DIPLOMATEN
GOESGHE COURAÜT
en
PUD Dl MC
BIJVOEGSEL
Film* Varia
r
Voor de Vrouw
KleinVee*Teelt.
|8BsI1heerem-baai
Uit de Pers.
Land en TuinbouW
VAN DE
VAN VRIJDAG 28 FEBRUARI 1930.
De kleeren maken den man.
Drie en tachtig costuums, ze\en hoog©
hoeden, twee pelsjassen, vijf smokings
en zestien paar schoenenziedaar een
detail van de garderobe-inventaris van een
filmster. En om bet maar direidÜ ta ver
klappen: dit is een stukje van de kleeding-
lijst van John Gilbert, den bekenden Me
tro Goldwyn Mayer-acteur. De heele lijst
beslaat vier getikte pagina's. Gilbert Iheefft
waarschijnlijk wel meer kleeren dan de
Prins van Wales en iedereen weet toch
dat diens garderobe van geweldige af
metingen is. En ondanks het feit, dat
Gilbert ieder jaar zestig costuums koopt...
blijft het kleedingvraagstuk voor hem een
permanente puzzle.
Men denkt altijd, dat een filmactrice
een ontzettend uitgebreide garderobe
heeft, maar over't algemeen is de collectie
van den mannelijkein ster nog grooter
en imposanter.
Niet alleen de romantische heiden van
het witte doek bezitten zoon uitgebreid
kleedin gmagezijn, ook de karakter spelers
kunnen met hun kleeren voor den dag
komen .Iemand als Lom Chaney bezit
minstens 300 van de meest merkwaardige
en ongebruikelijk costuums, marine- en
politie-iuniformen, witte tropenpakken
(.\uile en schoon©), mijnwerkersuilrustin
gen, machinisten-manchesters, circuscost
tuumsmen kan het zoo gek niü
verzinnen of Lon heeft het.
Het mag op het eerste gezicht vreemd
lijken, maar meestal rusten dergelijke cos
tuums te midden van de kamferballetjes.
want zij worden maar heel kort gebruikt.
In een van zijn films begon Loin Chaney
met een hagelwit pak, dat langzamerhand
vuiler moest worden, want er werd ver
ondersteld, dat hij het jaren Achtereen
droeg. Natuurlijk kon men er niet op
wachten, tot dit pak werkelijk vuil ge
worden was en derhalve trok de acteur
na iedere scène een „vuilere editie" aan,
In totaal gebruikte hij gedurende de op
namen zestien witte pakken, of liever:
zestien pakken, die in kleur varieerden van
wit naar vaalgrauw.
Zeer merkwaardig is het feit, dat de
hecrencostuums niet tegen het felle Iicfyt
der Jupiter-Iampen kunnen. Dan gaain ze
al heel snel verkleuren. Vandaar, dat het
vaak gebeurt, dat een acteur drie of vier
pakken van dezelfde stof bestelt, opdat
hij er steeds precies eender uit zal zien.
De dames japonnen verschieten natuurlijk
ook wel, maar aangezien die moestal
lichter zijn, merkt men dat niet zoo
gauw.
Er wordt verder opgelet, of een cos
tuum in een bepaalde scène goed uitkomt
tegen den achtergrond. Is dat niet heiU
geval, dan moet de acteur lichtere of
donkere pakken aantrekken.
't Spreekt vanzelf, dat er heel wat
mooie japonnetjes en pakken verloren gaan
gedurende de opnamen, vooral, wanneer
de acteurs of actrices in het water vallen
gewaagde toeren ondernemen of op andere
manieren er letterlijk niet zonder kleer-
Zoo gauw hebt U
kou gevat, lastig zijn
de gevolgen. Neem
steeds een paar
Wybert-tabletten.
