In dienst van allen. N. 58 Vrijdag 22 Maart 1829 116 Jaargan^. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel Buitenland üjiircsal^^ Rechtszaken. Koloniën Sport. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. VerschijntMaandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE ffi COURANT Uitgave: Naamlooze Vennootschap Goesche Courant |gÉgfj|f en Kfeeeweas Ross" Drukkers- en Uitfsverabedrijf Postcheque- en Girorekening No. 55571 Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 ADVERTENTIEN van 15 regels f1,20, elke rege meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal hereken Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag ZIJ, die zich nu op de GOESCHE COURANT abonneeren, ontvangen de tot l April a.s. verschijnende num mers KOSTELOOS. OVERZICHT. Maarschalk Foch f Maarschalk Foch, die reeds eenigen tijd lijdende was, is aan een hartvel' lamming overleden. Ferdinand Foch werd 2 October 1851 te Tarbes, een dorpje in de Pyreneeën, geboren. Zijn vader was een vrij on aanzienlijk ambtenaar. In den oorlog van 1870'71 nam hij dienst als vrij williger bij het 4e regiment infanterie, bezocht vervolgens de Polytechnische School te Parijs en ging toen over naar de artillerie. Later bezocht hij de Hoogere Krijgsschool (école su perieure de guerre) en werd aan het eind van 1880 bij de generale staf ge plaatst. Daar klom hij langzamerhand op tof chef van den staf van het 5e corps, welke aanstelling hij in 1903 ontving. Door zijn boeken „des prin cipes de la guerre" en „La conduite de la guerre" had hij zich intusschen naam gemaakt onder de beoefenaren der Fransche krijgswetenschap. In 1908 werd hij dan ook benoemd tot directeur van de Hoogere Krijgsschool. Als zoodanig gaf hij les in tactiek en strategie. In 1913 volgde zijn be rioeming tot bevelhebber over het acht ste legercorps. Kort daarop werd hij benoemd tot bevelhebber over het 20e legercorps te Nancy. Aan het hoofd hiervan onderscheid de hij zich na het uitbreken van den oorlog in Augustus 1914 bij den terug tocht aan de Marne en aan den Yser, waarna hem het opperbevel over den Noordelijken vleugel van het Fransche front, die liep van de zee totAtrecht, werd opgedragen. Door de uitbreiding van het Engelsche front werd de streek waarover hij het bevel voerde, steeds kleiner. Desniettegenstaande waren het zijn troepen, die in het offensief voor I Wacht niet langer! Juist de rheumatiek moetdirectbijde eerste verschijnselen bestre den worden; anders wordt zij zoo lang U leeft. Uw kwelgeest! Hei beste is direct inwrijven met Bij apothekers sa drogisten verkrijgbaar. 67 FEUILLETON Naar het Engelsch van ETHEL M. DELL. Geautoriseerde vertaling van DICKY WAFELBAKKER „Laat hem dan maar wegblijven". „EnmoederIk heb haar nog niets verteld van hetgeen er van nacht is voorgevallen. Moeder ver keert evenals jij in de meening, dat ik me al die dingen slechts verbeeld". Er lag een droevige glimlach om zijn lippen. „Het komt er minder op aan, wat ik denk of niet", merkte Bill op. „Als je slechts wilt doen, wat ik ver lang, zal ik al meer dan tevreden wezen. Ik zal die geestverschijning voor goed verjagen, dat vezeker ik je. Dit neemt evenwel niet weg, dat jij voortdurend je uiterste best moet blij ven doen mij te helpen". „Ik zal alles doen, wat je wilt", gaf Gaspard geheel onverwacht te kennen. „Is dat een belofte?" vroeg Bill. „Ja". Gaspard keerde zich met een impulsief gebaar om en stak Bill zijn hand toe. In zijn oogen stonden groo- de