N0 122 Maandag 14 October 1929 116 Jaargang. DRIE WEKEN VAN LIEFDE. Vooi'Ao/nen Koloniën Binnenland Rechtszaken. Uit de Radiowereld ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2,— buiten Goes f2,—. Verschijnt: Maandag-,Woensdag en Vrijdagavond. Afzonderlijke nummers 5 cent GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Cosrant Telefo onnummer 17, na 17.30 No. 244 COURANT en Kleeswens Rosa' Drukkers- en Uitgeversbedrijf gevestigd to Goes. ADVERTENTIËN van 1—5 regels fl,20, elks regel meer 24 cent Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 ct per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voorm. Onwettige geboorten in Nederland. In gemeenten met meer dan 100.000 inwoners is het aantal onwettige ge boorten het grootst. Het laagst is dit in de kleine plattelandsgemeenten, al dus dr. J. Sanders in hef „Tijdschr. v. Soc. Hygiëne". Naar gelang van de grootte van het percent onwettige geboorten is de volgorde bij de vijf grootste gemeen ten: Amsterdam, 's Gravenhage, Rot terdam, Groningen, Utrecht. De per centages zijn in alle vijf steden zeer groot. In Amsterdam is van elke 25 geboorten één onwettig, in Utrecht van elke 40 (ongeveer). In Twente, Tilburg en omstreken, en Eindhoven en omstreken, de drie industrie-gebieden met veel vrouwe lijk fabriekspersoneel, is het aantal onwettige geboorten zeer laag: onge veer één op de 100 geboorten; in Eindhoven in de laatste periode zelfs één op de 150 geboorten. Een geniaal oplichter gearresteerd. De centrale recherche te Rotterdam is erin geslaagd, de hand te leggen op een oplichter van groot kaliber, die met een heel romantisch en uiterst geraffineerd verhaal twee kooplieden voor f 10.000 heeft benadeeld en die, als de politie niet, dank zij de waak zaamheid van een rechercheur, op hem opmerkzaam was geworden, ver moedelijk thans met enkele duizen den guldens meer, met de noorderzon zou zijn vertrokken. In November 1928 kreeg de centrale recherche te Rotterdam uit Amster dam bericht, dat een zekere dr. Jay zich schuldig zou hebben gemaakt aan oplichting, voor een betrekkelijk ge ring bedrag. Hef gelukte toen spoe dig, dezen dr. Jay op te sporen. Het bleek, dat de man eigenlijk E. A. J. heette en dat hij een heel avontuur lijk leven achter den rug had. Hij was Nederlander van geboorte en van zeer goede afkomst. Hij had een behoorlij ke opleiding genoten en kon zich heel goed voordoen. Hij was evenwel da nig „herunter gekommen" en was aan het zwerven geraakt; o.a. had hij in Zuid-Afrika, in Montreal en in China gewoond. In Zuid-Afrika heeft hij één jaar, te Montreal drie jaar in de gevange nis gezeten, beide malen wegens op lichting. Na zijn laatste straf is hij als werkend passagier naar Antwerpen ge reisd, vanwaar hij naar Rotterdam is gegaan. Hij had toen geen cent op zak, maar slaagde er al gauw in een plaatsje als reiziger te krijgen, zij het dan ook tegen zeer laag salaris. Hij woonde daar op een zolderkamertje en zijn levenswijze vormde wel een 56 FEUILLETON Naar het Engelsch van ELINOR GLYN. Paul hield zijn schreden in en keek haar scherp aan, bij 't wegstervend daglicht. „Dus we hebben beiden sinds dien tijd de hel leeren kennen, arm kind", zei hij. De zigeunervrouw lachte bitter, toen zij het woord „hel" hoorde en later voegde zij er weeklagend aan toe„Ja, zij zijn dood! En nooit zullen we el kaar weer ontmoeten". En Paul ging verder maar haar gelaat bleef hem steeds voor oogen zweven. Met verwondering vroeg hij zich af, of deze zelfde harde veran dering ook in hem had plaats gehad. Was hij ook gebrandmerkt door die vijf jaar in een hel? Als dat zoo was, dan was hij een anderen weg gegaan, dan zijne lieveling gewild zou heb ben. Toen