DIPLOMATE» STER-TABAK City Magazijn N° 150 Vrijdag 1 November 1929 110 Jaargang. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Het aanvaarden van konsekwenties. TIN. Sport. Koloniën ProVincienieaWs ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2,— buiten Goes f2, Verschijnt: Maandag-,Woensdag en Vrijdagavond. Afzonderlijke nummers 5 cent. GOESCHE UitgaveNaamlooz* Vennootschap Goeache Con-ast Telefoonnummer 17, 2» 17.30 Ne. 244 COURANT en Kleeswees Hou' Drukker»- w Uitgeversbedrijf gevestigd 1» Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct. per regel. Advertentiën werden aangenomen tof 12 uur voorm. Sterke persoonlijkheden, die zulks doen, en zwakke, die het laten; de beteekenis van het niet-overzien van de gevolgen eener han deling voor het individu en voor de gemeenschapeen regeering die in het tekort aan persoonlijkheid wil voorzien. Het zijn sterke persoonlijkheden, die met de daad, van welken aard ook, bereid zijn tot de aanvaarding van alle konsekwenties, welke uit deze daad mochten voortvloeien. Daar hef leven meer zwakke dan sterke persoonlijk heden baart, komt menigeen nog al eens door de onverwachte gevolgen van een handeling innerlijk, maar ook naar buiten, in groote moeilijkheden. Een voorbeeld hiervan treft men in den beruchten overval van Willemstad. De gouverneur, de heer 'Fruytier wensch- te de konsekwenties, verbonden aan de aanvaarding van zijn hoogen, maar verantwoordelijken post niet te onder gaan, hij gaf zich den vijand over, in- plaats van den dood boven de gevan genneming te verkiezen. Practisch moge voor zijn gedrag tal van veront schuldigingen aan te voeren zijn; the oretisch staat het evenwel vast dat zijn persoonlijkheid niet heeft beant woord aan de eischen welke het gou verneurschap van Curasao haar mocht stellen. Theoretisch toch geeft een gouverneur zich niet gevangen, even min als een beroeps-officier, als hij eindelijk in de gelegenheid wordt ge steld zijn waarde te bewijzen, tof desertie overgaat, en evenmin als een waakhond zich door inbrekers in hef kolenhok laat sluiten. In het dagelijksche leven ziet men echter meer reacties, afgestemd op de houding van gouverneur Fruytier, dan op die van de persoonlijkheid, in den aanvang van dit artikel genoemd. Er zijn maar weinig misdadigers, die na hun veroordeeling als volgt redenee ren: „Ik had twee kansen.... één van slagen en één van mislukken.... ik wist dit toen ik de misdaad be dreef de goede kans mis lukte.... 't is jammer, maar ik aan vaard die mislukking onvoorwaarde lijk hier zit ïk". De meesten daar entegen vallen van de eene vertwij feling in de andere, uiten zich op een wijze die maar al te gaarne door den mede-mensch voor berouw enz. wordt aangezien, kortom ze missen STEEDS EEN FIJN SORTIMENT. 10 FEUILLETON DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. „Baron Naga!" herhaalde de Eerste Minister verwonderd. „Op dit uur van den avond!" „Hij schijnt regelrecht van Nizza te zijn gekomen", zeide de jongeman. „Ik zal hem gaarne ontvangen natuurlijk niet officieel. Maar wat ter wereld drijft hem daartoe?" „Zijn Excellentie heeft mij niets daarvan gezegd, meneer". „Je kunt hem binnenlaten", beval Lord Yeovil. „Zeg hem, dat ik hef mij gemakkelijk heb gemaakt en een rustigen avond doorbreng". Baron Naga zelf beschouwde dit be zoek blijkbaar ook niet als officieel. Hij had zich niet verkleed en droeg de gekleede jas en