eren GOESGHE CÖÏÏM1T BIJVOEGSEL bedelaars. Medische Rubriek. Voor de VrouW Uit de Radiowereld ProViDcienieuWs VAN DE VAN VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1929 „Fahrende Leute" noemde men in de Middeleeuwen de groote troepen bedelaars, die door het land trokken en leefden van de aalmoezen, die zij al zwervend van stad tot stad ontvin gen. Zij waren de schrik van het plat teland, waar zij door roof en moord zich het noodige verschaften, indien de aalmoezen ontoereikend bleven, om in hun onderhoud te voorzien. Ook in de steden deden zij de bur gerij veel overlast aan, al was het daar niet zoo erg als op het platteland, waar de bewoners ver van elkander woon den en ieder gezin meer op zichzelf was aangewezen, om zich te bescher men. In de steden konden de poor ters elkander tenminste bijstaan, in dien de bedelaars te brutaal werden en iemand naar het leven stonden. Op velerlei wijzen probeerden de stedelijke besturen de bedelaarsplaag te beteugelen. Zware straffen pasten zij toe op de vagebonden, die het den burgers te lastig maakten. Op zichzelf was bedelen geen schande gedurende de Middeleeuwen, als het maar in het ordentelijke geschiedde. Men be schouwde het geven van aalmoezen tot de goede werken van barmhartig heid, zoodat de beroepsbedelaar ge makkelijk zijn kostje kon ophalen. Maar soms maakten zij een schro melijk misbruik van betoonde gastvrij heid en zagen er niet tegen op, hun weldoeners op de schandelijkste ma nier te brutaliseeren. Had een bede laar b.v. een goed onderdak beko men en was hij behoorlijk gevoed en verzorgd, dan gebeurde het soms, dat hij den volgenden dag het huis van zijn gastheer weigerde te verlaten. En dat ging toch waarlijk te ver. Om daaraan paal en perk te stel len, gaf een keurbrief van de stad Brugge tegen het einde der dertiende eeuw aan de burgers der stad vrijheid een bedelaar, die na gastvrijheid te hebben genoten, den volgenden dag het huis niet wilde verlaten, desnoods te verdrinken. Dat was geheel in over eenstemming met het oud-Germaan- eche gebruik, om luiaarde in het wa ter te werpen. Ook na de Middeleeuwen bleef de bedelaarsplaag bestaan, ofschoon men herhaaldelijk de zwaarste straffen had toegepast, zooals brandmerken, ver bannen, kerkerstraf en zelfs de dood straf. In sommige steden was de Overheid bijzonder toegeeflijk. In Amsterdam liet het s tadsbestuur de bedelaars van buiten in grooten getale toe. Zij moes ten alleen als bewijs, dat zij recht had den te bedelen, aan de stadspoort een looden penning in ontvangst nemen. Die groote toegeeflijkheid lokte scher pe critiek uit, o.a. van Bredero in zijn „Spaansche Brabander". Een tegenhanger van het Amster- damsche geval vinden we in een Arn- hemsch plakkaat van den 20sten Fe bruari 1545. Daarbij werden de in- heemsche bedelaars bedreigd met open splijting van den neus, een barbaar- sche wreedheid, die nog niet eens vol doende afschrikte, want de bedreiging werd ook meermalen ten uitvoer ge bracht Langzamerhand werd het in de ste den beter, maar het platteland onder vond soms nog veel overlast. Zoo klaagden de bewoners van de Over- Betuwe in 1710 steen en been over „ondragelijke insolentiën" der land- loopers. Zij verzochten daarom aan stelling van vier „armenjagers". Er werden er vier aangesteld ook, elk met een grooten hond. Zij droe gen roode kleeren met gele voering, wat er op wijst, dat het meer te doen was, om de bedelaars weg te jagen dan ze te vangen. Met snaphaan, hou wer en degen gewapend moesten er twee boven en twee beneden de Grift jacht maken op het menscb.elijk wild Het resultaat schijnt niet gering te zijn geweest, blijkens een klacht van den veerman te Heteren, die na de aanstelling van de „armenjagers" niet minder dan 335 bedelaars over het Hetersche veer had gebracht, zonder een cent veergeld te hebben ontvangen. in de meeste gevallen verlaten de vreemde voorwerpen het lichaam langs den natuurlijken weg, zonder eenige stoornis te veroorzaken. Slechts een enkele keer is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk. Zelfs scherpe voorwerpen als spel den en naalden verlaten het lichaam op de gewone wijze, als zij worden in geslikt. Zij leveren natuurlijk hef grooter gevaar, door de wanden der spijsverteringsorganen heen te drin gen, maar ook zelfs in dat geval ge