande houdend. „Hoe gaat
het?"
„Ik denk, dat u wint", was het open
hartige antwoord.
„Dat is zeker", verklaarde Blunn.
„Ik bedoel, amuseert ge u nog al?"
„Tamelijk", bekende Grant. ,Uw
verwenschte organisaties maken mij
zenuwachtig",
(Wordt vervolgd).