Uit den Westhoek.
Sport.
Rechtszaken.
PpoVincienieuWs
Stadsnieuws.
DE TROONREDE.
Speelt de troonrede, die ïederen der
den Dinsdag in September wordt uit
gesproken, nog zoo'n groote rol als
vroeger?
De rede wordt uit Den Haag tele
grafisch naar vrijwel alle bladen in
ons land gezonden, naar de grootste en
naar de kleinste, de bladen versprei
den haar eerst als bulletin, later in
de kolommen; de redacteuren schrij
ven er hoofd-artikelen overOp
of na den derden Dinsdag in Septem
ber kan men geen Nederlandsch blad
of blaadje opslaan zonder te stuiten
op verklaringen, toelichtingen, critiek
op de rede welke de Koningin, met het
traditioneele ceremonieel, in het bij
zijn van de leden der beide Kamers
uitsprak.
Schijnbaar is de oude rol, welke de
troonrede door de tijden heen speelde,
nog niet van glans ontdaan. Schijn
baar! Want inderdaad is het daarmee
toch wel eenigszins anders gesteld.
Als de troonrede per bulletin bekend
wordt gemaakt, stroomt het publiek
niet meer, zooals vroeger, naar de
aanplakborden. Voor de bureaux der
bladen hoort men niet meer, als in
vroegere jaren, politieke debatten. Een
enkeling slechts neemt kennis van den
inhoud der rede, de meerderheid der
voorbijgangers echter gelooft het wel....
De groote belangstelling voor de
troonrede is verdwenen, zooals de ge
weldige interesse in de politiek ver
dween, en het zijn nog slechts de cou
ranten, die een schijn van interesse
trachten op te houden.
De oorzaak van de lauwheid van
de zijde van het groote publiek is
niet ver te zoeken. Men leze daartoe
de jongste troonrede en die der vo
rige jaren.
Slap, slap en nog eens slap. Vage,
niets zeggende beloften, een hoeveel
heid algemeenheden, honderden woor
den zonder practische beteekenis.
Het publiek weet ieder jaar, wat hef
te wachten staat, en het maakt zich
niet meer druk over een zaak die tel
kens weer teleur stelt.
Redactioneele gewichtïg-uitziende
toelichtingen konden eigenlijk gerust
achterwege blijven.
Ons lust het tenminste niet de rede,
welke men elders in ons blad afge
drukt vindt, door een min of meer uit
voerige beschouwing een schijn van
beteekenis te verleenen, welke zij van
zich zelve niet meer bezit.
neerd. Een andere belangrijke factor
in het Amerikaansche zakenleven is
de onderlinge wedijver.
De Amerikaan houdt er van, of dit
nu in zaken, sport, gezelschap dan
wel inde kerk is. En deze neiging
voedt het initiatief met een zeldzame
kracht: den gestadigen mensch naar
het uitbreiden der zaken. Menschen
die reclame maken wedijveren niet
alleen met anderen, maar ook met
zichzelf, met de bedoeling dat ieder
jaar het vorige moet overtreffen.
Europa daarentegen toont meer be
zonnenheid in zijn zakelijke betrekkin
gen, de dingen ontwikkelen zich hier
langzamer; de Europeanen nemen tijd
om te leven en het leven te genieten;
bij hen is het zakenleven geen alles
omvattende hartstocht; het is het mid
del tot het doel en dit doel is hef
leven zelf.
Maar ook zijn de Amerikanen idea
listen en haken naar levensinteresse.
Zij zijn, als natie, niet gelddorstig,
maar zij hebben plezier in het „zaken
doen". Het is voor de zonen van Un
cle Sam een wedstrijd die even ro
mantisch is als de riddertournooien
uit de middeleeuwen. Zij pareerenmet
den degen van den handel, om de
vreugde van het gelukkige slagen te
smaken.
In Amerika is de zakenman een so
ciale en economische kracht gewor
den. Hij is de moderne leider, de vor
mer der openbare meening, de stich
ter van den materieelen welstand, de
beschermer van de kunst, de vriend
en stuwkracht van de opvoeding. Van
zijn sociale en moreele ondervinding
hangt de cultuur van zijn vaderland af.
Maar vóór alles blijft hij zakenman!
