GOESGHE COURANT
DRIE WEKEN
VAN LIEFDE.
BIJVOEGSEL
Meerland's bloeitijd.
rheumatiel
KleinVee^Teelt
Medische Rubriek.
Voor de VrouW
VAN DE
VAN VRIJJDAG 27 SEPT. 1929.
Elke sdfiooljonjgon weet, dat de 17e
©euw zich kenmerkte door gjrootem bloei
ön vooruitgang. Onze voorvaderen van
drie eeuwen geleden waren wakker© lieden,
menscben uit één stuk, die door noeste
vlijt en bezielden ondernemingslust de
grondslagen legden voor onmetelijke for
tuinen. Zij voeren uit naar Oost en West
en verzamelden de rijkdommen, waarop
c!e nazaten dei* volgende eeuw in zelfge
noegzame luiheid konden teren.
De materie-Ie vooruitgang vond zijn
weerspiegeling in de schoen© kunsten. Nog
blijft ons oog bewonderend rusten op de
stoere bouwwerken, de prachtige schilder
stukken en de onvolprezen dichtwerken
uit dien tijd.
Het doet daarnaast wel even vreemd
aan, dat in dien zelfden bloeitijd het bij
geloof hoogtij vierde.
Het gjelcof aan heksen, spoken, tooverij
en zwarte kunst was algemeen, niet alleen
onder het onontwikkelde volk, maar ook
onder de gestudeerden De bekende predi
kant Voetius noemde tooveren het verrich
ten van iets wonderbaarlijks met behulp
van den duivel. Hij ging nog verder en
verklaarde, dat de ervaring leerde, ho>
toovewaars door geheimzinnige handelingen
genezingen tot stand wisten te brengen,
niet door aanwending van geneesmiddelen,
maar middellijk door „den wil des duivels"
Slechts weinigen wisten zich aan de sug
gestie, die uitging van de algemeen aan
vaarde bijgelovigheden, te onttrekken.
En die weinigen beschouwde men als vrij
denkers en libertijnen, die met den vinger
werden nagewezen. t
De boekdrukker Paulus Vink teGor-
kum gaf een werk uit over „Spoken etn
Nachtgeesten" van Lava ter. Hij schreef
er een voorrede bij en ging daarin heftig
te keer tegen hen, die niet aan spoken
geloofden.
Hij fulmineerde:
„Spooke- ijen ende spookttels zijn geens
zins bulbakken om de kinderen ten bedde
te jagen, 't welk sommige jgjodsvergetene
ende heijilooze schimpers van de helle
zelfs, die voor haar gemaald is, onbesnee-
delijck ende (ombeschoftelajck durven uijt
braaken".
Als iemand wat vreemd deed', was men
al gauw geneigd aan te nemen, dat hij van
den duivel bezeten was. Die bezetenheid
moest door toovermiddeLen bestreden wor
den. Zelfs predikanten namen huln toe
vlucht tot zulke middelen.
Toen eens in de bosscben van Ameroïi-
gen een wolf was geschoten en het dies
verkocht moest worden, wist ds. Bergerus
te Utrecht te bewerken, dat de verkoop
plaats vond op voorwaarde, dat de domi
nee het hart en het rechteroog zou ont
vangen. Hij had die deelen noodig, om de
bezetenheid van een vrouwelijk gemeente
lid te genezen.
Ook de dokters pasten zich aan bij den
geest des tijds. Faalden hun gewone medi
cijnen, dan namen ook zij hun toevlucht
tot buitengewone en too vermiddelen. Ca-
rolus Battus, een bekend dokter te Dor
drecht, gaf het volgende middel tegen
koorts bij zuigelingen:
„Neem twee komkommers van precies
dezelfde lengte en leg er een aan elke
zijd© van het zieke kind".
Er waren dokters, die geen vaste woon
plaats hadden, maar rondreisden, om de
arm© betooverde menschen te helpen. In
Noord-Holland kreeg een zekere Jan
Broersen, bijgenaamd „Friesche Jan",
gjroote bekendheid.
48
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ELINOR GLYN.
Paul wist heel weinig van dergelijke
dingen af, ofschoon hij vaag de moge
lijkheid begreep, dat eene vrouw daar
na ongesteld kon worden. Maar als
dat zoo was, zou Anna of Dmitry hem
dat wel uit eigen beweging gemeld
hebben. Deze gedachte stelde hem
weer een weinig gerust, maar als een
bloedhond zat de angst hem steeds op
de hielen. Hij durfde niet van huis
te gaan Londen zag hem zelfs geen
dag.
