m
SOPbA
N° 71
Maandag 21 Juni 1929
116 Jaargang.
DRIE WEKEN
VAN LIEFDE.
Kampeereil
Stadsnieuws.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,—
buiten Goes f2,—.
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt: Maandag-,Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE 1 COURANT
UitgaveNaamloozs Vennootschap Gooscho Courant J. I en Kloouwons ft Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 9 gevestigd te Goes, v
ADVERTENTIËN
van 1—5 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt 2 maal berekend. Dienst
aanbiedingen en aanvragen 15 ct
per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voorm.
Zij, die zich nu als abonnê op de
GOESCHE COURANT opgeven, ont
vangen de nog vóór 1 JULI A.S. ver
schijnende nummers KOSTELOOS.
Huldiging burgemeester Hajenius.
De huldiging van burgemeester G. A.
Hajenius ter gelegenheid van de herden
king van den dag waarop hij 25 geleden
als secretaris in dienst der gemeente Goes
trad1, heeft een alleszins gnootsch karak
ter gedragen.
Zaterdagmiddag te 3 uur was de raads
zaal geheel gevuld met belangstellenden,
die den jubilaris wilden complimenteeren.
Bijna alle raadsleden waren aanwezig; de
commissaris van politie, do hoofden van
verschillende gemeentediensten, Mr. Stie-
ger, het politiecorps, zeer veel andere
ambtenaren in gemeentedienst en tal van
particulieren. In de zaal was verder een
rijke verzameling bloemstukken opgesteld.
Bloemen waren er van vrienden van bur
gemeester Hajenius, van „een zeer enthou
siaste en zeer jeugdige aanbidster", van
het bestuur van het Ned. trekpaarden
stamboek, van den Kring Westelijk Zuid-
Beveland1 der Z.L.M., van de Veilingsver-
vereeniging „Zuid-Beveland", van het
Bevelamdsch a Capella-Koor, van de too-
neelvereeniging „Onderling Kunstgenot",
van V.V.V., van de Z.L.M., van de leer
lingen der openbare lagere scholen A,
B en C, van het bestuur der Ambachts
school, van de onderafdeeling Zuid- en
Noord-Bevelaind van den Ned. Bond van
gemeente-ambtenaren.
Toetn de heer Hajenius te goed 3 uur,
vergezeld door zijn gezin, de raadszaal
binnentrad, werd hij naar de aan het
front der zaal opgestelde zetels geleid.
Wethouder Van Melle sprak daarop de
navolgende rede uit;
Hooggeachte Heer Burgemeester.
Het is mij een voorrecht U uit naam
van den gemeenteraad, en waar die raad
de vertegenwoordiging is van de gemeente,
tevens uit naam van die geheele Goesche
Burgerij, geluk te mogen wemschen met
het feit diat wij heden mogen gedenken,
dat U voor 25* jaren als ambtenaar in
dienst zijt getreden van onze gemeente.
Ofschoon het ons bekend' was dat U
niet zooveel gevoelt voor het vieren van
jubilea waar het U zelf betreft, toch
hebben de leden van den gemeenteraad,
en met hen de hoofden en het verdere
personeel van verschillende gemeente
diensten, gemeend dat ze dit feit niet
mochten laten voorbijgaan zonder pp
eanigszins feestelijke wijze uiting te geven
aan hun groote waardeering voor de wijze
waarop U in deze 25 jaren onze gemeente
hebt gediend en hare belangen hebt be
hartigd.
De arbeid In die eerste 14 jaren als
secretaris, en gedurende de laatste 11
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ELINOR GLYN.
Nu begon hij zijne opmerkzaamheid
eens aan haar hals te wijden, die rond
was en buitengewoon blank leek, door
de doorzichtige zwarte stof. Zij droeg
geen paarlen of juweelen behalve
ja, daar schitterde toch een groote
saphïer, halfverborgen tusschen het
gaas aan haar hals. Niet omringd door
diamanten, zooals gewone broches,
maar slechts één groote steen, zoo
donker en schitterend dat ze haast
zwart leek. Ze droeg er nog één aan
haar vinger en nog een paar in haar
ooren. Haar ooren waren niet zoo bui
tengewoon mooi!