donkere broek, waarin hij gewoonlijk verscheen op de zittingen van de Conferentie. Zijn gelaatskleur was altijd meer bleek dan geel, maar dezen avond was ze be paald doodsbleek. Zijn formeele bui ging, voordat hij naderkwam om Lord Yeovil de hand te reiken, was on zeker. Een man van een ander ras en den moed de konsekwenties van hun daad op zich te nemen. Vermoedelijk hebben zij deze vóór het bedrijven van de daad niet eens overzien, hetzij uit gebrek aan moed, hetzij door gemis aan inzicht; misschien zelfs door het geloof aan eigen geluk bij ieder gokje. We wezen hier op den misdadiger, omdat de gevolgen van een misdaad op het leven van den dader bijna al tijd hoogst belangrijk werken, en om dat men daarom dus theoretisch zou mogen verwachten dat zij intensiever gewikt en gewogen werden dan in de praktijk het geval blijkt te zijn. Voor het individu minder verstrekkende handelingen dan misdaden zijn ge schikt om aan te toonen dat de mensch- heid im groszen ganzen mank pleegt te gaan aan een tekort aan persoon lijkheid, hetgeen in veel gevallen weer verband houdt met gemis aan ver antwoordelijkheid. B.v.! Een kind weigert een opdracht uit te voeren, hoewel het weet, dat deze weigering een pak rammel be- teekent. Volgt dit ook, dan is Leiden in last. Volgt het door inkonsekwen- fie van de opvoeders niet, dan heeft het kind geen houvast meer aan zijn gevolgtrekkingen. Uitvloeisel: de eer ste stappen op den weg der kansbe rekening zonder voorafgaande overwe ging van gevolgen. Iemand weet dat een zekere hande ling ten opzichte van een vriend tof verbreking der vriendschap zal lei den. Hij laat de handeling niet na, met de vriendschap raakt het inder daad uit, doch hij wil zich zelve niet bekennen dat hij de oorzaak is, en hij tracht door nevenhandelingen de kon sekwenties van de eerste, oorzakelijke daad ongedaan te maken. Een meisje van goeden huize trouwt een man, die in ontwikkeling en in standing ver beneden haar staat. In dien zij vóór het huwelijk alle kon sekwenties overwogen en aanvaard had, zou het na eenige jaren niet op een algeheele desillusie uitgeloopen zijn, en zou twee menschen veel leed gespaard zijn gebleven. Laten we na deze paar voorbeelden, die nog naar een minimaal stukje van de onderhavige materie tot zich trek ken, aandacht wijden aan hef uitvloei sel van een typisch tekort aan „aan vaarding van gevolgen" van dezen tijd, dat zelfs een regeering tof het nemen van maatregelen inspireerde. We be doelen de verzekering, en wel speciaal de verzekering van automobilisten te gen derden, welks verplicht stelling andere gewoonten zou men misschien van dronkenschap hebben verdacht. „Waarde Baron!" zeide Lord Yeo vil op gastvrijen toon. „Dit is heel vriendelijk van u. Ik hoop, dat u mij tjecn slechte tijdingen brengt. Neem plaats, als 'f u blieft, noodigde hij uit. De Gezant liet zich neervallen in een armstoel. Hij was blijkbaar ziek. „Ik ben u zeer verplicht, meneer, dat u mij op dit late uur wilt ontvan gen", zeide hij. „Mijn boodschap is tamelijk gewichtig. Ik ben gekomen om u in de eerste plaats aan te kon digen, dat mijn Keizerlijke Meester mijn aanvrage om ontslag uit de zeer eervolle betrekking van Gezant in Groot-Brittannië en vertegenwoordiger van Japan bij het Pact der Volken heeft aangenomen. Ik zal derhalve morgen de Vergadering niet bijwonen". „God zegen mij!" riep Lord Yeovil uit. „Het spijt mij zeer dat te