ProVincieiueuWs
Stadsnieuws.
Binnenland
her een gunstig gelegen centrum en haid
een goede marktplaats, en daarvan en van
het Land' om haar is Goias afhankelijk.
Het ked minder dan andere plaatsen ip
Zeeland onder den wangunst der tijden
of verzanding van stroomen en verleg
ging van wateren. Wel zag het in de 15e
eeuw een haven dichts lippen, en later ook
idle tweede afgesloten worden door aan
landingen, zood:at het havenkanaal in
1809 moest worden verlengd, maar dit
alles ondermijnd^ niet haar weivaart. En
ook thans nog hesft het een uitgang bij de
samenvloeiing van Zandkreek en Ooster-
schelde op een dijk, op een plaats, waar
een onverschrokken loods dor O.-I.-
Compagnie op zijn ouden dag Lichtwach-
ter was en 29 Augustus 1818 stierf. Het
was Frans Narebout, de kloeke men-
schennedder, wiens assche rust onder de
gewelven der schitterende Magdalena-
keark.
Spr. weet niet wanneer het slot is ge
sticht, maar wel, dat het in 1300 werd
belegerd door Jan van Renease en door
de Reimerswalers werd ontzet, van wie
er een bezetting onder Boudewijn Ker-
vickszoon was gelegerd. Sedert 1313
bleef Goes aan de GrafelijIdieid en vele
vrijheden werden haar vooral door de
graven uit het huis van Beijeren gegeven.
Zoo kwam Jonkvrouwe Jacoba van
Beijeren op het Oude Slot en hield er
hof. Nu 500 jaar gekden (1428) ontmoet
te zij daar in den tuin van de Sociëteit
Van Ongenuchten Vrij voor het eerst
Frank van Borsselen, die vroeger tegen
haar had1 gestreden. ïn 1432 huwde zij
met hem in het geheim te 's Gravenhage
en- ging women op zijn slot te St. Maar
tensdijk, doch stierf in 1436 op 36-jari-
gen leeftijd op het slot Teylingen.
Wellicht heeft de edele hertogin-gra
vin van Zeeland, dame van Zuid-Beve
land, de Schutterskoningiin op de Schut
tersfeesten, hier op deze plaats haai* ge
lukkigste tijden in haar kortstondig leven
doorgebracht en spa*, herinnert aan het
Idoor hem voorgelezen lied van Römea*
op het slot Ostende.
Met nog enkele voorbeelden toont spr.
aan wat Goes dankt aan het Beiersche
Stamhuis en speciaal aan Jacoba van
Beieren. Zij heeft mede den grondslag ge
legd voor den bloei en de welvaart van
het stedeke Goes, waarin wij ons nu het
meer en meer niet alleen een centrum van
Westelijk-Zuid-Beveland, maar van ge
heel Zeeland is geworden, van harte ver
heugen.
Toch is ook die welvaart te danken
aan arbeid1. Zonder arbeid geen produc
tie. Spr. is daardoor gekomen aan het
tweede deel zijner rede „Landarbeid en
loonen".
Spr. zegt dat het vraagstuk van den
landarbeid en daarmede in verband van
de landarbeidersloonen, een der belang
rijkste van onzen tijd is. Zij, die leiding
geven aan het landbouwlevein. moeten
meer studie maken van de oecomomie en
gezonde denkbeelden en begrippen aan
brengen bij degenen, die leiding geven
aan het hoogere cultuurleven van ons
volk en te veel kijken naar de steden en
Üe industrie. De landbouwers slaan 'hun
handen ineen over de oeconomische on
zin, die werkelijk intellectuee'e menschen
dikwerf voortbrengen wanneer zij rege
len willen voorstelden ook voor het leven
ten plattelande en voor den landbouw.
Men moet daarbij laten varen een conser
vatief napraten van verouderde stelling.