Niet zoo erg tenminste! Die van
Isabella waren minstens even goed
gevormd en deze gedachte deed
hem goed. Zoover hij zien kon, ach
ter de rozen en de tafel, was zij een
tengere vrouw en hij had toen zij
binnenkwam niet opgemerkt of zij
groot of klein was. Hij kon niet zeg
gen, waarom hij voelde, dat zij ruim
dertig moest zijn er was geen lijn
of rimpeltje naast de ooren. 't Stond
vast dat zij niet mooi was, zeker niet
goed gebouwd, ja en bevallig voor
Ter verzachting en genezing van
stukgeloopen voeten, zadelpijn,
zonnebrand, ontvellingen, mugge
beten, schrijnen en smetten, moet
men steeds voorzien zijn van een
doos of tube
Doos 30,60, tube 80 ct. PUROL
jaren als burgemeester, door U verricht,
heeft altijd' gestaan in hei toeken van ern
stig .plichtsbesef en \an toewijding aan
Uwe taak, gepaard' aan degelijke bekwaam
held.
De omstandigheden waaronder U hef
Secretarisschap van onze gemeente aan
vaardde, waren nu niet in ieder opzicht
bepaald gunstig fe noemen. De («richting
van de Secretarie liet nog al wat te wem
schen over, de bezetting met personeel
was onvoldoende en de geldelijke beioo-
iiing die aan de betrekking verbonden was,
allesbehalve royaal en zeker niet even
redig aan de waarde van den arbeid die
van U gevraagd werd.
Voor U is d:t echter nooit een reden
geweest om U met minder ijver en nauw
gezetheid aan Uwe taak te wijden. In te
gendeel! Zij die in staat en bevoegd wa
ren om te oordcelen over de wijze waar
op U die taak vervulde, zijn steeds één
stemmig geweest In hun waardeering en in
den lof dien zij voor Uw arbeid hadden.
Die waardeering heeft zich wel op 't
krachtigst hierin uitgesproken, dat, toen
door het vertrek van den heer De Beau
fort een nieuwe burgemeester moest be-
rioemd worden, er door Gemeentebestuur
eai gemeenteraad sterk op werd aange
drongen diat U naar dit ambt zoudt so-1-
lici'teeren. Men zag in U niet slechts een
bekwamen en stoeren werker, maar ook
een man van het hout waaruit magistraten
gestiedien worden.
Aajn dien drang is door U toegegeven,
en het heeft H.M. die Koningin behaagd
U tot burgemeester van Goes te benoe
men.
Met dit feit mag onze gemeente zich
tot op dezen dag geluk wenschen, en het
is mij een voorrecht op dezen dag en op
deze plaats de tolk te mogen zijn van de
gevoelens van waardieering en hoogach
ting van de gansche Goesche bevolking
voor de wijze waarop dit ambt tot hier
toe door U is vervuld. Ik weet ook haai'
gevoelen te vertolken waaneer ik hier den
wensch uitspreek dat U nog lang als bur
gemeester aan haar hoofd' moogt staan.
Wat Uw leeftijd betreft, mijnheer de
burgemeester, is U gekomen tot wat men
kan noemen: de herfst van het leven. De
kracht en de vurigheid der jeugd kunnen
van U niet meer verwacht worden. Daar
tegenover staan echter d'e rijker ervaring,
het rijper oordeel en de kalmer beraden
heid die aan de ouderen van jaren eigen
zijn, en waardoor juist die latere jaren
van een menschenleven zoo menigmaal
de vruchtbaarste kunnen zijn. Mogen zoo
ook van Uw burgemeesterschap de laat
ste jaren de beste zijn.
zoover hij kon oordeelen, maar knap
neen duizend maal neen!
