Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen N° 85. Maandag 15 Juli 1929 116 Jaargang. DRIE WEKEN VAN LIEFDE. Sport. Rechtszaken. FpoVincienieuWs Binnenland ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2,— bulten Goes f2,—. Verschijnt: Maandag-,Woensdag en Vrijdagavond. Afzonderlijke nummers 5 cent. GOESCHE Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesdbe Courant Telefoonnummer 17, na 17.30 Ne. 244 COURANT Kloeuwens St Ross' Drukker.- en Uitgeversbedrijf gevestigd t» Goea. ADVERTENTIËN van 1—5 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent Driemaal plaatsing wordt 2 maal berekend. Dienst aanbiedingen en aanvragen 15 et per regel. Advertenüën worden aangenomen tot 12 uur voorm. KORFBAL. Zaterdag zijtn de volgende competitie wedstrijden voor de Z.K.B. gespeeld: Middelburg: V.I.O.S.-Zeelan 'óa II 22 Kloetinge: E.L.T.O.-Zeelandia I 23 Goes: V.V.C.-D.O.S. 1-3 De stand tot hedlen toe luidt: -Zeel I 6 3 2 1 8 14—14 1.33 V.IO.S. 5 3 117 17-9 1.40 DOS. 4 2 115 14-6 1.25 E.L.T.O. 6 1 3 2 5 15—15 0.83 Zeel. II 7 0 5 2 5 9-12 0.71 V.V.C. 4 1 0 3 2 7-20 0.50 As. Woensdagavond wordt te Goes gespeeld: V.V.C—E.L.T.O. LUCHTVAART. Een nieuwe vliegtuigmotor Naar de Frankf. Ztg. uit Deösau ver neemt heeft de Junkersmaatschappij ge slaagde proeven gecomen met een nieuw soort vliegtuigmotor, die in principe ge heel overeenkomt met een Dlecel-motor. De brandstof is n 1. geen benzine, doch „zware olie" (gasoline) en de motor heeft tijdens een tocht van vier uren een ar- be'dsvermogen ontwikkeld van 850 P.K. Men denkt evenwel het tot 1000 P.K. te kunnen opvoeren. De Juinkersfabriek er wacht van den nieuwen motor grooten vooruitgang van de vliegtechniek. Overtreding Zondagswet De kantonrechter te Venlo heeft Vrij dag J. C., directeur van de Bioscoop en het Grand Theater aldaar, veroordeeld tot f30 boete en een maand sluiting we gens overtreding van de Zondagswet ge durende zes Zondagen in den vastentijd (ingaande 10 Februari) het op die Zon dagen zonder daarvoor van B. en W. ver gunning te hebben gekregen. De eischwas zes maal f25 boete en zes maanden slui ten. Verdachte zeide dat aan de andere bioscoophouders wel vergunning was ver leend. Landarbetderswet De minister van financiën heeft aan de gemeentebesturen meegedeeld, dat her haaldelijk wordt geklaagd over vertraging, die die behandeling van de aanvragen om voorschotten ingevolge de Landarbeiders- wet ondervindt. De minister schrijft o.m.Hoewel er dezerzijds thans reeds vooitduirend naar wordt gestreefd' de behandeling van be deelde stukken te bespoedigen, heb ik mij afgevraagd, of dë tijd, welken het onderzoek, dat vanwege mijn departement omtrent elke aanvrage wotrdit ingesteld, 15 FEUILLETON Naar hef Engelsch van ELINOR GLYN. Ach1 hij ontwaakte. Achl mooie jon ge Paul! Hij was nauwelijks klaar, toen er op zijn deur getikt werd, en Dmi try binnenkwam met een briefje. Het bekende dunne papier bezorgde hem een rilling en hij nam het snel uit de handen van den dienaar. „Paul, ik ben vandaag in een dui- velsche stemming; kom om vijf uur bij me langs de terrastrap". Dat was alles geen datum, geen onderteekening. Maar Paul's hart klop te in zijn keel van vreugde. „Ik wil dat vel bij Madame bezorgd hebben", zei hij. „Zou je het bij haar kunnen brengen zonder dat iedereen het merkt?" De statige dienaar boog. Als zijne Excellentie het hem wilde helpen op vouwen, zeide hij, kon hij het mee naar zijn eigen kamer nemen en van daar naar appartement na X Het is alles behalve gemakkelijk om van een groot tijgervel een in bruin papier gewikkeld pak te maken met een touw er om heen. Maar hoe dan ook, ze slaagden erin vergt, niet zoo noodig nog iets kan wor den ingekrompen. Aan de controleurs der