Londen in vogelvlucht.
No M
Vrijdag 12 April 1929
119 Jaargang.
Dij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Land en Tuinbouw
Sport.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
mm Cl COURANT
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant *n Kleeuwens Ross' Druthers- en Uitgeversbedrijf
Dim•-j kt. eeeoi m-i_r1 n 1 n on kt. oaa
Postcheque- en Girorekening No. 55571
Telefoonnummer 17, ma 17.30 No. 244
ADVERTENTIEN
van 15 regels fl,20. elte regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en am.vragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Waarom trekt Engeland niet, hoewel we van alle
Nederlanders het dichtst bij Engeland wonen; met de
„Zeeland" naar den overkant; eenige indrukken van
en opmerkingen over Londen; zijn inwoners en zijn
instellingen.
Als de bewoner van deze streken
plannen maakt voor een kort vacantie
uitstapje dan flitsen hem gemeenlijk
het eigen land, Antwerpen, Brussel,
de Ardennen, de Rijnstreek, of Parijs
door het hoofd. Aan een trip naar En
geland wordt nog maar door een en
keling gedacht. Dit laatste is eigenlijk
meer dan vreemd, want Zeeland is
wel de eenige provincie van ons land
die een voortreffelijke geografische
positie f.o. van het touristen-land En
geland inneemt. De Zeeuw die de
Britten een bezoek wil brengen behoeft
zich geen lange treinreis in Nederland
te getroosten alvorens hij het water
bereiktin minder dan een uur
tijds is hij meestal in Vlissingen, waar
de boot op een gunstig uur van den
dag onder stoom ligt om hem naar
het dichtbije overzeesche gewest te
vervoeren. En tochondanks hef
voor 't grijpen liggend gemak geeft
men over het algemeen de voorkeur
aan de tradioneele streken en steden
van het continent.
Naar een kennismaking met Enge
land gaat ïm groszen ganzen het hart
van den reislusfigen provincie- en land
genoot niet uit. Misschien komt dit
omdat men gelezen en gehoord heeft
over de stijfheid der Engelschen „over
hun laten we het maar noemen
„lak hebben" aan de vreemdelingen,
over de hooge prijzen, over een totale
afwezigheid van de amusementen wel
ke Parijs en Brussel zulk een glans
verleenen, over den vreemden smaak'
van hun spijzen enz. enz. Van al deze
geruchten is ongetwijfeld een en ander
waar, doch zelfs al kon men ze alle
geheel onderschrijven, dan nog moes
ten ze niet zulk een groote aanleiding
worden om niet naar een reisje in
Engeland te verlangen als ze thans
(nu ze gedeeltelijk bezijden de waar
heid zijn) herhaaldelijk blijken. Want
de hier eerst naar voren gedraaide
weinig blinkende Engelsche medaille
heeft ook een keerzijde, en deze is
zelfs zóó, dat zij den aanvankelijk in
het oog gevallen kant vrijwel geheel
kan doen vergeten.
Dit is ons dezer dagen gebleken
toen we een korten tijd in Londen
vertoefden.
We zullen van het geziene en ge-
nofene geen uitgebreid reisverslag
schrijven. Eerstens niet omdat we ons
niet vleien Londen te hebben ontdekt
en verder niet omdat onze indrukken
uitteraard een oppervlakkig karakter
hebben.
75
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ETHEL M. DELL.
Geautoriseerde vertaling van
DICKY WAFELBAKKER
Ze bewoog zich even, doch zij ant
woordde niet. Later vermoedde Bill,
dat zij hiertoe op dat moment een
voudig niet in staat was geweest.
Hij duwde Gaspard weer zachtjes
vooruit, maar de jongen verzette zich
thans heftig en deed pogingen zich van
Bill los te maken.
„Ik moet rusten. Ik kan niet verder.
Moeder, moeder, laat me toch slapen.
Ik moet slapenslapen".
„Dat mag op het oogenblik niet",
zei Bill kalm. „Straks kun je rusten,
doch nu nog niet".
Hierop begon Gaspard als een klein
kind te dreinen, en wendde pogingen
aan in de buurt van zijn moeder te
komen.
Ten slotte keerde Bill zich tot haar
en zei zachtjes: „Ik geloof, dat het
het beste is, als je maar weggaat".