doemde uit den mist van iden stervenden dag de herinnering aan haar nobel gelaat voor hem op, zoo als het geweest was in dat gelukkige uur, toen zij samen op de lagunen ge dobberd hadden en zij hem gespro ken had van haar wenschen voor de toekomst, hare oogen glanzend van geheiligd vuur. Zoo gauw hebt U kou gevat, lastig zijn de gevolgen. Neem steeds een paar Wybert-tabletten. schrille tegenstelling, met die, welke hij van huis uit eigenlijk gewend was. Hij keek dan ook uit naar wat beters en weldra gelukte het hem geplaatst te worden als leeraar in de Engel- sche taal. De zaak uit Amsterdam heeft daarbij zijn verleden nog eens voor den dag doen komen, maat voor het overige meende men, dat, nu hij als leeraar een behoorlijke betrekking had, hij verder wel zorgen niet meer met de politie in aanraking te komen. Het is echter anders geloopen. Een rechercheur van de centrale re cherche, die J. kende in verband met de Amsterdamsche zaak, is het opge vallen, dat J. plotseling op grooten voet is gaan leven. Hij reed in mooie auto's, bewoonde een groot huis en smeet met het geld. Men informeerde eens, wat J. ook voor den kost deed, omdat hij zoo'n royaal leven leidde, en J. deelde mee, dat hij vertegenwoordiger was gewor den van een Engelsche verzekerings maatschappij en dat hij het vooral druk had als confroleerend genees heer van die maatschappij. Hij be weerde, in Amerika een attest ais scheeparfs te hebben verworven, en daaraan zou hij zijn bevoegdheid om als dokter te fungeeren, ontleenen. Een of andere bul kon hij echter nief toonen; die zou per ongeluk in Ame rika zijn achtergebleven. De rechercheur, die wel wist, wat voor vleesch hij in de kuip had, was daar niet tevreden mee en strekte zijn onderzoek eens wat verder uit. Toen bleek hem al spoedig, dat J. veel confereerde met twee kooplieden, een uit het westelijk stadsdeel en een uit Den Haag. Deze staan te goeder naam en faam bekend, en het was duidelijk, dat zij niet wisten, met wien zij te maken hadden. De rechercheur waar schuwde daarom zijn chefs, die de kooplieden op het hoofdbureau liet komen, en toen bleek weldra, dat zij slachtoffers waren van een geniaal op gezet en doorgevoerd oplichtersplan. Beide slachtoffers waren ten zeerste verbaasd te hooren, dat J. niet acht tien-karaats was; hij deed zich zoo goed voor, zoo innemend en zijn op treden boezemde vertrouwen in. Het verhaal van de beide kooplie den komt op het volgende neer: Eenigen tijd geleden was de Rotter- damsche koopman in kennis gekomen met iemand, die zich dr. Jay noemde en die vertelde, in Oxford in de me Maar wat had hij gedaan om ze te vervullen die verheven wenschen? Niets inderdaad. Want, geheel in be slag genomen door zijn zelfzuchtige smart, had hij maar voortgeleefd, zon der werkelijk doel, dan alleen te ver geten en zijn lijden te verdooven. Vergeten! O, God! dat zou nooit kunnen. Want had zij niet gezegd dat hunne zielen voor eeuwig waren ver bonden in 't leven noch in den dood konden zij ooit meer gescheiden worden. En hij had getracht dezen heiligen feederen band te verbreken, toen hij elke herinnering daaraan be hoedzaam had vastgehouden, om zijn diepe smart daarmee te lenigen. 