Er mocht eens bericht van haar ko
men, terwijl hij af wezig waseen bood
schap of verzoek om tot haar te ko
men, en h ij wilde niet het gevaar loo-
pen, dat te missen.
Meer dan ooit herleefde hij weer
hunne drie weken van zaligheid
ieder woord dat zij gezegd had, was
voor eeuwig in zijn geheugen gegrift,
en als (h' ij uit was, op zijne eenzame
wandelingen of huiswaarts keerend van
oplossing,
rhefbesle middel tegen
dringt ïn de spieren en verdrijft
de pijn na enkele inwrijvingen.
Bij apothekers en drogisten Terkrijgbaar.
Hij trok door stad en dorp en diende
zich overal aan als dokter in de medi
cijnen. Zijn middeltjes hielpen doorgaans
niet en dan verklaarde hij, dat er tooverij
in het spel was. Maar ook daarvoor wist
hij raad. Hij kon met zekerheid uit maken
'i© de schuldige was.
Men moest een nieuwen ijzeren of
aarden pot, half gevuld met water op het
vuur zetten. Een zwarte kip, eerst gpplukt
en daarna het hart ervan met naalden
doorstoken, werd in den pot gestopt, waar
na men de deur zorgvuldig moest sluiten.
Kookte het dier reeds ongeveer een uur
lang, dan was het wachten op iemand,
die aan de deur klopte, om binnengelaten
t© worden. Wie dat het eerst deed, was
de schuldige tooverheks.
Heel tevreden: erg teleurgesteld.
De broedperiode is alweer voorbij. We
maken balans. We gaan onze resultaten na,
tellen onze hennetjes, houden relcewinjg
met onze haantjes. Onder de liefhebbers
zijn van die geluksvogels, die een minimum
kraaiertjes hebben, dat zijn boffers. An
deren zoeken met hun lantarentje naar d©
hennetjes. Bij de meesten is het echter
zoowat om het halfje. De voorgroeiers
onder de hanen houden we aan en nemen
daaruit zoo noodig den beste als aanstaan
de sultan in de harem. Een paar dagen
geleden was ik bij iemand, die den suk-
keligste, den kleinste, een achterlijk diertje
had uitverkoren, omdat de man zich door
de eene of andere eerbar© baker had laten
wijsmaken, dat latei* zulk een dier in de
nakomelingschap altijd hennetjes en geen
haantjes gaf! Ik hoop dat hij van idee i
veranderd en dat geprotegeerde exemplaar
in den pot zal stoppen. Uit zoo'n achter
blijver komen niets dan piepers!
Met groote voldoening zien velen onzer
op hun nabroed neer. Fraaie hennen, die
nu in September bijna afgeruid zijn en al
beginnen te kleuren in hun gezicht, wier
kammen al gaan zwellen; dieren, die nu en
dan reeds een bezoek brengen aan het
legjniest en dat wat onderste boven halen.
Een goed teeken! Hanen vol sprankelen-
den levensmoed in de kleinere en vol
lummel igfieid in de zwaardere rassen. De
eersten met al de onderscheidingsteekeni
van hun geslacht, de Iaatsten lang zoo ver
nog niet, omdat die meer kracht aan hun
zwaarder lichaam moeten besteden en wier
veerentooi dus nog in ontwikkeling is.
De eersten, die bij de menschen van het
kraaiverbod de toornaders op het voor
hoofd bijna doen barsten, daar tegenover
de groote lummels, die zwijgen als een
doofpot en nog niet tot de kennis des
onderscheids gekomen zijn en alleen nog
maar rekening houden met hun maag.
Maar de medaille heeft nog een anderen
kant ook. Niet altijd beantwoorden de
uitkomsten aan de ven*wachtingen. Menig
een zag van zijn fokkea*ij weinig goeds
opgroeien als gevolg van niet voldoende
verzorging, van overbevolking, van zwakte
in d©n fokstam enz. Weer anderen hadden
zich dure, heel dure broedeieren gekocht,
waarop zij al hun hoop gevestigd hadden,
maaa* d© uitkomsten waren gering en weer
anderen kregen heel andere kleuren en
modellen die niet aan de standaardeischen
de jachf in den schemer van den la
ten namiddag, liet hij ze weerklinken
in zijn hart.
Maar öhet verlangen haar te zien
werd langzamerhand een obcessie.