Toen de woorden zijn lippen ontvlo
den waren, verbaasde hij zich, dat
hij dit had durven zeggen.
Ze zei niets. Hij zag, hoe haar boe
Maar toch willen we even bij deze
trip stil staan teneinde te trachten
vooroordeel ongedaan te maken en om
velen aan te sporen eens aan den an
deren kant van het Kanaal te gaan
neuzen.
Wat ons op weg naar en in Engeland
gunstig aandeed?
1. De reis met de „Prinses Juliana"
van de maatschappij „Zeeland". Circa
5 uren met een snel varende, luxieus
ingerichte mailboot op zee te vertoe
ven, waar men eerst de Zeeuwsche
kust, dan den vagen omtrek van het
Belgische land ziet verglijden, waar
rnen dan uren achtereen slechts water,
lucht en een enkel schip ontwaart
is bij goed weer een onuitsprekelijk
genot. Rustig op een dekstoel in hef
zonnetje liggend, of in eetzaal of tea
room kan men ten volle de weelde
van een korte zeereis aan den lijve
ondervinden. Voor een uitstapje voor
het genoegen ondernomen verdient de
dagboot van de „Zeeland" verre de
voorkeur boven de nachtboot van
Hoek van Holland.
2. De comfortable 3e klasse coupé
in den trein die ons in H/a uur van
Harwich naar Londen bracht. De hou
ten veewagens der Ned. Spoorwegen
leggen het daarbij vergeleken deerlijk
af. Ook is het opvallend dat men in
Engeland in de treinen niet als bij ons
„verbiedt", maar „toelaat". Men leest
op de coupé's nooit „Niet rooken". Als
men niet mag rooken, wordt dit niet
aangegeven, mag men wel rooken, dan
leest men de vergunning op het coupé
raampje.
3. De reserve waarmee Londen den
tourist begroet. Zoodra men in Parijs
(om een tegenstelling te noemen) het
stafion verlaten heeft op een avond
lijk uur, nemen de duizenden lichten
van de Boulevards u in hun vriende
lijkheid op. In Londen is dit niet het
geval. De winkels zijn vroeg geslo
ten, café's zooals men die in Frank
rijk en Holland kent, zijn er niet. Er
is geen overvloed van blij en uitbun
dig licht. De Londensche straat-bij-
avond sluit den vreemdeling niet met
een verrukkelijk lachje in de armen
ze doet koel en gereserveerd aan.
4. De stilte! Men kan in Londen
een kwartier in een auto of bus rij
den zonder dat de chauffeur van het
vervoermiddel in een van auto's we
melende straat een signaal gegeven
heeft. Dit omdat ieder zich strikt aan
de regels van den weg houdt. Iemand,
die uit Goes komt, waar alle bestuur
zem heftig op en neer bewoog, doch
ze draaide zich om en verliet het ver
trek, de deur zachtjes achter zich
dichttrekkend.
En toen begon het moeilijkste ge
deelte voor Bill, want het scheen eens
klaps tof Gaspard door te dringen,
dat hij alleen was achter gebleven met
iemand, die geen mededoogen zou
kennen. Hij barstte in een stortvloed
van woorden los en begon zich nog
heftiger dan tevoren te verweren. Hij
snikte als een kind en gooide Bill
alle mogelijke dreigementen naar het
hoofd, waarvan de laatste totaal geen
notitie nam.
Het leek Bill toe, alsof er nimmer
een eind aan den strijd zou komen.
Zijn eigen uithoudingsvermogen be
gon hem te begeven, daar het reeds
twee uur geleden was, dat hij zijn on
mogelijke taak was begonnen.
Buiten heerschte een ondoordring
bare duisternis en de regen viel bij
stroomen neer. Na een tijd, die den
dominee een eeuwigheid toeleek, werd
het geluid van wielen op het grintpad
vernomen. Zou dit de dokter of Be
nedict wezen? Toen een oogenblik la
ter de deur evenwel werd geopend, ont
snapte hem een zucht van verlichting.
„Ik dacht, dat je nooit zou komen
opdagen, Brace", bracht hij hijgend uit.
