Woensdag II September 1929
116 Jaargang.
DRIE WEKEN
VAN LIEFDE.
N° 108,
De
en de klagers
LlNTVELT's BAZAR
W eteDscbappen.
School en kerk
Stadsnieuws.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,—
buiten Goes f2,
Verschijnt: Maandag-,Woensdag
en Vrijdagavond.
Afzonderlijke nummers 5 cent.
SOME i COURANT
Uitgave NaamIooz* Vennootschap Goesche Coaraat «a Kleeawens Rota' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 gevestigd te Goes.
ADVERTENT IËN
van 1—5 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 et
per regel. Advertentlën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
Degene, die zich nu als abonné op
de „Goesche Courant" opgeeft, ont
vangt de tot 1 October a.s. verschij
nende nummers KOSTELOOS.
In het nummer van Vrijdag j.l. heb
ben we in onze kolommen het woord
verleend aan een der Goesche abon-
né's die zich verontwaardigd, en vrij
geestig spottend, uitliet over de wijze
waarop de directie der P.Z.E.M. met
de aansluiting der Goesche woningen
op het eieetrische r.et omspringt.
Onze lezer, die Vrijdag aan 't woord
was en zijn fiolen over de leiding der
P.Z.E.M. uitstortte staat zoo bleek
ons uit tal van mondelinge klachten
niet alleen, en daarom gaven we
hem de gelegenheid zich uit te spre
ken, hoewel we zijn zienswijze niet in
alle opzichten konden waardeeren.
We waren het b.v. niet eens met den
slotzin van zijn stuk, tevens de con
clusie van den inhoud, luidende„Arm
land, waar de gloeilamp zijn intrede
doet op de wijze van de vetkaars".
Van een dergelijke intrede is hier
absoluut geen sprake. De P.Z.E.M.
sluit momenteel 6 woningen per dag
op het net aan, en verwacht kan dus
worden dat binnen een maand de
circa 200 Goesche inwoners, die zich
voor de afname van electriciteït op
gaven, tevreden gesteld zullen zijn.
Het tegenwoordige tempo, waarin
aangesloten wordt, geeft waarlijk geen
reden tot klagen, als men het verge
lijkt bij dat der vorige maand, toen
per dag slechts twee woningen van
licht werden voorzien. Toen hebben
ook wij wel eens op 'tpunt gestaan te
trachten de P.Z.E.M. tot grooteren
spoed aan te zetten, doch we lieten
het na omdat we overtuigd waren dat
de directie ook zonder onzen wenk
zou probeeren zoo spoedig mogelijk
de moeilijkheden op te lossen. De zeer
snelle aanleg van den kabel Middel
burg—Goes vormde den grondslag
van een vertrouwen, dat tot nu toe
niet beschaamd is geworden.
Er zijn altijd menschen, buitenstaan
ders, die zich geen voorstelling kunnen
vormen van de vele moeilijkheden
waarmede de leiding van een nieuw
en groot bedrijf iederen dag te kam
pen heeft. Vooral in den beginne! Zij
willen ijzer met handen zien breken
en geven daartoe adviezen die in de
praktijk niet uitvoerbaar zijn.
Het is zeer gemakkelijk gezegd:
„Neemt desnoods 20 monteurs", en
het is niet moeilijk te beweren: „Dit
zou economischer zijn".
Hoek Koningstraat - Magdalenastraat.
SPECIAAL ADRES IN: GLAS,.
PORSELEIN EN AARDEWERK.
40
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ELINOR GLYN.
En toch kwamen er ongevraagd al
lerlei redeneeringen en mogelijkheden
in zijn verzwakt brein op, voortvloei
ende uit die eeuwige bron van hoop,
die alle levende wezens bezielt, en
dit verhoogde nog te meer zijne on
rust. En daardoor beterde hij zeer
langzaam. Zijn vader en Tompson ver
pleegden hem in het oude Venetiaan-
sche paleis met de innigste toewijding.
De Italiaansche bedienden waren ont
slagen, met vergoeding van een maand
loon, maar de dame en haar Russische
knecht waren verdwenen, zonder een
spoor achter te laten.
Zoowel Tompson als Sir Charles
kenden nu bijna Paul's geheele geschie
denis uit zijn ijlen, en geen van beiden
spraken ze er over, behalve dat Tomp
son nog eenige schakels aan de keten
toevoegde om Sir Charles geheel op
de hoogte te brengen.