'Wat had hij gedaan? Toegelaten dat het verdriet hem deed neerzinken tot het lage standpunt hetwelk dat arme zi geunerskind ook innam, inplaats van te trachten Iets grootsch tot stand te brengen, zooals hij dat verplicht was aan de nobele leer zijner dame. In de duisternis stapte hij huis waarts, terwijl zijne gedachten hem van schaamte en berouw vervulden. En dien avond toen hij en Pike al leen waren in zijn kamer, verbrak hij het zegel der schoone brieven, die al die jaren in een pakket diep wegge sloten waren geweest, met aanwijzin gen erbij, dat ze na zijn dood onge opend met zijn lichaam moesten be graven worden. Hij las ze alle zorgvuldig over, van het eerste kleine briefje af tot den laafsten, langen liefdeskreet, die Dmi try hem meegebracht had naar Parijs. dicijnen te hebben gestudeerd. Door dat men in godsdienstige gevoelens nog al met elkaar overeenstemde, was spoedig een hechte vriendschapsband ontstaan. Als derde in den bond is toen de koopman uit Den Haag erbij gekomen. Dr. Jay had voorgesteld, ge zamenlijk zaken te gaan doen, en daar hadden de anderen dadelijk in toege stemd. Eerst zou men handel gaan drijven in afval van sigarettenpapier, maar dit is niet gelukt. De Haagsche meneer deelde toen mee, dat hij er al eens over had gedacht, een middel te verzinnen, dat een totalen omme keer in het maken van drukwerk zou te weeg brengen. Hij was echter niet voldoende technisch onderlegd omzijn plannen uit te voeren. Dr. Jay zei, dat het dan een geluk was, dat hij hem had leeren kennen, want behalve in de medicijnen had hij ook in de chemie gestudeerd. Dr. Jay is toen gaan onderzoeken en weldra deelde hij mee, dat het plan van den Hage naar was geslaagd en dat het hem was gelukt, het nfiddel te vinden. Het kwam er nu maar op aan, de uitvinding te verkoopen. Eerst pro beerde men het in Amerika, maar dat is niet gelukt. Daarop heeft dr. Jay voorgesteld, het eens in Engeland te probeeren, waar hij een oom had wo nen, die een bekend zakenman was. Er ontstond een briefwisseling en wel dra schreef de oom, dat het middel prachtig was en dat men in Engeland gaarne ponden zou willen betalen in plaats van in Amerika dollars. Dr. Jay is toen naar Engeland gereisd, waar de Mïdslandbank zich voor de zaak is gaan interesseeren. Er werd een studiecommissie benoemd, die de uitvinding onderzocht en adviseerde, het patent aan te koopen. Weer reis de dr. Jay naar Engeland en toen hij terugkwam, zei hij dat de uitvin ding voor een millioen pond sterling was verkocht. De kooppenningen wa ren gesfort op de Wesfminsterbank. Het ging er nu bm het geld hier te krijgen. Natuurlijk hadden de voorbe reidingen veel geld gekost. Het trof toevallig slecht, dat dr. Jay, die zeer vermogend was, niet aan zijn geld kon komen, omdat dit in Amerika vast stond. Voor den vorm is toen een fir ma gesticht, in welke alle drie zitting hadden. De kooplieden stortten steeds weer geld tot een totaal bedrag van f 10.000 en de firma betaalde alle kos ten, welke lang niet gering waren, want dr. Jay deed alles eerste klas. Hij stelde voor, het geld niet dade lijk per chèque te Hoen overmaken, maar het liever te doen storten op de rekening van een familielid, dat groote zaken in suiker deed en rela ties had met alle banken van de we reld. Het kon dan van de Engelsche afdeeling van de suikermaatschappij worden overgeboekt op die van de Nederlandsche afdeeling en dan zou Toen leunde hij achterover in zijn stoel, terwijl zijn forsche gestalte van snikken schokte en zijne oogen ver blind werden door heete, bittere tra nen. Maar plotseling was het hem of bij den flikkerenden gloed van hef haardvuur, de geest zijner geliefde naast hem stond en hem woorden van hoop toefluisterde, biddend of zij van het koude graf naar zijn hart mocht ferugkeeren, om daar te verblijven en hem te troosten. Weer hoorde hij haar gulden stem, die zacht ais een verkwikkende regen op zijne ziel viel, zoodat hij zijn ar men uitstrekte en hardop riep: „Lieveling, geliefde, vergeef mij de ze vijf verspilde jaren beminde, keer tot mij terug, om nooit meer van me te scheiden. Kom terug tot mijn hart en heersch daar, mijn Engel, mijn Koningin". Toen, terwijl de dagen verliepen, veranderde