Toen begon het gissen naar hare na
tionaliteit! Fransch? Beslist niet
Engelsch? Belachelijk! Evenzoo
Duïtsch? Italiaansch? Misschien. Rus
sisch? Mogelijk. Hongaarsch? Waar
schijnlijk,
Paul had zijn derde glas port al
gedronken en begon aan zijn vierde.
Dat was ver boven zijn gewone maat.
In den regel was Paul een matig jong-
mensch. Waarom hij dien avond met
opzet heeft willen drinken, heeft hij
nooit begrepen. Zijn diner was matig
geweest beslist matig en hij was
getuige geweest van een Lucullusfeest-
maal, waaraan deelgenomen werd door
ééne vrouw, die van elk gerecht slechts
even proefde.
,,'t Zal me verwonderen, hoeveel zij
voor dat alles zal moeten betalen?"
dacht hij bij zichzelf. „Maar waar
schijnlijk zal zij de rekening wel on
derschrijven en ik zal er niets van
kunnen zien".
Maar toen de dame haar nectarine
genoten had en hare slanke vingers in
het roze-water had getipt, stond zij op
en zij had niet gerookt bijgevolg
kon zij geen Russin zijn. Zij stond op
en ruischte naar de deur, geen reke
ning onderschrijvend, noch die met
goud betalend.
Paul staarde haar aan, toen zij hem
voorbijging, staarde haar brutaal aan;
later voelde hij het en schaamde zich
ervoor. De dame echter nam in 'f ge
Wainneer wij terugzien op de jaren van
burgemeesterlijk bestuur die nu achter U
liggen, dan mogen wij constateercm dat die
jaren voor U en voor onze gemeente van
buitengewone befeekenis zijn geweest.
U aanvaardde het ainLt in den tijd toen
het oorlogsvuur nog fel brandde. Al wa
ren wij van die ergste verschrikkingen van
den oorlog verschoond1 gebleven, de al-
gemeene ontreddering van het economische
leven die er ook voor ons volle het gevolg
van was, maakte voor de regelmatige
voorziening in de volksbehoeften velerlei
bepalingen cn maatregelen noodzakelijk,
die zware lastan legden op de schouders
vain hen, die voo-r de rich lege uitvoering
en toepassing daarvan moesten zorgen. De
omstandigheden eischten toen veel van
Uwe krachten, gelijk ze dit ook reed!s ge
daan hadden in de laatste jaren van Uw
Secretarisschap. Wellicht is het daaraan
toe te schrijven dat een ernstige zenuw
overspanning U gedurende een vrij- langen
tijd het werken moe lijk gemaakt en som
tijds zelfs belet heeft, en als een don
kere wolk over Uw leven heeft gehangen.
Gode zij dank is die donkere wolk weer
weggetrokken, en inet vernieuwde energie
moogt gij U nu weer wijden aan dé taak
waarvan wij weten dat ze U Lief is gewor
den: heit behart'gen en verzorgen van de
belangen der Goesche gemeente.
Die taak is te schooner voor U gewor
den, waar in de laatste jaren onze ge
meente zich verheugen mag in een periode
van gezonden groei. Tijdens Uwe werk
zaamheden èn als Secretaris èn als Bur
gemeester, breidde het getal van haar
inwoners zich uit met meer dan ander
half duizend:
De beteekenis van Goes als centrum
gemeente van Zeeland' kwam mede door
de in de laatste jaren zeer vermeerderde
en verbeterde verkeersmiddelen meer tot
haar recht.
Door hare uitbreiding met twee
schoone stadsdbelen, die ook ver buiten
onze gemeente d'e aandacht en bewon
dering trekken, terwijl reeds een derde,
dat zeker niet het minste van de drie be
looft te worden, in exploitatie is, zaagt ge
hare aantrekkelijkheid als woonplaats niet
weinig toenemen.