Zijn goederenvoorraad bestaat niet uit
geestelijke waarden. Daarmede kan
men immers geen winst maken.
Niettemin de Amerikaan kan veel
van Europa leeren.
Indien dit laatste misschien wat van
de Amerikaansche „drijfkracht" kan
gebruiken, zoo hebben de eersten iets
meer van Europeesche zienswijze van
noode. Door de reclame wordt reeds
iets van de bovengenoemde drijf
kracht naar Europa gebracht. Daar
door zal den Europeeschen staten
meer levenscomfort voor een aanne-
melijken prijs geboden worden. En de
Amerikanen zullen in staat zijn over
vloediger in ons oude werelddeel te
koopen aldus eindigt het artikel.
Het wil ons voorkomen dat een der
gelijk opstel over den Amerikaanschen
zakenman ons, in vele opzichten, toch
wel een ander idee geeft van den in
onze dagen immers zoo materialisti-
schen mensch.
En bovendien leert het den Euro
peanen zijn eigen „zaken-doen" te
toetsen aan de Amerikaansche wijze,
die de feiten wijzen het uit
tot zulke hooge economische welvaart
wist te klimmen.
LUCHTVAART.
De „Graf Zeppelin".
De Winterswijksche Crf. heeft, met
het oog op de vlucht van de „Graf
Zeppelin", op gisteren, waarbij ook over
Bocholt werd gevlogen, dat slechts 18
K.M. van de Hollandsche grens af
ligt, een telefonisch onderhoud met
den commandant van het luchtschip
gehad. De W. Crt. verzocht den com
mandant ook over Winterswijk te vlie
gen. Deze antwoordde echter, dat dit
ditmaal niet mogelijk was, daar het
luchtschip binnenkort een bezoek aan
Holland zal brengen. „Wir werden
Holland nicht vergessen, Sïe bekom-
men auch ein Besuch", zoo luidden
de woorden van den commandant.
Politierechter te Middelburg.
Weigerachtigen.
A. J., 56 jaar, schipper op het schip
„Judith", zonder vaste woonplaats,
werd ten laste gelegd dat hij op 6
Aug. 1928 te Hansweerf niet heeft vol
daan aan het verzoek van de ambte
naren der belasting, om een geldig
bewijs van inschrijving voor de in
komstenbelasting te vertoonen. Eisch:
f7,50 s. 3 dagen hechtenis. Uitspraak
als eisch.
L. J. v. O., 22 jaar, schipper op het
schip „Ambulant", als voren te Sas
van Gent op 2 October 1928. Eisch:
f5 s. 2 dagen hechtenis. Uitspraak
als eisch.
W. v. d. S., 24 jaar, schippersknecht
op het schip „Maasstroom 22", zonder
vaste woonplaats, als voren te Hans-
weert op 21 Januari 1929. Eisch: f5
s. 2 dagen hechtenis. Uitspraak idem.
I. v. d. V., 25 jaar, schippersknecht
óp het schip „Bastiana" te Kruinin-
gen, als voren op 22 Nov. 1928 te
Hansweerf. Eischf 7,50 s. 3 dagen
hechtenis. Uitspraak als eisch.
M. v. S., 40 jaar, landbouwer, werd
overtreding van de Wegenbelasting
wet ten laste gelegd, gepleegd te Kloe-
tinge op 7 November 1928. Eisch:
f 12,50 s. 8 dagen hechtenis. Uitspraak
idem.
De zaak Giessen—Kieuw kerk.
Nadat gisteren nog enkele getuigen
waren gehoord, hield de advocaat-ge
neraal zijn requisitoir. Mr. Bauduin
verzocht aan het slot het arrest van
het Haagsche Hof te vernietigen en
opnieuw recht doende IClunder enTeu-
nissen vrij te spreken waar hef hun
ten laste gelegde niet bewezen is.
Daarna hield Mr. Roobol, de verde
diger van K. en T. zijn pleidooi, waar
aan we het volgende onfleenen:
Toen Aeneas gevraagd werd: „Ver
tel nog eens den ondergang van Troje,
het geweldige Troje was gevallen",
toen sprak hij de bekend geworden
woorden:
„Infandum regina jubes renovare do-
lores (O, Koningin waarom beveelt
Gij mij mijn smart te hernieuwen).
