DIPLOMATEN I EET SMAKELIJK I 8 Met Dufaé TAFELZILVER1 N° 141, Woensdag 27 November 1929 116 Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel. Buitenland LINTVELT's BAZAR Binnenland I Complete Cassettes Recbtszakeo, Lrand en Tuinbouw ABONNEMENT Prijs per kwartaal in Goes f2, buiten Goes f2,—. Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE a COURANT UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf -in T7 in xr_ ajj Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. GEORGES CLEMENCEAU. Op het afgelegen plekje, dat hij voor zich had uitgekozen, naast het graf van zijn vader, is Maandag Clemen- ceau begraven. In dit seizoen zijn in dit gedeelte van de Vendée de wegen veelal onbruikbaar, en een aantal boe ren waren heel den ochtend bezig ge weest om die, welke de auto's van den stoet te volgen hadden, althans eenigszins in orde te brengen. Niette min was het slechts met groote moei te, dat de automobielen het punt kon den bereiken, waar de baar wachtte om den grooten Franschman naar zijn laatste rustplaats te brengen. Het pu bliek was onverbiddelijk op een af stand gehouden, en slechts de enkele familieleden en vrienden, die uit Pa rijs waren medegekomen, woonden met den maire van het plaatsje de ter aardebestelling bij. Ooggetuigen onder de journalisten beschrijven het tooneel als van een tragische grootheid. Er woei een storm uit zee. De regen viel in stroomen neer, en het riviertje dat dicht langs den heuvel stroomt, waarop het dub bele graf gelegen is, was zóó gezwol len, dat het geruisch van het water alle andere geluiden overstemde. Zoo is, zonder eenig ceremonieel, zonder toespraken, zooals hij het gewild had, het overschot van Georges Clemenceau in de aarde neergelaten. Het graf, reeds eenigen tijd geleden gegraven, was gedeeltelijk met boomwortels ge vuld, die zooveel mogelijk ongerept gelaten werden, overeenkomstig Cle- menceau's stelregel: „laissez faire la nature". Het hulsel van den man, die zich tijdens zijn leven even krachtig en ruw getoond heeft als de natuur van zijn geboorteland, heeft hier een rustplaats gevonden, die hem waar dig is. Op het oogenblik van de begrafenis, twaalf uur 's middags, luidden te Pa rijs de klokken en donderden gerui- men tijd achtereen kanonschoten. In de Kamer en in den Parijschen gemeenteraad is de „vader van de overwinning" herdacht. In het Palais Bourbon brachten de voorzitter en de eerste minister Tardieu hulde aan den grooten parlementariër, en hun rede voeringen werden door de Kamerle den en door het publiek op de tri bunes staande aangehoord. Na afloop werd ten teeken van rouw de zitting verdaagd. In den gemeenteraad her dachten de voorzitter, de prefect van de Seine en de prefect van politie ach- Hoek Koningstraat - Magdalenastraat. SPECIAAL ADRES IN: GLAS. PORSELEIN EN AARDEWERK. 22 FEUILLETON DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. Blunn bleef staan in het voorbijgaan. „Bridge?" herhaalde hij met een gullen glimlach. „Heb ik iemand over bridge hooren praten?" „Meneer Blunn is er aan verslaafd", zeide Gertrude. „Grant, kom je mij gezelschap houden, of wil je heel gaarne spelen?" Hij stond onmiddellijk op en gaf bevelen aan den hofmeester, dien hij had gewenkt. „Ik zal u de kaartenkamer wijzen", stelde hij voor. „Er zijn spelers ge noeg zonder mij". Zij wandelden fezamen weg. Susan keek hen na met ineengeklemde han den. Plotseling bemerkte zij, dat Blunn's oogen op haar gericht waren. „Lady Susan en ik tegen twee van de anderen", stelde hij vroolijk voor. tereenvolgens den man, die langen tijd in dit besturend college zitting heeft gehad en wiens liefde niet minder uit ging naar de prachtige Fransche hoofd stad als naar de Vendée, zijn geboor teland. Ook hun redevoeringen werden staande aangehoord. De marmeren plaat, waarin de tekst gegraveerd staat van de wet van 17 November 1918, waarin verklaard wordt dat het leger, de regeering, Clemenceau en Foch zich verdienstelijk hebben gemaakt voor het vaderland, was met zwart krip omhaald Een verboden sluitzegel. De heer J. B. Th. Hugenholtz te Ammerstol, directeur der stichting Na tionale Vredesactie, heeft aan de le den der Tweede Kamer een afschrift gezonden van een door hem aan den directeur-generaal der posterijen, te legrafie