DIPLOMATE» N° 125. Maandag 21 October 1929 116* Jaargang Binnenland Rechtszaken. Koloniën ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2,— buiten Goes f2, Verschijnt: Maandag-,Woensdag en Vrijdagavond. Afzonderlijke nummers 5 cent OOESCHE i COURANT UitgaveNaamlooze Vennootschap Goeadta Ccarant i||p§pip§) en Kleenweoe A Koes' Drukken- en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentiën wordtin aangenomen tot 12 uur voorin. Een gefantaseerde berooving. Dezer dagen hebben wij gemeld, dat in de Heezer bosschen de aannemer G. uit Asten door een onbekend in dividu op brutale wijze werd aange rand. Een heftig gevecht ontstond, waarbij van het mes gebruik werd ge maakt. Thans is uit het polifie-onder- zoek gebleken, dat de man dit verhaal geheel gefantaseerd had, zoodat dit muisje voor hem nog wel een staartje zal hebben. Radio-felefoonverkeer met Indië. Met ingang van heden wordt bij wijze van proef de gelegenheid open gesteld, in het telefoonverkeer met Indië de gesprekken te Amsterdam te voeren via het gewone abonnétoe stel ten huize van den gene, voorwien hef gesprek bestemd is. In de regeling van aanvraag en afwikkeling van de gesprekken wordt geen wijziging ge bracht. Extrakosten zijn voor een „huis"-gesprek niet verschuldigd. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het hier een proefneming geldt; indien ze niet aan de verwachting be antwoordt, zal ze worden gestaakt. Binnenkort zullen voorts nog spreek cellen in gebruik worden gesteld op de goederenbeurs en de effectenbeurs te Amsterdam. De Belgische compensatie- bijslag. Op de vragen van het lid der Twee de Kamer den heer Krijger betreffen de de wijze van uitvoering door de Belgische regeering op Nederlandsch gebied van een Belgischen maatregel van bestuur inzake het verleenen van een z.g. „compensatie-bijslag" voor scheepsvracht uit Duitschland, be stemd voor Antwerpen, hebben de ministers van waterstaat en van buï- fenlandsche zaken geantwoord: Ter verkrijging van den z.g. „com pensatie-bijslag", welke sedert kort door België wordt toegekend voor la dingen, welke langs de Zeeschelde of het kanaal van Terneuzen uit Belgi sche havens worden vervoerd naar plaatsen aan den Rijn boven Emme rik, benevens aan zijn zijrivieren en aangesloten kanalen, moeten deschip pers aan boord hebben een volgens vastgesteld model opgemaakte verkla ring, welke aan de foezichtposten te Hansweert en te Ruhrort ter visee ring moet worden aangeboden. De vice-consul van België te Hansweert plaatst een aanteekening op de verkla ring, waaruit volgt, daf hef schip Hans weert is gepasseerd, zulks nadat hem is gebleken, dat de lading, welke op de verklaring is vermeld, overeenstemt met die van het cognossement. Tusschen de Nederlandsche en Bel FEUILLETON DOOR E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van M. HELLEMA. Hij zag haar aan als iemand, die naar wijze woorden luistert. In wer kelijkheid was hij het, die zich aan paste. „Daar ben ik niet zoo zeker van", zeide hij nadenkend. „Ik vraag mij soms af, of het geheele volk niet is veranderd, of de oorlog hen niet heeft genezen van hun pocherij en ver waandheid, of het tegenwoordig ge slacht niet een andere en minder aan- stootelijke wijze van beschouwing heeft verworven". „Geloof je dat werkelijk?" vroeg zij. „Ik raad er slechts naar", antwoord de hij. „Om te beginnen, er is een groote verandering in je aristocfratie. Neem den jongen Prins Frederik bij voorbeeld. Iedereen zegt, dat hij zich den fegenwoordigen Koning Edward VIII van Engeland tot voorbeeld heeft gekozen, n.l. zooals deze was