64 FEUILLETON
DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van
M. HELLEMA.
„U brengt mij tot de cohclusie, me
neer Slattery, dat ik geen verbeel
dingskracht bezit", merkte zijn gast
heer glimlachend op. „Ik kan mij het
schouwspel niet voorstellen van die
twee vloten, onze kusten naderend
met vijandelijke bedoelingen. U moet
het niet opvatten als een reden tot
ongerustheid, dat ik uw theorie niet
kan aannemen. Zoover als het u aan
gaat, ben ik het met u eens over de
practische zijde der zaak. Ik zal mijn
invloed aanwenden om het voorstel
van Lord Yeovil te doen aannemen".
Grant stond op. Zijn metgezel legde
hem echter de hand op den schouder
en hield hem tegen.
„Mijn vrouw vraagt, of u ons het
genoegen wilt doen met ons te lun
chen", zeide hij. „Haar moeder en de
uwe waren vriendinnen, zooals umis-
scheurcn afkomen, Buster Keaton droeg
in een huwelijk uit wraak achttien ver
schillende costuums en van ieder had hij
drie exemplaren, terwijl Dorothy Sebas
tian in dezelfde film een japon droeg
waarvan vijf duplicaten bestonden.
De voorjaarsschoonmaak.
(Slot.)
Als de vrouwen maar niet zoo overijld
aan liet werk togen, dan zou di© heele
schoonmaak zonder incidenten of „verwij
dering des harten" kunnen afloopen. Neemt
gij, huismoeders, dit ter harte: Organiseer
eerst uw schoonmaak. Niet maar zoo't
beetje de eerste dagen en de rest gaat
van zelf, neen, uw geheele plan van
Maandag tot de volgende week Zaterdag
en van vliering tot kelder.
Begin eerst met alle reparaties, die ei
gedaan moeten worden, te noleeren. Laat
zoo mogelijk op één zelfden dag en één
zelfde uur de reparateurs komen en zorg
dat dit uur valt in een tijd dat niemand
hinder heeft van eventueel geklop, gekras
of gezaag.
Maak vervolgens een lijstje op van wat
er vernieuwd moet worden. Jaag uw echt
genoot echter geen schrik op het veege
lijf door de lengte van die lijst. Ga, voor
ge hem uw papiertje voorlegt, eerst eens
rustig na of ge niet al te spoedig toji
vernieuwing besloten hebt en bedenk, dat
er ook nog zeep, water, wol, garen cn
naalden in de wereld zijn, die oud tot
nieuw kunnen maken.
Het derde lijstje wordt dat van de
benoodigdheden om het reinigingsproces te
volmaken. Bestel ge©n te kleine hoe ver
heden van zeep, zand, soda en was, want
niets is vervelender dan in het vuur van
den arbeid in een Ieegen zeep- of waspot
te grijpen en deze nuttige dingen komen
later, in 'Jen geregelden gang yan het
huishouden, ook nog te pas.
Op het vierde lijstje komen de „beur
ten". Eerst de bovenverdieping, dan be-
neden-appartementen en tenslotte de on-
deraardsche „gewelven", kelder en wat
dies meer zij. Begin niet aan een tweede
kamer voor de eerste geheel aan kant
is en haal des morgens niet meer over
hoop dan ge in één dag kunt afmaken.
Moet een kamer worden behangen of
gewit waarvoor tapijt en meubelen na
tuurlijk moeten worden weggenomen, denk
dan des avonds niet; „Iaat de boel er
maar uit, morgen wordt ze toch gedaan",
neen, breng alles weer in de kamer, dit
is het werk van hoogstens tien minuten
en nïemancf zaf zich dien avond ergeren
aan „fferrie".
Vernietig bij het opruimen van kasten
niet direct alles wat ge onbruikbaar acht.
Later nog kunt ge van dit idéé terug
komen. Pak alles in een groot© kist of
mand en ga na de schoonmaak deze op
uw gemak eens uitzoeken
Houd zooveel mogelijk vast aan de
regelde maaltijden, ook voor uw zelf.
Bedenk, dat de inwendige mensch den
Jitwendigem mensch kracht bijzet en dus
hout- en koperwerk krachtiger kan ge
boend worden, als de inwendige mensch
naar behooren tevreden is gesteld. Moe
het eten door weinig tijd eenvoudig zijn,
Iaat het dan toch smakelijk wezen en
behoorlijk opgediend.
