GOESCHE COURANT
BIJVOEGSEL
Medische Rubriek
KleinVee-Teelt.
Voor de Vrouw
Sport.
Koloniën
BinoenlaDd
VAN DE
VAN VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1929
Bloedarmoede.
Bloedarmoede is meestal g,een ziekte op
zichzelf. Het is gewoonlijk eein verschijn
sel, Jat van verschillende oorzaken af
hankelijk kaïn zijn, te talrijk om op te no'
men. Waar voor het „verschijnsel" ver
schillende oorzaken kunnen bestaan, daar
zal het duidelijk zijn. dut de behandeling
in verschillende ge\alien sterk uiteen kan
loopen.
Om een eenvoudig, voorbeeld te nöé
men: bloedarmoede kan het gevolg zijn
van onvoldoende voeding. Het is duidelijk,
dat dan noch staalpillen, noch kinadrup
pels, noch Spaansche wijn verbetering
zullen brengen. Alleen goede voeding zal
het verschijnsel doen verdwijnen.
Men ziet uit dit voorbeeld tevens, dat
in de geneeskunst geen verschijnselen be-
stt eden moeten worden, doch dat men zoo
veel mogelijk moet trachten de oorzaak-
weg- te nemen. Juist met betrekking tot
het verschijnsel bloedarmoede is het goeld
daar eens met nadruk op te wijzen. Hoe
dikwijls worden staalpillen, staalwateren,
eiwitstaai, kinadruppels enz. tegen bloed
armoede aangeprezen? Deze middelen kun
pen dikwijls gunstig werken, maar dan in
handen van een arts, die weet, wanneer
hij ze wel.... en wanneer hij ze niet moet
voorschrijven. Over te talrijke kwakzal
versmiddelen tegen het verschijnsel bloed
armoede zullen wij maar heelemaal niet
spreken; de verstandige lezer zal in ver
band met het bovenstaande direct inzien,
dat ze uit den booze zijin.
Wanneet het zachte voet te geven.
Op die vraag worden uiteeidoopcr.de
antwoorden gegeven. Voor een deel hangt
zulks van allerlei omstandigheden af. Niet
alleen in het buitenland, maar ook bij ons,
begint het algemeen gevoelen over te hel
len om het zachte voer zoo mogelijk, als
laatste dagrantsoen te geven. Dit geeft aan
de dieren de meeste kans verzadigd te zijn,
als ze op stok gaan. Zoodra hoenders een
goede portie best zacht voer binnen heb
ben, overvalt hun een zekere loomheid,
die aanleiding geeft tot stilstaan en rusten.
Dat behoort in de ren niet thuis en past
uitstekend gedurende den nacht.
Er zijn echter deëlen van het jaar, dat
de kleine liefhebber zijn dieren het zacht-
vcer niet kan geven afs laatste' maaltijd,
omdat de avond' reeds zoo vroeg invalt.
Die kiest dan het middaguur of den mor
gen daartoe uit. Dat klaar maken van het
zachte voer is ook in den vroegen morgen
niet zoo heel aangenaam in den winter en
vormt ook al weer een reden om het zachte
veer in de i middag te verstrekken. De kor
te dagen brengen dus de meeste zorgen
mee. In den zomer is alles beter over een
g'rcoter aantal daguren verdeeld, zoodat
dan graan in den morgen, groenvoer en nog
wat graan er bij in den middag en tegen
het op stok gaan de bak met zachtvoer
dienst doet. Vooral in den winter moet de
krop flink gevuld zijn, als de dieren den
langen winternacht gaan doormaken. Er
mag niets achter blijven in dc voerbakken
want voor het zachte voer gebruiken wij
natuurlijk lange, smalle, niet diepe, voort
durend goed schoon gemaakte bakken.
Wij slaan tegein den bodem twee latjes,
zöodat het omkantelen belet wordt.
Hoe groot een rantsoen per dier moet
zijn, is niet mogelijk aan te geven, daar
hier de fndividueele verschillen hun rol
spelen. Zelfs bij dieren uit dezelfde ouders
gieboien is er verschil. Daarom moet ieder
zijn dieven leeren kennen en dient als t
ware bij intuitie te weten of hij goed geeft.
De dieren wijzen zelf trouwens ook wel
den goeden weg aan. Laten ze immers
voer liggen, dan is het zaak te minderen.