beurt het meermalen, dat zij zich een weg banen door verschillende weef sels h een, zonder verontrustende ver schijnselen de huid bereiken en daar oppervlakkige abcessen veroorzaken, waaruit ze gemakkelijk te verwijderen zijn. Niet alleen bij kinderen, die soms alles in den mond steken, wat onder hun bereik komt, maar ook bij vol wassenen gebeurt het, dat zij onver teerbare voorwerpen doorslikken. Een ongeluk zit soms op een klein plaats je. Wie zich ongerust maakt en de hulp van een geneesheer inroept, krijgt gewoonlijk den raad veel koek te eten, waardoor de kans grooter wordt, dat een scherp voorwerp zich met een zachtere substantie omhult en, zon der verwondingen te veroorzaken, den kronkelenden weg van het darmka naal normaal volgt Onder variété-artisten, bijv. degen slikkers, kunnen dergelijke ongeluk ken gemakkelijker voorkomen. Wij la zen een geval van een degenslikker, die ook electrische lampjes inslikte. Deze bevonden zich in een glazen buis waardoor de electrische draad liep, om de lampjes te ontsteken. De artist deed het publiek verwonderd staan, door op die wijze zijn maag van bin nen te verlichten, wat men door den buikwand heen kon zien. Bij een voor stelling brak de glazen buis stuk, waar door een gedeelte in de maag achter bleef. Een operatie bleek noodig, om het glas te verwijderen. Bij een ande ren artist vond de chirurg 'een hon derdtal spijkers, een ketting, drie schroeven, een veiligheidsspeld en een naainaald in de maag. Het komt ook voor, dat iemand op zettelijk onverteerbare voorwerpen in slikt. Het zijn doorgaans krankzinni gen, die het doen. Een krankzinnige met een geweldig uitgezette maag, bleek na operatie daarin verzameld te hebben: drie tin nen lepels, veertig spijkers, een aantal stukken hard hout, een stuk ijzer van twee ons, een paar messen en een aantal kleinere voorwerpen. Bij een patiënte, die bij voorkeur naainaalden verorberde, wist een dok ter te Kopenhagen in een periode van drie jaar een vierhonderdtal inge slikte naalden uit het lichaam te ver wijderen. Hoe groot het weerstandsvermogen in sommige gevallen kan zijn, blijkt uit een mededeeling op een chirurgen congres te Berlijn in het jaar 1908. Het geval betrof een meisje, een spij ker-eetster, uit wier maag niet minder dan 1620 spijkers werden verwijderd. De vrij groote kans, dat het inslik ken van harde voorwerpen geen merk baar nadeelige gevolgen veroorzaakt, heeft smokkelaars er wel toegebracht even voor h et passeeren van de grens diamanten in te slikken. Het is een truc, die gemakkelijk gelukt, doordat de douane-beambten niet over de mid delen beschikken, de fraude te kun nen constateeren. Zij kunnen een ver dachte toch moeilijk een laxeerkuur laten doormaken. Het kan natuurlijk gebeuren, dat een doorgeslikte diamant in den blin- dendarm blijft steken en appendici tis veroorzaakt Maar ook dan gaat de diamant niet verloren, de chirurg zal hem bij de operatie vinden en uit het lichaam verwijderen. geen stukgaan en pijn meer en ook geen naschrijnen der huid, als men vóór het in- zeepen de huid even inwrijff met slechts een weinig Het inslikken van scherpe voorwerpen. Het komt nog al eens voor, dat klei ne kinderen knoopen, stukjes griffel, centen of andere kleine, onverteer bare voorwerpen inslikken. De ouders maken zich dan vaak ongerusfe maar Recept. Schapenvleesch met slaboonen en aardappelen. Benoodigd D/s pond scha penvleesch of lamsvleesch, IV2 pond aardappelen, 1 K.G. slaboonen, 3 af gestreken eetlepels boter, 1 ui, een .paar kruidnagelen, wat zout Bereiding: Zet het gewasschen v.'eesch op met ruim een halve liter kekend water, voeg er wat zout bij en de[ heele ui, waarin de kruidnagels Door een aantal Fokker-vliegtuigen is Dinsdagavond boven Scheveningen gedefileerd, ter gelegenheid van hef diner, dat daar aan de deelnemers van de bijeenkomst der International Air Traffic As.;ocia ion werd aange boden. Een fraaie luchtfoto van Scheveningen. zijn gestoken. Laat in een goed geslo ten pan het vleesch zoo een uur staven. Voeg er dan de afgehaalde, gewas schen en gebroken boonen bij en de boter, laat die drie kwartier meeko ken, leg er dan de geschilde aardap pelen op en laat alles tezamen ver der gaar worden (nog ongeveer een half uur). Neem 't vleesch uit de pan, snijd het in nette plakken, schik die