Het nieuwe leven, de nieuwe ontwikke
lingsfrase der Maatschappij moeten wij
nagaan en daarbij de eenvoudige onom-
stootelijke, oude waarheden toepassen.
Inzonderheid eischt dan het loonvraag-
stuk onze belangstelling, maar dit is bij
den landbouw niet hetzelfde als bij de
industrie, men kan bij den landbouw het
taakloon slechts in beperkte mate toe
passen. Er is minder goed controle moge
lijk, en de arbeider heeft te maken met
planten en dieren, dus met levend organis
me, die toewijding en zorg vereischen.
Men is er veel meer van weers-, en bo
demgesteldheid afhankelijk, er is minder
arbeidsverdeeling mogelijk. De betrekking
in den landbouw is berekend op langerer
idiuur en dienen de contracten voor min
stens een jaar, van oogsttijd tot oogst
tijd te woonden afgesloten. Het geven van
een eigen bedrijf zal daaraan mede hel
pen en spr. wijst in deze op het nuttfig
werken der landarbeiderswetOok is de
persoon van den arbeider bij den land
bouw van groot gewicht. De loonen in den
landarbeid en in de industrie moeten el
kander zooveel mogelijk naderen. Daar
bij zullen zich tallooze vragen en bezwa
ren voordoen. Voor verhoogde prestaties
moet bijv. verhoogd loon worden gegeven
in den vorm van een, aandeel in de pro
ducten. Doelmatig toegepast prestatieloon
kan hier ook zeker medewerken. Meer
dere rationa li seering van den ar beid, zoo
mogelijk doelmatig geordende uitbreiding
van het taakloon en beschikbaarstelling
van goede stukjes land behooren tot de
belangrijkste middelen om tot een gezon
den landarbeidersstand te komen en deze
te behouden. Men zal een ontvolking van
het platteland er door tegenhouden en
Idaaraan moet ook verhooging van het
peil \m teven van de arbeiders mede
helpen door middel van waterleiding, elec-
tniciteit, goede transportmiddelen, en
goede scholen.
Men moet komen tot meer prestaties
en door goed onderwijs en vakopleiding
maken, dat de schrandersten het verder
in de wereld1 kunnen brengen. ïSpr. ont
kent, dat hooge loonen de kapitaalvorming
tegengaan of dat deze hoogere loonen
toch maar worden verteerd. Kapitaal te
willen vormen ten koste der loonen, werkt
averechts. Te meer waar de arbeiders
niet degenen zijn, die als regel hun
geld in het buitenland verteren en daar
door andere doelen van eigen volk in de
gelegenhe-d stellen hun bezit te vermeer
deren. Men moet volgens Nobel de weel
deartikelen, die uit het buitenland ko
men, zwaar belasten en dat geld ten deele
besteden om binnenlandsche ondernemin
gen te steunen. Aanleg van een goed we
gen- en kanaalnet is daarvoor een der
aangewezen middelen, inzonderheid ook
omdat b.v. goede autowegen vreemdelin-
genbezoek trekken. Verkeerd is de stelling
dat door bepierkfeng in de loonen kapitaal
vorming moet plaats hebben. De waardee
ring der arbeidsprestaties uitkomende in
de belooning daarvan is van het grootste
gewicht. In den feodialen tijd was arbeid
een schande, nu is ledigloopimg en luiheid
een schande en terecht noemde de spreu
kendichter der Schrift lediggang der dui
vels oorkussen. Ideaal zou het zijn, wan
neer de hoogste en zwaarste prestaties
ook het hoogst werden beloond en daar
naar moet worden gestreefd. Een collec
tief arbeidscontract zou dan niet mogen
bestaan, er moet zijn loon naar arbeid.