Nu U mij beveelt, Mijnheer de Pre
sident, om over de zaak Giessen
Nieuwkerk te spreken, moet ik deze
woorden overnemen, U beveelt mij
mijn smart te hernieuwen.
Ik zal moeten vertellen van een
baanwachter, die in de kracht van zijn
leven om wat geld werd doodgesla
gen. Ik zal U moeten zeggen, dat twee
flinke mannen onschuldig waren op
gesloten.
Ik zal in mijn herinnering terugroe
pen veel, zeer veel leed. Het is als een
schok door mijn ziel gegaan, dat die
twee jonge mannen onschuldig wa
ren veroordeeld. Ik wist al dat hef
kon. Ik heb een oogenblik geaarzeld
mij met deze zaak in te laten. Het leed
dat mij de moordzaak Culemborg had
gebracht, stond mij nog te frisch voor
den geest.
Toen zaten er ook twee onschuldi-
gen bijna twee jaar in de gevangenis.
Medewerking had ik toen niet, tegen
werking had ik wel. Als een misdadi
ger ben ik gevolgd door de politie, op
last van de Justitie, toen ik in Assen
mijn onderzoek deed.
Op de zitting veel leed en na de
zitting klachten bij de Orde van Ad
vocaten. Ik heb toen het besluit ge
nomen een ander beroep te nemen.
Ik dacht aan het genoeglijke leven van
een landman en aan het versje: „Ge
lukkig wien het is gegeven, bij het
reedloos en onnoozel vee, dat nimmer
kwaad of onrecht deed, zijn verdere
dagen voort te leven".
Toen werd mij gevraagd, of ik Teu-
nissen en Klunder wilde helpen en ik
prijs mij gelukkig, dat ik niet lang
heb geaarzeld. Ik dacht„Vooruit, dan
weer mee, om den draak te gaan doo-
den". Veel tegenstand heb ik ont
moet, veel leed gehad.
Het werd mij kwalijk genomen, dat
ik revisie vroeg. Ik moest mij niet
bemoeien met zulke zaken. Maar toen
ik het vonnis had gelezen, toen ik in
lichtingen kreeg, toen is het mij al te
machtig geworden. Toen ik hoorde
van de handelingen van den rijksre
chercheur geloofde ik niet, dat het zoo
erg kon zijn. Ik hoorde ook van Drost
uit Numansdorp, een majoor van de
veldwacht. Ik hoop dat er eens onder
zocht zal worden, of ook die man bij
de politie hoort.
Het was alles leed
Ik hoorde, dat na zeer lang wachten
al een revisie-verzoek was afgewezen.
Hoe het met mijn revisie-verzoek
ging? Schouderophalend werd het
door de autoriteiten ontvangen. Er
werd mij gevraagd, of Vermeer mijn
steunpilaar was. Vermeer, de ruwe
eerlijke Vermeer, die 71 dagen in de
gevangenis heeft gezucht, omdat hij
de waarheid bleef spreken.
Een flink man, die Vermeer. Ik
spreek van een flink man en ik wil
even spreken van den held Stuy!
Stuy deed herhaaldelijk een aanval
op het onrecht en op hen, die het niet
zagen. Stuy deed opnieuw aanvallen
en eindelijk viel de burcht! Altijd
had hij volgehouden te zeggen: eens
zal komen de dag, dat Troje verwoest
wordt! Als een triomphater zit hij
nu bij de gevallen veste.
Welk een val en welk een veste.
Mij werd door den Advocaat-Gene
raal bij den Hoogen Raad gevraagd,
wie het dan wel gedaan had. Of dit
iets met een revisie-verzoek heeft te
maken. Of een revisie-verzoek behan
deld moet worden zooals dit behan
deld is, laat ik aan anderen over ter
beoordeeling. Altijd maar weer leed...
Toen de bekentenis kwam van de
Kroons, dacht ik: de zaak is gewon
nen. Men zal haast maken het on
recht te herstellen.
Na ongeveer twee maanden wach
ten kwamen de stukken pas bij den
Hoogen Raad terug. Dat wachten deed
mij leed. Waren de stukken voor het
eerste revisie-verzoek niet bestudeerd?