„Zij was de mooiste dame, die u
maar zoudt kunnen wenschen te zien,
Het blijft evenwel de vraag of er 20
„goede" monteurs, bereid om enkele
dagen te werken en om dan weer ont
slagen te worden, te vinden zijn. En
waren ze beschikbaar dan zouden zij
de P.Z.E.M. vermoedelijk meer kosten
dan minder verkoop van stroom ge
durende eenige Zomersche weken.
Neen, ontevreden over het werk der
P.Z.E.M. zijn we hoewei wij, even
als de inzender van Vrijdag ook nog
zonder licht ziften (Hfen we dit vooral
even vast leggen) geenszins.
We waardeeren het dat de directie
der maatschappij eerst de menschen,
die hun gasleidingen reeds deden ver
wijderen, hielp en dat zij niet zoo za
kelijk was om groote verbruikers, nog
over goed ander licht beschikkende,
den voorrang te verleenen.
Minder waardeering daarentegen
hebben we voor hen, die nooit van
zich deden hooren toen de strijd ten
behoeve van de electrificatie der mid
dengroep op z'n felst was, die het wel
geloofden, anderen, mïlitairement ge
zegd, „den kop lieten afbijten", en die,
zoodra het pleit gewonnen was, luid
uitriepen: „Heb ik nu nóg geen elec-
triciteit!"
Door hen behoeft de P.Z.E.M. zich
waarlijk niet van haar werk-program
te laten brengen.
De Karakorum-expeditie.
Een Reufer-berichf uit Bombay be
vat een mededeeling over de expedi
tie van het echter Visser in den Kara-
korum. Meer dan drieduizend vier
kante kilometer hoog bergland met
meer dan vijftig tof dusver nog niet
verkende gletschers zijn thans geëxplo
reerd en in kaart gebracht. De expe
ditie ondervond groote moeilijkheden
door den was der rivieren. Zij trekt
thans in noordoostelijke richting naar
een nog onbekend bergachtig woestijn
land.
Het Leger des Heils.
Een groot mysterie, aldus schrijft
de „Daily Chronicle", is de order aan
mej. Mary Booth, de dochter van den
vorigen generaal, om het commando
van het Leger des Heils in Duitsch-
land neer te leggen. Zij vervult deze
betrekking sinds 1925; de officieele
verklaring van de order is, dat zij een
van de vele leidende figuren is die
van den eenen post naar den anderen
worden verplaatst. Zij zou eerst met
een verlof van drie maanden' naar
Londen komen.
Een „autoriteit" van het Leger heeft
echter het blad nog iets medegedeeld.
Toen generaal Bramwell Booth werd
afgezet, zou een aantal officieren die
daartegen waren, zich tot hem en
mevr. Booth hebben gewend om advies
voor hun verdere houding. Men zeide
Sir Charles," eindigde dit ongevoelig
wezen. „Hare bedienden aanbaden
haar en als Mijnheer Verdayne nu
ziek is, dan is hij niemand minder
dan voor eene koningin ziek." Dit
feit was bij alle treurigheid een groote
voldoening voor Tompson, maar Paul's
vader kon daar geen troost uit putten.
De groote moeilijkheid was geweest
om Paul's moeder er van af te hou
den bij hem te komen. Zij moest al
tijd onkundig gehouden worden van
deze episode in het leven van haren
zoon. Zij behoorde tot diegenen, die
dat alles nooit begrepen zouden heb
ben. Het zou voor haar een onover
komelijken schok en ontzettende droef
heid geweest zijn, tot haar dood toe!
En dus schreef Sir Charles haar pas
over de ziekte van hun zoon, toen hef
eerste vreeselijke gevaar voorbij was.
„Verd pech dat de jongen zoo'n
koorts moest krijgen!" schreef hij in
zijn lakonieke stijl, „de riolen in die
vreemde landen kun je toch maar
nooit vertrouwen."
En zoo wachtte Lady Henrietta,
niets kwaads vermoedend, met het
geduld van eene welopgevoede dame.
Het waren sombere dagen voor al
len. Het kneep zijns vader's hart te
zamen, om Paul daar te zien neer
liggen zoo zwak als een kind. Al zijne
jeugdige kracht als door een storm
hun, dat zij „trouw op hun post moes
ten blijven en op God vertrouwen".