grondbelasting, aan wie dit onderzoek is opgedragen, is een termijn gesteld' van een maand, waarbinnen zij over de aan vragen van advies hebben te di:nen. Die termijn kan worden bekort, indien het college, bedoeld in art. 13 der wet, zoo dra het een aanvrage om voorschot heeft vastgesteld', de bevoegdheid heeft, deze aanvrage in spoedeischende gevallen on middellijk rechtstreeks aan den betrokken controleur dei- grondbelasting toe te zen den. Met het oog hierop heb ik geen be zwaar ertegen, aan het bestuur van de vereeniging of stichting, of waar zoodanig lichaam ontbreekt, aan B. en W. van de gemeente, in gevallen, die spoedeischend worden geacht, de gelegenheid te geven, een duplicaat van de op de aanvrage be- trekk'nghebbende stukken rechtstreeks aan den controleur te zenden. De besturen der vereenigingen en stichtingen zullen dit dan kunnen doen, indien zij e:n besluit ingevolge art. 28 der wet hebben geno men en een aanvrage om voorschot bii den gemeenteraad indienen. Ingeval in e.n gemeente geen vereeniging of stichting werkzaam is, kunnen B. en W. van de bevoegdheid gebruik maken, zoodra zij een voorstel tot toekenning vain een voor schot bij den gemeenteraad aanhangig ma ken. Met nadruk wijs ik erop, dat de con troleurs niet verplicht zijn, rechtstreeks bij hen inkomende aanvragen onmiddel lijk in onderzoek te nemen en dat zij bun adviezen aan mij eerst zuilen uitbrengen, nadat hun de officieeik aanvragen om voorschot vanwege het departement om advies zijn toegezonden. Het is derhalve gewenscht dat ook dè tot de regeering te richten aanvragen om rijksvoorschot zoo spoedig mogelijk worden opgemaakt en aan mij worden verstrekt. In den brief is aangegeven welke gege vens worden bedoeld. De overweg bij Rillland-Batk. De „Tel." verneemt thans dat men hij de Staatsspoorwegen definitief heeft be sloten den wachtpost 20A bij den onbe- waakten overweg te Rilland-Bath af te breken. De tegenwoordige bewoner-weg werker Van dei- Griek, zal heden de wo ning verlaten en zal men met het sloopem daarvan aanvangen. Op dezelfde lijn worden nog eeltige voor het uitzicht belemmerend werkende wachtposten verwijderd; met één is men dezer dagen reeds begonnen, n.l. 15A Het blad vernam, dat het in de bedoeling hgt ook dien wachtpost 21, d.i. in den z.g. „Tweeden Weg" te sloopen. Als bin nenkort de nieuwe weg, die langs de spoorlijn loopt, in gebruik zal worden genomen, zal het gevaar, dat eens zoo schrikbarend wfas op dit gedeelte en bij den „Derden Weg", eenigszins beperkt zijn. Waarom de aardbeien zoo duur zijn. Men schrijft uit Ritthem aan de M. C. Dit jaar ontvangen de aardbeienkwee kers goed geld van hunne vruchten. In Dmitry verdween er geruischloos mee, Paul's antwoord op het briefje mee nemend, dat luidde: „Ik zal er zijn, schoone dame. Uw eigen Paul." En hij kwam. Er vlamde een vroolijk vuur in den haard, en heel zachte, orchidee-achtig zijden gordijnen wa ren neergelaten, toen Paul binnentrad en het heerlijkste gezicht van alles, tegenover het vuur in zijn volle lengte uitgespreid zijn tijgervel en erop ook in haar volle lengte uitge strekt lag de dame, gekleed in een vreemd, nauwsluitend gewaad van zwa re purperroode rijde, de zoomen ge borduurd met goud; een blanke arm rustende op den roofdierenkop, haar rug ondersteund door een stapel van fluweelen kussens en een massa zeld zaam gebonden boeken omhaar heen, terwijl zij tusschen hare roode lippen een roos hield, niet rooder dan de lip pen en toch was ze bijna scharlaken. Paul had nog nooit zoo'n roode, roos gezien. Het geheele schouwspel had een barbaarsche tint. Het zou een schildersdroom hebben kunnen zijn van een Favorite uit den harem. In geen geval iets, wat men zou verwach ten in een deftig Zwitsersch