en telefonie gericht bezwaar schrift. Daarin schrijft hij, dat hem vanwege de directie van het postkan toor te Schoonhoven werd meegedeeld dat het bij bijzonderen maatregel van het bestuur der posterijen voortaan verboden is, poststukken te verzenden, voorzien van sluitzegels, die op een of andere wijze tegen oorlog en mïlitai- risme getuigenis geven, gelijk de door genoemde stichting uitgegeven sluit zegel, voorstellende: door vrouwen handen afgeweerde bajonetten en voor zien van de woorden: Geen man en geen cent voor 'het militairisme en Christ avant tout. De heer Hugenholtz meent, tegen deze handeling ten sterk ste te moeten protesteeren. Vervalschingen. Naar de Haagsche Crt. verneemt, zouden door den bewindvoerder in de voorloopige surcéance van de met de Prov. Bankvereeniging nauw verbon den Effecten- en Handelsbank vrij ernstige onregelmatigheeden in de boe ken zijn ontdekt. Het vermoeden bestaat, dat de pro curatiehouder der bank, zekere K., (niet te verwarren met den directeur, wiens naam ook met een K. begint), in een tijdsverloop van 5 jaar verschil lende gefingeerde bedragen heeft ge boekt op de rekening van een gewezen cliënt der bank en de aldus verkre gen gelden ten eigen bate heeft aan gewend. Het onderzoek naar de juiste toe dracht der zaak wordt ten zeerste be moeilijkt door het feit, dat K. sinds eenige dagen voortvluchtig schijnt te zijn. Hij heeft begin vorige week Den Haag verlaten onder voorwendsel el ders te gaan solliciteeren, doch is niet meer teruggekeerd. Met goedvinden van de echtgenoote van K. heeft de bewindvoerder te zijnen huize een on derzoek ingesteld, waarbij eenige be schreven bladen uit de boeken der bank gevonden werden. In hoeverre deze bladen reeds op de ontdekte on regelmatigheden betrekking hebben, dan wel nog andere malversaties zijn gepleegd, is nog niet bekend. Op het oogenblik wordt echter een „Beknor mij maar gerust, als ik slecht speel, partner. Geen zwakheid. Onder steun mij zooveel u kunt, en wij zul len al het geld hier op het jacht win nen. Onder ons gezegd, ik heb een jacht bijna zoo groot als dit in de ha ven van Kiel liggen. Ik durf er geen gebruik van maken wegens de socia listen". „Socialisten!" herhaalde Lord Yeo vil. „Men hoort tegenwoordig nooit meer van hen". „Ze zijn allen naar Duitschland ge trokken", zeide Blunn. „Zij zijn als muizen zij gaan altijd op de vette kaas af. Zij zijn als een smet op onzen al te grooten voorspoed. Een „sans", partner. Dat wist ik. U hebt mij ge luk aangebracht. Ik zal alle slagen maken". HOOFDSTUK X. Gertrude's belangstelling in de inge wikkeldheden der zeevaartkunde ver flauwde terstond, toen zij zich met haar gastheer alleen bevond in de kaartenkamer. Zij zaten op rieten stoe len en zij luisterde niet naar zijn uit legging over de werking van het kom pas. „Beste Grant", lachte zij, „ik stel er niet het minste belang in, hoe je je uitgebreid onderzoek der boeken in gesteld. Het totaal bedrag der tot dusver vastgestelde vervalschingen zou ongeveer f 15.000 beloopen. nma B&ssbs wssmm (incl. roestvrije messen) vanaf I f 113,75. 25 JAAR GARANTIE. O I Betaling in gedeelten (ook in Indië).. Vraagt prijscourant en betalingscondities. N.V. DUBÉ TAFELZILVERFA- I BRIEKEN - SCHIEKADE 190 ROTTERDAM. Overal vertegenwoordigd. DUBÉ BON. Verzoeke geheel onverplicht toezending van: I* Geïllustreerde prijscourant. Zichtzending. Betalingscondities. Naam 9 Adres 9 Woonplaats I Doorhalen wat niet gewenscht I I wordt. ■■B ■1I11H mu Vaccinatie. Verschenen is de memorie van ant woord inzake het ontwerp tot verlen ging van den geldigheidsduur van tij delijke bepalingen betreffende de vac cinatie. Mocht het encephalitïsvraagstuk blij ken te zijn opgelost vóór den in het wetsontwerp genoemden datum, dan zal de minister bevorderen, dat de op schorting van den zijdelïngschen vac- cinatiedwang vóór dien datum beëin digd wordt. Verlenging van de opschorting is voorshands naar de meening van den minister noodzakelijk, omdat de feiten nog steeds aantoonen, dat de vaccina tie niet gevaarloos is. Dat het optreden en zich uitbreiden van variola (major of minor) hier te lande geweten zou moeten worden aan de omstandigheid, dat in den laatsten tijd de inenting op den achtergrond is geraakt, is een