Zij hebben dezen raad opgevolgd,
waarmede ook de oudste dochter van
den generaal, Cath. Booth (die door
hem naar men zegt voor het opperbe
vel was bestemd) het geheel eens was.
Echter zijn nu verscheidene van hen
naar afgelegen posten gezonden: To
ronto, Winnipeg, Nieuw Zeeland en
dergelijke. Kolonel Mary Booth heeft
nog niets van haar nieuwe bestemming
gehoord.
De zuster van Bramwell, mevr.
Booth- Hellberg, die op half-non-
actief in Zweden woonde, zou order
hebben gekregen om het commando
in het uitgestrekte en moeilijke gebied
van Zuid-Amerika op zich te nemen.
Wij laten deze mededeelingen voor
rekening van het Engelsche blad, dat
voorts nog mededeelt, dat het proces
over de beschikkingen van den vroe-
geren generaal nog altijd hangende is.
Gemeenteraad.
(Zitting van gistermiddag.)
Voorzitter: de heer G. A. Hajenius.
Aanwezig: alle leden.
Ingekomen stukken.
Mededeeling wordt gedaan van de
navolgende ingekomen stukken:
Bericht van den heer J. C. M. Ma
zure, dat hij zijne benoeming tot on
derwijzer aan de O. L. school A aan
neemt
Goedkeuring van het Raadsbesluit
dd. 6 Juni 1929, no. 15, tot wijziging
van de begrooting van den Keurings
dienst van Waren voor 1928.
Geen vastrecht-tarief.
Voorstel tot wijziging van het tarief
voor gaslevering.
Over dit voorstel, tof invoering van
een vastrechtfarief staakten in de vo
rige vergadering de stemmen (66).
Het voorstel wordt verworpen met
7 tegen 6 stemmen.
Wethouder Van Melle vraagt of
de raad nu een gewijzigd voorstel ver
wacht of dat de gascommissïe met een
voorstel moet wachten tot later.
De heer Van Bommel van Vlo
ten zegt, dat het oordeel der finan-
tieele commissie reeds uit de vorige
vergadering bekend is. Van een nieuw
vastrechttarief verwacht spr. niet veel.
Wel van het voorstel dat hij in de vo
rige vergadering aan de hand deed (af
zonderlijk tarief van gas voor ver
warming en kracht).
De heer C r u c q verklaart zich te
gen het voorstel van den heer Van
Bommel van Vloten. In andere plaat
sen heeft het twee-meter-systeem te
leurstellingen gebracht. Spr. voelt wel
voor vastrecht-tarief volgens het Ka
merstelsel.
De heer Eckhardt schaart zich
aan de zijde van den heer Van Melle.
Hij is voor een nieuw voorstel.
De heer Van Bommel van Vlo
wind weggevaagd. Het was ellendig te
moeten luisteren naar zijn eeuwig
klagen.
„Lieveling, kom bij me terug lie
veling, mijn koningin."
En zelfs toen hij weer tot bewust
zijn gekomen was, was het even ellen
dig hem daar zoo slap te zien neerlig
gen, blauwe schaduwen op zijn eens
zoo frissche huid. En het zieligst van
alles waren zijne handen, waarop de
aderen te zien waren, geheel door
zichtig, slap op het laken neerliggend.
Zijn vader kwam tenminste wel tot
de overtuiging, da f het geen vrouw
kon zijn geweest, wier heengaan
zelfs na drie weken van voortdurende
emoties zulk een schok veroor
zaakte, dat zijn jonge Hercules er
door neergeveld werd. Zij moest toch
wel iets waard geweest zijn deze
tijgerkoningin.
En op zekeren dag, tegen zijn ge
woonte in, sprak hij Tompson aan:
„Hoe zag ze er uit, Tompson?"
En Tompson, hoewel hij een Engel
sche knecht was, antwoordde niet met
„Wie Sir Charles?" Hij sperde al
leen zijn oogen wijd open en zei op
zijne eentonige manier:
„Vreeselijk indrukwekkend; een
man kon geen woord uitbrengen als
hij haar naderde; dat soort maakt
iemand duizelig. Zij had zwart haar en
ten wil de gascommissie niet belem
meren in haar pogingen om nieu
we wegen te vinden.
