GOESGHE COURANT
DRIE WEKEN
VAN LIEFDE.
BIJVOEGSEL
Verzamelwoede.
Medische Rubriek.
Rechtszaken.
VAN DE
VAN VRIJDAG 14 JUNI 1929.
Men zvgl, dal liet te Rotterdam be
gonnen is, maar op tal van plaatsen .is er
kortgeleden een verzamelwoede losgebro
ken onder de jeugd. Het rookemd deel der
bevolking werd op straat aangebonden
door jongens of meisjes met de vraag:
Mijnheer, heeft u nog sigarenbandjes?
Sigarenwinkeliers gaven aan de koopers
als zij door dochter- of zoonlief vergezeld
werden, eenige bandjes cadeau. Meer com
mercieel aangelegde winkeliers gaven ze
niet voor niemendal, maar boden ze te
koop. Zelfs kruideniers en bakkers ver
pakten sigarenbandjes bij hun artikelen.
Bij duizenden werden ze in den hamdjel
gebracht.
En de Nederlandsche jeugd ging maar
voort, de diverse soorten bandjes in een
schrift te plakken, of ze te verzamelen in
sigarenbandjes-albums. Op de scholen
waren de kinderen gewapend met een
doosje waarin ze hun doubletten be
waarden. Voor ein na schooltijd, maar
ook weieens stiekum onder de les als
zij er maar de kans toe zagen werd
er een levendige ruilhandel gedreven. Het
werd een sport, wie de grootste verschei
denheid bijeen wist te garen. Sommige
hartstochtelijke verzamelaars telden hun
soorten bandjes bij honderdtallen.
Velerlei dingen worden of zijn er in
den loop der jaren reeds verzameld, maar
een verzamelwoede als van de sigaren
bandjes in den laatsten tijd was toch
wel iets bijzonders. In onze jeugd verza
melden we etiketten van lucifersdoosjes,
maar toch niet zoo hartstochtelijk.
Het verzamelen schijnt velen in hel
bleed te zitten. Bij sommige menschen is
al hun denken geconcentreerd op het be
machtigen van een nieuwe soort een nieu-
we variëteit van hetgeen zij verzamelen.
Zij hebben nergens anders oog voor dan
voor het completeeren van hun verzame
ling en zijn de echte verzamelmaniakken.
Natuurlijk zijn er ook verzamelaars,
wier werk ten hoogste gewaardeerd moet
worden. Het vergaren van kunstvoorwW
pen is natuurlijk niet iets minderwaar
digs. Het verzamelen van postzegels kan
ook wetenschappelijke en opvoedkundige
waarde hebben. En ook het verzamelen
van s garenbandjes door kinderen is niet
bepaald uit den booze. Het houdt hen aan
ge-naam bezig en een blad met die kleuri
ge papiertjes kan ook aesthelische waarde
hebb-n. We hebben althans aardige kleur-
combinaties gezien, door kinderen zelf be
dacht. Maar natuurlijk, overdrijving
schaadt altijd. En maniakken behooren
nooit tot de prettigste en aangenaamste
menschen, of het kinderen of volwasse
nen zijn.
Er zijn menschen, die van alles verza
melen. Wil men al die verzamelingen met
de grootste welwillendheid beschouwen,
dan is er allicht in vile gevallen nog wel
een goede zijde aan fce ontdekken ook.
Maar wat zegt men van het bijeengaren
van verschillende soorten visitekaartjes,
van livreiknoopen, van lucifersdoosjes,
van affiches? En van zoovele andere, wei
nig beduidende dingen?
Studenten stellen er soms een eer in,
een collectie gemoerde naambordjes of
deurbellen te bezitten. Maar daar zijn zij
dan ook student:n voor. En men behoeft
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ELINOR GLYN.
HOOFDSTUK I.
Dit is een episode uit het leven van
een jongen man, en heeft geen eigen
lijk begin of einde. En gij, die oud
zijt en de hartstochten der jeugd ver
geten hebt, kunt het veroordeelen.
Maar er zijn anderen," noch oud noch
jong, die het misschien zullen begrij
pen en die er belang in zullen stellen
eene vreemde vrouw te leeren kennen,
die het glanspunt was van een korte
spanne tijds. Paul Verdayne was nog
jong en 'frisch en dwaas, toen zijn
episode begon.
Hij geloofde in zichzelf, hij geloof
de in zijne moeder en in nog heel
veel andere belangrijke dingen. Hef
leven was voor hem vol zekerheden.