als jon geling van twintig jaar. Alle oudere staatslieden zeggen, dat hij de popu lairste jonge man in de beschaafde wereld was, bescheiden, democratisch, V^^joAcers/ Dubbel is het genot met Wybert-tabletten, de keel is tegen ontsteking be veiligd, de adem zuiver! gische regeeringen is ter zake geen overleg gepleegd. Alastrim echte pokken. In de verslagen en mededeelingen betreffende de Volksgezondheid wordt het rapport gepubliceerd, dat door prof. Kuenen, dr. J. Kuiper en prof. Van Loghem aan den voorzitter van den Gezondheidsraad is uitgebracht omtrent den aard van de epidemie, welke in ons land, voornamelijk te Rotterdam en Delft, heerscht en aan geduid wordt als alastrim. Samenvattend geeft de commissie als haar meening: le. De thans in Nederland heer- schende, te Rotterdam het eerst her kende en officieel als alastrim beti telde ziekte is variola. 2e. De meeste der te Delft als alastrim aangegeven gevallen moeten buiten beschouwing blijven. 3e. Aan invoering van eenigerlei vorm van gedwongen vaccinatie valt wegens hef encephalifisgevaar niet te denken. 4e. Nauwkeurige en geregelde in lichting door de inspectie omtrent de met voldoende zekerheid vastgestelde gevallen is noodig om plaatselijk aan de geneeskundigen hun standpunt ten aanzien van het af- en aanraden van vaccinatie mogelijk te maken. 5e. Een lid der commissie wenscht hef Koninklijk besluit onveranderd te handhaven, zoodaf de thans heer schende ziekte onder de A-groep van de nieuwe wet valt. De twee andere leden wenschen variola voorloopig in de B-groep te plaatsen, onder beding dat overal waar de middelen tot ver pleging en ofzondering dit plaatselijk veroorloven, de B-bepalingen, overeen komstig het bepaalde in de wet en op last der regeering, tot het A-peil worden opgevoerd. Deze leden geven dus herziening van het Koninklijk besluit in overweging. Het Hellegat. In de socialistische „Peuple" van Vrijdagavond deelt oud-minister Huys- mans bijzonderheden mee over een studie-reisje, door enkele leiders der Antwerpsche socialistische federatie ondernomen naar het Hellegat, ten einde zich te vergewissen van den toe stand van den vaarweg van Antwerpen naar Dordrecht. De heer Huysmans, wethouder De Bruyn, de Kamerleden Bouchery en Van Hoeylandt, senator Longville en het gemeenteraadslid innemend. Dat zijn geen Teutonische hoedanigheden, zooals je weet, maar je Prins Frederik ontwikkelt ze zeker". „Het verwondert mij", mompelde zij. „Zeg mij eens, hoe je zelf denkt over de landslieden van je echtge noot?" ging hij voort, op den man af. .Houd je van hen of niet? En, waf meer beteekent, geloof je in hen of niet?" G Zij keek ietwat zenuwachtig om zich heen. De Speelzalen waren vol men- schen, maar het hoekje, waar zijston den, was nog veilig. ,Mijn vriend", zeide zij vertrouwe lijk, „ik ben een eenvoudige vrouw en geen zielkundige. Ik woon te midden der Duitschers. Ik heb geen hekel aan hen, zooals ik zeker zou hebben gehad aan de Duitschers van dertig jaar geleden, maar ik begrijp hen niet. Je moet in het oog houden, dat ik natuurlijk niets weet van de Duit schers, die voor den oorlog van ne gentienhonderd veertien hun land tot het meest gehate der wereld maak ten. Ik was nog niet eens geboren, toen de Vrede te Versailles getee- kend werd. De Duitscher van die da gen is wat mij betreft evenzeer uit gestorven als de dood!" ,Zoo hij al niet uitgestorven is", zeide Grant, „hij vertoont zich ten minste niet meer openlijk". „Hij heeft misschien geleerd zich in een schaapsvel te kleeden, „veronder stelde zij. „Je zult mij niet kunnen overhalen een