Wethouder Van Melle acht debat
teeren over de zaak hier thans van
weinig nut. De raad kan beter de gas
commissie verschillende systemen in
studie doen nemen.
Ir. van Poe/geest vindt dat de
vraag van den heer Van Melle de zaak
op den kop zet. De gascommissie kan
altijd met voorstellen komen. De raad
behoeft zich daarover van te vo
ren niet uit te laten. Het heeft spr. ge
troffen dat dit jaar voor het eerst in
het verslag der gascommissie de kost
prijs van het gas ontbreekt. Deze heeft
er jaren in gestaan.
De voorzitter vindt het juist dat
de gascommissie naar nieuwe wegen
wil zoeken. Hij dankt de commissie bij
voorbaat voor de moeite.
In verzet.
Bespreking van hef besluit der ver
gadering van ingelanden van het Wa
terschap „De Breede Watering bewes
ten Yerseke" tot het heffen van ge-
schot van gebouwde eigendommen.
B. en W. stellen denraad'voor tegen
dit besluit bij Ged. Staten in beroep
te gaan.
De heer Van Bommel ran Vlo
ten h eeft bij lezing van het voorstel
van B. en W. gedacht aan de reclame
plaat Van stad naar 'tland, houdt
Goes in stand. Een goedd verstandhou
ding tusschen Goes en het platteland
is van zeer veel beteekenis. Met de
opmerkingen van den heer Dekker kan
spr. zich niet vereenigen. De polder
doet vele uitgaven waarbij ook de eige
naren van het gebouwd belang heb
ben. Men denke slechts aan de wegen,
die goed onderhouden worden. Dooi
deze goede wegen heeft het vervoer
van personen en goederen een groote
vlucht genomen, hetgeen voor Goes
van belang is. Goes is verder gebaat
bij den goeden waterafvoer in den pol
der, o.a. voor haar rioleering, doch
ook voor den welstand van den land
bouw. Spr. acht het billijk dat Goes
eenigszins in de kosten bijdraagt. Het
gevraagde geschot is niet hoog. Voor
de ongebouwde eigendommen wordt
40 a 45 pet. der kadastrale waarde be
taald en van het gebouwd zal slechts
2 pet worden gevraagd. Spr. vraagt
verder of hef juist is dat de raad zich
in deze kwestie gaat mengen. Z.i. be
hoort dit niet tot de competentie van
den raad, doch het is een kwestie tus
schen den polder en Ged. Staten.
De voorzitter zegt omtrent den
goeden toestand der wegen, dat de
polder vroeger 40 pet van het onder
houd der wegen aan de gemeenten be
taalde. Later heeft de polder alle kos
ten op zich genomen in het belang der
grondgebruikers. Men heeft dus nooit
een beroep op anderen gedaan. Nu
komt men plots met een geschot op
het gebouwd, en wel voornamelijk in
verband met het subsidie aan de spoor
wegen. De finantieele toestand van het
waterschap is echter gunstig. Boven
dien betaalt Goes zelf aan den spoor
een wit gezicht en en de oogen
van een heks, maar zij was erg vrien
delijk, uit de hoogte en royaal. Ieder
een zou dadelijk gezien hebben dat ze
een koningin was."
„Jong?" vroeg Sir Charles.
Tompson streek langs zijn kin. „Dat
zou ik niet kunnen zeggen, Sir Char
les. Soms ongeveer vijf-en-twintig en
soms over de dertig. Ik denk dat zij
tusschen de twee en vijf-en-dertig was,
als de waarheid aan 't licht kwam.
„Knap?"
Zijn oogen werden al grooter. „Zij
was zoo betooverend, dat ik het niet
zeggen kan, Sir Charles de liefste
dame die ik ooit in mijn leven gezien
heb, Sir Charles."
„Hm," zei Paul's vader en verviel
weer in een stilzwijgen.
„Zij had een beest van een man, hij
mag dan een koning geweest zijn, een
gentleman was hij niet," waagde Tamp
son er nog aan toe te voegen, daar hij
vreesde dat „hm" afkeuring van zijne
mooie koningin heteekende. „Hare be
dienden waren erg gesloten, en spra
ken niet goed Engelsch, zoodat ik niet
veel van hen te weten kon komen;
maar die Vasili, die pas een der laat
ste dagen kwam, vertelde me in een
raar taalt je, waarvan ik de helft raden
moest, dat hij verwachtte, hem nog
wel eens op een goeden dag te zullen
weg. En is de spoor niet het belang
rijkste voor de buifenmenschen, en
vooral voor hun goederen? Spr. licht
de andere motieven van B. en W.
reeds in ons blad vermeld, nader toe.