Hij was er bijvoorbeeld zeker van, dat
hij van niets ter wereld zooveel hield
als van jagen. Hij was er zeker van,
dat hij zijn eigen hart door en door
kende en daardoor weer volkomen
zeker, dat zijne liefde voor Isabella
Waring eeuwigdurend zou zijn. Bereid
om eeuwige liefde te zweren, met die
heerlijke inconsequentie der jeugd, die
in haar onverstand denkt hare harts-
dat verzamelen niet al te ernstig te ne
men.
Er zijn in de geschiedenis gevallen be
kend van de allerzonderlingste verzame
lingen.
Een postdirecteur in Engeland besteed
de al zijin energie a an het verzamelen van
bretels; een bekend Franseh tooneelspe-
Ier bezat een heele collectie kousebanden.
In de laatste jaren heeft men collecties
Duitsch noodgeld verzameld, waarbij stuk
ken zijn, die werkelijk van typografisch
waarde zijin. Uit den distributietijd in on
land zijn er nog verzamelingen broodkaar
ten en levensmiddelenbons hier en daar.
Een allervreemdste verzameling staal
op naam van een Engelsche prinses, di»
met hartstocht tanden van walvisschen,
olifanten en alligators bijeengaarde, daar
bij geholpen door zeekapiteins, die er
een eer in stelden, het koningskind kisten
vol tanden te zenden. Urenlang kon de
prinses zoek brengen met het kijken naai
en bet uitzoeken van al die verschillende
tanden. Bij haar huwelijk is de heele col
lectie nam* een museum verhuisd.
Onder de vorsten en hooggeplaatste
personen heeft men de zonderlingste vei
zamelaars gehad. Bismarck verzamelde
thermometers; hij had er eenige honder
den. Koning George IV van Engeland
was specialiteit in theepotten en Lode-
wijk van Beieren in oude vaandels. Een
Roemeeinsche prinses bezat een grootc
collectie parfum-flacons en zocht mei
hartstocht naar soorten flacons, die nog
niet in haar bezit waren. Lodevvijk XVI
verzamelde sloten.
Waar de verzamelwoede bij sommige
menschen zoo groot is, spreekt het van
zelf, dat er ook veel bedrog voorkomt.
Het vervalschen van zeldzame en dure
postzegels is bekend genoeg, evenals het
vervalschen van oude meesterstukken op
het gebied' van kunst. Handelaars in i
kquiteilen en reliquieën weten daarvan
mee te praten.
Bij Genève staat een oud landhuis,
waar Voltaire heeft gewoond. Vele ver
eerders van den grooten Franschman
brengen er een bezoek aan en nemen dan
gaarne een aandenken mee. Voor handige
exploitanten is daar wat te verdienen.
Zoo heeft een concierge van dat landhuis
de bezoekers op geraffineerde wijze j_
exploiteerd. Hij heeft meer dan 2000
eïgenigeschreven brieven van Voltaire ver
kocht, honderden wandelstokken en een
pa,ar duizend handschoenen.
De verzamelaars lieten zich maar be
dotten, de concierge maakte goede zaken
tot de regeering er de lucht van kreeg
en den man ontsloeg. Zijn opvolgers werd
verboden, iets te verkoopen aan de be
zoekers van het landhuis, waardoor ei'
een eind kwam aan het bedriegen van
de goedgeloovige vereerders.
Maar oindertusschen zijn err heel wat
menschen geweest, die zich in het geluk
kige bezit waanden van een paar hand
schoenen, een wandelstok of een brief
van Voltaire.
Lever als geneesmiddel.
Reeds voor 30 jaar heeft Engel, een
Berlijnsche arts, het gebruik van var
kenslever tegen bloedarmoede aanbevo
len. Zijn advies is vrijwel vergeten, hij
zelf heeft de draagwijdte van zijn denk
beeld1 niet voldoende ingezien en de mo
gelijkheid van toepassing niet behoorlijk
beperkt. Niet tegen bloedarmoede in 't
algemeen is lever naar de nieuwe inzich
tochten te beheerschen op dezelfde
wijze als de vleiers van Koning Karei
het hem de golven hadden willen la
ten doen. En de Schepper der gol
ven en der hartstochten glim
lachte zonder twijfel, als hij het ten
minste niet al lang moede is te glim
lachen over de dwaasheden der blinde
mollen, menschen genaamd, die voor
het grootste gedeelte zijne aarde be
volken. Paul was jong, zooals ik zei-
de, en knap en sterk. Hij had tot het
eerste elftal te Eton behoord en ver
liet Oxford met een getuigschrift voor
alles, wat een knappen Engelschman
tot een volmaakt athleet maakt. Boe
ken hadden hem nooit erg bezwaard.