En tenslotte, zorg, dat ge er behoorlijk
uitziet cn niet met een piekerig kapsel
of een groezelig boezelaar loopt, waaraan
spotprentjes op de schoonmaak hun roem
rijk bestaan danken. Zorg voer enkele
nette, practische japcnschorten, een boeze
laar of een voorschoot van hospitaallinnen
voor het nat werk en een keurig hoofd
doekje voer het vrijwaren van stof en
losgaan van de haren.
Neemt ge al deze regelen stipt in acht.
schïen weet En Ik was in Harvard
met uw oom. Ik heb uw vader ook
nog gekend, ofschoon hij een paar
jaar voor mij promoveerde. U is hoop
ik nog vrij?"
,Ik zal mij zeer vereerd vinden",
stemde Grant toe.
Het was een familiaire lunch. Een
paar ambtenaars waren tegenwoordig
twee dames, verre bloedverwanten van
den gastheer, een pas aangekomen di
plomaat en een onlangs gekozen sena
tor. De vrouw des huizes nam Grant
onder haar bijzondere bescherming.
Ik zal niet huichelen en niet tact
vol handelen, meneer Slattery", ver
klaarde zij, „omdat u weet, dat Ger
trude's moeder en ik groote vriendin
nen waren ik hield vroeger heel
veel van Gertrude. Ik geloof, dat ik
een der eersten was, die haar vriend
schap met Otto von Diss opmerkte,
en zeker een van de eersten, die ze
afkeurde. Ik houd veel van babbelen
en lees alle nieuwtjes uit de groote
wereld. Zoo weet ik natuurlijk, dat
u elkaar te Monte Carlo hebt ont
moet. Zeg mij, is zij veel veranderd?"
Zij is even mooi als vroeger", zei-
de Grant, „maar zij is zeker veran
derd. Zij heeft heel veel gewonnen,
en iets verloren, vind ik".
„Zij kan toch onmogelijk meer ver
clan zult ge ervaren,, dat het hart van
uwen echtgenoot geen voetschred© van
het uwe verwijderd zal worden, nu hem
Je „ongezellige bende" bespaard bleef,
doch integendeel z_il hot ontvlammen voer
uwe capaciteiten als huisvrouw.
Het werk van de broedhen.
De taak van de kloek, hetzij z© een
zware, breedgebouwd© Cochin of een
kleine lichte krielhem is, blijkt nu voor
de eene helft volbracht. Het zwaarste
is voor haar geleden, want haar werk is
zwaar en afmattend. De anders zoo woe
lige, bedrijvig© vogel heeft minstens drie
weken lang, dat is meer dan vijfhonderd
lange uren, met in ,t geheel vijf uur
korting voor het luchten, op haar eieren
moeten zitten. Ze heeft die telkens ge
rold en verplaatst, ze heeft er niet een
gebroken, als wij tenminste onzerzijds
alles goed hebben gedaan en dus ook
sterk beschaafde eieren voor haar hebben
uitgezocht. Zwaar en met haar volle ge
wicht erop zitten, heeft z© niet kunnen
doen, ze heeft zich vrijwel op de hakken
opgeheven moeten houden, uitrustend, "ver
kwikkend slapen was haar niet mogelijk.