stelling, die zonder meer niet kan worden aanvaard. De regeering staat niet op het stand punt, dat, principieel, de zijdelingsche dwang voorgoed moet worden afge schaft. Zij is integendeel van meening dat zoodra de moeilijkheden over wonnen zijn, de vorige toestand weer moet intreden. Zoolang de vaccinatie in het eerste levensjaar niet met ze kerheid ongevaarlijk kan worden ge acht, is er reeds uit dien hoofde geen jacht bestuurt of in welke richting wij gaan. Wat ik werkelijk gaarne zou willen weten is, waarom je mijn hand niet vasthoudt?" „Ik moet mij wel bedwingen", ver zekerde hij haar. „Mijn kapitein is daar links van ons op de brug en mijn eerste stuurman rechts". „Waarom je ook een kamer hebt met al die dwaze raampjes, kan ik niet begrijpen", klaagde zij. „Ik ben dezen namiddag in een zeer genadige stem ming. Het was waarlijk heel lief van je, dit tochtje te bedenken en mij toe te staan Cornelius Blunn mee te bren gen. Hij was zeer verlangend Lord Yeovil te ontmoeten". „Ik vraag mij af, waarom?" merkte Grant op. „Hij schijnt een hekel te hebben aan politiek en ernstige zaken'' „Dat is zoo, maar hij houdt van menschen", legde zij uit. „Van man nen, en van vrouwen ook, wat dat betreft. Een nieuw type interesseert hem. Hij heeft meer vrienden dan eenig man, dien ik ken, en het aantal zijner vrouwelijke kennissen is schandelijk groot". „Hij lijkt een heel eenvoudig mensch te zijn. Ik zou nooit gedacht hebben, dat hij de Cornelius Blunn was, over wien men zooveel leest, de groote grond, de verplichte inenting van kin deren beneden het jaar te bevorderen. De douanebepalingen vormen geen belemmering voor den invoer vanbui- tenlandsche entstof. Volgens den minister komt voorts aan het Staatstoezicht een woord van lof toe voor de onverdroten inspan ning, die het zich in de zorgelijke da gen heeft getroost. Ook het verwijt, dat het Staatstoe zicht in zake de bereiding van de ent stof en de toepassing daarvan in ge breke zou zijn gebleven, is niet ge grond. Waar echter de werkzaamheden van het Staatstoezicht in de laatste jaren zeer zijn toegenomen, overweegt de minister de vraag, of voor dezen dienst de oude formatie van 5 inspecteurs, die wegens de noodzakelijke bezuini ging op 4 werd ingekrompen, moet worden hersteld. Voorts zegt de minister groote waar deering te hebben voor den ingespan nen arbeid van de Encephalïtiscom- missie. De minister wacht het advies van deze commissie af over de toepas sing van de voorschriften voor de vac cinatie, alvorens zijn houding ten deze te bepalen. De minister acht het ten slotte niet toelaatbaar, dat kinderen zonder toe stemming van de ouders worden ge vaccineerd. Of het feit zich te Rot terdam heeft voorgedaan, is hem niet bekend. Het ontslag van gouverneur Fruytier. Wij lezen in de „Rsb.": Hoewel de commissie Hoorweg, wel ke op last van de Regeering naar Cu racao is gezonden, nog niet terug is, heeft de Regeering zooals bekend is, na de besprekingen met Ir. Fruytier, gemeend den gouverneur in overwe ging te moeten geven, eervol ontslag aan te vragen, wijl de Regeering hef niet gewenscht vond, dat hij na het ge beurde naar Curacao terugkeerde. Naar wij vernamen, moet deze hou ding van de Regeerïng voornamelijk steunen op de overweging, dat de gou verneur verschillende bevelen aan zijn ondergeschikte ambtenaren heeft ge geven, om elk verzet achterwege te laten, op een moment, dat hij niet meer vrij was, om zelfstandige beslis singen te nemen. Het moet n.1. gebleken zijn, dat de gouverneur verschillende bevelen om geen verzet te plegen, heeft gegeven telefonisch en mondeling in het bij zijn van generaal Urbani, wiens ge vangene hij toen reeds was. De verde diging van den gouverneur, dat hij deze bevelen gaf, om Curacao vooreen bloedbad te sparen, kon deswege dan ook niet geaccepteerd worden. Wel is intusschen duidelijk vast ko men te staan, dat voor den gouver neur, die pas was opgetreden, verschil lende verontschuldigingen bestonden en hij inderdaad niet over voldoende middelen beschikte om een dergelijke aanval te voorkomen of af te slaan. Daarbij is ook gebleken, dat de gou verneur niet den steun van de zijde der militaire politie heeft gehad, als kapitalist, de speculant in het groot, de man, die zooveel groote onderne mingen