De snit van een jachtkostuum, het af
richten van een paard, waren zaken
van vrij wat meer belang voor hem;
toch rolde hij door al zijn examens
en zijne vrienden hielden hem voor
alles behalve een ezel. En wat zijne
moeder betreft, Lady Henrietta Ver
dayne, zij beschouwde hem als een
god onder de mannen.
Paul ging naar Londen, evenals an
deren onder zijn tijdgenooten en be
zocht de theaters, waar uiterst deugd
zame jonge dames, naar den faatsten
Smaak uitgedost, 's avonds in koor hare
onschuldige bekoorlijkheden ten toon
spreidden. Hij soupeerde ook met deze
nimfen en voelde zich een man van
de wereld. Hij logeerde bijna een jaar
lang op verschillende buitens en had
een heele season door met de aar
digste débutantes gedanst; en een
De Koninklijke familie woonde Dinsdagavond het gala-conecrf in het concertgebouw te Amsterdam bij. De aan
komst der hooge bezoekers aan het concertgebouw.
ten te gebruiken, maar alleen tegen een
raaide bloedziekte, de z.g. pernici
euss anaemie. Deze ziekte was vroeger
altijd doodelijk. Haar oorzaak is ons niet
met zekerheid bekend; men neemt aan,
dat 't beenmerg waarin bij volwassen-en
het bloed wordt gevormd, door een ab
normale vorming van giftige stoffen mis
schien uit een darm afkomst'g, wordt ge
schaad. Hoe dit ook zij, het komt bij
deze ziekte tot vernietiging van bloed-
Jbestanddeelcn. De bloedl.chaampjes gaan
langzamerhand in oplossing en d-e kleur
stof gaat te gronde.
Terwijl bij den gezonden mensch in een
kubieke.n milimeter bloed ongeveer 4V2
a 5 milhoen roede bloedlichaampjes aan
wezig zijn, is hun aantal bij lijd ers aan
pernicieuse anaemie verminderd tot 2mil-
lioen, soms tot 1 millioen of nog minder.
Ook het gehalte aan haemoglobine (de
bloedkleurstof) daalt van 70 a 80 pet. tot
op 20 pet.
De aan deze ziekte lijdende menschen
zien er bleek uit, was-acht'g en hun stof
wisseling is sterk gestoord. Mat, moe,
zonder eetlust en niet in staat tot eenige
prestatie van be teekenis, leven zij voort.
Dat is gemakkelijk te begrijpen, als
men bedenkt, dat de roode bloedlichaamp
jes de dragers zijin van de zuurstof en dus
de ademhaling in gang houden. Doordat
de organen niet voldoende worden ge
voed, lijdt bet geheele organisme.
Men 'heeft met alle denkbare middelen
geprobeerd den achteruitgang van bel
bloed tegen te houden, men heeft ijzer toe
gevoerd, ook arsenicum en in den laatsten
tijd heeft men bloedtransfusie toegepast,
d.w.z. men heeft een groote hoeveelheid
bloed van een gezond mensch in de bloed
vaten van den patiënt gebracht.
Lever, in hoeveelheden van 150 tot 200
gram per dag gegeten, leidt bij den patiënL
aan pernicieuse anaemie tot regelmatigen
vooruitgang. Zoowel rund- als kalfslever,
rauw, gekookt of korten tijd gebakken, is
voor het doel geschikt. Het best werkt
versche, rauwe lever, fijn gewreven en met
citroensap gemengd, in ijs kouden toestand
opgenomen.
Op deze wijze zijn reeds meer dan 100
patiënten behandeld. Minot en Murphy
lubben deze behandeling reeds drie jaar
toegepast.
Ook in alle andere landen, in en buiten
Europa, met slechts enkele uitzonderin
gen is de behandeling van de pernicieuse
anaemie met lever met succes toegepast.
paar jonge vrouwtjes van veertig be
schouwden hem als haar prooi.