hotel. Zij verroerde zich niet toen hij bin nentrad en de zware gordijnen achter hem dichtvielen. Zij hief slechts hare oogen op en keek Paul scherp aan. geen jaren bijna zoo. De prijs blijft hoog, zeer ten spijt van men-'ge huismoeder, die de sappige vruchten graag op tafel hebben of er zelf jam van bereiden Wat de oorzaak is van dien steeds hoog- blijvenden prijs? Het heeft in den afge- loopen winter streng gevroren. Vele aarrf- beienplanten zijn geheel bevroren of heb ben van de vorst geleden. In Zeeland echter, voornamelijk pp Zud-Bcveland en Walcheren, had het eerst een paar dagen hevig gesneeuwd voor de strenge vorst kwam, zoodat de planten goed1 beschermd waren. De oogst in deze streken is dan ook zeer goed', vooral daar volloon ie regens de vnuchtvormimg ten goede kwamen. In Hol land is de opbrengst om de reeds ge noemde reden minder, zoo-dat in Zeeland voor d'e Hollandsche jamfabr.'eken veel aardbeien worden opgekocht tegen een goeden prijs. Ce mosselvisscherij. Men schrijft aan de „N. R. C.": Over oesters, mossels en garnalen word't in het jongste verslag van de Kamer van Koophandel voor dé Zeeuwsche Eilanden over 1928 ook gewag gemaakt. Na eenigszins uitvoerig de oestercam pagne behandeld1 te hebben, wordt van de mossels a. v. gewag gemaakt. Ook voor de mossels behoorde 1928 tot de betrekkelijk goede jaren De kwaliteit was m tegenstelling met het vorige seizoen overal goed; over den groei viel niet te klagen. Meer dan anders kwam de sterfte voor, waardoor de opbrengst tegen viel en het product door de aanwezigheid van vele ledige schelpen er minder mooi uit zag. Er was dan ook veel meer werk aan de sorteering, aangezien de ledige schel pen moes-ten worden uitgezocht. De vraag was goed'. Engeland nam meer af dan ge woonlijk; ook in België en Frankrijk wend een goed afzetgebied gevonden. De prij zen hebben zich in tegenstelling met vroe ger het geheele seizoen kunn n handha ven. Eén der oorzaken hiervan is zeker wel de vlugge handel, maar de voornaam ste oorzaak er van moet toch wel ge zocht worden in het feit. dat de Bond van Mosselkweekers in Zeeland', hoewel den verkoop niet zelf ter hand' nemende, todh een wakend oog op den handel hield. De buitenlandische afnemers, en met name de Antwerpsche tu-sschenhandiel, had hierdoor' niet de vrije hand in het bepalen van den prijs, zooals vroeger' het geval was. In het algemeen hieeft het bedrijf derhalve een bestaan opgeleverd, zij het dan ook als naar gewoonte bij d.t bedrijf geen rijk bestaan. Uit het verslag blijkt dus ook, dat groote waard'e wordt toegekend aan een intens samenwerken, waaraan door den Bond' van Mosselkweekers zooveel moge lijk leven ingeblazen wordt, al kan de Bond ook in dit opzicht nog maar niet Haar geheele gezicht was veranderd en had nu eene boosaardige, gevaar lijke, uitdagende uitdrukking. Het scheen wel waar te zijn, wat zij gezegd had; zij was blijkbaar in een duivelsch humeur. Paul sprong naar voren, maar waarschuwend stak zij haar hand op. „Neen, je moet niet te dicht bij me komen, Paul, ik ben niet veilig van daag. Nog niet. Je moet daar gaan zit' ten en dan zullen we praten". En zij wees naar een groote stoel. Veneti- aansch handwerk, bekleed met prach tig, oud fluweel, dat hij nog nooit ge zien had. „Ik kocht dien stoel van morgen in de stad in de antiquiteitenwinkel aan het einde van de Weggisstrasze, waar in vroeger tijden het gebouw was van het Venetiaansche gezantschap, en jij kocht het tijgervel voor me, Paul. Dat was aardig van je I Mijn prachtige tijger!" En zij maakte een slangachtige beweging van welbehagen toen ze zijn vel onder zich voelde, terwijl ze haat handen uitstrekte en liefkoozend de zijde van het dier aaide, daar waar de pels wit en zwart werd en 'f