Somme meestreden aan Fransche zijde. In December 1916 legde hij dit commando neer om het bevel over te nemen van de troepen, die tot dus ver onder bevel van generaal Fran- chet d'Esperey hadden gestaan en di; gelegerd waren van bezuiden Metz tot de Zwitsersche grens. Nadat daar op in 1917 generaal Pétain het opper bevel over de Fransche legers op zich had genomen, volgde hij dezen op als chef van den generalen staf. In deze functie moest hij dikwijls onder handelen met de geallieerden, in 't bijzonder met de Engelschen. Na de ineenstorting van Italië in 1917 was het zijn taak den Italïaanschen staf tot volhouden aan te sporen. Toen de militaire toestand na het Duitsch offensief in Maart 1918 een uniforme leiding van de geallieerde le gers noodzakelijk maakte, werd na een conferentie in Doulens op 26 Maart 1918 den 3 April aan Foch het strate gisch opperbevel van de legers der Entente opgedragen. Als zoodanig was het hem, nadat hij ook de drie laat ste groote Duitsche aanvallen had af geslagen, beschoren in een onafge broken gevecht, dat midden Juni be gon, het Duitsche front terug te drin gen, totdat de gebeurtenissen op de Balkan en de revolutie in Duitschland den laatsten tegenstand ontzenuwden. Op 9 November 1918 ontving Foch (die reeds in Augustus benoemd was tot maarschalk van Frankrijk) te Ré- thondes de Duitsche afgevaardigden, wien hij de voorwaarden voor 'n wa penstilstand noemde. Bij de daar op volgende vredesonderhandelingen trachtte hij voor Frankrijk den Rijn als grens te verkrijgen, echter zonder succes. Sedert dien was hij president van het Militaire comité der geallieerden te Versailles, in welke hoedanigheid hij in 't bijzonder heeft geijverd voor de ontwapening van Duitschland. Ook Engeland beloonde zijn verdiensten met den Engelschen maarschalksstaf. De Académie Francaise benoemde hem tot lid. Foch's eenige zoon is in den oor log gesneuveld. Een vorsten-huwelijk. In de Verlosserskerk te Oslo is gisteren het huwelijk tusschen kroon prins Olaf van Noorwegen en prinses Martha van Zweden voltrokken. Reeds lang voor het aangekondigde uur vul de een reusachtige menigte de stra ten, waarlangs de bruiloftsstoet zou trekken. Kort voor 12 uur arriveerde kroonprins Olaf in luitenants-uniform in gezelschap van den hertog van York bij de kerk. Onder de tonen van den „Hochzeïts-marsch" betrad de bruidegom de kerk en nam ter lin kerzijde van het altaar plaats. Slechts eenige minuten later arriveerden ver schillende vorstelijke gasten. Intus schen had de bruid, vergezeld door haar vader, prins Karei en voorafge gaan door bruidsmeisjes, het slot ver laten om zich eveneens naar de kerk te tranen. „Jij bent zoo goed, Bill", stamelde hij. „Ik geloof, dat wanneer iemand op aarde me helpen kan, jij dat moet zijn." Bill omvatte Gaspard's hand en lachte, de tranen quasi niet ziende. En ik zal het ook wezen, beste jon gen", zei hij. „Reken daar maar op. Ik heb het zaakje nu in handen ge nomen. Ik heb er altijd naar verlangd dat dit eens gebeuren zou en ten slotte is het me gelukt". Je bent een beste kerel", zei Gas pard op gesmoorden toon. HOOFDSTUK XI. Het geneesmiddel. Toen Bill dien morgen Gaspard ver liet, had hij een vast besluit geno men. Het oogenblïk van handelen was thans aangebroken en hij mocht nu in geen enkel opzicht aarzelen. Gaspard had gezegd, dat zijn moe der zich niet bij zijn voornemen zou neerleggen, maar Bill was besloten haar tot eiken prijs tot zijn zienswijze over te halen en daarom moest hij haar ook zoo gauw mogelijk te spre ken zien te krijgen. Hij kon haar echter niet ontdekken en veronderstelde dat zij uitgegaan was. Hij verliet kort daarop het huis, met het voornemen diett avond terug te komen. Driehc...'