woord ten voor- of na- Joostens namen aan dit reisje deel. De heer Huysmans zegt, dat hij te Hansweert, waar het schip, waarop hij zich bevond, een uur voor de slui zen moest blijven liggen, den indruk kreeg, dat het moeilijk valt te bewe ren, dat Nederland aldaar met de ont wikkeling van de scheepvaart is mede- gegaan. De tonnemaaf der schepen is toegenomen, maar het kanaal is ge bleven zooals het was. De sluizen zijn zelfs vrij oud; men zou zich in het midden der 19e eeuw wanen. Van het Hellegat zegt de heer Huysmans, dat hef werkelijk een gevaarlijk vaar water is. Het Nederlandsche voorstel tot verzekering van een nieuwen wa terweg tusschen Bath enDintelsas acht hij niet gelukkig. Wij hebben den in druk gekregen, aldus schrijft hij ver der, dat het Nederlandsche voorstel, aan hetwelk men de beteekenis van een compromis heeft gegeven, onver dedigbaar is. De toegangspoort is niets waard, en in plaats van het Hellegat te ontwijken, valt men er midden in. Indien het mij toegelaten is, zoo zegt de heer Huysmans tot besluit, onze meening vrij uit te spreken, dan moet ik wel zeggen, dat wij duidelijk den indruk kregen, dat men ons voor den aap houdt. Het gebruik van vliegtuigen bij de politie. De K. L. M. heeft op verzoek van de politie luchtfoto's gemaakt van hef terrein in den Blijdorppolder, waarde vorige week Woensdagavond een tien jarig meisje is vermoord. Dit wasvoor deeerste maal in Nederland dat het vliegtuig bij een politioneel onderzoek hulp komt verleenen. De heer E. W. Beekman, dezelfde, die met twee col lega's is belast met het onderzoek in deze moordzaak, heeft van het ge bruik van vliegtuigen bij de politie al jaren geleden een studie gemaakt en de resultaten neergelegd in een ar tikel, dat in enkele poiitietïjdschrif- ten is verschenen. Italiaansch ingenieur voor de Amsterdamsche rechtbank. Wegens schuldmisdrijf heeft voorde Amsterdamsche rechtbank terechtge staan de 29-jarige Italiaansche inge nieur R. T. Verdachte is op 25 Juni 1.1. te on geveer half vier namiddags, als be stuurder van een Bugatti-auto op den Haarlemmerweg tusschen Amsterdam en Halfweg met een vaart van 95 K.M. gereden tegen een voor hem rijdende Studebaker, tengevolge waarvan de Italiaan M. Lenassi uit verdachte's auto werd geslingerd en verschillende verwondingen bekwam, waaraan hij kort daarop is overleden. Volgens de dagvaarding is het on deele te zeggen van die menschen, welke ik beken niet te begrijpen. Indien je werkelijk meer van hen zoudt wil len weten", ging zij voort, „zullen wij het dan den eenige vragen, die het be hoort te weten? Heb je'Prins Lutrechf ooit ontmoet?" „Nooit", antwoordde Grant. „Ik weet natuurlijk wel iets van hem, en ik heb Lord Yeovil den laatsfen tijd herhaaldelijk over hem hooren spre ken. Zij ontmoeten elkaar natuurlijk dagelijks te Nizza". „Ik zal je voorstellen", beloofde zij. Je zult hem een heel interessante en innemende persoonlijkheid vinden, en, als ik mijn echtgenoot mag gelooven, is hij hef, die weldra over de belangen van zijn land zal beslissen". „Het zal mij zeer veel genoegen doen, hem te ontmoeten", verzekerde Grant haar. „Hij was niet in staats dienst, toen ik in Berlijn was, maar ik herinner mij te hebben gehoord, daf hij een hevigen afkeer had van Amerika en Amerikanen". Zij haalde de schouders op. „Zijn vader leefde onder de heer schappij der Hohenzollerns", merkte zij op, „en de Republikeinsche Regee ring van heden is een bittere pil voor de aristocraten van een twintigtal ge slachten. Hij schijnt nu juist alleen te zijn. Wacht, totdat ik je roep". Zij ging de kamer