I GLAS I DIPLOMATEN City Magazijn HEEREN BAAI N°. 11 Vrijdag 21 Januari 1950 117 Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel BioneDlaDd VAN LEERDAM Stadsnieuws ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes f2, buiten Goes f2,—. Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag', Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgave :Naamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross'Drukkers-en Uitgeversbedrijf I V.1 17 *1 't 17 in \Tr\ OA A rtAïroefid/4 ftk 1^Ajac* Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. Een onfortuinlijke motorrijder. De 21-jarige étaleur N. T. te Rot terdam heeft Woensdagavond met Zijn nieuwe motorfiets een proefrit onder nomen. In de Bloemstraat reed hij het trottoir op, raakte het stuur kwijt en kwam in botsing met een rijwiel, dat geheel vernield werd. Daarna reed de motorrijder den rijweg weer op, waar de 73-jarïge weduwe K. liep, die door den motor werd aangereden en met eenige lichte verwondingen door den G. G. D. naar huis werd gebracht. De politie gaf den étaleur last met zijn motor aan de hand deze naar een garage te brengen. De maat des onheils was echter nog niet vol. Om gemakkelijker te loopen zette de nieuwbakken motorrijder den motor aan, maar gaf daarbij vol gas, zoodat de motor opeens met volle vaart voor uitschoot, door den hollenden étaleur ternauwernood in evenwicht gehouden. Enkele meters verder liep de 23-jarige kleermaker G. S. met zijn moeder. De man werd door den motor tegen den grond geslingerd en bleef bewusteloos liggen. Met een hersenschudding, een hoofdwond en een gecompliceerde beenbreuk werd hij naar het zieken huis aan den Coolsïngel gebracht. Inmiddels had de motorfiets op eigen gelegenheid zijn noodlottigen weg voortgezet en beëindigd door te gen een stapel dakpannen op te loo pen. Zoowel de dakpannen als de mo torfiets zelf werden van dit besluit het slachtoffer. Het publiek was inmiddels zoozeer in toorn ontstoken, dat de étaleur van ongelukken een huis moest binnen vluchten om een pak slaag te ontloo- pen. De politie bracht hem vandaar onder afdoende bescherming naar het bureau waar proces-verbaal tegen hem werd opgemaakt. Wat er nog van de nieuwe motor fiets na dezen proefrit was overge bleven, is in beslag genomen. Nederland en België. De correspondent van de „N.R.Ct." te Brussel meldt: Naar ik uit de beste bron verneem, hebben tijdens de conferentie te's Gra- venhage, tusschen den Nederlandschen en Belgischen minister van Buiten landsche Zaken 'wisselingen van ge dachten plaats gehad betreffende den stand der tusschen de beide landen 50 FEUILLETON DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. I „Waarom?" vroeg zij ademloos. „Dat doet er niet toe. Maar behalve je jeugd heb je nog hersenen, en je bent een van de dapperste meisjes, l die ik ooit in moeilijke omstandighe den heb gezien. Denk maar niet, dat ik het vergeten ben, want dat is niet zoo". „Nonsens!" lachte zij. „En ik wil je dit zeggen", ging hij voort, het gelaat naar haar toe wen dend, zoodat zij plotseling bemerkte, dat hij in ernst sprak, en heel stil werd, „ik heb nog een half afgemaakt werk te verrichten, en hoe dat zal af loopen, weet ik niet. Het zal zes maanden duren, eer ik er mee klaar iben. Zoodra hef gedaan is, kom ik (terstond terug. En, Susan, ik wil niet weel zeggen, maar ik geloof niet, dat die jongens precies zullen worden, hangend gebleven vraagstukken. Op enkele détailpunten na blijkt men hef terrein der algemeenheden niet te