Ook in d'e oudie stad werd, en wordlt
nog steeds, veel verbeterd en verfraaid,
wat mede getuigenis geeft van de welvaart
harer inwoners. Al zult U de laatste zijn
om van dit alles voor Uzelf de eer op te
eischen, toch mijnheer de burgemeester
moet het U op een dag als deze wel blij
en dankbaar stemmen, waar het onder
Uw bestuur en met Uw krachtige mede
werking zich mocht voltrekken en geeft
het U reden om met moedl en hoop de
toekomst tegen te zien.
Wij hebben daarom gemeend dezein
dag voor U te moeten maken tot één
van feestelijke herinnering, en om die her
innering te levendiger te doen blijven U
tot aandenken aan diezen dag en als blijk
van onze waardeering en hoogachting een
geschenk te mogen aanbieden, dat naar
we hopen en verwachten in Uw smaak zal
vallen. I
heel geen notitie van hem en sloeg
ook hare oogen niet op, zoodat toen
zij eindelijk verdwenen was, hij nog
niet wist, welke kleur en welke uit
drukking ze hadden. Maar wat een
figuur had ze.
Krachtig, soepel mollig en toch ver
bazend slank.
„Ze moet verbazend fijne beende
ren hebben", zei Paul bij zichzelf,
„want het ziet er alles even mollig
en zacht uit en toch is ze zoo slank
als een gazelle".
Zij was ook lang, hoewel geen zes
voet, zooals Isabella.
De kellners en de maitre d'hotel
bogen allen en traden terzijde, toen
zij wegging, gevolgd door haar ouden,
statigen, grijzen dienaar.
Natuurlijk zou het gemakkelijk ge
noeg voor Paul geweest zijn om ach
ter haar naam te komen. Hij behoef
de Monsieur Jacques slechts te ont
bieden, om iedere vraag te stellen, die
hij maar wilde. Maar om de een of
andere onverklaarbare reden, wilde
hij dit niet doen. In plaats daarvan
keek hij met een boos gezicht voor
zich uit en dronk zijn vierde glas
port leeg. Toen duizelde zijn hoofd
een beetje, en hij ging naar buiten in
de duisternis. Het had opgehouden
met regenen en de hemel was bezaaid
met sterren. Het was warm, ook on
der de gesnoeide boomen. Paul hoop
te dat hij niet dronken was, dat zou
toch wel schande zijn! En 't was niet
eens goede port.
De „wij", waarvan ik in dit verband
spreek, mijnheer de burgemeester, zijm
de leiden van dein gemeenteraad en de
hoofden der verschillende Gemeentedien
sten, terwijl ook de heer Mr, Stleger, die
zoolang als wethouder met U heeft sa
mengewerkt, er prijs op heeft gesteld zijn
aandeel daarin te mogen bijdragen.
Mijnheer de burgemeester, wij hopen dat
dut radiotoestel U in Uw hui elijkcn kring
menig uur van aangename verpooziiig zal
verschaffen.
Ik wil niet eindigen, mijnheer de Burge
meester, zonder ook mevrouw Uwe echt-
gen oote, Uw zoon en Uwe familieleden
die hier tegenwoordig zijn, met dezen
feestdag hartelijk geluk te wenschen.
Moge God U en dé Uwen lang voor
elkander sparen en geve Hij dat gij nog
vele jaren als Burgemeester aan het hoofd
van onze gemeente moogt staan.
De 'heer Van Ballegoijen de Jong, ge.
rnCiKvte-secrefarissprak den jubilaris als
volgt toe:
Hooggeachte burgemeester. Mij is de
ear te beurt gevallen, te worden aange
wezen om namens het geheele personeel
der gemeente Goes, U van harte geluk
te wenschen met dezen voo-r U zoo ge-
wichtigen dag.