door en werd hartelijk begroef door een lang man van zeer aristocratisch uiterlijk, onge veer zestig jaar oud, zorgvuldig ge geval te wijten aan hef hoogsf roeke loos en onvoorzichtig rijden van ver dachte. Subsidiair was verdachte ten laste gelegd dat hij de vrijheid en de vei ligheid van hef verkeer in gevaar ge bracht en belemmerd heeft. Verdachte, die met behulp van een vrouwelijken tolk werd gehoord, gaf toe, dat hij een snelheid van 95 K.M. gehad heeft. Echter was z.i. het on geval te wijten aan de omstandigheid, dat de voor hem rijdende auto plot seling naar links uitweek en op het midden van den weg ging~rijdmr botsing was toen niet meer te ver mijden. Het O. M. weet het ongeval aan te groote snelheid van de Bugafti, welke op een zoo drukken weg ge vaarlijk moet worden geacht. Als ver zachtende omstandigheid wilde spre ker in overweging nemen, dat verd. niet op de hoogte was met de lokale omstandigheden en gewend is op wegen te rijden, waar zonder gevaar met zulke snelheden kan worden gereden. Tenslotte eischte het O. M. driemaan den hechtenis met aftrek van een maand preventieve hechtenis en ont zegging van verdachte voor den tijd van 1 jaar uit de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen. Kinderdoodstag. De gewezen 23-jarige dienstbode W. C. S., uit Delft, heeft terecht gestaan in Den Haag wegens het in den nacht van 21 op 22 Februari j.l. dooden van haar pas geboren kind. Verdachte bekende uit vrees voor de ontdekking van haar bevalling het haar geboren kind terstond na de geboorte in een feil met water te hebben gedompeld. Het plan daartoe had zij niet te voren gevormd. Het kind heeft zij vervol gens 'in een deken géwikkeld en aan zekeren N. H. J. gegeven, met wien zij thans in het huwelijk is getreden. Deze heeft het aangenomen. Wat er verder mee geschied is wist verdachte niet te vertellen, evenmin te verkla ren, of het kind al dan niet heeft geleefd. Dr. Rochat, die hef lijkje heeft ge schouwd, kon dit ook niet om dat de ontbinding reeds zoover was gevorderd, daf niet meer kon worden vastgesteld of het kind geademd had. De moeder van verdachte deelde aan de rechtbank mee, dat het kind bij getuige thuis is geboren. Zij zelf is bij de geboorte tegenwoordig geweest. Haar dochter heeft het kind dat ge heel blauw zag en meer dood dan le vend was, naar de keuken gebracht. Getuige is toen naar beneden gegaan. Later heeft zij gezien, dat het kindje in een teil met water lag en dood was. Het is toen in een deken gewik keld en de man, met wien haar doch ter had verkeerd, is den volgenden dag het aldus ingepakte kind komen weghalen. kleed, knap en met een innemenden glimlach. Een oogenblik later begaf hij zich met Gertrude naast zich naar de plaats, waar Grant stond te wach ten. Hij luisterde nauwelijks naar Ger trude's formeele voorstelling. „Ik kwam dikwijls in het Ministerie van Buitenlandsche Zaken, toen me neer Slaftery aan hef Amerikaansche Gezantschap was", zeide hij. „Ik her inner mij hem heel goed. Het spijt mij zeer, meneer Slattery te hooren, dat u den dienst hebt verlaten. Wij hebben nu al de hulp noodig, welke wij van Amerikanen van uw stand en ontwikkeling kunnen krijgen". „Duitschland heeft in den laatsten tijd getoond, dat het geen hulp van anderen behoeft, meneer", antwoord de Grant. De Prins glimlachte ernstig. „U is heel vriendelijk. Er is geen macht ter wereld, welke het Dultsche volk zou kunnen verhinderen zijn be stemming te bereiken. Maar wij heb ben een juiste feoordeeling en sym pathie noodig. Wij worden niet altijd voorgesteld aan onze vrienden, zoo als wij