hebben verlaten. Eén dezer détail- punten gold de kwestie der door den Gentschen handel verlangde nieuwe zeesluis te Terneuzen en de daarmede verband houdende gelijkstelling der Nederlandsche havens met de Belgi sche havens, voor wat de Belgische spoorwegtarieven betreft. Van beide zijden werd deze kwestie met welwil lendheid onder het oog gezien, maar van eenig tastbaar resultaat is alhier, te bevoegder plaatse, niets bekend. Ook in de Woensdag gehouden verga dering van de Kamer-commissie voor Buitenlandsche Zaken kwamen de Ne- derlandsch-Belgische betrekkingen bij de voorlezing van het verslag van den rapporteur, oudminister-presidenf prof. Poullet, over de begrooting voor 1930 even te berde. In dit verslag werd o.m. met voldoening nota geno men van de verklaring, door minister Hijmans onlangs gedaan, betreffende een geleidelijke verbetering der be trekkingen met Nederland. Op de so ciaal-democratische leden na die zich, om oppositioneele redenen, van stem ming onthielden, werd het verslag door de commissie goedgekeurd. Onbewaakte overwegen. Op den onbewaakten overweg bij wachtpost 4 bij het cadettenkamp on der de gemeente Teteringen, heeft Woensdagmorgen een ernstig ongeluk plaats gehad. Een man, die met zijn rijwiel den onbewaakten overweg wil de passeeren, werd door den trein, die te 8.12 uur te Breda moet aanko men, gegrepen en op slag gedood. Het lijk werd onherkenbaar verminkt. De man blijkt te zijn de 55-jarige M. E., gehuwd en vader van Zeven kinderen, wonende te Ginneken. De winter 1928—1929. De filiaal-inrichting te Amsterdam van het Kon. Ned. Meteorologisch In stituut, deelt aan het „Hbld." mede: Het menschelijk geheugen laat ons voor meteorologische bijzonderheden gewoonlijk in den steek. Wel weten wij, dat de winter 1928-1929 zeer streng is geweest, maar de verdeeling van de koude en vorst weet men niet meer en men kan dit ook niet meer weten. Het kan daarom welkom zijn nog een kort overzicht te krijgen. December 1928 ging bijna zonder vorst voorbij; van den lOden tot den 19den kwam eenige malen lichte vorst voor. Van 4 tot 18 Januari vroor het met een onderbreking van 13 tot 16, terwijl 't van 25 Jan. tot 5 Febr. overdag dooi de en 's nachts vroor. Van 6 tot 21 Febr. was het zeer koud den 9den kwam de temperatuur tot 5° C., maar van 9 tot 21 Febr. kwam de thermometer niet boven het vriespunt, wel zeer veel er onder. Van 21 Febr. tot 5 Maart was het afwisselend vorst en dooi met strenge tot matige vorst van 25 tot 28 Februari. De winter 1929—1930 is tot nu toe in Europa zeer mild; buitengewoon merk waardig is de groote positieve tempe- ratuurafwïjking te Haparanda, die van wat jij in het leven noodig hebt. Hef is vreeselijk zich een beetje te oud te gevoelen". Zij greep plotseling zijn hand. „Idioot!" fluisterde zij. „Je bent geen zier te oud. Ik zou niet met Bob by Lancaster willen trouwen, al was hij ook de laatste man op aarde." Zij keek hem aan met een verdach te vochtigheid in haar oogen. Haar mond trilde eenigszins. En toen ging het voorbij. Zij was weer geheel zich zelf slank, meisjesachtig, lief, met de vermetelheid van een kind en de stellige belofte van schoonheid als vrouw in haar teere meisjesfiguur. „Ik weef niet, of ik je vertrouwen kan, den Atlantischen Oceaan over te steken", lachte zij. „Hoe velen van de bemanning der „Grey Lady" heb je ontslagen?" „Niet een", erkende hij. „Ik heb hun allen vergiffenis geschonken. Je denkt toch niet, dat Blunn van plan is zich zelf en een paar roekelooze