In het tegenovergestelde geval geeft men
meer. Op die wijze leert men al spoedig
althans voor de normale omstandigheden,
de hoeveelheid keninen. Bij koud weer zul
len ze weer meer voer opnemen, dan in
warme dagen en ook als ze in volle pro
ductie zijn, nemen ze een grooter kwantum
voer op. Dieren die dus in een volle win-
terproductie zijn, zullen het meest voer
opnemen. Het is daarom goed, dat de ver
zorging door een en dezelfde persoon ge
schiedt, die echter een reserve achter zich
heeft, voor het gevaf hij verhinderd is
Het een noch het ander kan op een goud
schaaltje nagewogen worden en dat be
hoeft trouwens ook niet, omdat het geen
ramp is, wanneer er eens een dag tusschen
valt, dat het rantsoen wat aan den kleinen
kant' is. Bedenkelijker gevolg heeft het
echter en dit zoowel voor den leg- als voor
den foktoom, wanneer men gewoonlijk te
zwaar voert. Dat geeft dan aanleiding tot
vet worden, waaruit weer allerlei kwaad
geboren kan worden, als dunschalige eie
ren, legnood, slechte bevruchting en meer
van dat fraais. Ook moet niet vergeten
werden, dat de voedering van den foktoom
anders meet zijn dan van de leghoender
Hennen toch, die in hun eerste log jaar een
zeer groot aantaf eieren gaven, vormen in
hun tweede jaar het beste fokmateriaal,
waaruit dan krachtige kuikens kun en voos t
komen, vooral als zulke hennen gepaard
worden aan een temperamentvollen haan
van met te nauwe verwantschap en die van
prima legsters afstamt. In het algemeen
verdient het geen aanbeveling van eenjarige
dieren te fokken. Het drukke leggen doet
namelijk de kiemkracht der eieren ver
slappen. Er komen dan nog wel kuikens
maar ze zijin veel te slap en vatbaar voor
verschillende ziekten.
Het voeren moet met verstand geschie
den. Een Amerikaan heeft het eens hoe
aardig als volgt gezegd: „Je moet de die
ren voeren, door met een emmer voer en
een kilo hersens de hokken ia te gaan,
Onverdraagzaamheid bij kinderen.
Onverdraagzaamheid is eein kenmerk van
vele kinderen. Dikwijls echter kan ziekte
of lichamelijke zwakte hiervan de oor
zaak zijn en zoo- veel mogelijk moeten do
ouders dan trachten, dat niets de aanlei
ding kan zijn tot onverdraagzaamheid. Is
het kind echter zonder geldige reden on
vriendelijk, onverdraagzaam, opvliegenden
wraakzuchtig, dan moet deze drift direct
krachtig worden bestreden. Vele ouders,
zoo niet allen, zullen dit onmiddellijk
toestemmen en het kind straffen of ver
manen om zijn onverdraagzaamheid en
toch.... het er zelf inbrengen.
Bepalen we ons even tot een voorbeeld
Kleine Pietje heeft zich bezeerd aan een
stoel of een tafel en schreit.
„Stoute tafel", zegt moeder, „sla die
ondeugende tafel maar terug, hoor".
Pietje doet het en moeder doet het ook
nog eens en beiden zijn voldaan. Maar la
ter, als broertje of zusje of kameraadje
hem een stroobreed in den weg legt, is
Pietje dadelijk gereed er „op te slaan"
en nog later zal deze aangewakkerde
wraaklust zich in ernstiger daden uiten.
AI vroeg moet den kinderen geleerd
worden elkanders fouten te verdragen en
in vredelievendheid' met elkander om te
gaan. Het gezinsleven geeft ze hierin het
beste voorbeeld. Zijn de kinderen dikwijls
getuigen van twist tusschen de ouders,
dan zullen de schoonste vermaningen tot
verdraagzaamheid weinig indruk op ze
maken. Welk een rust en weldoende vrede
kan er daarentegen heerschen in eon ge
zin, waar vader em moeder dagelijks het
voorbeeld geven tot een elkander eerbie
digen en verdragen.
Hebben de kinderen onderling twist
gehad, dan moet de moeder er op aan
dringen, dat zij zich weer met elkander
verzoenen. Ze moet hierbij echter de oor
zaak van den twist trachten op te sporen
en den twistzoeker of -zoekster zijn of
haar schuld onder het oog brengen, opdat
er geen wrok achterblijft en de verzoening
tusschen de kinderen oprecht is.
Snoeplust bij kinderen.
Snoeplust is een van die eigenschappen,
welke leiden kunnen tot veeL ellende en
kwaad.
Het beste middel om de kinderen van
snoepen af te houden, is ze deugdelijk te
voeden en regelmaat te houden in die maal
tijden.