Dokter Brace liep op hem toe. Hij
was een kleine, dikke man met een
bril op, waar hij altijd overheen keek.
ders van motorrijtuigen zich geroepen
gevoelen hun claxon of hoorn maxi
mum prestaties te doen leveren, treft
deze stilte in een wereldstad onmid
dellijk.
5. De waarde van een Hollandsch
hotel. We logeerden in hotel Bangor.
De eigenaar is een landgenoot, de be
dienden zijn landgenooten, de tafel
is vrijwel Hollandsch. Voor reizigers
die de Engelsche taal niet machtig
zijn en die tijdens hun verblijf in den
vreemde een Hollandsche omgeving
en diverse inlichtingen op allerlei ge
bied op prijs stellen, een ideale haven.
6. De correctheid van de Engel
schen. We hadden menigmaal op straat
iets te vragen. Dan wendden we ons
tot een politie-agenf, dan tot een wil-
lekeurïgen voorbijganger, dan tot een
straatventer. Allen gaven met de meest
mogelijke bereidwilligheid hun korte
en duidelijke antwoorden. Geen der
gevraagden liet het voorkomen dat hij
het interessant vond een vreemdeling
te kunnen helpen, doch ook niemand
gaf ook maar de minste verwondering
of kleinen onwil te kennen. In hef
publiek is de Engelschman bewonde
renswaardig correct, de Engelsche
uiterst zelfbewust, hetgeen haar o.i.
wel onderscheidt van haar Fransche
zusteren. Behalve op straat konden we
de correctheid van dit volk bewonde
ren in schouwburg, dancing, trein,
restaurant.
7. De schat aan historische gebou
wen en fraaie, meestal na-oorlogsche
monumenten die Londen rijk is. We
denken hierbij aan de „houses of par
liament" (the house of Lords, ons
Eerste Kamer-gebouw b.v. heeft de
plechtige ernst van een kerkgebouw),
aan de „bank of England", de „Tower"
(waar de kroonjuweelen bewaard wor
den en waar een prachtig wapenmu
seum is ondergebracht), de „Royal
horse guards", de „Westminster Ab
bey" en de „St. Paul's Cathedral",
het monument voor Nelion, dat voor
den onbekenden soldaat, het monu
ment vóór „Buckingham Palace", de
diverse gedenkteekenen die de regi
menten oprichtten voor hun gesneu
velde makkers. Zelfs als hij slechts
eenige dagen fijd heeft om Londen
„te doen", kan de liefhebber van his
torie, van bouwkunde en van andere
kunsten een schat aan indrukken ver
zamelen. Uit bijna alle gebouwen en
monumenten sprekf de zin voor tra
ditie en de eerbied voor het verleden
van den Engelschman dermate indruk
wekkend dat men onder de bekoring
komt.
8. De sportiviteit van den Engelsch
man. Zondagmorgen vertoefden we in
Hyde-park waar duizenden het pa
rade-rijden van honderdèn dames en
heeren en kinderen ite paard gade
sloegen. Later op den dag reden we
naar Richmond. Op de Theems werd
geroeid, de golf links waren overal
bezet, honderden auto's en motoren
snorden ons voorbij, de tennis-velden
leverden een drukken aanblik. De
Hij nam Gaspard met onderzoeken
de blikken op en zei toen:
„Je kunt hem laten zitten. Wij moe
ten wat voedsel naar binnen zien te
krijgen. Hij zal nu niet dadelijk in
slaap vallen, maar misschien straks...."
Hij keek Bill aan en liet den zin
onvoltooid.
Benedict ging naast zijn jongen mees
ter staan en sloeg zijn arm om diens
schouders heen. Zijn mager, bleek ge
zicht was even uitdrukkingsloos als
altijd.
Gaspard leunde zwaar op hem en
hef leek er heel veel op, alsof de jon
gen een flauwte nabij was. Ze legden
hem op de sofa neer en gedurende een
half uur waren Bill, de dokter en Be
nedict bezig zijn levensgeesten weer
op te wekken.
Het verlangen tot slapen was geheel
verdwenen, maar hij was volkomen
uitgeput en bewusteloos en Bill be
merkte heel goed, dat dokter Brace
allesbehalve tevreden was over den
toestand.