samenzweerders aan boord te smokke len, wel? Of dat hij daar een bom heeft neergelegd om mij in de lucht te blazen?" Zij schudde het hoofd. „Ik meen het half", zeïde zij na denkend, „als ik je openhartig beken, 23 Nov. tot heden gemiddeld 22 .5 C. be draagt, vermoedelijk een record-getal. Te veel geplakt aan zegels. De heer J. W. Niemeyer herinnert in „Het Kompas" aan de weigering van den Raad van Arbeid te Utrecht om restitutie te geven van hetgeen voor een werknemer te veel aan zegels was geplakt. Hij spreekt er zijn genoegen over uit thans te kunnen melden, dat de resti tutie ten slotte is verleend en zulks niettegenstaande de Raad van Arbeid te Utrecht eerst mededeelde: „dat bij beslissing van het Bestuur van den Raad van Arbeid te Utrecht, 9 April 1929, is bepaald, dat de dóór U in te hooge loonklasse geplakte rentezegels niet worden terugbetaald, aangezien de Invaliditeitswet geen bepalingen be vat, waarbij in het onderhavige geval restitutie toegelaten wordt". Nadat de Raad van Beroep te 's Gra- venhage een beroep op hef besluit van den Raad van Arbeid te Utrecht niet ontvankelijk had verklaard, werd de werkgever den len Nov. 1929 verrast door een brief van den Raad van Ar beid te Utrecht, waarin deze mede deelde „dat het Bestuur van den Raad van Arbeid te Utrecht zich tot den Minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid heeft gewend met het verzoek zijn meenïng te willen te kennen geven in zake de restitutïekwestïe. Thans heeft de Minister eene richt lijn opgesteld, waarnaar te handelen in overweging wordt gegeven, zoolang de Invaliditeitswet op dit punt niet is aangevuld". Waaraan was toegevoegd de mede- deeling dat de Raad van Arbeid be reid was de door den Minister gegeven richtlijn te volgen, doch dit in het be trokken geval alleen zou 'kunnen doen als het ingestelde beroep werd inge trokken. De werkgever heeft daarop geant woord, dat indien hieruit mocht wor den afgeleid dat wel restitutie zou worden verleend in gevallen met het zijne in overeenstemming er geen be zwaar zou zijn het beroep in te trek ken, immers: „dan is er een einde gekomen aan hetgeen hij gevoelde als een groote onbillijkheid tegenover vele burgers". Daarop gaf de Raad van Arbeid vol komen bevredigend antwoord. De restitutie is dus ten slotte ver leend en het fatsoen heeft het ge wonnen. De heer Niemeyer brengt een woord van waardeering tot den Minister voor zijn aangegeven richtlijn! Maar een woord van waarschuwing aan het pu bliek en vooral aan de Kamerleden waakt er voor dat bij wijziging der Invaliditeitswet niet wordt ingelaschf eene bepaling, waardoor het wel mo gelijk zal worden bij vergissing te veel betaalde bedragen te confiskeeren. Hoe de Conferentie bewaakt is. De Haagsche politie heeft actief deel genomen aan de Haagsche Conferen tie, schrijft het „Vad.". Niet alleen op dat ik het niet prettig vind je alleen te laten gaan. Jij, met je bezadigden middelbaren leeftijd, hebt soms toch wel een beetje toezicht noodig, weef je iemand met het gezonde ver stand der jeugd. Dat is echter maar een opvatting, denk ik. Ik wensch je geluk in Amerika, Grant". „Wil je mij ook een veiligen terug keer wenschen?" vroeg hij. Opnieuw zag zij hem aan. Hij wist, dat zij elkaar hadden begrepen, en voelde zich gerust. Dat waren niet de oogen van een kind. „Ja", antwoordde zij. „Ik hoop, dat je veilig en spoedig zult terugkeeren". Den volgenden morgen na tien uur woei de blauwe signaalvlag van den top van den mast der „Grey Lady" en de laafsten van