hooren". „Heel vriendelijk van u, mylord", was het zenuwachtige antwoord. „Ba ron Katina is op weg van Berlijn om mijn plaats bij hef Pact der Volken in te nemen en Graaf Itash is reeds hier, voor het geval er dringende za ken mochten zijn. Mijn Keizerlijke Meester heeft geloof ik nog niet zijn wenschen te kennen gegeven betref fende mijn opvolger te St. James". „Maar, beste Baron, dat is een vree- selïjke tijding!" zeide Lord Yeovil. „En ook geheel onverwacht. Indien u mij toestaat hef te zeggen, is er nie mand, met wien het prettiger was te bij de Engelsche regeering in over weging is. Het aantal autobezitters in de ge- heele wereld is groeiende. Dat is be grijpelijk; de auto verschaft vele ge makken en de prijzen van auto's zijn reeds in het bereik van talloozen. Zelfs een niet-kapitaalkrachfige ïs hef door het afbetalingssysteem mogelijk gemaakt zich een auto aan te schaffen. Niet iedereen die bezitter van een auto is geworden aanvaardt daarmede alle konsekwenties welke aan dit bezit verbonden zijn. Hij verzuimt b.v. eventueele schade aan derden, tegelijk met zijn fonkelnieuwen wagen te over zien. Het kan gebeuren dat een auto bezitter iemand aanrijdt, tengevolge waarvan deze levenslang invalide zal blijven, en dat deze invalide een groote schadevergoeding van den autobezit ter eischt. Is deze auto-man heel rijk dan zal den eischer de schade-vergoe ding geworden. Is hij niet kapitaal krachtig, dan kan de auto-bezitter niet aan den eisch voldoen, (en dan blijft de invalide' zonder de vergoeding, waarop hij ook moreel recht had,) tenzij hij zich verzekerd had tegen derden. Vele automobilisten zijn tegen derden verzekerd, omdat zij alle kon sekwenties van hef auto-rijden willen aanvaarden, groofer evenwel is het aan tal hunner die zulks naliet, hetzij uit zorgloosheid, hetzij op enkele an dere overwegingen, hierboven in een eerder besproken categorie nader aangeduid. Tegen de anti-konsekwenfie-automo- bilisten nu wil de Engelsche regee ring het publiek finanfieel veilig «tel len door de verzekering tegen derden tot een verplichting te maken. Zij wil dus bij het individu voor een zeker geval de persoonlijkheid ontwikkelen, het verantwoordelijkheidsbesef aan- kweeken, waar deze eigenschappen ontbraken of te kort schoten. We juichen dit toe, hoewel het voornemen der Engelsche overheid doet denken aan een ingrijpen in de persoonlijke vrijheid, die ons zeer lief is. Bij nader inzien wordt de ver plichte verzekering evenwel de belem mering van een misbruik der persoon lijke vrijheid, een misbruik dat zeer ellendige gevolgen kan hebben, en daarom uit den booze is. Men kan de verplichte verzekering tegen derden vergelijken met de verplichting na te laten een vuurwapen te dragen. In ons land, waar allerlei maatrege len dér overheid als paddestoelen uit den grond rijzen, maar dat desniette min in Europa als vrij achterlijk wordt beschouwd, ïs, voor zoover ons bekend de hier bedoelde verzekering nog niet bij de regeering aanhangig gemaakt. Laten we hopen dat het spoedig daartoe komen zal, opdat iedere Ne- derlandsche automobilist in staat zal zijn ten alle tijde de finantieele kon sekwenties van het auto-rijden op zich te nemen. werken en wiens trouwen steun ge durende de gehouden bijeenkomsten van het Pact ik meer heb gewaar deerd". „U is heel vriendelijk, Lord Yeo vil, heel beleefd", herhaalde de be zoeker op peinzenden toon. „Het ge