Waar een afzonderlijk bedrijf niet alleen
het loon zal verhoogen, rijst de vraag of
een minimumloon dient te worden vastge
steld', maar spr. meent, dat de wet dit
nimmer mag doen. Het beschermt wel
den arbeid', maar kan het getal werkloo-
zen doen to enemen. Toch is z.L een hoog
loon te prefereeren. Zulks ook in het be
lang van den binncnlamdschen afzet der
producten. De V. S. van Amerika zijn
juist rijk geworden dbor de hooge loo
nen, wat spr. nader uiteen zet. Ook
Duitschlamd is eerst welvarend' gewor
den sedert stijgende loonen in binnen-
en buitenland een massnverbruik en djaar-
mede een massaproductie van vele soor
ten van goederen hebben mogelijk ge
maakt. Door die hooge loonen kan de ar
beider spoedig ondernemer won-den en
juist omdat arbeiders ondernemers wil
len worden, zijn de loonen zoo hoog. Spr.
wijst dan op een meening van Smid' in zijn
Landbouw en Democratie, dat men be
volkingsvermeerdering moet tegengaan
door een premie te stellen van f 1250
voor ieder, die op zijn 30e jaar nog on
gehuwd' is. Spr. is het echter meer eens
met Nobel, dat kapitaal in zich geen
waarde heeft, wanneer het niet dienstbaar
gemaakt wordt door het gebruik. Niemand
kan bezit krijgen als anderen niet zorgen
voor het verleeren. Maar niemand moet
verteren wat hij door arbeid, spaar
zaamheid, erfenis of schenking heeft ver
kregen. Maar wel is spr. het met Nobel
eens, dat ieder idoor arbeid in zijn be
hoeften moet kunnen voorzien. Arbeid
blijft de grondslag der productie. Dood
kapitaal is op zich zelf niet productie.
Ieder kan feitelijk ondernemer worden, en
het zijn niet de slechtsten onder de ar
beiders, die daarnaar streven, en door
hooger loon moet daartoe de mogelijk
heid' bestaan.
Maar Ide strijd' was meestal over dien
grond, den bodem, zoowel onder de in
dividuen als de groepen en de volken. Die
strijd blijft omdat de grond beperkt is
en de menschheid toeneemt. De strijd
kan oeconomisch en vreedzaam gestre
den worden. De beperktheid van den bo
dem doet de vraag naar voren komen,
wat beter is het grootgrondgebruik of
het kleingrondgebruik. Groente bedrijven
kunnen niet geheel worden gemist en spr.
wijst er o.a. op wat man in Zeeland aan
den Wilhelminapolder en de Bathpolders
te danken heeft. Maar ook is het waar,
dat op klemera bedrijven meerdere per
sonen kunnen leven en arbeiden en inten
siever bemesting meer uit den bodem
doet halen. Spr. meent, dat op de boer
derij geen ambtenaren moeten regeerem,
daarom geen staatsexploitatie. In plaats
van initiatief, komt dan hef zoeken naat
middelen om gedekt te zijn. Het privaat
bezit of de private exploitatie is voor
den landbouw het meest doelmatig. Spr.
meent, dat iedereen het niet zoo aanstonds
met zijn beschouwingen zal eens zijn,
maar dat is ook niet de bedo<eIing. Maar
wat hij zeidie is z.i. de moeite vain het
overdenken en bespreken bijv. op dë win
tervergaderingen der afdeelingen over
waard'. Ook de landbouwer kent, gelijk
hij het leven zijner dieren kent, als een
rechtvaardig man dat zijner arbeiders en
terecht liet Ten Kate een Zeeuwsch land
bouwer zeggen, dat als hij zijn naasten
niet deed leven, zijn land voor tarwe dis
tels moge geven.