een menigte ven ters verlieten het jacht. De gewone troep straatslijpers was op de pier om het vertrek te zien, en op de brug stonden Lord Yeovil en Grant te praten „Indien iets mij bekeeren kon tot uw alarmistisch gezichtspunt, Slafte- ry, dan zou Blunn's gedrag van gis teravond dat doen", erkende de eer ste na een vluchtig gesprek over de gebeurtenissen van den vorigen avond. „Ik begrijp nog niet, wat hij in zijn schild voerde". hef station en voor de hotels en op het Binnenhof, ook in het gebouw der Tweede Kamer waren wachtposten uit gezet om voor de veiligheid der bui tenlandsche gasten te waken. Het begon al bij de aankomst der heeren op de stations. Daar waren be halve de ge-uniformde ordebewakers verscheidene inspecteurs en recher cheurs in burger tusschen het publiek om ongunstige typen te verwijderen en verder in 't algemeen een oogje in het zeil te houden. Ook voor de ho tels stonden dag en nacht recher cheurs om den gaanden en komenden man te „bekijken", zooals dat in vak term heet. 's Nachts heeft verder voor het raam van een der Engelsche Ministers een agent van de hondenbrigade gesur veilleerd, omdat deze Minister juist voor zijn vertrek een dreigbrief had ontvangen. Verscheidene geruchten deden de ronde over propagandistische aansla gen, die op de conferentie zelve zou den worden gepleegd. Van een der Balkanstaten kwam een bericht bin nen, dat twee befaamde onruststo kers vertrokken waren, waarschijnlijk naar Den Haag. De bewaking der Conferentie zelve was breed opgezet. Het publiek zag alleen de agenten te voet en te paard, die er deels voor het verkeer, deels voor het tegenhouden van mogelijke demonstraties stonden. Maar de stille bewaking begon ook reeds op de sta tions. Daar stonden rechercheurs die de menschen weer „bekeken". Wan neer zij reizigers zagen, met wie na dere kennismaking om de een of an dere reden gewenscht leek, werd om legitimatie en connecties gevraagd, waarna dan verdere inlichtingen kon den worden ingewonnen. Dat men dan wel eens een nerveus zakenman voor een verdacht man hield spreekt van zelf. Deze controle eischte dan ook veel tact. Verder was de controle op de ho tels verscherpt. De lijst der gasten werd geregeld gecontroleerd en de na men werden nageslagen in het beken de ^register. Op het Binnenhof en in het Kamer gebouw bleef de bewaking door re chercheurs onder leiding van twee in specteurs dag en nacht gehandhaafd, om te voorkomen, dat kwaadwilligen zich in de gebouwen verborgen. Enkele gedelegeerden hadden om polïtie-bewaking op hun auto's ge vraagd. Italië en Frankrijk hadden een hoofdinspecteur en een sous-commis- sair meegebracht. Maar noch de Haagsche, noch de buitenlandsche politiemannen hebben behoeven in te grijpen. Gelukkig maar! De Z. L. M. Onder leiding van den voorzitter Mr. P. Dieleman, hield het Dag. Be stuur der Z. L. M. zijn gewone maan- delijksche vergadering. Aanwezig wa ren de heeren W. Kakebeeke, C. H. A. „Dat kan ik u zeggen", zeide Grant. „U zult een kopie van die speech over al in Amerika verspreid vinden. „Cor nelius Blunn, de groote scheepsmag- naat, heeft den Eersten Minister van Groot Brittannië te dineeren gevraagd om de uitnoodiging te vieren aan de Vereenigde Staten gericht om deel te nemen aan het Pact der Volkeren". Een dergelijk opschrift zult u in elke belangrijke courant zien verschijnen. Alles, wat hij zeide, zal woordelijk worden weergegeven. Het is een prach tige propaganda voor Duitschland". „Hij is mij te slim af geweest, vrees ik", was