Wethouder Van Melle ziet niet
in, dat een verzet van den raad van
invloed zou zijn op de verhouding tus
schen stad en land. Dit is maar een
boeman, want niet alle ingelanden wa
ren voor de heffing.
De heer C r u c q vindt hef goed dat
de raad zich uitspreekt over zoo'n be
langrijk voorstel. Het heeft spr. ver
wonderd dat uit de burgerij niet een
groot protest is opgegaan. Aan de
bouwvereenigingen zou men adhaesie
kunnen vragen.
De heer Van Bommel van Vlo
ten merkt op, dat Goes veel meer
dan vroeger een centrum is geworden
van den handel door het toenemende
verkeer over de wegen var» den polder.
Hij acht het billijk dat Goes een klei
ne bijdrage zal betalen.
Ir. van Poelgeest vindt het bil
lijk dat geschot op het gebouwd wordt
geheven door een polder. Maar dan
moeten bijzondere uitgaven er aanlei
ding toe zijn. Hef subsidie aan de
spoorwegen kan spr. geen aanleiding
vinden, tenminste nu niet meer. Spr.
kan in de rekening van den polder
geen enkelen post vinden die verande
ring in den ouden toestand zou kun
nen billijken.
Spr. begrijpt echter niet waarom
de gemeente Goes zich over deze kwes
tie gaat uitspreken. De gemeente is
geen eigenaresse van gebouwde eigen
dommen.
De voorzitter zegt dat de raad
voor de belangen der inwoners moet
opkomen.
De heer Eckhardt heeft B. en W.
gevraagd inzake deze kwestie meteen
voorstel te komen omdat hem geble
ken is dat verschillende ingelanden
tegen het geschot zijn, en omdat de
gemeente op onbillijke handelingen
van een polder moet toezien.
De heer Van Bommel van Vlo
ten noemt het geschot billijk.
De heer Eckhardt vindt hef on
billijk dat de kleine luiden belast
zullen worden.
De heer Koning voelt principieel
voor geschot op gebouwd, doch hij
vindt de voorgestelde regeling van den
polder niet zuiver. Kan de raad niet
op een andere regeling aandringen bij
Ged. Staten.
Wethouder Goedbloed zegt dat
alleen protest kan worden aangetee-
kend. Een academisch debat kan de
gemeente niet over de kwestie gaan
houden.
De heer Van Bommel van Vlo
ten merkt op, dat de polder moet
handelen naar bestaande reglementen.
Als de raad het er nu in principe over
eens is dat geschot op het gebouwd bil
lijk is, dan....
(Protest uit den raad): „We vinden
het niet billijk".
Ir. van Poelgeest vindt dat B.
en W. Ged. Staten van hef onbillijke
van dit geval moeten overtuigen.
moeten van kant maken. Vasili had
een litteekën op zijn gelaat, zoolang
als uw vinger, dat hij had opgeloopen
toen hij de koningin verdedigde tegen
haar echtgenoot, toen hij haar in een
stomdronken bui te lijf wilde, nog pas
een jaar geleden. En Mijnheer Ver
dayne is zoo knap. Het is geen won
der, Sir Charles
„Nu is het genoeg, Tompson," zei
Sir Charles en hij fronste zijne wenk
brauwen.
De noodlottige brief, zorgvuldig in
eene nieuwe enveloppe gesloten, en
het leeren kistje bevonden zich in zijn
brievendoos. Tompson had ze hem
bij zijne aankomst overhandigd. En
toen Paul eindelijk genoeg aangesterkt
was om in een luien stoel op het zij-
balcon gedragen te worden, achtte zijn
vader het geschikte oogenblik geko
men, om ze hem te geven.
Paul's apathie werkte verlammend.
Sinds de kleine Italiaansche dokter
hem buiten gevaar verklaard had, wa
ren de dagen voorbij gegaan in onein
dige, kwijnende rust. In niets stelde
hij belang. Hij was beleefd, onverschil
lig en sprak geen woord
(Wordt vervolgd.)