Hierna kwam spr. tot het eigenlijke
landbouwoverzicht, waarin gewezen wondt
op een algemeen zeer gunstige weersge
steldheid', op het groot economisch risico,
op het nog steeds voortwoekeren der ma
laise als uitvloeisel van den oorlog, op
het hoogtij voeren van protectionisme,
op de gro-ote nadëelen der internationale
handelsbelemmeringen, op- het grondge
brek waardoor meer dan ooit het pacht-
vraagstuk in ons land in het teeken der
belangstelling staat. Verder op het weg
nemen der beste krachten door emigra
tie en op de gro-ote belangstelling voor
den tuinbouw. Het volgen van de mede-
deelingen over alle producten zou ons
te ver voeren. Voor de bijenteelt komt
steadis meer belangstelling. De handel in
paarden is eerder nog ongunstiger gewor
den dan verbeterd. Toch blijft de be
langstelling voor de fokkerij' levendig.
De beteekenis der melkveehouderij is
in sommige deelen dfer provincie nog toe
nemend'. De veem ester ij neemt gestadig
in beteekenis af.
De fokkerij van varkens was gedurende
een groot deel van het jaar niet kronend.
Ook de resultaten van de mesterij wa
ren gedurende de eerste 9 maanden van
1928 ongunstig. Het vereenigingsleven op
het gebied vain geitenfokkerij blijft leven
dig. De boterprijzen waren beduidend hoo
ger dan in vorige jaren. Voor consumptie-
melk waren de prijzen gewoon. De resul
taten der pluimveehouderij kunnen onver
deeld gunstig worden genoemd.
Verder geeft het verslag, dat uitvoerig
in het Landbouwblad' zal worden opge
nomen, over tal van zaken betreffende
het landhouwleven, het onderwijs en de
instellingen der Z.L.M. belangrijke bij
zonderheden.
Spr. komt dan weer terug op zijn his
torisch overzicht va nden zoo bij uitstek
gunstig gelegen vruchtbaren lering Wes
telijk Zuid-Beveland'. Spr. wijst er op
hoe men reedis in zeer vroeg© tijdien leest
vain Goes en Beveland'. In 776 leest men
vindt men die villa ter Gosse en- leest pia-
gus Bevelandus en gewaagt men van Van
Brumsole (Borssele). In 966 van drie
eilanden: prima Bievelant, secunda Spie
sant, tertia Gersele (d.i. Ierseke). Ver
moedelijk is de naam Suth Bevelant het
eerst genoemd in een charter van 1147
en North Bevelant in een van 1228. De
naam van het oude eiland Wolfaartsdijk
komt het eerst voor in een stuk van 1105,
onderteekend o.a. door Gisebertus van
Wolfgersdike, dienstman van den bis
schop van Utrecht.
Spr. zet don in den breed© uiteen hoe
Zuid-Beveland er in de middeleeuwen
geheel anders uitzag dan thans. O.a. wees
hij op de afzonderlijke eilandjes Borsse
len en Baarland tot in de 15e eeuw. Schor
ren en slikken waren van reedls bedijkte
gedeelten gescheiden door den arm van
den Schenge en van Walcheren door de
Lemmel en de Welsinge. Zij waren door
sneden met stroompjes als db Loo. y Ve.,
die uitkwam in de Zwake, die de West
watering aan de Zuidzijde bespoekle en
haar weder van de Baarlanden scheidde.
Het zou veel te veel ruimte vergen den
zoo ingewijden spreker op den voet te
volgen, alleen kunnen wij het betreuren,
dat niet veel meer personen hem hebben
kunnen volgen en hopen, dat dit historisch
overzicht in druk verschijnt. Het zal o.a.
in archieven en bibliotheken een waardige
plaats innemen.
Zoo geeft spr. o.a. een herinnering aan
het bedijken van den Lodewijkpolder on
der Lodewijk Napoleon, later veranderd
in Wilhelminapolder, genaamd naar H.M.
Fredierika Louisa Wilhelmina, eebtge-
noote van Koning Willem I. In 1821 liet
I. G. J. van den Bosch, toten hij in het
huwelijk trad met mej. G. A. Kakebeeke
een huis voor zich in den polder bouwen.
Zoo kwamen er meerdere benevens Beni
ge hofsteden en werd: dorp en polder ge
lijk men ze thans ziet.