val heeft zich echter voorgedaan, dat ik in een zeer gewichtige zaak niet kon handelen volgens de wenschen en de politiek van degenen, in wier handen het lot van mijn vaderland berust. Het is een zeer groot verdriet voor mij". „Dat zal het zeker zijn", stemde de Eerste Minister toe, zijn bezoeker op lettend gadeslaande. „U hebt mij heel nieuwsgierig gemaakt. Ik was mij er niet van bewust, dat er nu over een staatkundige kwestie werd beraad slaagd, die aanleiding zou kunnen ge ven tot zulk een uiteenloopend ver schil in gevoelen". „Het ergste van de zaak komt nog", ging Baron Naga ernstig voort. „In het belang van mijn land ben ik hier om zijn vertrouwen te schenden. Ik zal u, meneer, in het bezit stellen van eenige inlichtingen, welke u, als Pre sident van het Pact der Volken dient te weten. Daarna zult u niets meer van mij hooren. Het is voor het heil van Japan en mijn volk maar op dit oogenblik zijn de woorden, welke ik moet spreken, een verraad endaar- voor moet ik boeten". Lord Yeovil was zeer geschokt.- Er was iets in de houding en het voor U/crerrtfe ireojr 'fyc/*/ VOETBAL. Zuidelijke le klasse N. V. B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: RoermondM. V. V. Wilhelmïna—Eindhoven. L. O. N. G. A.—N. O. A. D. Zuidelijke 2e klasse A N.V.B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: MiddelburgBredania. Vlissingen—Breda. R. B. C.Dongen. M. E. V. O.Velocitas. D. O. S. K. O.T. A. C. Zuidelijke 5e klasse A N.V.B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: HulstMiddelburg II. ZierikzeeTerneuzen. WalcherenVlissingen IL Zuidelijke 5e klasse B N.V.B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: H. E. R. O.De Muggen. H. K. I.—Boeimeer. Pokken-epidemie. Op de Sangir-eilanden is een pok ken-epidemie uitgebroken. Het eerste van 't daar ontvangen rapport maakt melding van vermoedelijk Ï50 geval len. Een geneeskundige is met de „Zwaluw" er heen vertrokken. Hij heeft materiaal meegenomen voor een inenting op groote schaal. Vlieg-ongeluk. Woensdagmorgen om 10 uur is op de reede te Soerabaja het Fairey- vliegtuig „F 2", bestuurd door den officier-vlieger der 2e klasse Stemme rik en met als passagier den korpo raal-vliegtuigmaker "Willemse, bij het maken van een bocht van een hoogte van 100 M. afgegleden en in het wa komen van zijn bezoeker, dat boven zijn begrip ging. „Maar, waarde Baron", begon hij. De Gezant schoof onrustig heen en weer in zijn stoel. Er waren blauwe kringen onder zijn oogen. Het was meer dan ooit duidelijk, dat hij heel ziek was. „Duizendmaal vergeving", viel hij hem zacht in de reden, „maar ik heb misschien de werking onderschat ik ben zwakker dan sommigen van mijn leeftijd luister, ïk smeek het u!" Lord Yeovil ging haastig naar het buffet en schonk een glas cognac in. „Wees maar bedaard, Baron", smeek te hij. „U kunt mij aanstonds alles vertellen, wat u wilt. Ik ben altijd tot uw dienst. Drink dit als 't u blieft". Baron Naga greep naar het glas, greep naar zijn keel. Hij deed een krachtige poging om te spreken. Zijn woorden waren echter haast onver staanbaar. „Katina en Lutrecht Ame rika het begin het groote plan Itash weet het God mijner va deren!" Het glas viel uit zijn handen. Zijn hoofd zakte voorover. Lord Yeovil vloog naar de bel. „Telefoneer om een dokter", beval hij den hofmeester, 'die binnenkwam. „Baron Naga is ziek". Maar Baron Naga was niet langer ziek. Meester en knecht