.crd auto's gingen in vlammen op bij den zwaren brand, welke onlangs woedde op een automobiel-ten toonstelling te Los Angelos. te begeven. Onder koorgezang trad zij aan den arm van haar vader de kerk binnen en nam ter rechterzijde van het altaar plaats. Bisschop Lunde voltrok het huwelijk met het voor Noorwegen gebruikelijke ceremonieel. Na gemeenschappelijk gezang een collecte, koorzang en een nogmaals gemeenschappelijk gezongen lied, ver liet het kroonprinselijk paar de kerk en vertrokken ook de overige gasten onder de tonen van een marsch. Op hetzelfde oogenblik begonnen de ka nonnen van het fort Akershuh hun sa luutschoten te lossen. De terugkeer naar het slot vond plaats in omgekeer de volgorde van den tocht naar de kerk. De stoet werd geopend door een met vier paarden bespannen gala rijtuig, waarin het kroonprinselijk paar gezeten was, dat door de menigte schier ononderbroken werd toege juicht. Na terugkeer op het slot vond een lunch plaats, waarbij ongeveer 250 personen aanzaten. Des avonds is hef bruidspaar op de huwelijksreis naar het Zuiden vertrokken. Het drama te Zundert. Voor den rechter-commissaris mr. Thorbecke is Woensdag de contra enquête gehouden in de bekende zaak betreffende het drama te Zundert. Zooals men zich herinneren zal, heeft de weduwe van d»n heer C. van Toen hij echter langs de villa van mevrouw Winch ging, kwam hij haar tegen in gezelschap van juffrouw Bar net. Ze waren in een druk gesprek gewikkeld en Bill onderscheidde dui delijk haar zacht lachje. Juffrouw Barnet zag hem het eerst en er kwam een blijde uitdrukking in haar oogen. En eigenaardig genoeg was zij ook de eerste, tot wie hij zich richtte, niettegenstaande elke zenuw in hem naar die mooie vrouw naast haar verlangde. ,Ik kom u vragen, of u zoo vrien delijk zou willen wezen mij te as- sisteeren bij het kinderfeest, dat de volgende week gehouden zal worden, juffrouw Barnet", begon hij. „Mag ik op uw hulp rekenen?" ,Ik zal mijn best doen u van dienst te kunnen wezen", zei ze glimlachend. „Ik veronderstel echter, dat verschil lende andere dames handiger zijn dan ik". ,Dat is allerminst het geval", ver zekerde Bill haar. „Niemand kan zoo goed met kinderen overweg als u. Heeft u haar onder dergelijke om standigheden wel eens meegemaakt, mevrouw Rivers?" ,Nog niet, maar toch kan ik me voorstellen, hoe ze met dat jonge goedje weet om te springen", gaf de knappe weduwe ten antwoord. „Als u het goed vindt, kom ik in elk geval Meer te Zundert, die in den nacht van 10 op 11 Januari 1927 in zijn café te Zundert door marechaussées is dood geschoten, den Staat der Nederlanden en de beide marechaussées J. T. C. en Ch. V. H. C. voor de Haagsche Rechtbank gedagvaard en tegen hen een actie tot schadevergoeding inge steld tot een bedrag van f50.000, De Rechtbank had aan de eischende partij de bewijzen opgelegd, dat de marechaussée zonder eenige noodzaak hadden geschoten en niet uit nood weer, zooals de Staat heeft beweerd. Dit getuigenverhoor werd 30 Januari j.l. ten overstaan van den rechtercom missaris mr. Thorbecke gehouden en Woensdag werd de contra-enquête ge houden, waarvoor 24 getuigen gedag vaard waren, die allen verklaringen aflegden omtrent gedragingen van van Meer in verschillende café's op den