Zoo ligt daar thans aaneengesloten
Westelijk Zuid-Beveland' en is Goes daar
van meer en meer het centrum gewor
den; te belangrijker naas-mate de bedij
kingen toenamen en Westelijk Beveland
een geheel werd. Vermoedelijk is hel
schier niet te gelooven, hoe eenmaal de
Zeeweg van Middelburg naar Antwer
pen ging langs Heinkeniszand. Niet geloo
ven, voor wie oppervlakkig het land ziet
en Zeeland niet kent, diat dit Westelijk
Beveland1 doorsneden geweest is met al
lerlei stroompjes en 'bestaan heeft uit
tal van eilandjes. Spr. herinnert dan aan
verschillende verdwenen kasteelen.
Na nog verschillende bijzonderheden
over de verschillende dorpen en hun ont
staan, zegt s pr. dat het is een schoon, een
schitterend land, van ongekende vrucht-
b baarheid, rijkdom en weelde, waarvan
J. A. v. d'. Goes reedls zong en aan welk
eiland en haar bewoners ook anderedich
ters hun hulde brachten, ook al keken
vroeger de Brabanders laag neer in het
Hof, waar schor en slik lag en het zilt©
nat speelde en het gekrijsch der meeu
wen opsteeg.
Meewarig schudden zij het hoofdZee
land geen land', ik houd het met den hei
kant. Maar uit dat schor en slik is de
prachtige provincie geboren, die als 't
ware goud in den bodem heeft en door
krachtige energieke menschenhawd1 onder
Hoogeren Zegen is herschapen tot het
vruchtbaarst bouw- en weiland' in het
heerlijkst klimaat van Nederland'. Een
prachttand, geen eentonige vlakte, maar
doorbroken met trotsche dijken, die zich
als guirlanden van groen dëor de kameren
van Zuid-Beveland' slingeren en daartus-
schen in liggen de velden, de tuinen met
bloemen, de schoone vriendelijke dorpen,
alles juicht en jubelt en lacht vriendelijk
U tegen, Gezegend land.
En daarin dë brunettes met het don
ker ronkelcnd oog en de frissche blo
zende koon. Zij zijn het nageslacht der
levendige Kelten en der energieke, vrije
Franken, dus half bovemaardsche ver
schijningen. Hoe voornaam zien de vrou
wen er uit, van welk een levenslust getui
gen die breede, uitslaande, ronde of vier
kante mutsen. Hoe schilderachtig is die
bonte doek om het slanke bovenlijf. Hoe
beraristocratisch is de landbouwer. Hoe
kan hij heerschen en regeeren. Hoe ziel
vol ziet bet oog van onder den pluzigen
wollen hoed over de velden. Hoe rijk en
hoe prachtig staan hem zijn zilveren broek
stukken. Geen land ter wereld' kent een
volk als bet Zecuwsche. En onder het
Zeeuwsche volk staat de Bevelandsche en
inzonderheid weder de West-lBevelandj
sche bevolking schitterend in het koor.
Moge dat gezegend land, lange nog ge
zegend blijven. Moge dat volk tot iq
lengte van dagen en eeuwen blijven wat
het was en zooals Jason's Pralis het zag
reed's iin de 16e eeuw:
Een volk, aan God1 gehecht, eenvoudig,
goed' van zeden,
Een rijk aian mannen, waar de wetenschap
op boogt,
Of zooals in later dagen de Thool-
sche dichter Was mocht zingen van zijn
geliefd gewest:
'kZag er wel geen trotsche steden,
Geen paleizen, grootsch van bouw,
Maar te meerder reine zeden,
Gulle oprechtheid, blanke trouw,
En door zelfzucht niet omkorst,
Liefde in 'thart voor land en vorst.