Want voor het tweede revisie-verzoek
waren veel weken noodig. Wij hebben
staan trappelen van ongeduld. Toen
kwam de groote dag bij den Hoogen
Raad.
„Listige kunstgrepen", klonk het, van
„tarten" werd gesproken.
Ik vraag aan den Procureur-Gene
raal Mr. Tak of er genoeg ten nadeele
van de Justitie is gezegd. Ik heb het
niet gedaan. Betere krachten hebben
zich vrijwillig aangemeld.
Klunder en Teunissen werden een
gevaar genoemd voor de maatschappij.
Nooit heb ik het den menschen dur
ven zeggen, hoe de ontvangst bij den
Hoogen Raad is geweest. Dat de stuk
ken niet goed bestudeerd waren, is uit
het antwoord van den President ge
bleken. Het slot was: revisie!
Maar een nieuw bevel werd gegeven,
om deze menschen, die een gevaar wa
ren voor de maatschappij, vast te hou
den. Toen kwam de vacantie. Er
wachtte een moeder van 84 jaar op
haar zoon, die vijf jaar onschuldig had
gezeten. Een vader wachtte op het te
rugzien van zijn kinderen, na vijf lange
jaren. Hij had zijn kinderen in de ge
vangenis niet willen zien. Een moeder
moest blijven aanhooren, dat de kin
deren vroegen, of het waar was, dat
hun vader een moordenaar was.
Veel leed, Mijnheer de President!
Er werd gemompeld, dat het Hof in
Amsterdam knap was. maar dat hef
den raad van het hoogste rechtscol
lege zou opvolgen. De eerste leugen
van de Kroons was dan de waarheid.
Listige kunstgrepen, had het geklonken
Wij hebben onzen nood dikwijls ge
klaagd bij Proefssor Watering; in hem
hebben wij een steun en een vriend
gevonden. Wij hebben ons in de moei
lijke tijden aan hem vastgeklampt en
ik geloof, dat wij hem zoo vast heb
ben, dat wij hem nooit meer los zul
len laten. Ik heb mijn nood geklaagd
bij Mr. Pauwels, die mij troostte met
de woorden: „Je bent een beste vent,
je zult een steen krijgen op je graf,
maar pas op, dat je die steen niet te
gauw krijgt!" En nu zeg ik tegen Mr.
Pauwels, wiens boeken op dergelijke
misstanden hebben gewezen en van
welke boeken men gezegd heeft, dat
ze overdreven zijn, ronduit, dat de
schrijver van Boeven en Burgers van
Ambtsgeheim niet heeft gelogen, maar
eerder de zaken te rooskleurig heeft
voorgesteld.
Allemaal leed
Wij kwamen in Amsterdam. Wij be
studeerden de stukken. Wij vonden
het geheime dossier, met een briefje
er bij, dat het niet voor iedereen be
stemd is geweest. Wij waren eerst ge
weest bij den Hoogen Raad en daar
lag ook een briefje bij de stukken. In
dat briefje stond, dat Mr. Roobol aan
het werken was in de Giessen—Nieuw-
kerk-zaak en dat Mr. Roobol een ge
vaarlijk individu was!
Dat briefje was niet verscheurd 1
Dat briefje had de Procureur-Generaal
van het Hof in Den Haag opgestuurd
naar den Hoogen Raad.
Een Commissaris -van Politie had
het geschreven en de politie was toen
nog betrouwbaar. De Commissaris van
Politie te Culemborg, aan wien de
President van het Hof in Arnhem
vroeg of hij nog Commissaris was. Een
briefje van Blok, die voordat hij was
gaan kijken al tegen een rechercheur
zei: „Daar vind je twee lijkjes".
Allemaal leed, veel leed
Ik ben gevaarlijk, mijnheer de Pre
sident! Dat weet ik. En dat wil ik we
ten. Ik ben gevaarlijk voor Blok. Ik
heb dikwijls gezegd: „Si non Superos
acheronta movebo" (Als ik de goden
niet kan bewegen, ga ik de onderwe
reld bewegen).
Toen was de nood het hoogst. Toen
zijn de superi gekomen. Eerst U, Mijn
heer de President! Uw vriendelijke
ontvangst, Uw belangstelling in deze
zaak, Uw opmerkingen tegen ons over
de zaak. Uw hoofdschudden over het
geheime dossier. Het viel ons op, dat
U nog geloof hechtte aan advocaten.