Sommige dagen, als een wilde galop
zijn bloed sneller had doen vloeien,
beheerschten hem heerlijke gedachten
over zijn zoontje. Hoe heerlijk zou hij
het vinden hem in de toekomst te lee-
ren paardrijden, op de jacht te gaan,
kortom een Engelsch edelman te wor
den. O, waarom was zij eene koningin,
zijn geliefde, en zoo ver weg? Waar
om niet hier en zijne vrouw, die hij
kon omringen met liefde en toewij
ding. O, dat zou hun stellig genoeg
zijn een leven van trouwe liefde
en geluk maar als het dat niet was
dan hadden ze nog de wijde we
reld als zij slechts te zamen kon
den zijn.
Meestentijds waren zij een zwijgend
paar Paul en zijn vader, als zij
langzaam door de lanen terug kwa
men rijden van de jacht.
Eens op een middag, toen Paul zich
weer sterk bewust was van zijn va
derschap, ging hij theedrinken in de
zitkamer zijner moeder en daar zoo
tegen den schoorsteenmantel leunen
de, terwijl zijne slanke gestalte in het
roode co tuum zich scherp afteekende
beantwoorden. Hier was het dus gjeen
eigen onhandigheid, geen gebrek aan d©
noodige ervaring, maar een gevolg van
de slordige, soms van de minder eerlijk©
praktijken van de leveranciers der brood-
eieren. Maar hoe gaat het dan ook! Een
pluimveeman zoekt in December of Janu
ari uit zijn koppel een paar mooie dieren
of een enkelen haan, zendt die in op een
of meer tentoonstellingen en wordt, dank
zij de geringe concurrentie met een prijs
bekroond. Na afloop van het exposeeren
komt het gelauwerde en bekranste exem
plaar weer in den toom. De eigenaar
kondigt na ©enige weken aan, dat hij
tegen zooveel en zooveel per stuk broed
eieren heeft af te geven van zijn be
kroonde, ja hoogbekroonde en zelfs hoogst
bekroonde dieren. Dis eieren zijn natuu-
lijk van den hee'en toom, waaronder zelfs
zeer onvoldoende dieren kunnen loopen
alleen de haan of misschien een paar
bennen waren bekroond. Het is dan te
begrijpen, dat de kuikens niet beantwoor
den aan de eischen, zoowel van raszuiver
heid. als van stamina. Er komt nog iets bij.
De bewuste, bekroonde dieren, aangeno
men, dat ze werkelijk overal hun eersten O'
©ereprijs waardig zijn, blijken nog niet
altijd geschikt alis fokdier: .Soms zijn ze
Icor inteelt verkregen, ja er zijn gevallen,
Jat het toevalsproducten waren. Juist als
de fok-krachten zich het meeste ontwik
kelen werden deze ten toons tellings - d leren
fan de eene stad naar de andere gezeuld
en raakten wel geheel buiten conditie,
zoodat z© heel wat tijd noodig hadden om
weer op hun verhaal te komen. Zoo ziet
men, dat het altijd nog geen wijze politiek
is broedeieren van dergelijke bekroond©
dieren te koopen.
Daarmee is nog niet bedoeld, dat het
betrekken van broedeieren builen de stad
altijd teleurstelling zou geven. Zoowel
eendiagskuikens als broedeieren worden
door goed bekendstaande hoenderparken
met succes geleverd en als ze dan goed
worden behandeld bij den opfok cn bij
het bebroeden,, dan zal van Beide kanten
tevredenheid volgpn. Meestal is het voor-
dieeliger van een eigen foktoom eieren te
gebruiken. Zelfs van één hen kan men
fokken. Men verkrijgt dan kuikens, die
doorgaans één zijn van vorm en van kleur.
Voor menigeen heeft dat fokken met één
hen geleid tot uitbreiding van zijn kennis
en ervaring op het gebied van de erfelijk
heid.
Zoo wisselen dan in de liefhebberij
voorspoed en tegenslag elkander af. Maar
ieder tracht steeds vooruit te gaan in het
ras, dat hij zich heeft uitgekozen.
In het bijzonder geldt voor dan stad's-
liefhebber, voor wien wij het bovenstaan
de schreven, als allereerste regel: Gebruik
nooit anders dan volkomen gezonde exem
plaren in uw foktoom. Begin ook niet met
dieren, die de eene of andere ziekt©
zoogenaamd goed door gemaakt hebben.