De heer D. Lindenbërgh doet na de
rede van mr. Dieleman, die luide
wordt toegejuicht, eenige historische
mededeelingen over de afdeeling der
Z. L. M., welke hij presideert. Spr.
biedt mr. Dieleman bloemen aan, ter
gelegenheid van de herdenking dat in
1844 de Z. L. M. werd opgericht.
De heer v. d. Weijden, lid der Ged.
Staten zegt tot de voorzitter der Z.
L. M., dat Ged. Staten steeds met
zeer veel belangstelling de kwesties
volgen, die de Z. L. M. bestudeert
en oplost. Spr. prijst verder den lof
van mr. Dieleman, Goes toegezwaaid.
Dank zij een krachtig gemeentebestuur
gaat deze stad steeds in beteekenis
vooruit. Destijds weigerde het gemeen
tebestuur van Goes het kanaal door
Zuid-Beveland. Het tegenwoordige
stadsbestuur zou dit zeer zeker niet
meer doen.
De heer Molhuizen van het Kon.
Ned. Landbouw Comité dankt de Z.
L. M. voor de uitnoodigïng op de
feesten tegenwoordig te zijn. Spg.
spreekt woorden van waardeering tot
de Z. L. M. en wekt de leden op an
deren, die nog geen lid zijn, te bewe
gen tot de Z. L. M. toe te treden.
De heer G. A. Hajenïus dankt voor
de woorden van waardeering aan het
gemeentebestuur. Dit doet zijn best
en de raad werkt aan het goede doel
mede. Spr. hoorde straks iemand spre
ken over den rustenden landbouwer.
Dezen raadt hij aan zich in Goes te
vestigen.'
Verder voeren nog het woord de
heeren De Vulder van Noorden, regee-
ringscommissaris, Sneep namens de
Noord-Brabantsche Mij. van Land
bouw, en van Dixhoorn en Hanken.
Hierna sluit mr. Dieleman de bij
eenkomst.
Te 2 uur is een rijtoer door Zuid-
Beveland gehouden. Hierop komen we
nader terug in ons volgende nummer.
Stukken voor de Provinciale Staten
van Zeeland.
Thans zijn weder enkele stukken
voor de Provinciale Staten in druk
verschenen en wel de volgende:
Subsidie Autobusdienst Kamper»
landsche Veer—Kortgene.
Naar aanleiding van de in hun han
den gestelde aanvrage om subsidie van
de N.V. „Auto", omnibtisdienst, ge
vestigd te Wissenkerke, houdende ver
zoek om subsidie voor den autobus-
dienst tusschen Kamperlandsche. Veer
en Kortgene, wijzen Ged. Staten er
op, dat deze onderneming sedert 1
April 1920 steun van de Provincie
heeft genoten en dat het de eenige on
derneming is op dit traject, doch dat
zij zonder de subsidiën van gemeen
ten en provincie over 1928 een nadee-
lig saldo van f917,87 zou hebben op
geleverd.
Zij stellen daarom voor van 1 Ja
nuari 1929 af weder subsidie te ver-
leenen berekend naar een maximum
bedrag van f4900,—, zijnde de waarde
van de bussen, zooals die door den
keuringsdeskundige is geschat.
Reglement op de wegen en
voetpaden.
Daar bij ambtenaren moeilijkheden
zijn gerezen met de uitdrukking „be
lasting van eenige as" waarvan sprake
is in pan 1 van art. 78bis, stellen Ged.
Staten voor dit te veranderen in „wïel-
belastïng" zooals ook in art. 1 sub 1
van het Motor- en Rijwielreglement
wordt aangegeven.
Vervolgens is het wenschelijk geble
ken aan de voertuigen, waarvoor een
verbod om tijdens doolweder kunst
wegen te berijden niet is toepasselijk
verklaard, toe te voegen die, waar
mede materiaal voor het onderhoud
van den betrokken weg wordt ver
voerd.