Wij zijn naar Teunissen en Klunder
gegaan en wij heböen gejuicht: „De
President heeft de zaak, door jullie
bent gered!"
In Amsterdam hebben wij de su
peros gevonden.
Dit gedeelte van mijn verhaal bevat
niet veel leed meer. Wij hebben ge
voeld wij zijn nog veilig. In Amster
dam hebben wij Raadsheeren gevon
den. Wij hebben het Hof gevonden,
dat aanklager is, dat beoordeelt en
dat pleit.
In Amsterdam behoeft men voor
strafzaken voor dat Hof niet te plei
ten. Als advocaten zouden wij ons be
lachelijk maken, als wij aan het Hof
een overzicht in ons pleidooi over ge
tuigen a charge en a décharge gingen
geven en als wij iets gingen vragen.
Uw Hof geeft zonder vragen waf
recht is!
Iedereen is vol lof. Nu is er geen
leed meer, maar vreugde.
De menschen zijn gered voor zoo
ver ze nog te redden zijn! Er is veel
gebeurd in een paar dagen. Er is nog
veel geleden, maar ook veel gejuicht.
Mijnheer de President, ik ben blij,
dat ik deze zaak aangedurfd heb en
met mijn knappen confrere heb on
derzocht. Ik ben blij, dat ik advocaat
was voor Uw Hof. Eerst veel leed,
maar later veel vreugde.
Mijnheer de President! Ik hoor op
straat door iedereen praten over „Jol
les". Als men spreekt over Boerhaave
of Edison of andere groote mannen,
dan hoort men geen titels, dan hoort
men een naam. U verdient met Uw
Raadsheeren en Uw Procureur-Gene
raal! Uw Hof heeft het geschokte ver
trouwen in de Justitie hersteld.
Voor de Ned. Justitie hebt u opge
richt een monument, harder dan van
staal! Ik zeg u dank!
Dp moord in Park Zorgvliet.
Volgens het „Hbld." hebben èn de
officier van Justitie èn mr. Rolandus
Hagedoorn voor zijn cliënt berust in
het vonnis der Haagsche rechtbank,
waarbij een 20-jarig jongmensch is
veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf
wegens moord op een jongedame, ge
pleegd in den avond van 13 Mei j.l.
in het park Zorgvliet te Den Haag.
Zooals men weet, had de officier
8 jaar gevangenisstraf gevraagd.
Kanaal door Zuid-Beveland.
Woensdag 9 October zal aan het ge
bouw van het Prov. bestuur te Mid
delburg worden aanbesteed: het ma
ken van een afsluitdam in de zijhaven
te Hansweerf, met bijkomende werken,
behoorende tot de werken voor den
bouw van derde schutsluizen in het
kanaal door Zuid-Beveland te Hans-
weert en te Wemeldinge.
De burgemeester van Zierikzee.
De heer J. C. A. Bannink is gis
termiddag feestelijk zijn gemeente bin
nengehaald. Om half één voeren eeni-
ge visschersschepen uit, de provinciale
boot tegemoet, om met deze boot als
escorte om 2 uur te Zierikzee terug
te keeren. De nieuwe burgemeester
aanvaardde zijn taak na een kernach
tige rede, waarin hij een beroep deed
op raad en ingezetenen om hem te
steunen bij de uitvoering van zijn
taak. Na afloop van de plechtigheid
trok een optocht van verschillende
vereenigingen, die aan een bloemen
corso deelnamen, voorbij. Des avonds
werden muziekuitvoeringen en fakkel
optochten gehouden met tot slot een
groot vuurwerk.
Een jubileum.
De heer M. van der Linde, ontvan
ger der accijnzen te Rotterdam, vier
de Zondag zijn 40-jarig ambtsjubileum.
Bij Kon. besluit van 15 Sept. 1889
werd de heer van der Linde benoemd
tot surnumerair der directe belastin
gen, invoerrechten en accijnzen, en als
zoodanig werkzaam gesteld aan de
toenmalige directie Middelburg.