Wijs bovendien de kinderen zoo min
mogelijk op snoeperijen en zeg niet: „O
wat lekker". Het is ze noodeloos kwellen.
Voorkomen is beter danlijmen.
Lijmen? Wat?
Gebroken aardewerk natuurlijk. Teder-
een bezondigt zich wel eens aan breken,
de een meer dan de ander. Maar om te
voorkomen moet men ook de oorzaak we
ten van het breken. Dat is nu wel erg
moeilijk, want meestal is het: „Ik hield
'tzóó in mijn hand".
Nu ja, goed, Iaat men het dan „zóó" in
de hand gehouden hebben; miaar dan heeft
men to een acht geslagen op stooten,
hard neerzetten, drukken of iets van dien
aard. Hoe dan stooten en hard neerzetten
te voorkomen?
Wel, in de eerste plaats door aan de
keukenkraan een stukje gummislang te be
vestigen. Alles wat men nu aan glazen
kopjes, kannen e.d. afspoelt, wordt, indien
het met de kraan in aanraking komt
en hoe licht gebeurt dit niet als men spat
ten wil voorkomen niet tegen het koper
gestooten, doch tegen het soepele gummi.
Een goed voorbehoedmiddel voor bre
ken door hard neerzetten, is het legg
van een ouden badhanddoek of een molton
onderkleedje op het aanrecht en een dito
doekje of kleedje, ednige malen dubbel ge
vouwen op den bodem van het omwasch-
teiltjo.
Gevulde komkonimers.
Gestoofde en gekookte komkommers
behooren niet tot onze dagelijksche groei
ten. Toch vormt deze schotel een aan
gename afwisseling, zoowel bij de lunch
als bij het middagmaal.
Men schilt de komkommers dun en
snijdt er de punt af, waarna mea ze in
mootjes verdeelt. Met een lepel schept
men hieruit voorzichtig het zaad, waarna
de stukken in ruim kokend water met zout
gaar gekookt worden (een kwartier). Men
rekent ruim een ons varkensgehakt per
komkommer. Terwijl ce komkommers ko
ken, maakt men (bet gehakt aan met in
melk geweekt brood, peper, zout en noot
muskaat en vormt er kleine langwerpige
balletjes van, die men op een. zacht vuur
in de koekepan gaar Iaat worden, doch niet
bruin braden. Vervolgens zet men de stuk
ken komkommers in een vuurvast scho
teltje overeind elft steekt een balletje gehakt
in iedere moot. Men strooit er wat paneer
meel over, wat bruin van jus en gesmolten
boter, waarna men den schotel in een niet
te heeten oven zet om een mooi bruin
korstje (e krijgen.
Gekookte komkommers overdwars in
dunne plakjes gesneden ve» Iico gen de sma
kelijkheid van een a la jardinière opge-
maakten vleeschschotel. Stukjes gekookte
komkommers - tezamen met licht gefruite
gesnipperde uien vormen een overheerlijk
vulsel voor gekookte tomaten, wanneer men
deze nu eelns niet met gehakt wil vullen.
LUCHTVAART.
De „Graf Zeppelin"
Te ruim half één (0.40 Amerik. tijd,
5.40 M.E.T., 6 uur Ned- tijd) is het lucht
schip „Graf Zeppelin" Dcnderdag^nor-
gien uit Lakehurst vertrokken om terug
te keerem naar Friedrichshafen, welk tra
ject de eerste étappe zal vormen van de
gircote wereldreis van de „Graf Zeppelin".
Nadat de Zeppelin boven New York
had gekruist, vloog het te I uur 47 Amerik
tijd eenmaal om het vrijheidsbeeld in de
haven te New York, om officieel af-
icheid te nemen van Amerika en daarna
zette het koers in de richting van den
Oceaan.
De start had een volkomen vlot ver
loop. Te 23.39 uur Amerik. tijd werden
de achterste deuren van de hall te Lake
hurst geopend. Te middernacht bestegen
de 22 passagiers het luchtschip dat een
half uur later, onder het gejuich der reus
achtige menigte, die zich ondanks het late
uur en ondanks het feit dat het luchtschip
nu toch reeds eenige malen en voor vrij
langen tijd te bezichtigen was, toch weer
nabij de luchthaven verzameld had1, uit de
hal naar buiten werd getrokken. Toen de
landingsmanschappen, Amerikaansche ma
rinetroepen, de laatste touwen loslieten,
speelde de staf kapel van Yersey City het
Deutschland, Deutschiamd über alles".