Hij was dan ook volstrekt niet ver
baasd, toen de dokter hem even later
terzijde nam en toefluisterde„De
jongen bevalt me niet. Ik zal den ge-
heelen nacht hier blijven".
„Hij is toch wel iets beter, niet
waar?" informeerde Bill.
„Ja, dat wel, maar toch wilde ik,
dat ik er vroeger bij was geweest. Ik
had dan drastischer maatregelen ge
Engelschman kent de gezelligheid van
het Hollandsche koffiehuis-leven niet
(de saloons zijn b.v. Zondags slechts
enkele uren geopend. Hij zit er ver
der niet voor de gezelligheid, maar
om in zoo kort mogelijken tijd zoo
veel mogelijk „drinks" te verwerken)
en hij brengt daarom z'n tijd met
sport door.
9. Engeland is niet ingericht voor
den tourist. Dit blijkt uit totale
afwezigheid van avond-leven voorden
vreemdeling. Het nachtleven is er na
tuurlijk, doch het is niet gebaseerd op
vreemdelingen-bezoek als in Parijs en
Brussel. De Engelsche uitgaande we
reld concentreert zich op de besloten
clubs, waarvan sommige tegen enkele
„pounds" weliswaar den vreemdeling
opnemen, doch die toch altijd daarom
nog niet gerekend kunnen worden tot
voor den tourist, sterk attractieve in
stellingen.
10. De uitstekende wegen, die we
hier tot voorbeeld mogen nemen
11. De weinige heeren in plus fours
en dragers van petten. De Engelschen
die we in ons land zien zwerven, zijn
uiterlijk niet de normale representan
ten van hun volk. Een Londensche
straat kon, wat de kleeding der men-
schen betreft, ook een Amsterdamsche
of Brusselsche of Berlijnsche straat zijn.
We zullen het bij het bovenstaande
laten. Elf vluchtige opmerkingen over
een vluchtig bezoek aan Londen.
Voordat we het reisje ondernamen
„deed" Engeland ons al even weinig
als hef de meeste landgenooten doet.
Thans zien we het door het brokje
„Britannia" dat we in vogelvlucht be
keken als een machtig interessant land,
Londen als een aantrekkelijke we
reldstad met tal van imposante schoo-
ne instellingen, waarvan men, zoomen
eenigszins aanspraak op bereisdheid
wil maken, kennis moet nemen.
Gezwegen is dan nog van het Lon
densche levensrythme dat alleen reeds
een trip over het Kanaal ten volle
loont.
Als de vacanties aanbreken zal me
nig lezer goed doen behalve aan Pa
rijs, Brussel enz. ook aan Londen te
denken.
De suiker-kwestie.
In het extra-nummer van hef
„Zeeuwsch Landbouwblad" oefent de
heer van Bommel van Vloten critiek
uit op de brochure van Riemsdijk
(over de suiker-kwestie, onlangs door
ons besproken), waarin hij met ver
ontwaardiging afwijst de insinuatie als
zou de coöperatieve Roosendaal be
slotenhebben tot het stichten van een
raffinaderij-installatie „in het vertrou
nomen. Jij hebt je schitterend gedra
gen door hem voortdurend in bewe
ging te laten blijven".
„Wat scheelt hem? Opium?" vroeg
Bill.
Dokter Brace trok zijn linkerwenk
brauw op en keek naar Benedict, die
over zijn bewusteloozen meester stond
heengebogen.
„Ik zou het niet precies kunnen zeg
gen. Maar het is een zeer eigenaardig
geval. Het was heel juist van je gezien
hem niet te laten slapen. Hij kan dat
nu doen, want het gevaar is voor het
oogenblik voorbij. Ik denk echter, dat
hij nu onmogelijk den slaap kan vatten".
„Als je het goed vindt, kan ik bij
hem blijven waken", bood Bill aan.
Dokter Brace schudde met het hoofd.
„Nee, dat hoeft niet, beste kerel. Je
bent zelf óp van vermoeienis. Ik zal
dat haantje vannacht wel opknappen.
Zonder twijfel is hij morgen waf be
ter. Ga maar gerust naar huis. Je hebt
al meer dan genoeg gedaan".
„Ik voel me nog in uitstekende con
ditie", loog Bill.