Maak ook uw foktoom niet te groot, in-
jendeel werk voor uw zelf met een zeer
beperkten toom, die uit weinige, maar
prima dieren bestaat. De grootste fout,
d© steen des aanstoots, de oorzaak van
le meeste teleurstellingen is overbevol
king.
Voor de handen
Voor ©en vrouw, die dat wil is het,
niettegenstaande haar huishoudelijk© be
zigheden, heel goed mogelijk haar handen
mooi en glad te houden. Natuurlijk be
doelen wij geen popjeshanden, waaraan
een ieder zien kan, dat zij het wörk ont
vluchten, maai* wij hebben het oog op een
nette vrouwenhand, die de sporen van den
arbeid draagt, maar niettegenstaande dat
goed verzorgd is.
's Morgens, 's middags en 's avond», ja
tegen den vlammengloed, viel zijn oog
voor de eerste maal misschien
op het groote aantal portretten van
hem op alle leeftijden genomen van
zijne kinderjaren, steeds opklimmen
de door de hobbelpaard-periode tot
den tijd dat hij al een hond als met
gezel had met Etonkragen en 4den
Juni-hoeden in cricket-costuum en
Oxford Bullingdon-groepen en dan
niet zooveel meer, tot eindelijk een,
dat verleden jaar pas genomen was.
Hoe jong en vroolijk zag hij er daarop
uit, en dan was er nog een heel bij
zonder van hem, een miniatuurtje, dat
midden op de schrijftafel stond, de
eereplaats een echt kunststukje, fijn
op ivoor geschilderd. Het was gevat
in een lijstje van prachtige paarlen en
achterop stonden zijn naam en de
datum gegraveerd:
„Paul Verdayne, oud vijf jaar en
drie maanden". Hij stond er op, ten
voeten uit, naast een grooten stoel, in
een blauw fluweelen pakje met een
kanten kraag, terwijl goudblonde krul
len tot op zijn schoudertjes neergolf
den, dikke, weerspannige krullen, die
zich niet gemakkelijk lieten weg
strijken.
,Heb ik er ooit zoo uitgezien, moe
der?" vroeg hij. En Lady Henrietta,
maar al te blij eens te kunnen uitweï-
Ritmeester Colenbrander, die Dinsdag aan de gevolgen van zijn val op
het Internationale springconcours te Zelhem ïn het Diaconessenhuis te Arn
hem is overleden. |j
zelfs nog dikwijls gedurende den dag moet
men zijn handenwasschen met lauw wa
ter en zuivere zeep, goed naspoelen en
flink afdrogen. Nooit naar buiten loopen
met half natte handenDat mag men voor
al niet vergeten.
Vele \rouwen hebben aan die gewoonte
haar springende huid te danken. In de
keuken moet men altijd een aangesneden
citroen bij de hand hebben, waarmede
men van tijd tot tijd de handen eens in
wrijft, 's Avonds draait m©n er de vinger
toppen maar eens stevig in, om de dwang-
nagels te voorkomen of te doen \erdwij
nen. Ook het inwrijven met vaseline voor
het naar bed gaan is heel goed. De han
den mag men dan niet heelemaal afdro
gen, waardoor zij den anderen dag zacht
en soepel zijn.
Bevlekte deelen bewerkt man met heel
fijn puimsteen. Om grof werk te verrich
ten, b.v. groenten schoon maken e.d. ge
bruikt men een paar gummi handschoe
nen, die zeer lang mee kunnen als men ze
maar goed onderhoudt; d'.w.z. nooit met
v©t of groene zeep aanraken, ieieren keer
goed afspoelen, steeds flink ondrogen, van
binnen wat talk inschudden en nooit bij
bet vuur drogen.
Bij het aardappelen schillen moet men
steeds onder een kraan de schillen verwij
deren. Een dun straaltje water Iaat men
dan over de handen vloeien, tijdens het
schillen. Elk vlekje dat dan ontstaat en
zich anders tot in elk kiertje van de huid
zichtbaar maakt, verdwijnt dan onmiddel
lijk.
Een gebreid truitje voor baby.
Materiaal; plm. 50 gjram wol, kleur naar
keuze en 2 stalen breinaalden na". 7.
Zet 45 a 50 steken op, d.i. ongeveer 23
c.M. Werk eerst drie rijen blokjes, e'.k
blokje 3 steken breed en toeren boog. Brei
dan de eene naald reelat, de andere ave
recht, tot ge een zuiver vierkant hebt.
Zet dan aan beide kanten van de naald
zooveel steken bij op, als de mouwtjes
den over dat heerlijke onderwerp, be
gon dadelijk een heele beschrijving
te geven.