Uit dit alles kun je precies zien,
wat voor soort man Paul was. Er zijn
honderden anderen net als hij, en mis
schien hebben zij ook wel de verbor
gen eigenschappen, die hij gedurende
zijne episode ontwikkelde er is
alleen maar dit verschil, dat zij blij
ven zooals ze in den beginne waren,
gezond in slaap. De val die hij deed
in Maart, op de jacht zijnde, en waar
door hij opgescheept zat met een ver
stuikten enkel en een gebroken sleu
telbeen, bleek het begin te zijn der
Isabella Waring-kwestie.
Zij was de dominee's dochter en is
het nog wat dat betreft; en het ge
beurde in die dagen dikwijls dat zij
tusschen een spel hockey of golf of
een flinke wandeling, te voet naar
Verdayne Place kwam met hare hon
den, om voor Lady Henrietta brieven
te schrijven.
Isabella was een erg lief meisje en
dolblij als ze zich nuttig kon maken.
En al waren hare handen ook dik
en rood, ze schreef duidelijk en net
jes en Lady Henrietta, die zelf een
kopje had als een camée, kon zich de
mogelijkheid niet voorstellen, dat haar
halfgod zou kunnen afdalen tot deze
dochter der aarde, die zij ver beneden
haar rekende."
En toch gebeurde het. Isabella las
hem de sportbladen voor. Isabella
speelde piquet met hem op de som
bere achternamiddagen, toen hij aan
De moord op den heer Lans.
Woensdagmorgen werd voor de Rot
terdamse!» rechtbank de beham-jeljng
van de zaak-v. O. voortgezet. Er was
weer veel belangstelling en bet aantal
vrouwelijke toeschouwers was nog aan
merkelijk grooter dan Dinsdag. Bij den
aanvang zegt bekl. opnieuw dat hij om
^alf 7 is weggegaan van kantoor. Een ge
tuige deelt mede, dat hij v. O. beeft
hooren zeggan, dat hij vroeg weggegaan
gaan was, zooals hij lederen Donderdag
fteed. Bekl. legt uit, dat hij diaarmee „eer
der" bedoeld heeft.
Hierna worden enkele getuigen gehoord
dia v. O. op den avond van den moord
gezien zouden hebben.
Getuge J. P. Roer heeft samen met
Bruynaars Vrijdag na den moord het
kamertje opgeruimd, waar de heer Lans
vermoord gevonden is. Hij heeft toen
hat witte tafelmes (dat gedurende eenige
dagen zoek geweest is) niet gezien.
Getuige W. J. Smit heeft bij de be
grafenis in het volgrijtuiig gezeten, samen
met v. O. Deze had toen de.i indruk ge
vestigd, akc# hij directeur zou worden
en de zaak verder alleen zou voortzetten.
Hij zei ook iemaind te weten, die geld in
de zaak wilde steken.
De president wijst op de belangrijkheid
van deze verklaring, v. O. toch wist op
schandelijke wijze fraude te hebben ge
pleegd. en alleen als deze niet zou uit
komen, had hij kans van slagen. Voor
hem was het dus van belang, dat de heer
Lans, die immers Melis opdracht tot
boekonderzoek gegeven had, verdween,
teneinde dat onderzoek te stoppen.
Mevr. Lans verklaart, dat Vrijdagmid
dag te haren huize een conferentie is ge
weest over de leiding voor de zaak. Ver
dachte was even voor de andere heeren
gekomen en had het denkbeeld geopperd
de zaak voort te zetten. Verdachte had
een geldschieter, die bereid was geld in
de zaak te steken, als hij directeur zou
worden. Gelu ge heeft toen gezegd, dat
zij dan haar aandeel uit de zaak wilde ne
men.
Op eenige vragen van mr. Kokosiky
verklaart dr. van Rijasel dat het niet
waarschijnlijk is, dat degene die de sla
gen heeft toegebracht, geheel zonder
bioedspatten is gebleven, maar geheel
onmogelijk is het niet, als hij zeer voor
zichtig is te werk gegaan.
Mr. Kokosky: Er zijn groote plassen
bloed gevonden, en er is een handdoek
gevonden besmeurd met bloed.
Dr. v. Rijssel neemt aan, dat wanneer
de dader niet bespat is geworden bij het
toebrengen van de 11 hoofdwonden, dit
louter toeval moet zijn geweest. Bij het
toebrengen van de snijwond kon hij wel
zoo te werk zijn gegaan, dat alleen zijn
handen zijn bevlekt. Getuige, wien de
hoed van het slachtoffer getoond wordt,
leidt uit de vernieling van dit hoofddeksel
af, dat de slagen met een zwaarder voor
werp moet zijn toegebracht dan een wan
delstok.