het eenigszins neerslachtige antwoord. „Dat doet er niet toe", troostte Grant hem. „Wij hebben toch de eer ste ronde gewonnen, en dat weet Blunn. Ondanks al zijn zorgvuldig ge spannen intriges om het te beletten, is Amerika toch uitgenoodïgd om zich bij het Pact der Volkeren te voegen. Nu moeten wij ons gereedmaken voor de tweede ronde. Wij zullen hevig moeten vechten om die uitnoodiging te doen aannemen. U volgt onze bin- nenlandsche politiek niet, meneer, ver onderstel ik". (,Hoe kan ik?" protesteerde Lord Yeovil. „Ik heb den geheelen tijd ECHTE FRIESCHE 20-50cf.perons («flk in 'honten'/i ponden en ponden) Ofrizaptltarli/utteüerfo pafyeü'E Stoutjesdijk, D. J. Dees, A. I. Leen- houts, C. Zwagerman, Ir. C. Stevens, A. W. v. d. Plassche, Ir. J. Siebenga, secretaris en A. Cappon, ambtenaar. De notulen van de vorige vergade ring werden na een kleine wijziging goedgekeurd. Hoofdbestuur. Van den Kring Schou wen en Duiveland was bericht inge komen, dat tot lid van het Hoofdbe stuur (vacature C. Blom) is benoemd de heer J. C. van Langeraad te Drei- schor, dat herbenoemd is tot plaats vervangend Hoofdbestuurslid de heer W. G. Boot, verder tot plaatsvervan gend Hoofdbestuurslid is benoemd (vacature H. C. v. d. Zande) de heer P. L. Krepel te Bruinisse, idem (va cature J. C. v. Langeraad) de heer J. Klompe te Serooskerke (Sch.). Aardappelafzet. Naar aanleiding van een verzoek van den Flakkeeschen Boerenbond om een bespreking over afzet aardappelen naar weidestreken bij te wonen, werd de secretaris ge machtigd deze bespreking bij te wo nen. Algemeen verwachtte men hier van niet veel. Alleen wanneer er mo gelijkheid is om een kwantum te dro gen of te vermalen zal een deel der groote voorraden kunnen worden op geruimd. Herhalen 7e leerjaar. Bij het K. N. L. C. zal worden aangedrongen, po gingen in het werk te stellen, dat ten aanzien van leerlingen, die de lagere landbouwscholen wenschen te bezoe ken, deze van het dubbel volgen van het 7e leerjaar worden vrijgesteld. Bouwverbod. Aan Ged. Staten zal geadviseerd worden om gemeentelijke verordeningen welke bepaalde soorten aardappelen van verbouw willen uit sluiten niet goed te keuren. Nederlandsche Landbouw Handels kamer. Op het verzoek van de Ne derlandsche Landbouw Handelska mer om voor f50,— lid te blijven werd voorloopig gunstig beschikt. Voor kennisgeving werd aangeno- zelf problemen genoeg op te lossen". „De opinie van den ontwikkelden en versfandigen burger der Vereenig de Staten over belangrijke onderwer pen", legde Grant uit, „is ongelukkig genoeg soms geheel anders dan de stem, welke hij uitbrengt. Dat is ons eenig gevaar. Cornelius Blunn en zijn vrienden weten heel goed, dat als Amerika de uitnoodiging van het Pact aanneemt, al die grootsche intriges, welke door Duitschland en zijn vrien den gesponnen en tot rijpheid ge bracht zijn, vergeefsch zullen zijn. De wereldvrede is dan voor een on- bepaalden tijd verzekerd. Duitsch land moet zijn wraakplannen opgeven. Japan moet genoegen nemen met de blijvende inferioriteit der gele rassen. Daarom zullen er in Amerika krach tige pogingen worden aangewend om het aannemen der uitnoodiging te be letten. „Dat kan ik wel gelooven", stemde Lord Yeovil toe. „De voorstander van vrede zal tegen DuitschAmerikaan- sche belangen en den invloed van Ja pan moeten vechten. Toch kan ik niet laten te denken, dat bij een kwestie als deze het gezonde verstand van het land zal zegevieren". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1930 | | pagina 1