beiden wis ten de waarheid, toen zij neerzagen op de ineengedoken gestalte in den stoel. ter gestort. De beide inzittenden wer den licht gewond. Het vliegtuig ïs groofendeels vernield. Polder- en waterschapsbesturen. Bij Kon. besluit zijn benoemd in de provincie Zeeland: a. met ingang van 1 Nov. 1929, tot heemraad van hef waterschap Schouwen, C. J. Boogerd te Zierikzee; b. tot gezworene van den polder Oosteren-ban-van-Schouwen C. J. Kooman te Renesse; c. met ingang van 22 Nov. 1929 tot dijkgraaf van hef waterschap Kruiningen A, J. Linden- bergh te Kruiningen; d. met ingang vaii 1 Nov. 1929, tot lid van het be stuur der waferkeering* van den cala- initeuzen Nieuwe Neuzenpolder L. Moens Pzn. te Neuzen; e. tot dijk graaf van den Noord-Kraaijertpolder G. de Jager te 's Heer Arendskerke. 's HEER ARENDSKERKE. In de Woensdagmiddag onder voorzitter schap van den burgemeester gehou den raadsvergadering, die door alle leden werd bijgewoond, werd beslo ten de boomen, staande aan den Pa rallelweg bij het stafion 's H. Arends kerke, te rooien. Verder werd beslo ten de woning staande te Nieuwdorp kadastraal bekend Sectie D no. Ó22 en plaatselijk gemerkt wijk G no. 42 onbewoonbaar te verklaren. Tot on derwijzer aan de openb. lagere school te Nieuwdorp, werd met 6 stemmen benoemd de heer B. van de Reepc, no. 1 van de voordracht, terwijl op den heer P. 'C. J. Smith, no, 2 van dc voordracht, 4 stemmen en op den heer C. A. A. Kouman, no. 3 van de voor dracht, 1 stem werd uitgebracht. KRABBENDIJKE. Dinsdagavond ver gaderde de veilingsvereeniging „E. M. M." alhier met een aantal uientelers om te komen tot het veilen van uien onder het merk van hef Uitvoer Cen traal Bureau. Aangeschaft zal moe ten worden een sorteermachine en een sorteerlokaal. Door den heer Curiël, warm voorstander van het veilen, werd voorloopig zijn schuur beschik baar gesteld en hij is ook bereid een sorteermachine aan te koopen om zoo doende de uien onder controle van de veiling klaar te maken voor het U. C. B.-merk. Provisioneel was er 11000 H.L. opgegeven. Wanneer er 25000 HOOFDSTUK V. Er is een bijgebouwtje van de Bar in de Speelclub, waar gewoonlijk een beetje wordt geflirt. Grant, die tegen middernacht binnenkwam om een whis ky en soda te drinken, bleef als in den grond geworteld staan bij het zien van Gertrude en Arthur, met de hoofden dicht bij elkaar en de jonge man blijkbaar geheel onder haar betoovering. Hij sloeg hen gade met een gefronst gelaat. Plotseling voelde hij een tikje op zijn arm. Susan stond naast hem. Haar stem was even vroo- lijk als gewoonlijk, maar zij zag er bleek en eenigszins vermoeid uit. „Schandelijk, nietwaar?" riep zij uit. „Wij zijn geheel verlaten. Ik vrees, dat Arthur's hoofd volkomen op hol is". „Hij is een dwaasverklaarde Grant. Zij zag hem ietwat peinzend aan. „Geef je er zooveel om?" „Ik geef er om, omdat Hij bleef steken in zijn woorden. Het was toch beter zijn bijzondere kennis van Gertrude's karakter voor loopig voor zich zelf te houden. „Wel, ik vind het niet prettig, dat hij zich zoo dwaas aanstelt", ging hij een beetje onhandig voort „De Prin ses is een getrouwde, vrouw en heeft een jaloerschen echtgenoot. Zij is ook een erge coquette". „Wij wilden nu weggaan", kondigde zij aan. „Wat moe ten wij met Arthur doen?" „Ik zal het hem gaan zeggen, zoo dra je klaar bent", bood Grant aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina 1