De natuurlijke slaaphouding met den kop
in de rugveeren, cle teenem gebogen, kon
ze niet aannemen; d© voetspieren waren
w erkzaam. Moet het ons dus verwonderen
als we haar bij het luchten stram en
trekkebeenig zien Ioopen? Nu begrijpen
wij ook het nut van het zandbad, dat ze
zoo noodig heeft. Dat ontspant en ver
drijft voor een d©el d© moeheid en stijf
heid, op gelijke wijze als wij dit waar
nemen bij een paard als dit in de wei
zich rolt en na ingespannen werk. Maar
de natuur heeft het heele lichaam in
al zijn functies aangepast aan die voor
de kip zoo afwijkende leefwijs. Soms
komt bij broedsche hennen diarrhee of
althans dunne ontlasting voor. Naar mijn
meening is zulks meer een gevolg van de
soms geheel andere voeding die men d©
broedsche geeft n.I. de mais. Wel moet
uitsluitend graan doorgevoerd worden»
maar precies hetzelfde mengsel dat zij
gebruikte voor het broeden. Dan blijven
de uitwerpselen vast en gemakkelijk te
verwijderen. De drank blijft als altijd
enkel schoon water. De angstvallig ont
houden graanvoedering tijdens het broeden
is nu voor haar ook weer voorbij als de
kuikens een week oud zijn. Dam mag
zij meesmuilen van het ragfijn geknipte
ionge groen, slablaadjes, grasloppem em
wat de tijd verder ge©ft, mits droog. Hoe
wel bij de hier aangegeven behandeling
cle hen flink rood zal blijven, pakken
toch deze drie eerste weken haar orga
nisme sterk aan, ze is dan ook in ge
wicht afgenomen. Daarom laten w© haar
in de eerste dagen althans meesmuilen
van het heerlijke kuikemvoer, dat zal
toch de rekening niet maken en des te
eerder gaat ze weer aan den leg. Eet zij
fink en ziet men haar kalkdeelen gretig
opnemen, dan is de voorspelling niet al
te gewaagd, dat zij weer zal leggen voor
dat de kuikens zes weken oud zijn. Wat
achvoer met geweekt goed uitgeknepen
brood of gekookte rijst gemengd, brengt
haar spoedig weer op krachten en dat
mag ook door de kuikens verorberd wor
den.
Bij dat alles mag de kloek evenmin als
haar kuikens op een harden bodem zitten.
Onmiddellijk op het zand, maar niet op
een zielig dun laagje, doch op den vollen
grond, mits door en door droog en geheel
los, waarin de kloek dan haar lessen kan
geven in het kroelen en rollen. Deze
nuttige b ew egingen doen de kuikens dire et
na, hoewel ze dat toch zouden doen al
hadden ze het moederlijk voorbeeld niet.
Beweging hebben z© even hard brood-
nood ig als het beste voer!
Verder moeten kloek en kuikens vol
komen veilig zijin tegen aanranding van
hond or kat, zelfs houde men woelige
kinderen jiit hun omgeving. In haar ijver
om haar kuikens te verdedigen, zou de
gevederde mama wel domme dingen kun
nen uithalen, tot schade der jonge dier
tjes. De eerste dagen mag de ruimte
voor kloek cn .kuikens niet t© wijd, te
groot zijn, doch goed afgesloten. Later
bij het t)pgroeien vermeerdert men de
oppervlakte van hun terrein, dat onder
alle omstandigheden overdekt, althans ge
heel droog moet zijn.
ECHTE FRIESCHE
Verloochening der eigen taal.
Het „Vaderland" schrijft:
Eenigen tijd geleden werden de plannen
beleend gemaakt van het Nederlandsche
paviljoen op de tentoonstelling te Antwer
pen. Het bleek toen, dat de architect er
den naam van zijn land in 't Fransch had
opgezet. v
Wij achtten het niet noodig te protes
tearen; het spreekt toch immers vanzelf
zoo meenden wij, dat de bevoegde auto
riteit den architect wel zal terechtwijzen.
Thans blijkt echter, dat de regeering en
onze ministers, dat alle bevoegde autori
teiten en alle gezaghebbende politici he
zóó heel mooi vinden. Volgens d© laatste
foto van het in aanbouw zijnde paviljoen,
staat er nog steeds, in kolossale lettere
Pays-Bas. Nederland sch gebrek aan na
tionaal zelfgevoel neen! het gebrek
aan nationaal zelfgevoel van d© tegen
woordige heeren wordt zoo luid mo
gelijk uigeschreeuwd.
Er is niet alleen gebrek aan waar
digheid.
Er is ook een ongeoorloofde immen
ging in e:n binnenlandschcn strijd in een
buurstaat.