„Er zoo uitgezien! Natuurlijk! Al
leen nog veel mooier. Geen kind heeft
ooit zulke krullen gehad of zulke
oogen, met zulke wimpers!"
Geen kind had inderdaad ooit de
vergelijking met hem kunnen door
staan, waarin dan ook, en zou dat nu
ook nog niet!
Lady Henrietta's teer, camee-achtig
gezichtje werd met een roze blos over-
togen, uit vreugde bij de herinne-
ring.
„Lieve moeder", zei Paul, haarkus
send, „hoe lief hadt U me. En hoe
koel ben ik dikwijls geweest! Ver
geef me
Toen zweeg hij, terwijl zij hem
zachtkens liefkoosde, terwijl zijne ge
dachten als altijd naar zijne geliefde
vlogen. Zij zou zeker ook dol op haar
zoontje zijin en hoe zou zijn moe
der haar kleinkind lief gehad hebben.
O, hoe wreed was het lot!
Toen vroeg hij: „Moeder duurt het
lang, voor een vrouw weer hersteld
is, als zij een kindje gekregen heeft?
Dames bedoel ik, die van een teere
constitutie zijn? Meestal komen zij er
goed af, nief? En het is een heel
natuurlijks iets
aan de lengte voreischen. Brei over dit
aantal steken de oene naald recht, de
andere averecht, doch brei de eerste en
de laatste 3 steken van iedere naald in
blokjes. Brei tot aan het halsje toe en ver
deel het aantal steken in tweeën. Rijg de
eene helft op een lossen draad en werk
met de andere helft.
Kant voor het halsje eerst 4 steken af
en brei de naald dan uit. Brei de volgienda
naald uit op 2 steken na en brei deze
samen. De volgende naald wordt over
gebreid, de daarop volgende op 2 steken
na, die weer samen gebreid worden. Dit
wordt herhaald tot het halsje wijd genoeg
is. Meerder om den nderen toer dan
steeds 1 steek bij aan dan halskant tot
alle steken weer op de naald staan. Brei
dan voort tot het mouwtje wijd genoeg is
en kant de steken van de mouw dan weer
af. Brei dan verder tot de lengte van het
split is bea-eikt. Rijg de steken op een los
sen draad, neem de andere helft van da
steken op de naald en brei het tweede
schoudergedeeltc op dezelfde wijze.
Breng hierna de steken weer tezamen
op 1 naald en brei het ruggetje verder af,
gelijk aan het voorpand.
Naai de zijkanten van het truitje dicht
cn omhaak halsje en mouwtjes met een
picotje. Draai van dezelfde wol een koord
je en rijg dit door het rugsplitje.
Een practisch idee.
„Hè, nooit eens ruimte, nooit eens
een rustig uurtje voor m'n knip- en naai
werk", zuchtte eens een ijverig Londemsch
vrouwtje, toen ze op een middag, terwijl
ze bezig was een nieuwe japon te maken,
bij het knippen een mooie vaas van de
tafel liet duikelen en juist toen ze „een
goed gangetje" had, gestoord werd door
de komst van Kate-uit-de-keuken, die ver-
En Lady Henrietta bloosde toen zij
antwoordde
„O ja, heel natuurlijk als er ten
minste geen complicaties hij komen.
Zeker is er altijd gevaar bij, maar het
wordt ook zoo volkomen vergoed.
Maar hoe kom je er toe zoo iets te
vragen, mijn jongen? Dacht je aan
nicht Agatha?"
„Nicht Agatha?" zei Paul vaag en
toen zich herinnerend: „o ja, zeker,
hoe maakt zij het?"
Maar toen hij naar zijn kamer ging
om zich te verkleeden, herhaalde hij
steeds de woorden zijner moeder
als er tenminste geen complicaties bij
komen en die gedachten openden
weer een gezichtskring van nieuwe,
angstige spanning voor hem.
Eindelijk kon hij het niet meer uit
houden. Een dol plan om naar Wee-
nen te reizen bezielde hem alleen
afgaande op een poststempel maar
daarvan hield zijn gezond verstand
hem toch terug. Daardoor zou hij
juist een mogelijke boodschap kun
nen misloopen. Neen, hij moest het
dragen en afwachten. Dit stilzwijgen
beteekende misschien wel goede tij
ding en als er eind April nog niets
gekomen was, dan zou hij zijne ge
lofte moeten breken en nasporingen
doen. (Wordt vervolgd).