Eenige minuten later vloog het luchtschip
boven Lakehurst en verdween toen in de
ichting van New York. Kort voor dat de
laatste maatregelen voor den start werden
genomen, werd uit het luchtschip wederom
een „blinde passagier" gehaald. Het was
een jonge Duitscher, die verklaarde dat
hij naar Duitschland had gewild om zijn
familie te bezoeken.
De moord op mevr. Landzaat.
Het Volksraadlid Middendorp beeft
een vraag tot de regeering gericht naar
aanleiding van een door hem ontvangen
bericht, dat de administrateur vain Par-
nabolon, na den op die onderneming ge-
pleegden moord, op korten termijn ont-
en is. Vrager merkt op, dat het ver
zwijgen van deze aangelegenheid door de
bladen in Deli zeer de aandacht trekt en
hij verwijst naar het orgaan „De Plan
ter", waarin vele misstanden op de onder
neming beschreven worden. Onder meer
wordt gewezen op de verhouding van 1000
mannen en 400 vrouwen, terwijl in den
tijd van één jaar acht assisten, \ersleten
werden in het beruchte vak 33, waar de
mcord op den heer Van, Vessem is ge
pleegd. Deze misstanden zouden niet al
leen het ontslag motiveeren, doch tevens
van groo-t belang zijn voor het nagaan van
de „diepere oorzaken" van den gepLeg-
den moord. De heer Middendorp vraagt
In de timmerfabriek van de N.V. Gooi sche Electrische Timmerfabriek aan
den Vaart weg te Bussem heeft een ernstige brand gewoed. De fabriek en
beledende houtloodsjn werden verwoest. Een foto tijdens het blusschingswerk
of de regeering er mede bekend is, dat die
administrateur inderdaad ontslagen is en
vraagt of de regeering bereid is, aan den
gouverneur van de Oostkust op te dragen,
in overleg met de arbeidsinspectie, een
rapport uit te brengen over den blijkbaar
slechten geest op Panabolon, in het bij
zonder in vak 33, en, zoo ja. of de regee-
ing de resultaten aan den Volksraad wil
overleggen.
De nieuwe ministers.
De „N. R. Crt." geeft de volgende
bijzonderheden over de nieuwe minis
ters.
Mr. dr. L. N. Deckers, die als mi
nister van defensie zitting zal nemen
in het nieuwe kabinet, is geboren in
1883 en heeft gestudeerd aan de uni
versiteiten te Leuven en te Leiden. Hij
heeft naam gemaakt door zijn bemoei
ingen inzake den Christelijken Boeren
bond in Noord-Brabant. Hij is hoofd
inspecteur der boerenleenbanken en
secretaris van den R.K. Nederl. Boe
ren- en Tuindersbond geweest; voorts
bestuurslid van verschillende land
bouworganisaties, lector aan de R.K,
Handelshoogeschool, lid van de Cen
trale Commissie voor de Statistiek en
lid van den Hoogen Raad van Arbeid.
De heer Deckers is sedert Septem
ber 1918 lid van de Tweede Kamer.
Mr. P. J. Reymer, de nieuwe minis
ter van waterstaat, is te Renkum ge
boren in 1882. Na aan de Amsterdam-
sche universiteit gestudeerd te heb
ben, vestigde hij zich na zijn promotie
als advocaat en procureur: te Amster
dam en vervolgens te Hilversum. Hij
werd lid van den gemeenteraad van
Hilversum en van de Prov. Staten van
Noord-Hoiland. Later werd hij wet
houder van Hilversum, totdat hij in
1922 tot burgemeester van die ge
meente werd benoemd.
In 1918 was hij inmiddels ook ge
kozen tot lid der Tweede Kamer.
Sedert 13 Maart 1928 had hij zitting
in de Eerste Kamer.
Na een langdurige en ernstige onge
steldheid heeft hij enkele maanden ge
leden zijn werkzaamheden, na een vol
ledig herstel, kunnen hervatten.
Prof. dr. R. H. Woltjer is lid van
den Amsterdamschen gemeenteraad.
Sedert verscheidene jaren is hij hoog
leeraar aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam in de faculiteit der lette
ren en wijsbegeerte, waar hij de klas
sieke taalwetenschap doceert.
Vooral op onderwijsgebied heeft jhij
zich gespecialiseerd. Hij is ondervoor
zitter van den Onderwijsraad, het col
lege, dat aan den minister van onder
wijs, kunsten en wetenschappen van
advies moet dienen omtrent vraag
stukken van algemeene strekking op
onderwijsgebied.
In den kring der Gereformeerde
Kerken en van de Vrije Universiteit
is zijn naam in de laatste jaren dik
wijls genoemd als een der voormannen
in de bekende kwestie-Geelkerken.