avond vóór het ongeval. De mare chaussées zouden uit noodweer heb ben gehandeld. De zaak wordt later weer óp de rol geplaatst. Het Kroonprinselijk paar van België. Volgens het Soerabajaasch Handels blad is de reis door het Oostelijk deel van den Arïchipel van graaf en gravin de Rety blijkbaar zoo goed bevallen, dat zij telegrafisch verlenging van de reis met drie weken verzochten, het geen onmiddellijk werd toegestaan. kijken. Is u bij Gaspard geweest?" „Ja", zei Bill. „Hij is vandaag niet bijster goed." „Dat vreesde ik wel". Juffrouw Barnet opende het tuin hekje. „Ik moet nu afscheid nemen", mompelde ze. „Mevrouw Winch zit op me te wachten". Bill haastte zich het hekje voor haar open te houden. „Ik kom een dezer dagen nog wel eens bij u om alles te bespreken", zei hij. „Natuurlijk, natuurlijk", stamelde juffrouw Barnet met een kleur van verlegenheid. „Ik zal het heel prettig vinden u te kunnen assisteeren". Ze liep haastig het grintpad op en Bill sloot het hekje. Mevrouw Rivers stond op hem te wachten. „Ik zou graag even met u willen praten", zei hij zacht. Als bij afspraak liepen zij den heu vel af in de richting van de pastorie. Mevrouw Rivers zei geen woord en Bill verbeeldde zich, dat er een eenïgs- zins vijandige, harde uitdrukking in haar oogen lag. „Mag ik ronduit met u spreken?" vroeg hij. Hoe het kwam wist hij zelf niet, doch het leek op dat oogenblik alsof ze mijlen ver van hem afstond en hierdoor was hef dan ook, dat hij er niet over dacht haar te tutoyeeren. „Voor zooverre het Gaspard betreft, kunt u zeggen wat u slechts verkiest". De ,,P. C. Hooft" vertrokken. Bij een geneeskundig onderzoek bij de bemanning van de „P. C. Hooft" bleek, dat zich onder hen geen bacil lendragers bevonden. Het schip is vertrokken. VOETBAL. Zuidelijke 1ste klasse N.V.B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: Eindhoven—B, V. V. Wilhelmina—P. S. V. N. A. C.-N. O. A. D. Willem II—Roermond. M. V. V.L. O. N. G. A. Zuidelijke 2de klasse N.V.B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: Middelburg—Breda. DongenVlissingen. G. U. D. O. K.-R. B. C. AllianceD. O. S. K. O. Zuidelijke 3de klasse N' .B. Zondag a.s. worden voor bovenge noemde klasse de volgende wedstrij den gespeeld: Hulst—Middelburg II. Zeelandia IIZierikzee. Vlissingen IIWalcheren. S. I. N. O. T. O.Terneuzen. zei ze vriendelijk. „U zult me echter niet kwalijk kunnen nemen dat ik, als zijn moeder, toch de beslissende stem zal houden". Er lag niets onvriendelijks in deze woorden, doch ze hadden niettemin een eigenaardige, ontmoedigende uit werking op hem. „Ik hoop niet, dat u mij als een hinderlijke, bemoeizuch tige predikant zult beschouwen", zei hij op jongensachtigen, smeekenden toon. „Ik wilde slechts als een vriend met u praten". „Maar dat begrijp ik toch", zei ze eenïgszins verwonderd. Niettegenstaande dit antwoord heel beminnelijk was, voelde hij toch dat zij op zekere hoogte een afstand tus schen hen wilde bewaren. „Gaat u even mee naar den tuin om de aloë te zien?" vroeg hij. „De knop pen beginnen al open te breken." „Heel graag", zei ze. Hij begreep, dat zij hem dit verzoek niet wilde weigeren, doch dat haar ge dachten heel ergens anders waren. Het drong thans heel duidelijk tot hem door, dat hij, wanneer hij een enkele vergissing mocht begaan, hef spel voor goed verloren zou hebben en hoewel hij uiterlijk kalm was, ging er een storm van emoties in hem om. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1929 | | pagina 1