Wat toch is het geval? Sinds meer
dan vijftig jaren is het Nederlandsch
even goed als het Fransch een offici
eele taal in België. In verband met in
de historie gewortelde sociale toestanden
heeft het daar echter tot nog toe niel
evenveel prestige genoten als d© ander,
staatstaak Thans gaat dit veranderen. Na
minister Janson zal de minister-president
Ja spar juist vandaag in de Kamer komen
verklaren, hoe hij, als een goede Belg
tot een nieuw inzicht in de Vlaamsche
quaestie is gekomen. Een verheugend feit
voor het Nederlandsch© cultuurleven en
een belofte ook voor gemakkelijker ver
standhouding tusschen beide Staten in d©
toekomst.
M a ar nu komt de Nederland sche regee-
ring en schreeuwt in reusachtige blok
ROMA
lÏPBÉIPI
A B R!EK .A'J'fCPLiAK. C«OAi/A'C6/V
liefd zijn op dien belachelijken, klei
nen echtgenoot van haar".
Grant zweeg een oogenblik. In ge
wone omstandigheden zou hij gevoeld
hebben, dat het schijnbare gemis aan
tact van zijn gastvrouw inderdaad den
grootsten tact verried. Maar de din
gen, die zij niet wist, brandden in zijn
hoofd.
.,Ik heb Gertrude niet vaak ont
moet in Monte Carlo", zeide hij. „Haar
echtgenoot kwam onverwachts over,
en ik geloof, dat hij een heel ja-
loerschen aard heeft".
jSpreekt u over Gertrude von Diss?"
mengde een der dames aan de over
zijde van de tafel zich in het gesprek.
„Ik heb in de courant gelezen, dat
zij in Newport is, juist aangekomen
uit Europa".
De gastvrouw wendde zich vragend
tot Grant.
„Ik heb het ook hooren zeggen",
merkte deze op, „maar ik denk niet,
dat het waar kan zijn. Ik deed onder
zoek in New-York, maar niemand wist
daar iets van haar. Evenwel is het
een feit, dat, zooals ik dezen morgen
vernam, de vriend van haar man, Cor
nelius Blunn, die tegelijk met ons in
Monte Carlo was, twee dagen geleden
te New-York is geland. Misschien zijn
de Von Dissen met hem meegekomen".
Grant's gastheer fronste een oogen
blik het voorhoofd.
„Blunn schijnt heel wat vrienden
in dit land te hebben", merkte hij op.
„Hij schijnt de helft van zijn tijd te
gebruiken met heen en weer varen".
„Zijn tegenwoordig bezoek schijnt
toch wel een bepaalde reden te heb
ben", verklaarde Grant eenigszins
bitter.
„In welk opzicht?"
Grant was een oogenblik uit het
veld geslagen.
„U weet toch van dien nieuwen aan
koop van meneer Cornelius Blunn,
meneer", zeide hij.
„Ik heb niets gehoord", was het
ietwat ongeduldige antwoord.
„Dan vraag ik u verschoonïng, me
neer. Het zou het eerste zijn geweest,
dat ik u had medegedeeld, maar ik
kon niet denken, dat Gordon Mars
ham zoo zou hebben gehandeld, zon
der u er bericht van te geven".
„Wat heeft Gordon Marsham er
mee te maken?"
„Alleen dit, meneer", verklaarde
Grant. „Hij heeft de New-York ver
kocht aan Cornelius Blunn. Een ze
kere Pottinger is de nieuwe redac
teur. Stoneham's artikel, dat dezen
morgen zou verschijnen, en waarin
hij de uitnoodiging van het Pact toe
20 SO ct per ons
letters tegen <J©n Antwerpschen hemel uil:
Moi, je parle francais!
De Vlaamschgezinclen zullen zich er
geren en knarsetandend van een Neder-
iandsche lafheid spreken.
De felle franskiljons, waaronder men
ook steeds de annexionisten rekent, zullen
juichen enzich over een Nederland-
sche lafheid verheugen.
Die Belgische politici, die voor alles
goede staatsburgers zijn en weten, wat
nationale waardigheid is, zullen niet be
grijpen.