Ten slotte wordt nog voorgesteld
het berijden van kunstwegen, met twee
aan elkaar gekoppelde voertuigen, al
thans onbeladen, toe te staan, doch
aan Ged. Staten het recht te laten dit
in bijzondere gevallen te verbieden.
Een nieuw veilingsgebouw
te Middelburg.
De Coöperatieve Veilingsvereeniging
„Walcheren" te Middelburg, heeft gis
teren een nieuw veïlingsgebouw, gele
gen bij het station, officieel in gebruik
genomen. Het gebouw is zeer ruim en
voldoet in alle opzichten aan de
eischen, welke aan een modern vei-
lingsgebouw gesteld mogen worden.
Burgemeesters.
Benoemd tot burgemeester van yer-
seke de heer H. C. J. Gunning.
Herbenoemd tot burgemeester van
Katfendijke de heer D. de Graaff,
secretaris; idem van Wissenkerke, de
heer M. J. Verhorst.
HEINKENSZAND. Tot pasfoor van
de R.K. Parochie alhier, is benoemd
de heer Geldermans, thans pastoor
Oud-Beijerland.
KAPELLE. Onder voorzitterschap
van den heer H. Blok, directeur van
het Coöp. Elec. Bedrijf te Kapelle,
kwamen de aandeelhouders ïn het
hotel „de Zwaan" ïn vergadering bij
een. De administrateur de heer M.
Glas Jbz. deed rekening en verant
woording over het gehouden beheer.
De aansluitingen nemen steeds toe.
Herkozen werden de aftredende be
stuursleden de heeren H. Blok, P.
Staal en M. Glas Jbz.; eveneens werd
herkozen de heer D. van Maris, lid
van den Raad van Toezicht.
SCHORE. Benoemd tot onderwijzer
aan een o. 1. school te Voorburg, de
heer P. Baurdoux, onderwijzer al
hier.
De electrificatie.
Maandag heeft de P.Z.E.M. een aan
vang gemaakt met het leggen der laag-
spanningkabels in onze gemeente. Men
is begonnen op den Westwal en zal
met het oog op de drukte der land
bouwtentoonstelling voorloopïg de bui
tenkanten der stad aanhouden.
Als de feestdrukte geëindigd is, zal
in de binnenstad worden begottnein
en zulks als eerste kabels worden ge
legd, die welke straks de „Nijtengo"
moeten verlichten.
Gedurende Maandag en Dinsdag is
reeds een lengte van 400 M. kabel ge
legd, en we zagen zelden een werk
zoo vlot verloppen als dat.
Op onze informatie of dit de kabel
was waarop de huizen konden wor
den aangesloten, kregen wij een be
vestigend antwoord.
Nu we dit begin gezien hebben, twij
felen we niet meer of de bewoners van
Goes zullen spoedig aan de knopjes
kunnen draaien, vooral daar de hoofd-
toevoerkabel vanuit Vlissingen heden
reeds den spoorweg-overgang bij 'sE
Arendskerke is gepasseerd en aan het
begin der volgende week Goes bin
nenkomt.
Ook de werkzaamheden aan het on
derstation op den Westwal maken
goede vorderingen.
Veemarkt.
Ter marlet van gisteren- waren aange
voerd 29 biggen.
Inbraak ïn een juweliers-
winkel*
Maandagavond tusschen half acht
en half elf Is een brutale inbraak ge
pleegd ïn een juwelierswinkel in de
Spuistraat te 's Gravenhage.'
Een der grootste juwelierszaken in
de Spuistraat is van de firma R., eige
naar is de heer V. Sedert korten
tijd vertoeft de heer V. met zijn echt-
genoote buitenlands en heeft hij de
zorg van de zaak overgelaten aanzijn
zoon en aan zijn zuster.
Maandagavond tegen half acht is
het jongemensch met zijn tante uit
gegaan. Er bleef toen niemand in den
winkel achter. Zooals zijn gewoonte
was, sloot de jonge heer V. de win
keldeur zorgvuldig.