in 't midden van den verwarmden scho tel en leg er de boonen met de aard appelen over heen. Giet er eenige le pels kooknat over en presenteer de rest van het vocht in een sauskom er bij. Nuttige wenken. Om het kleven van het strijkijzer aan stijfselgoed te voorkomen, doet men een stukje boter door de stijfsel. Naaimachines smere men nimmer met zoete olie, daar dit aankoekt. Men gebruike alleen petroleum en' wan neer er reeds verstopping door zoete olie of iets dergelijks heeft plaats ge had, spuite men eerst met benzine, alvorens petroleum te gebruiken. Aangesneden citroenen blijven goed, wanneer men ze met de aangesneden vlakte naar beneden in een schoteltje met azijn legt 'n Goede flesschenlak verkrijgt men door menging van 25 gram zuivere hars, 250 gram was, 33 gram rundvet en 250 gram oker van de gewenschte kleur. Om de lak te gebruiken moet dit zeer warm zijn. Palembangsche kant. In Palembang wordt het kantslaan buitengewoon veel beoefend en het bedrijf is er zoo algemeen, dat men zou kunnen vragen of het Palembang sche kantwerk een inheemsche indu strie is, of dat deze door Europeanen werd ingevoerd. Deze tak van nijver heid moet echter wel van heel ouden oorsprong zijn, daar hij niet alleen in het meer beschaafde Palembang zelf wordt beoefend, doch ook in de bin nenlanden, op Zuid-Sumatra, de Pa- dangsche Bovenlanden en zelfs op Noord-Sumatra. Men mag gerust aan nemen, dat Palembang de bakermat is van de inlandsche kantwerkkunst, welke techniek van daaruit over Su matra verbreid is en naar Java over gebracht Het oorspronkelijke inlandsche be drijf werd uitgevoerd op zeer primi tieve toestellen. Vermoedelijk had men toen alleen maar een plank, waarop volgens een bepaalde teekening naald jes werden gestoken en waarom dan met de hand de draadjes „gevlochten" werden. Europeesche invloed bracht daarin verbetering door invoer van Europeesche toestellen, kantkussens met klosjes, zooals we deze hier te lande ook kennen, en daardoor werd het voor de inlandsche kantwerksters ook mogelijk kant te klossen van ge woon katoengaren. De in gebruik zijnde siermotieven hebben zich van zelf gevormd. Vele zijn afgezien van Europeesche kant monsters, doch uit sommige spreekt nog zeer duidelijk de inlandsche gedachte. Tafelrecht. Dat er gastvrouwen zijn, die bij het geven van een dinertje zich wel eens ergeren aan conversatie, die loopt over de een of andere gemeenschap pelijk bekende en die meestal ge- voerd wordt in een toon verre van waardeerend, is genoeg bekend» On- langs echter had een vindingrijk me vrouwtje, dat zich meer dan eens in stilte had zitten ergeren aan het „kwaad spreken" van afwezigen, bij het geven van een dinertje, op den ach terkant der menu's de volgende oud- Hollandsche wijsheid laten schrijven: Al die sitt' aen mynen disch, Drïnckt sooveel als nodigh is, Eet na uwes hongers eysch, Maer en eet geen menschen-vleys. Weet gy niet wat dat beduydt Hoort, ick salt u leggen uyt: Spreeckt niet kwalyck van een vrient, Die dat niet en heeft verdient, Spreeckt niet qualyck van een man, Die hem niet verweren can. Neemt hem niet met uwen mont, 't Geen ghy hem niet geven cont Sydy anders van manier, Mynenthalven blyft van hier. 't Zy u eens voor al gesecht, Dat is hier het tafelrecht Radio en toegepaste kunst. Meer dan tot nu toe het geval was, zullen Handel en toegepaste Kunst elkaar in de toekomst ontmoeten en het zal in de eerste plaats de hande laar, de koopman of de industrieel zijn, die uit welbegrepen eigenbelang die samenwerking zoeken. Immers het besef dringt meer en meer door, dat het geen zin heeft en dat het volkomen onvruchtbaar en onbeschaafd is zijn concurrenten in brutale annonces te overschreeuwen. Veel meer zal men In de toekomst trachten ook het uiterlijk van het ar tikel, dat men verhandelt, zoodanig aesthetisch te verzorgen, dat het tot koopen noopt en dat het artikel daar door reeds een zekere meerdere waar de verkrijgt. Kunstenaars van naam verleenenop verschillend terrein in deze richting hun medewerking; denken wij aan de glas- en aardewerk-industrie, aan de tapijtweverijen, aan de meubel- en be- hangselfabrieken om slechts enkele be drijven te noemen. Betere interieurs zelfs voor bescheiden beurzen volwaardiger gebruiksvoorwerpen en tenslotte ontwikkeling van den smaak en den zin