dikst en zachtst was. „O, gij heerlijk schepsel, gij heer lijk schepsel", zei ze en haar stem klonk als het gespin eener kat „En ik ken al je gevoelens en al je harts tochten en nu heb ik je huid gekregen om me op neer te vleien!" En weer maakte zij die rillende, slangachtige beweging. geheel zijn doel bereiken. Huwelijks-makelaars. We lezen in het letterkundig bij blad van het „Rott. Nieuwsblad": Op het eiland Zuid-Beveland schijnt het lang gewoonte te zijn gebleven, dat een vrijer het meisje van zijn keuze van zijn gevoelens blijk gaf, door haar een koek aan te bieden. Voor de weinig spraakzame jongelui was dat een zeer geschikt middel, om naar de hand van een Zeeuwsche schoone te dingen. Nam zij den koek aan, dan was het een bewijs, dat zij hem wel mocht lijden. Dan gingen zij samen naar haar ouders, om hun toestemming te vragen, die gewoonlijk ook gege ven werd, zoo goed kenden zij hun menschen doorgaans wel. Wilde zij evenwel niets van hem weten, dan ver smaadde zij het geschenk en men zei spottend van den afgewezen minnaar, dat hij met den koek op het hoofd thuis was gekomen. Omdat het zonde zou zijn van het nutteloos uitgegeven geld, ging hij dan vaak elders zijn geluk beproeven met denzelfden koek. Dergelijke koeken noemde men hij- likmakers, door volks-etymologie tot heiligmakers verhaspeld. Er waren oudtijds ook levende hij- likmakers, menschen, die als make laars optraden voor al te bloode jon gelingen, wien de moed al in de schoe nen zonk, zoodra zij er maar aan dach ten, een meisje het hof te maken. Zul ke schroomvallige minnaars zouden nooit een vrijster hebben gekregen, als niet een makelaar hen uit den brand had geholpen door het pad te effe nen, dat leidde naar het huis van het meisje hunner keuze. In opdracht van hun lastgevers hiel den de hijlikmakers de eerste bespre kingen en als die tot een gunstig re sultaat voerden, wachtte hun natuur lijk een belooning voor de moeite. Wellicht bestond de belooning voor hun diensten soms uit een koek en heeft de Zeeuwsche koek daardoor dien anders onbegrijpelijken naam ge kregen. Meestal evenwel bestond de belooning uit een som gelds, een nieuw pak of een nieuwen hoed. Forensen. De heer L. Onderdijk, lid der Prov. Staten van Zeeland heeft tot Ged. Sta ten de volgende vragen gericht: Is het aan Ged. Staten bekend, dat de toepassing van de artikelen 244a 20, 50 en 40, 245a en 245c der Ge meentewet, in welke artikelen de Ge meentelijke Forensenbelasting wordt geregeld, voor sommige personeelen werkzaam op de Booten van de Prov. Stoombootdiensten, tot een verzwaar de belasting leidt, doordat die opva renden wonen in plaatsen waarvan of waarheen wordt gevaren of het meest overnacht wordt, en zij daardoor, be halve in die plaatsen ook worden aan geslagen in de plaatsen, waar zij ge regeld aanleggen en het totaal der be lasting in beide gemeenten hooger is dan het zou zijn wanneer die opva renden enkel in die gemeente waar zij hun domicilie hebben, zouden zijn aan slagen. Zijn Ged. Staten niet van meening, dat daardoor de betrokkenen die op deze lijnen varen en toch per dienst order daarvoor zijn aangewezen, dus buiten hun schuld forens zijn, ïnte- genstelling met andere personeelleden, die slechts in een gemeente worden aangeslagen, onbillijk worden getrof fen. Zijn Ged. Staten niet bereid, Zoo lang niet op andere wijze deze on billijkheid is uit den weg geruimd, te bevorderen dat aan de betrokkenen een schadeloosstelling wordt toege kend gelijkstaande aan het meerdere belastingbedrag dat zij moeten betalen. Het was niet moeilijk te begrijpen, dat Paul zich verre van kalm voelde bij dit tooneel. Hij moest zich aan zijn grooten stoel vastklemmen om haar niet in zijne armen te sluiten. „Ik ben zoo blij, zoo