bestuurt". „Meest praatjes van journalisten", merkte zij onverschillig op. „Hij heeft de meeste aandeelen in die onderne mingen door erfenis verkregen, maar hij neemt geen werkzaam aandeel in het bestuur er van. Ik ben benieuwd, wat Lord Yeovil dacht van zijn op merking, dat Amerika weer moest worden uitgenoodigd, om toe te tre den tot het Pact der Volken". Op Grant's gelaat stond de grootste onverschilligheid te lezen. „Ik heb er geen vermoeden van, wat Lord Yeovil's eigen meening omtrent die zaak is", bekende hij. „Wij pra ten zelden over politiek. Hoe kan een man als je vriend Blunn omgaan met politici van het soort van Prins Lu- trecht bijvoorbeeld?" „Wel, zij zijn geheel verschillend", zeide zij peinzend. „Lutrecht is een geboren staatsman. Hij behoort tot een geslacht van diplomaten. Hij zou nooit de ruime begrippen van Cor nelius Blunn kunnen hebben". „In die zaak van Amerika bijvoor beeld?" polste Grant. „Hoe zou ik daar iets van weten?' vroeg zij een beetje ongeduldig, „en van den officier-commandant van dit corps in die omstandigheden mocht worden verwacht. Het zal daarom, naar wij vernemen, zeer de vraag zijn, of aan den militai ren commandant wel eervol ontslag zal kunnen worden verleend en of zelfs geen krijgstuchtelijke maatrege len tegen hem zullen moeten worden getroffen. Wij vernamen ook nog, dat de com missie Hoorweg zelfs ernstig over weegt om den minister te adviseeren de militaire politie voor Curasao weer op te heffen, wijl dit instituut voor Curacao groote practische bezwaren heeft. In Curasao is men echter zeer aan deze militaire politie gehecht en zou men tegen opheffing zeer ernstige bezwaren maken. Politierechter te Middelburg. Geslagen en geschopt. J. V., 35 jaar, schipper te Wemel- dinge, werd ten laste gelegd dat hij op 30 October 1929 te Brouwershaven C. A. Mulder heeft geslagen en ge schopt. Eisch: f10 boete of 10 dagen hech tenis. Uitspraak: f10 boete of 10 dagen hechtenis. Geslagen. J. F. S., 25 jaar, schippersknecht Yerseke, werd beklaagd dat hij op 27 October 1929 te Hansweert heeft geslagen. Eisch: f10 boete of 10 dagen hech tenis. Uitspraakf 10 boete of 10 dagen hechtenis. Nederlandsch pootgoed in Frankrijk. Bij den handel in Nederl. pootaard- appelen in Frankrijk hebben de onre gelmatigheden thans een zóódanigen omvang aangenomen, dat de Fransche landbouw-pers daaraan herhaaldelijk mededeelingen wijdt. Bij de rechtbanken te Rouen, Char- tres en Blois zijn klachten terzake in gediend, terwijl de kwestie voorts in de vergaderingen van landbouw-orga- nisaties daar te lande wordt behan deld. Het Fransche ministerie van Landbouw heeft thans deze aangele genheid in handen genomen en een „Inspecteur du Service de la Répres- sion des Fraudes" (dienst voor het te gengaan van bedrog) belast met het instellen van een onderzoek. In verband hiermede heeft de Ne- derlandsche rijkslandbouwconsulent te Parijs, Ir. A. Sevenster, een uitvoerig artikel geplaatst in de daarvoor in aanmerking komende Fransche bla den, waarin hij nauwkeurig vermeldt, welke waarborgen in Nederland ver kregen kunnen worden door Fransche koopers, die door bevoegd te achten organisaties goedgekeurde Nederland- sche pootaardappelen wenschen te be trekken. waarom verspillen wij onzen tijd met over politiek te praten? Je bent lang zoo aardig niet, als je gisteren waart. Heb je niets belangrijkers te zeggen?" „En indien dat zoo is, wat zou het helpen?" Zijn toon was vol bitterheid, zijn blik zeker verwijtend. Zij boog zich naar hem toe en greep haastig zijn hand. „Kan ik het je niet een beetje ver goeden, Grant?" fluisterde zij. „Wensch je dat?" vroeg hij. „Dat geloof ik wel". „En dan teruggaan naar Berlijn?" „Wie weet?" zuchtte zij. „Jij zelf hebt het ondervonden, dat ik geheel naar opwellingen van het oogenblik handel. Als ik sterk genoeg voel, heb ik geen wil". Er werd op de deur geklopt. Een hofmeester bracht een op een stukje pa pier gekrabbelde boodschap. Grant las ze en knikte. „Wij doen beter naar beneden te gaan", zeide hij, zich tot Gertrude wendend. „De kapitein wenscht mij te raadplegen over den koers. Ik heb Lord Yeovil beloofd, dat hij om tien uur terug zal zijn. En later heb ik zelf een afspraak". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina 1