In verband met dè door de verdediging
gemaakte opmerkingen wordt dr. van Rijs-
sel opdracht gegeven tot aanvulling van
zijn rapport op eenige punten, waarvoor
het noodig zal zijn een onderzoek ter
plaatse in te stellen. Maandag a.s. zal dr.
van Rijssel over die punten rapport uit
brengen.
Getuige M. J. Gerritsen verklaart, dat
verdachte Zaterdag 1 December bij hem
een paar schoenen heeft gekocht, en het
paar dat hij aan had, in reparatie had ge
geven.
Getuige Mosselman heeft Maandag
d.a.v. de schoenen van den vorigen ge
tuige in reparatie gekregen. Het was hem
opgevallen dat deze schoenen aan de
punten zoo bijzonder nat waren, en er
zaten vlekken op, alsof ze met benzine
waren gewasschen.
Dr. Gerhardt zegt, dat deze vlekken
niet van benzine kunnen zijn geweest. Hij
blijft er bij, dat hij niets bijzonders aan
deze schoenen heeft gevonden.
Dr. Gerhardt zal echter eenige vlekken
van deze schoenen nog chemisch onder
zoeken en Maandag van zijn bevmdingen
verslag doen.
Getuge Bruiinaarts verklaart, dat de
de beterende hand was. Isabella zelf
wïesch zijn hond Pike, den koning
der terriers. En op een noodlottigen
dag kuste Paul de volle, lichtroode
lippen van Isabella, ongelukkig net
toen zijne moeder binnenkwam.
Ik wil een sluier spreiden over dit
deel van zijn leven.
Lady Henrietta, die eene deftige da
me was, gedroeg zich als zoodanig
bij genoemde gelegenheid, maar zij
was ook vrouw en nu juist niet eene
bijzonder verstandige vrouw. En zoo
kwam Paul, geprikkeld door de te
genwerking die hij ondervond, er toe
zich zelf wijs te maken, dat hij ern
stig verliefd was op dit meisje uit
den middenstand, zoo ver beneden
zijn rang van edelman.
„Laat die jongen toch uitrazen", zei
Sir Charles Verdayne, die een vrij ruw
heer was. „Verd een man is toch
niet verplicht ieder meisje dat hij
eens kust, te trouwen".
„Een gentleman kust niet opzettelijk
een jong meisje, zonder dat hij plan
heeft haar tot zijne vrouw te maken",
antwoordde Lady Henrietta. „Ik vrees
het ergste".
Sir Charles snoof en grinnikte eens,
twee onaangename eigenschappen, die
zijn vrouw hem nooit had kunnen af
loeren. En zoo werd de kwestie steeds
ernstiger! Totdat ongeveer midden
April Paul het advies van den dokter
kreeg, om voor zijne gezondheid op
reis te gaan.
„Je vader en ik kunnen onze toe
stemming tot eene verloving niet ge
ven voor je terugkeer, Paull" zeide
Lady Henrietta.
„Wanneer je in Juli, op je drieën-
twïntigsten verjaardag nog steeds van
plan bent, je moeders hart te breken,
dan moet je 't in vredesnaam maar
doen. Maar ik eisch van je, dat je
eerst drie maanden lang ongestoord
er over zult nadenken".
Dit vond Paul heel billijk en hij
stemde er dan ook in toe om eene reis
door Europa te ondernemen, zonder
het fatale beslissend woord tot Isa
bella gesproken te hebben. Zij zelden
elkaar vaarwel in eene stortbui onder
een druipenden eik in de laan bij het
hek der pastorie. Paul was ruim zes
voet lang en Isabella juist zes en breed
naar evenredigheid. Zij waren bijna
gelijk gekleed en op een afstandje was
het moeilijk uit te maken tot welke
sexe zij behoorde, als zij haar kale
rok niet aan had gehad.
„Vaarwel, ouwe jongen!" zei ze.
„We zijn goede vrienden geweest, en
ik zal je niet vergeten". Maar Paul
die sentimenteel gestemd was, drukte
het anders uit. „Vaarwel, lieveling",
fluisterde hij, met iets van eene tril
ling in zijn sympathieke stem. „Ik
zal nooit van mijn leven een andere
vrouw liefhebben dan jou, nooit, nooitl"
Koekoek!" klonk het uit den boom,
(Wordt vervolgd).