Hij had de laatste drie uur te veel
veel van zijn krachten gevergd, en hef
was inderdaad een groote opluchting
voor hem, toen de verantwoording van
zijn schouders werd genomen. Het
bleek heel duidelijk, dat hij op hef
oogenblik niets meer doen kon, daar
Benedict er toch was om voor den
dokter te zorgen. En toen begon de
wen dat Vadertje Staat de bloeiende
industrie niet zou loslaten".
Verder betoogt hij o.m„ dat men
door omzetting van het thans geldende
bedrijfstype in een gemengd bedrijf,
indien zulks mogelijk ware, ongetwij
feld krijgt een overgang van het in
tensieve naar het extensieve bedrijf.
Ik heb, zegt hij, in mijn publicaties
en lezingen steeds betoogd, dat hier
mee de volkswelvaart van de betrok
ken streek niet gediend wordt. Dat ik
in die opvatting niet alleen sta, moge
blijken uit de volgende conclusiën,
waartoe A. Rauwerda en K. J. van den
Akker komen in hun bekend werk
„Omzetting van een eenzijdige greide
bedrijven in gemengde bedrijven", con
clusiën, die zij uit sociaal-economisch
oogpunt van het grootste belang achten:
le. „Een belangrijke vermindering
van de oppervlakte bouwland doet het
gevaar voor verarming der bevolking
ontstaan, omdat zij zoowel in den land
bouw zelve, als in tal van nijverheids-
bedrijven de vraag naar arbeid be
langrijk vermindert"
2e. „Uitbreiding van het bouwland
in belangrijke mate, werkt juist in te
gengestelde richting. Zij doet de kans
op welvaart der bevolking sterk stij
gen, omdat zij èn in den landbouw èn in
de nijverheidsbedrijven een sterk ver
hoogde vraag naar arbeid veroorzaakt",
Californisck fruit.
Uit San Francisco wordt gemeld,
dat de vorst van de laatste week enor
me schade aan het fruit heeft toege
bracht. Men raamt de schade op 50
millioen dollar.
VOETBAL.
Zuidelijke 1ste klasse N.V.B.
Zondag a.s. worden voor bovenge
noemde klasse de volgende wedstrij
den gespeeld
Wilhelmina—N. A. C.
M. V. V.—Roermond.
Willem II—B. V. V.
P. S. V.-L. O. N. G. A.
N. O. A. D.Eindhoven.
Zuidelijke 2de klasse N.V.B.
Zondag a.s. worden voor bovenge
noemde klasse de volgende wedstrij
den gespeeld:
Bredanla—Vlissingen.
R. B. C.Dongen.
Breda-G. U. D. O. K.
Zuidelijke 3de klasse N.V.B.
Zondag a.s. worden voor bovenge
noemde klasse de volgende wedstrij
den gespeeld:
Zeelandia IIGoes.
Vlissingen IIZierikzee.
dommee zich af te vragen, waar Gas-
pard's moeder kon zijn? Waarom was
zij niet teruggekomen? Er kon toch
niets met haar gebeurd zijn?
Hij moest het weten en door hef
verzoek van dokter Brace nu kalm
weg te gaan, kreeg hij gelegenheid dit
uit te vinden. Hij keek nog een laat-
sten keer naar Gaspard, die thans
rustig ademde. De grauwe tint was ge
heel van zijn gezicht verdwenen en
hij zag er reeds veel beter uit.
Een klok in het huis liet elf slagen
hooren, toen hij de kamer verlief.
HOOFDSTUK V.
Overgave.
De gang was verlicht en de hall
eveneens. Hij liep de trappen af en
bleef toen luisterend staan.
Hij was nog nimmer in het salon
geweest, doch hij wist waar dit gele
gen was en na eenige aarzeling wend
de hij zich in die richting. De deur
stond op een kier en hij onderscheidde
een zwak lichtschijnsel. Hij klopte en
bleef staan.
„Kom binnen", hoorde hij mevrouw
Rivers zeggen.
Hij duwde de deur open en ging
naar binnen.
Ze zat op een divan, waarachter een
schemerlamp was geplaatst. Het ove
rige gedeelte van het vertrek was in
duisternis gehuld.
(Wordt vervolgd).