Ik ben daar dankbaar voor, in de eer
ste plaats omdat in het gemeentelijk bestel
de burgemeester en de secretaris degenen
zijn, die bet meest o-p elkaar zijin aange
wezen en in d'e tweede plaats omdat van
alle ambtenaren der gemeente ik degene
ben, die U het langste ken.
Ja, inderdaad, in de huishouding zoo
wel van d'e grootste als d'e kleinste ge
meente, want de wet scheert ze overéén
kam, zijn er geen twee die in zoo nauw
contact staan, tusschen wie de wisselwer
king zoo groot is, als de burgemeester
de secretaris. Niets is zoo nadéelig
voor den goeden gang van zaken als wan
neer tusischen die beidén de noodigie sa
menwerking ontbreekt.
Want d'e secretaris moge nog zeo
doorkneed zijn in zijn vak, zijn adviezen
mogen nog zoo goed' en weldoordacht
zijn, bij staat alleen, wanneer de burge
meester niet klaar is om zijn werk fe waar
deeren. En omgekeerd' moge de burge
meester* van grooten ijver en liefdé voor
zijn gemeente zijn bezield; zijn maatrege
len en die van den Raad en het College
van Burgemeester en Wethouders zullen
minder succes hebben., de uitvoering daar
van zul minder vlot geschieden, wanneer
de secretaris niet in staat is om hun ge
dachten uit te werken en in behoorlijke
besluiten of brieven te belichamen.
Zal de administratie goed loopen, zon
der horten of stoofein, dan is er noodig
een voortdurende wisselwerking tusschen
burgemeester en secretaris, dan is het
noodzakelijk, dat zij eikaars gedachten
als het ware aanvoelen.
Dit breingt als vanzelf ook mee een
volledig vertrouwen, een weten, dat men
op elkander aan kan.
En juist daarom hein ik dankbaar, dat
ik hier vandaag als woordvoerder van het
gemeente-personeel mag optreden, omdat
Hij ging op een bank zitten en rook
te een sigaar.
Een vreemd gevoel van eenzaam
heid kwam over hem. Het scheen hem
of hij ver, ver weg was van alles in
de wereld, wat hij tot nu toe gekend
had. Een vaag gevoel van naderend
onheil en dreigende rampen beving
hem, maar hij was nog te veel ma
terialist en te door en door solied
Engelsch, om langer dan een minuut
aan dat gevoel of eenïge andere subtie
le, geestelijke ontroering toe te geven.
Ongetwijfeld voelde hij zich vreemd
van avond, heel anders dan hij zich
ooit gevoeld had. Als de mogelijkheid
bestond, dat hij aan die woorden had
kunnen denken, zou hij gezegd hebben:
„als geboeid door eene betoovering'
De vrouw met hare krachtige, tot
de zinnen sprekende, zwarte verschij
ning beheerschte zijn geest. Zwart
haar, een zwarte hoed en zwart ge
waad en natuurlijk zwarte oogen. O,
als hij toch maar zeker wist, welke
kleur die hadden.
De vochtige bank, waarop hij zat,
stond juist onder de klimop, die af
hing van de balustrade om' het kleine
terras, dat behoorde bij de gelijk
vloers gelegen suite, die aan het einde
ervan lag.
Het was stil en er passeerden maar
weinig menschen, zonder twijfel af
geschrikt door den regen. Hij scheen
alleen op de wereld.
De wijn begon nu zijn zinnen te ver
hitten. Waarom zou hij alleen 'blij-
Voor Uwe gezondheid
zonder papier
100 pCi. tabak
ik daardoor gelegenheid krijg om eens uit
te spreken, dat -die harmonie en. dat ver
trouwen hier steeds aanwezig zijn geweest.