voor het schoone zijn het gelukkige gevolg van deze collabo ratie. Het stemt tot verheugenis, dateven- éens in de Radio-industrie zoo be trekkelijk jong nog in die richting wordt gewerkt. Als voorbeeld daarvan mogen wij wel noemen de samenwer king die t usschen den bekenden kunst- nijvere Otto van Tussenbroek en Er- res Radio tot stand is gekomen. Het zal trouwens voor de meeste lezers wel reeds duidelijk zijn gewor den, dat ook op dit gebied het stre ven, dat wij hierboven hebben bespro ken, meer en meer veld wint, welk streven zich uit in het meer of min der wel geslaagde, in elk verzorgde uiterlijk van Radio-apparaten. Het kan wel niet anders of zulk een pogen zal een stimuleerenden in vloed hebben op de voor ons land ook zoo belangrijke industrie van Radio apparaten in het algemeen. BORSSELE.' In de Woensdag al hier gehouden raadszitting werd aan Mej. J. de Krijger, wegens aanstaand vertrek naar Ned.-Indië, eervol ont slag verleend uit haar betrekking van onderwijzeres aan de O. L. school met ingang van 1 October. De voorzitter deelde mee, dat reeds een oproeping van sollicitanten was geplaatst, en dat zich tot heden 9 sollicitanten hadden aangemeld. Uit het ingekomen bericht van den directeur der Zuid-Beveland- sche Waterleidingmaatschappij bleek, dat de kosten voor aanleg der leiding in de gemeente f42.000 zouden be dragen, terwijl de gemeente zich ga rant zou moeten stellen voor een jaar- lijksch waterverbruik ten bedrage van f 4200. Na eenige bespreking besloot men den heer Van Poelgeest uit te noodigen in de volgende vergadering een en ander te komen toelichten. De verordening op de warenwet werd gewijzigd volgens ingekomen schrij ven. De heeren M. de Regt, G Nijsten en M. Dek verklaarden zich tegen deze wijziging. De rekening van het bur gerlijk armbestuur 1928—1929 werd vastgesteld op een bedrag van f769,25 inkomsten en f759,30 aan uitgaven, alzoo met een goed slot van f9,95. De begrooting voor 1930 stelde men vast op f838,84 in ontvang en uitgaaf. Ten laatste werd de gemeenterekening vastgesteld op f37.305,81 in ontvang sten en f 37.735,93 in uitgaven, dus met een nadeelig saldo van f 430,12. 's HEER ARENDSKERKE. Alhier is aanbesteed de bouw van een land- bouwschuur voor den heer P. Boon man. De hoogste inschrijvers waren Gebrs. Weststrate te 's Heer Arends- kerke voor f22.500. De laagste Le Grand Verheijke te Hoedekensker- ke voor f21.225. Het werk is gegund aan de laagste inschrijvers. WEMELDINGE. Woensdag heeft het kerkbestuur van de Chr. Evang. Kerk in de consistoriekamer Slhier, publiek aanbesteed het bouwen van een woonhuis. Architect is de heer S. de Koning te Goes. De laagste inschrij vers waren Kosten en Van Gorp te Wemeldinge voor f 4622,De gun ning is aangehouden. WOLPHAARTSDIJK. Woensdag werd alhier door Notaris Pilaar ver kocht: 1. Drie woonhuizen en erven aan de Papeweg, groot 4 A. 35 c.A., aan Frans Caan te Wolphaartsdijk voor f605,-. 2. Een woonhuis en erf aldaar, groot 55 c.A., aan Wed. Pieter Ver hulst—Smallegange te Wolphaartsdijk voor f565, 3. Tuin in den Oosterlandpolder, groot 5 A. 40 c.A. aan Frans van de Vreugde te Wolphaartsdijk voor f309. Samen f1479,—. yERSEKE. De gewone jaarvergade ring der N.V. Maatschappij voor kunst matige oesterteelt v.h. De Meulemees- ter te Yerseke, Woensdagmiddag te Bergen op Zoom gehouden, werd door menigeen met belangstelling tegemoet gezien. De voorzitter, burgemeester Van Woelderen uit Vlissingen, heeft de agenda snel en afdoende afge werkt. De vergaderden stonden binnen 't half uur weder op straat De op positiepartijen waren niet aanwezig, zoodat er niets interessants te genieten viel. Alles blijft bij 't oude, Van andere zijde vernemen we nog, dat ter vergadering aanwezig waren 16 aandeelhouders, vertegenwoordigende 164 aandeelen en recht hebbende top 200 stemmen. Bij de behandeling van winst- en verliesrekening werd ter sprake gebracht de groote schade die gedurende den afgeloopen winter aan de oesterbankën was aangebracht In verband hiermede werd het wensche- lijk gevonden dat de post, aangevende de waarde van getaxeerde oesters, werd verlaagd met f5000. Het dividend werd bepaald op 21/2 (vorig jaar 91/2 pet). De aftredende commissaris, de heer Ochtman, werd herkozen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina bijlage 1