Mr. T. J. Verschuur, die het be
heer zal krijgen over hef departement
van arbeid, handel en nijverheid, is
vroeger journalist, aa. parlementair
overzichtschrijver van het dagblad De
Maasbode geweest. In 1919, bij de in
stelling van de Raden van ArbeicJ.
werd hij benoemd tot voorzifter van
den Raad van Arbeid te Breda.
Bijzonder is mr. Verschuur naar vo
ren getreden in de Vereeniging van
Raden van Arbeid, waarvan hij sedert
1927, als opvolger van jhr. mr. Witter;
van Hoogland, hef presidum bekleedt,
en in andere organisaties, waarin hij
verschillende malen belangrijke prae-
adviezen heeft uitgebracht over vraag
stukken, rakende de soc. verzekering.
De heer S. de Graaff is in de beide
ministeries Ruys de Beerenbrouck van
1919 tot 1925 minister van koloniën
geweest, als hoedanig hij den heer
Idenburg opvolgde, die wegens ge
zondheidsredenen moest aftreden.
Omtrent zijn Indischen staat van
dienst, zij vermeld, dat hij van 1906—
1910 directeur van het Binnenlandsch
Bestuur is geweest. Vervolgens werd
hij eenige jaren later regeerings-
commissaris voor de reorganisatie, van
het bestuurswezen.
In de laatste jaren van den oorlog
was de heer De Graaff president-com
missaris van de Nederlandsche Uit-
voer-Maatschappij.
Wanneer de ministers in het nieuw
te vormen kabinet, die tot lid der
Tweede Kamer zijn gekozen, niet als
zoodanig zitting nemen, zullen tot lid
der Tweede Kamer worden benoemd
verklaard:
in de plaats van jhr. mr. De Geer
jhr. Beelaerts van Bloklland, doch aan
gezien deze zelf opnieuw minister
wordt, zal deze plaats worden inge
nomen door jhr. mr. J. W. H. Rutgers
van Rozenburg, te Baarn;
in de plaats van jhr. mr. Ruys de
Beerenbrouck de heer C. M. J. E. Gose-
ling, te Amsterdam1;
in de plaats van ,dr. L. N. Deckers
de heer J. C. van Beek, te Deurne,
maar aangezien deze zich, evenals alle
candidaten op de r.k. lijsten, verbon
den heeft, de plaats open te laten vooo;
dengeen, die voor denzelfden kwali
teitszetel op de lijst is geplaatst als
het Kamerlid, dat om een of andere
reden bedankt, zal de heer van Beek
voor zijn benoeming bedanken, en zal
tot lid der Kamer benoemd worden
verklaard de heer Th. E. M. Schaep-
man, in Den Haag, parlementair over
zichtschrijver van de Maasbode.
Telefonische verbinding met
Indië.
Naar het „Hbld." verneemt, ligt het
in de bedoeling, het aantal spreekcel
len voor de radio-telefonische verbin
ding met Indië belangrijk uit te brei
den. Zeer binnenkort, waarschijnlijk
half Augustus of anders begin Sep
tember, zal te Arnhem de gelegenheid
voor het spreken met indië worden
opengesteld. Verder zouden voor een
dergelijke verbinding in aanmerking
komen Breda, Eindhoven, Deventer,
Hengelo en Groningen.
Vechtpartij.
In de v. d. Vennestraat te Den Haag
ontstond Dinsdagavond een vechtpartij
tusschen twee broeders, die beiden
onder drankinvloed verkeerden. Op
den hoek van den Zuidwal en Glas
blazerslaan wilde een agent tusschen
beide komen, maar toen keerden de
beide mannen zich tegen den politie
man. Een van hen wist een zweep te
grijpen en ranselde daar den agent
duchtig mee af. Deze trok toen uit
zelfverdediging zijn revolver en loste
eenige schoten. Een der vechtersba
zen kreeg een schot in den enkel en
werd later naar het ziekenhuis ge
bracht, de ander werd onbeduidend
aan het hoofd verwond en is in arrest
gesteld.
Een zonderlinge grap.
Op de Oude Waal te Amsterdam
trof een politie-agent een stoker van
een Noorsch schip in vreemde omstan
digheden aan. Hij was n.l. vastgebon
den aan een boom en ten overvloede
waren zijn beenen ook nog aan elkan
der gebonden. De man wist niet, hoe
hij daar zoo gekomen was, wel dat
hij voor dien tijd dertig kronen had
bezeten, die hij nu kwijt was.
Het leek een snoode roofoverval.