zouden wenschen. Ik hoop, dat ik meer van u zal zien hier in Monte Carlo, meneer Slaftery. Ik logeer in de Villa Monaco en zal gaarne een bezoek van u ontvangen. Gewoonlijk ben ik altijd thuis te vinden, als het Congres te Nizza geen zitting houdt". Hij ging verder met een lichte bui ging en een paar woorden tot Ger trude, in Grant's ziel een eigenaardi- Een agent van politie legde verkla ringen af omtrent het vinden van het lijkje, daf te Delft is opgehaald uit het water. Het was geheel ongekleed en verkeerde reeds in staat van ont- Mr. Rijkens, het O. M. waarnemend achtte het ten laste gelegde bewe zen. Uit alles blijkt wel, dat het kind heeft geleefd. Als het geen enkel tel ken van leven had gegeven, was hef in een teil met water leggen geheel overbodig geweest. Een reclasseerings- rapport omtrent verdachte gevraagd, is verre van gunstig uitgevallen. Daar om kon spreker geen termen vinden om hier een voorwaardelijke veroor deeling te vragen. Eisch gevangenis straf voor den tijd van één jaar. Nog nader ondervraagd door den president bekende v erdachte ten slotte aarzelend, in overeenstemming met ook bij het vooronderzoek afgelegde verklaring, dat zij heeft waargenomen, dat het kind ademde. In verband met dezen kinderdood slag heeft zich nog de 24-jarige schip per N. H. te Delft, thans gehuwd met de verdachte uit de vorige zaak, te verantwoorden gehad wegens hef begraven, althans wegmaken van hef lijkje met het oogmerk het overlijden van het kind te verhelen. Verdachte verklaarde het aan den kant van de Provinciale vaart onder Delft te heb ben begraven. Hij had het lijkje van de moeder van het meisje In ontvangst genomen. Het was toen in een gonje- zak gewikkeld. Ook hier achtte het O. M. het ten laste gelegde bewezen. Eisch gevange nisstraf voor den tijd van 4 maanden. Het geweigerde lintje. In de reeks der Koninklijke onder scheidingen, op Koninginnedag gepu bliceerd, treft men den naam van den heer J. de Best, hoofd der Europee- sche lagere school I. A., te Bandoeng, vroeger te Semarang. De heer De Best is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Nu zou alleen een gelukwensch waard zijn, ware het niet, dat zich hiermede alweder een zeer pijnlijke historie voordoet, aldus de „Locomotief". Wij vernemen namelijk, dat de heer J. de Best zich met een brief gewend heeft tot den gouverneur-generaal waarin hij mededeelt, daf hij deze on derscheiding niet wenscht te aan vaarden. 1 gen indruk achterlatend van onvrien delijkheid, waarvoor hij in 't geheel geen reden kon vinden. Zelfs zijn be leefdheid was hem gemaakt voorge komen. „Men zegt, daf hij onze eerstvol gende president zal zijn", zeide Ger trude. Haar metgezel sloeg den Prins gade, toen deze bleef staan om een vriend te groeten. „Ik geloof niet ooit een man te hebben ontmoet, die minder geschikt leek om president te zijn van een groote democratische republiek", merkte hij sarcastisch op. „Zou je een passender betrekking voor hem weten?" Hij knikte. „Ik zou mij hem eerder kunnen voorstellen als de intriges smedende kanselier van een alleenheerscher." „Terug in den tijd der Hohenzol lerns?" „Of in de dagen, die ons misschien te wachten staan", antwoordde hij. Zij keek naar de baccaratzaal. „Een ledige plaats aan mijn lieve- lingstafell" riep zij uit. „Kom mij mor gen vroeg bezoeken, Grant, en dan zullen wij een plannetje maken. Neem mij niet kwalijk, dat ik nu wegga. Deze kans kan ik niet laten voorbijgaan". Hij zag haar naar de andere zaal gaan en tevreden de ledige plaats in nemen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina 1