blij, dat u hem mooi vindt", zei hij ontroerd. „Ik had er zoo'n klein idee van en de uwe was u onwaardig. Toevallig vond ik dezen. En, o God, als u eens wist, hoe ra zend u me maakt, met daar zoo te liggen en uwe liefkoozingen aan dat ding te verspillen". Zij wierp hem met de roode roos, die zijn mond raakte. „Ik verspil ze niet", zei ze, met de onschuld van een jong katje in haar vreemde oogen, wier kleur niet te be schrijven was. „Zeker niet, Paul! Mis schien is hij in een vorig leven wel mijn minnaar geweest. Wie weet?" „Maar ik", zei Paul, die nu heele- maal zijn hoofd kwijt raakte, „wil in dit leven uw minnaar zijn!" Toen stond hij verbaasd over zijn eigen stoutmoedigheid. Met een bliksemsnelle beweging ging zij voorover liggen, steunde haar elle bogen op den tijgerkop en liet hare kin in de handen rusten. Haar lichaam was heelemaal uitgestrekt, het nauw sluitende, golvende, purperen gewaad deed haar volmaakte gestalte heerlijk uitkomen en hing in sierlijke plooien af als de staart van een slang. De fluweelen kussens vielen verspreid ter zijde. Ruzie tusschen onderwijzers. In een der openbare scholen in de ge meente Velsen heerschten sinds geruimen tijd' onaangename verhoudingen tusschen het hoofd' dier school, den 'heer De M. en een der onderwijzers, den heer De V. Eerstgenoemde was jarenlang als gewoon onderwijzer aan dezelfde school werkzaam geweest en eerst kort geleden tot hoofd benoemd. In hoeverre dat nu kwaad bloed heeft gezet bij zijn vroegere® col lega kan niet worden vastgesteld, maar een feit is dat op een dei' koude Febru aridagen van dit jaar de hear De V. het hoofd' naar aanleiding van een woorden wisseling over een futiliteit de woorden toevoegde: je liegt het, je liegt het. Ook had' onderwijzer De V. de opdracht die het hoofd hem gaf om een klasse van een zieken collega over te nemen, niet opge volgd', doch was de school uitgeloopen, zoodat de leerlingen naar huis moesten worden gestuurd. De heer M. diende over een en ander een klacht bij het gemeentebestuur in, dat 26 Februari besloot den onderwijzer De V. één week te schorsen, met inhou ding van zijn salaris gedurende dien tijd. Van dit besluit is De V. in hooger beroep gagaan bij Gedeputeerdé Staten van Noond-Holland. Hij meen/de dat noch de beleedigingen. die bovendien wederzijdsch waren geweest, noch het zich enkele minu ten verwijderen uit de school, feilen wanen die een zoo zware straf, de zwaarste op ontslag na, wettigden. Speciaal wat het laatste feit betreft, onljkende hij zich aan „Paul, wat weet jij van minnaars of van liefde?" vroeg ze. „Mijn kleine Paul". „Ik weet er genoeg van om te we ten, dat ik nog niets weet wat waard is geweten te worden", zei hij ver ward. „Maar maar begrijpt u me dan niet? Ik wou zoo graag dat u mij leerde „Je bent zoo snoezig, Paul, als je zoo je zaken bepleit. Ieder woord, iedere beweging van je, slik ik in. Je bent op jou manier even volmaakt als deze tijger. Maar eerst moeten we praten, o zooveel, zooveel". Een razende hartstocht vlamde in hem op. Zijne onsamenhangende ge dachten kwamen allen hierop neer, dat hij slechts één verlangen had, niet praten, neen, haar kussen, kussen, ver stikken in zijne omhelzing en Hij beet op de roos. „Liefde is slechts een psysieke emo tie, Paul", ging zij voort. „Wij zouden heel lang kunnen spreken over de ziel en sympathie en weinig begrijpen en toewijding. Dat zijn allemaal heel mooie dingen, die de passie verheffen, maar zonder liefde en dat is de passie heb je er niets aan en wor den het slechts plichten, als de hyste rische opwinding bedaart. Liefde is tastbaar beteekent dicht, dicht bij elkaar zijn, elkaar aanraken, vastknel- len Eén zijn. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina 1