de geheele wereld voor hem. In plaats van de vreeselijke bit terheid tegen het noodlot, die tot nu toe zijn hart beheerscht had, bloeide een nieuwe teederheid in hem op. Het scheen hem nu, of hij nooit alleen was, maar steeds in hare tegenwoordigheid leefde. En met deze gelukkige ver andering kwamen de gedachten aan zijn kind dat jonge leven, zoolang veronachtzaamd. Wat had hij gedaan! Welk een wreed, verschrikkelijk iets had hij gedaan, in zijn zelfzuchtige smart! Ieder jaar had Dmitry hem een men zonder kosten het millioen in eens hier hebben. De heeren stemden daarin toe en het millioen pond sterling werd ge sfort op rekening van de suikermaat schappij, die in relatie stond met de Bank of England. Deze liet het be drag overschrijven op een bank in Amsterdam, en nu zou dr. Jay hef millioen even gauw incasseeren. Maar nu begon de lijdensgeschiedenis pas, want nu eens was het advies er niet, dan weer was er geen goed stempel op, kortom, met een reeks van geniale vondsten wist dr. Jay de uitbetaling uitgesteld te houden. Bovendien wist hij te zorgen, dat de heeren nooit zelfs eens bij de bank zouden gaan infor- meeren. Dit zou maar wantrouwen wekken, zei hij. Toen het geld maar nief los kwam, is dr. Jay naar Engeland ge gaan om den directeur van de suiker maatschappij te gaan halen; dan kon die het geld zelf even innen. Zondag avond is hij naar Londen gereisd, maar Maandag is de centrale recherche bij de kooplieden gekomen en zij heeft hen ingelicht. Het kwam er toen op aan dr. Jay weer hier te krijgen en er werd be sloten de stapels telegrammen, die hij geregeld verzond, zakelijk te blijven beantwoorden, om geen achterdocht te wekken. Inderdaad is hij Woens dagochtend met de Harwichboot te Hoek van Holland aangekomen, maar de directeur was niet bij hem. Wel had hij een keurigen brief, waarin deze directeur schreef, dat het hem speet, dat hij voor zaken plotseling naar Parijs moest, maar dat hij in elk geval Vrijdag zou komen. Een nieuwe uitvlucht heeft dr. Jay nief meer be hoeven te bedenken. Hij is te Hoek van Holland gearresteerd, naar Rotter dam op transport gesteld en opgesloten. Tot op zekere hoogte ontkent hij, zich aan oplichting te hebben schul dig gemaakt. Hij geeft toe, dat de uitvinding niet is verkocht, zoodat het verhaal van het millioen niet juist is. Hij houdt echter vol de uitvinding te hebben gedaan en dat hij deze ze ker zal kunnen verkoopen. Uit het onderzoek is evenwel gebleken, dat dr. Jay in het geheel geen uitvinding heeft gedaan. Men vermoedt, dat het zijn plan is geweest, alsnog te trach ten, enkele duizenden guldens los te krijgen, om dan spoorloos te verdwij nen. Het ingrijpen van de centrale re cherche heeft dit verhinderd. Oneerlijke Rijksontvanger. Voor de rechtbank te Breda heeft terecht gestaan de 50-jarige G. A. H., thans te 's Gravenhage, tot in Maart van dit jaar rijksontvanger van Tho- brief met bericht gezonden en ieder jaar had die dag hem ellendige uren gebracht, *ïjjjggr het weer openrijten zijner hartewond de brief werd gelezen en snel terzijde gelegd de gedachte er aan verstikt en vergeten. En nu zou de kleine spoedig vijf jaar oud zijn en zijn vader's oogen hadden hem nog nooit aanschouwd! Maar dit zou niet langer meer zoo zijn; en hij schreef dadelijk aan Dml try. Per keerende post kwam net ant woord. Zijne Excellentie zou welkom zijn. De Regent Groothertog Peter had hem verzocht Zijne Excellentie te zeggen, dat, als hij soms voor zijn genoegen op reis was, zooals zijne aan zienlijke landgenooten zoo dikwijls deden, hij hartelijk door den Regent zou worden ontvangen, die zelf een groot jager en liefhebber van reizen was. Zijne Excellentie zou dan ook den