Dat vele Vlamingen een eeuw hun best
gedaan hebben om steeds een vreemde
taal te spreken, is in België algemeen
erkend als een der stigmata van sociale
minderwaardigheid; de knechten willen
doen zooals de herren. Nu de Vlamingen
het knechtenjuk afwijzen en zelf heeren
gaan worden, nu verheft de Nederlardsche
regeering het teekem harer onwaardigheid
te Antwerpen hoog in de lucht.
Het is niet alleen onwaardig.
Het is niet alleen ergerlijk.
Het is ook dom, aartsdom!
De heeren op het Plein en de heeren
op het Binnenhof, weten ze dan toch
waarlijk niets?
Er bestaat in België een revolutionaire
Vlaamsche actie, die onder zekere om
standigheden ernstig gevaar kon opleveren
voor Nederland.
Er is in Nederland een kleine kring,
die zich met dit revolutionair© element
verbonden heeft.
Meer dan een minister heeft reeds
verklaard, dat hij dit afkeurt. Maar juist
de regeering maakt die actie mogelijk
en versterkt ze door diaden als nu weer
deze onwaardigheid.
Er zullen zich zeer waarschijnlijk wel
Vlaamsch-nationalistische relletjes op de
tentoonstelling voordoen. Van een gezag
hebbende persoonlijkheid uit de kringen
der organisatoren van de tentoonstelling
werd ons zelfs gezegd: „dat is nu een
maal niet te vermijden en veel zal het
ook niet te beteekenen hebben". Inder
daad, met een beetje geld en veel fana
tisme is er altijd wel wat te maken en
België ligt nog niet te zieltoogen, omdat
men nu en dan de brandspuit moet richten
op een troepje jonge flaminganten.
Maar zal het prettig zijn voor Neder
land, als er ook een relletje komt tegen
de onwaardigheid van de regeering in
Den Haag?
Laat dit voorkomen worden!
Stamboek voor het Nederlandsch
T rekpaard.
De vereeniging Stamboek voor het Ne-
deriandsche Trekpaard Belgisch typ©,
heeft onder voorzitterschap van jhr. van
Vredemburch in Den Haag, haar alge
meen© vergadering gehouden.
ïn zijn openingsrede zeide de voorzit
ter, dat de hardnekkige malaise ook in
de paardenfokkerij onafgebroken voort
duurt. Het zou verkeerd zijn, de uitbrei-
Jnig van de motortractie aioen als hoofd
oorzaak daarvan te beschuldigen. Da
landbouw in zijn geheel doorleeft zeer
moeilijke tijden; het is sprekers overtui
ging, dat bij opleving van den landbouw
eon opbloei von den paardenhandel en
die paardenfokkerij zal plaats h bljöo,
Hoewel zelf gedurende 25 jaar automobi-
■ist en enthousiast voorstander van dit
vervoermiddel, meent spr. toch, dat het
paard in vele gevallen voor het vervoer op
juicht, is ïn stukjes gescheurd".
Grant's gastheer was meer ontsteld
dan gedurende den morgen.
„Marsham's handelwijze", verklaar
de hij, „is ongeloofelijk. Hij weet heel
goed, dat de New-York haast het or
gaan der regeering is geworden. Het
was feitelijk een gesubsidieerd dag
blad. Dat in het geheim en juist nu
te verkoopen aan een Duitsch-Ame
rikaan, zonder ons zelfs te waarschu
wen, is een vreemde handelwijze. U
weet zeker, dat u niet verkeerd ia
ingelicht, meneer Slattery?"
.Volkomen zeker", was het vaste
antwoord. „Die onbeleefdheid jegens u
kan alleen maar worden verklaard
door meneer Marsham's slechte ge
zondheid".
„Het is een heel ernstig geval", was
het antwoord. „De New-York was het
eenige groote Amerikaansche blad
een blad, dat als het er op aankwam,
alle minder beduidende belangen op
zij zette om de groote te bevorderen.
Een der redacteurs placht hier elke
week te komen. Ik heb hem altijd
het grootste vertrouwen geschonken".
.Hebt u Cornelius Blunn ooit ont
moet, meneer", vroeg Grant
(Wordt vervolgd).