Zijn benoeming tot ontvanger te Te-
gelen volgde in Mei 1893, in welke
functie hij achtereenvolgens geplaatst
werd te Gennep, Oostburg, 's Graven
polder, Heinkenszand, Geertruiden-
berg en Zwijndrecht. Bij Kon. besluit
van 22 Oct. 1925 werd hij benoemd
tot ontv. der accijnzen te Rotterdam.
HANSWEERT. Maandagavond kwam
alhier binnen het vaartuig „Rijksbe-
tonning 12", welke aan boord twee
lijken had, vermoedelijk behoord heb
bende tot de bemanning van het ge
zonken schip „Estella". De lijken ver
keerden reeds in verren staat van ont
binding en ze zijn naar het lijkenhuis
te Kruiningen vervoerd. Papieren zijn
ook op deze lijken niet gevonden, zoo
dat ze onherkenbaar zijn. De jongste
is vermoedelijk de koksmaat.
De marechaussée Postma te
Aardenburg wordt met ingang van 17
dezer naar hier overgeplaatst.
KRABBENDIJKE. De heer A. J.
Valk, directeur van het postkantoor
alhier, is met ingang van 1 October
benoemd tot directeur van het P. T.
T.-kantoor te Brummen.
NISSE. Tot onderwijzer aan de
Nutsschool te Slikkerveer is benoemd
de heer N. M. van de Velde alhier.
SCHORE. De gewone dienstplichti
gen der lichting 1930 uit deze gemeen
te zullen als volgt worden ingelijfd:
van 110 Dec. 1929: P. Sterk, van
1—10 Jan. 1930: M. Snoep, van 16-25
Maart 1930: J. P. de Jonge en J. van
der Vliet en van 1—10 Oct. 1930: G.
M. Quakkelaar. Allen zijn toegewe
zen a an het 14e Reg. Inf., behalve M.
Snoep, die zal moeten dienen bij hef
lie Reg. Huzaren.
Door B. en W. is de gelegenheid
opengesteld tot inenting of her-inen
ting tegen de pokken (alastrim) op
Donderdag 26 September a.s. des na
middags te 2 ure (N.T.) ten gemeen
tehuize.
De landbouwer G. viel bij hef
vervoeren van drinkwater van het wa
tervat, tengevolge waarvan hij een rib
brak.
WAARDE. Onder zeer groote be
langstelling van de zijde onzer bevolk-
king is Zaterdag j.l. het lijk van de
hier uit de Wester-Schelde opgehaalde
loods Ph. G. Peeters, per lijkkoets
vanuit het lijkenhuis, staande op de
algemeene begraafplaats, naar de ha
ven vervoerd, vanwaar het met een
aldaar gereedliggende boot werd over
gebracht naar een voor de haven in
de Schelde liggende boot van het Bel
gisch loodswezen, teneinde het over
te brengen naar Antwerpen, om al
daar te worden begraven. Het andere
lijk dat hier is aangespoeld, is Zater
dag, na door niemand te zijn her
kend, op de algemeene begraafplaats
alhier begraven. Het gemeentebestuur
vertegenwoordigd door den burge
meester en den secretaris, waren hier
bij tegenwoordig.
Voor het examen, ingesteld door
den Algemeenen Nederlandschen Po
litiebond, ter verkrijging van het po-
litie-diploma, slaagde de heer H. van
Koeveringe alhier, thans behoorend
tot de Militaire Politietroepen, gede
tacheerd te Bergen op Zoom.
WEMELDINGE. Cand. H. J. Drost
alhier is voornemens Zondag 6 Oct
zijn intrede te doen in de Ned. Herv.
Gem. te Kolderveen, na vooraf te zijn
bevestigd door zijn vader, Ds. J. W.
Drost alhier.
YERSEKE. Het drietal voor de Ger.
Gemeente bestaat uit Ds. Barth van
Vlaardingen, Ds. Hoffman vanKrab-
bendijke en Ds. Kersten van Rotter
dam.
„Hosanna".
Donderdag zal het muziekgezelschap
.Hosanna" het concertseizoen beslui
ten met een volksconcert op de Groo
te Markt. Aanvang 8 uur. Uitgevoerd
wordt het volgende programma: 1.
„A bon Port", marche, A. Meeus; 2,
„Grande Ouverture", L. Langlois; 3.
„Sur le Lac Leman", valse, L. Lang
lois; 4, „Ballet dea Parfums", Fr,