Ik zou onwaarheid spreken, wanneer
ik zou zeggen, dat er tusschen U en mij
nooit eens verschil van meenimg heeft
bestaan. Dat is onmogelijk tusschen per
sonen, die er een eigen meaning op na
houden, maar wanneer gedurende de 11
jaar die ik reeds met U als burgemeester
samengewerkt, er een enkele maal
wel eens verschil van opvatting is geweest,
dan waren we toch van elkaar overtuigd,
dat we beiden het belang dezer gemeente,
die zoowel U als mij na aan het hart
ligt, op het oog hadden.
En als ik nu meer in het algemeen
ig spreken, en voldoen aan mijn op
dracht om namens het geheele gemeente-
personeel het woord tot U te richten,
dan weet ik zeker, dat ik ons aller gevoe
len vertolk, wanneer lik zeg, d'at we in U
hebben een humaan chef.
Zelf is U uit het ambtenarencorps
voortgekomen, zelf heeft U deze en meer
dere gemeenten als secretaris gediend;
zelf heeft U steeds een hooge opvatting
gehad' van Uw taak als ambtenaar.
De ambtenaar die zijn taak op de mi.
juiste wijze opvat, heeft in dé eerste
plaats niet op het oog eigen voordeel en
eigen belang. Hij geeft zich geheel aan die
taak omdat deze hem lief is, hij behoort
er zijn ideaal in te vinden om anderen,
om de gemeenschap te dienen. Hij heeft
de plicht en voelt die noodzakelijkheid om
eigen belang achter te stellen bij dat van
anderen.
Maar daartegenover staat dam ook de
plicht der gemeenschap die door hem
gediend wondt in de eerste plaats voor
hem een behoorlijk bestaan te verzeke
ren en iin de tweede plaats om heim de
gelegenheid te geven, de hem opgedragen
taak rustig en kalm, zonder te groote ma
teriele zorgen te vervullen.
Doet zij dit niet, dan kon het niet an
ders of het werk moet daaronder lijden.
De functie van Burgemeester zooals de
Gemeentewet die omschrijft is een twee
ledige. Immers eenerzijds doos* heim met
gezag te bekleieden, heeft 'dé Wetgever
den Burgemeester gemaakt tot magistraat,
anderzijds door hem te belasten met de
uitvoering van diverse wetten en algemea-
ne maatregelen van bestuur, stempelde
hij hem tot ambtenaar.
En nu is het niet aan ons ambtenaren
om te beootdeelen of de functie van ma
gistraat naar behooren door U wordt
vervuld', dat is, en dient ook, te worden
overgelaten aan hoogere autoriteiten, maar
ven? Hij was jong en zelfs in Lucern
zouden er zeker.... En toen voelde
hij zich een bruut en keek uit over
het meer.
Plotseling was het hem of zijn hart
zwol van ontroering; een zachte geur
van tuberozen vervulde de lucht, en
vlak boven zijn hoofd hoorde hij een
zwakke zucht.
Hij schrok geweldig, keerde zich met
een ruk om en keek naar boven.
Bijna niet te onderscheiden in de
diepe schaduw zag hij het gelaat der
dame. Het scheen op te duiken uit
een lijst van zwart gaas. En in zijn
oogen keken een paar oogen.... een
paar oogen!
Voor een oogenblik was het Paul
of zijn hart stilstond, zoo wonderlijk
was hun uitwerking op hem. Ze sche
nen hem tot zich te trekken iets
uit hem te trekken hem te be
dwelmen, te verlammen. En terwijl
hij maar steeds onbeweeglijk naar bo
ven staarde, trok de vrouw zich ge-
ruischloos op het terras terug en zag
hij niet meer dan den met sterren be
zaaiden hemel. Hij had gedroomd. Had
zij zich werkelijk over de klimop ge
bogen? Was hij gek? Ja of dron
ken, want nu had hij de oogen gezien
en wist nog de kleur niet? Waren zij
zij zwart, of blauw, of grijs, of groen?
Hij wist het niet. Hij wist alleen maar
dat het oogen waren, oogen oogen.,.
De brief aan Isabella Waring bleef
onvoltooid dien avond.
(Wordt vervolgd).