aangebeden kleinen Koning kun nen zien. Over dat heerlijke kind kon hij Dmitry moeilijk schrijven. Het was alsof de geest der Imperators- koye in hem opnieuw leefde, terwijl hij het evenbeeld was van zijn door- luchtigen vader, een bewijs hoe vurig de Imperatorskoye dien vader moest hebben liefgehad. Als zijne Excellen tie nog op tijd kon komen voor den vijfden verjaardag van Zijne Majesteit dan zou er een plechtige ceremonie in de kerk plaats hebben, die de Re gent dacht dat Zijne Excellentie mis schien wel interesseeren zou. Paul len. Hem werd ten laste gelegd ver duistering van ongeveer f 8880 ten na- deele van den Staat der Ned. Hij zou verscheidene bedragen, hem als ont vanger der belast, en ace. ter betaling gegeven door belastingschuldigen, zich wederrechtelijk hebben toegeëigend en ten eigen bate hebben aangewend. Verdachte bekende. A. J. v. R., surnumerair bij de be lastingen te Tholen, had in Mei van dit jaar een rapport samengesteld, waaruit bleek dat verdachte in totaal f 8881,45 had verduisterd. Eisch; H/s jaar gevangenisstraf, met onmiddellijke gevangenneming. Mr. J. H. van der Meulen trad als verdediger op. Voor onmiddellijke gevangenneming vond de rechtbank geen termen. Uitspraak over 14 dagen. Philips en de radio-handelaren. Wij ontvingen het volgende commu niqué van de firma Telefunken: De N.V. Philips' Radio te Eindhoven heeft medegedeeld, dat zij over een aantal Nederlandsche patenten be schikt, die voor den bouw of verkoop van moderne radio-ontvangtoestellen noodzakelijk zijn en verder, dat zij aan fabrikanten en handelaren licen ties voor het gebruik van deze pa tenten verleenen zal. Ter aanvulling van het bovenstaan de, dat overigens juist is, deelen wij mede, dat de firma Telefunken hier op een uitzondering maakt en dat voor den verkoop van de bekende Tele- funken-toestellen een bijzondere licen tie van de firma Philips niet noodig i«. Propaganda in Indië. Het „N. v. d. D. van Ned.-Indië" ver neemt dat in verband met de in den laatsten tijd overal in de Preanger op levende propaganda van de Partij Na tionale Indonesia, welke zich veelal uit in felle bewoordingen in de ver gaderingen, de gouverneur van West- Java den tijd gekomen acht voor een krachtiger optreden. Daarom heeft de gouverneur aan de ambtenaren van het Europeesch en inlandsch bestuur aldaar, alsmede aan de politie kennis gegeven, dat voortaan krachtiger dient seinde terug, dat hij dag en nacht door zou reizen, om op tijd te zijn en hij gaf opdracht aan Dmitry om alles zoo in te richten, dat hij dadelijk naar de kerk kon gaan, als hij soms door onvoorziene omstandigheden op gehouden mocht worden. Zoo gebeurde het. Het was in éen straal van zonlicht dat door het groote altaarvenster viel, dat Paul voor 't eerst zijn zoon aan schouwde. Het kleine, rechte figuur tje in zijn blauw fluweelen pakje, rijk met bont gegarneerd, stond daar zoo fier. Een mooi, blank, Engelsch kind met gouden lokken, de levende werkelijkheid van dat miniatuurtje op ivoor geschilderd en door prachtige paarlen omlijst, dat het heiligste der heiligen was op Lady Henrietta's schrijftafel. En terwijl hij staarde naar zijn zoontje, terwijl het orgel eenTeDeum speelde en het liefelijke koor zong, stroomde een groote golf van teeder heid Paul's hart binnen en deed voor eeuwig de ijskorst van smart en droef heid smelten. En toen hij neerknielde, het oog op zijn kind gericht, was het hem alsof zijn lieveling naast hem stond, hem influisterend dat hij omhoog moest zien en ook God moest danken, want in de voortdurende liefde harer ziel en de heerlijkheid van hun zoem, zou hij eens rust en trctost vinden. EINDE

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina 1