In dienst van allen.
N« 55
Woensdag 20 Maart 1929
116 Jaargang,
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel.
Uit de Pers.
LINTVELT's BAZAR
Land en Tuinbouw
School en kerk.
Uit de Radiowereld
Koloniën
Rechtszaken.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes 12,
buiten Goes i2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
OOESGHÜ i COURANT
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant i|3|É||||R|p en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
kt» ccc7i Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
Postcheque- en Girorekening No. 55571
ADVERTENTIEN
van 15 regels f1,20, elke
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Adverteniiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
ZIJ, die zich nu op de GOESCHE
COURANT abonneeren, ontvangen de
tot l April a.s. verschijnende num
mers KOSTELOOS.
De Utrechtsche documenten.
Wij lezen in de „N. R. Crt.":
Een onzer correspondenten heeft de
zer dagen een onderhoud met Ward
Hermans gehad.
Wat is uw aandeel geweest in de
documenten-affaire? zoo vroeg hij hem.
Ik ben de man, die de docu
menten naar Holland gebracht heb.
Ik deed dat om mijn Groot-Neder-
landsch ideaal te dienen, en niet al
leen Vlaanderen en Nederland, maar
ook de Vredes-gedachte zélve!
Hoe kwaamt u aan de documen
ten?
Ze waren mij in handen ge
speeld door Frank Heine. Aanvanke
lijk kantte deze zich tegen publicatie,
omdat dan zou blijken, dat hij het was,
die ze mij bezorgd had.
Waarom gaf hij ze u dan?
Gedreven door geldzucht!
Hoe kwaamt u aan het geld om
hem te betalen?
Uit Nederland; maar ik mag
geen namen noemen, om mijn Neder-
landsche vrienden niet in moeilijkhe
den te brengen. Eerst als ik hiervoor
toestemming van hen heb gekregen,
kan ik opening van zaken doen.
Waarom was Frank Heine zoo
tegen publicatie? Licht u mij dat eens
nader toe.
Omdat een paar documenten den
naam droegen van een Belgisch gene
raal: generaal Mahieu. Frank Heine
was een zeer intiem vriend van Ma
hieu, die, naar bekend is, getuige is
geweest bij zijn (Frank Heine's) hu
welijk." Bovendien beweerde Frank
Heine, dat hij enkele van de docu
menten had weggenomen ten huize van
generaal Mahieu, na diens dood, in
bijzijn van twee hooge officieren.
Ten minste één stuk komt uit han
den van generaal Mahieu: het stuk
dat m. i. volstrekt echt is. Welk stuk
dat is mag ik nog niet zeggen! Op dit
stuk was met zeer zwarte inkt een
streep gehaald door den boventitel:
Exemplaar 16, en den daarbij aange-
teekenden naam. En nu heeft Frank
Heine mij wel sfteeds verzekerd, dat
dit de naam van den volksvertegen-
Hoek Koningstraat - Magdalenastraat.
SPECIAAL ADRES IN: GLAS,
PORSELEIN EN AARDEWERK.
66
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ETHEL M. DELL.
Geautoriseerde vertaling van
DICKy WAFELBAKKER
„Er zijn zooveel dingen, waarin jij
op jouw beurt gelooft, die eveneen»
volkomen onlogisch zijn", zei de jon
gen een weinig kregel.
„Dat ben ik niet met je eens. Bo
vendien praten wij daarover op het
oogenblik niet. Indien je vervolgd
wordt door den een of anderen boo-
zen geest, dan neem ik het op me
dien onmiddellijk te doen verdwij
nen, wanneer je mij wilt toestaan bij
je te wezen als deze verschijnt".
Er voer een rilling door Gaspard's
leden. „Het is niet uitgesloten, dat je
het in je macht had dien te doen ver
dwijnen, maar in ieder geval zou je
niet kunnen ontkennen dien met je
eigen oogen gezien te hebben."
„Laat me het eens probeeren. Geef
me een kans", verzocht Bill.
Even zweeg hij en toen stond hij
woordiger Marck was, maar mijn in
druk was, dat het de naam van Mahieu
moet zijn geweest.
Het andere van Mahieu afkomstige
stuk was genummerd No. 9. Ik moest
indertijd aan Frank Heine beloven,
dat ik, bij de publicatie, den naam
en de nummers zou weglaten, om te
voorkomen, dat aanstonds de argwaan
op hem viel. Overigens voegde hij
(F. H.) eraan toe: „Als ik het toch
moet bekoopen, dan zullen er méér
bloeden, die zóó hoog staan, dat ze
mij desnoods wel zullen dekken. En
zelfs de Brocqueville zal 't niet ont
snappen, als 't moet".
Wie bedoelde hij?
Hoogere officieren uit de groe
pen, die zich verzetten tegen de ver
nederende dienstbaarheid, die voort
vloeide uit het Fransch-Belgisch mili
tair verdrag, en die aan Frank Heine
alle mogelijke documentatie verschaf
ten. Zij waren ook gekant tegen het
plan, waarbij men Nederlandsch Lim
burg zou schenden. Generaal Mahieu
zou daar, om moreele, politieke en mi
litaire redenen, ook tegen zijn geweest.
Behoorde het document, daf
door het Utrechtsch Dagblad gepubli
ceerd is, ook tot de door u genoemde
3 of 4 stukken?
Ja, en er was een persoonlijk
schrijven van generaal Galet bij. Maar
het Utrechtsche document is niet het
belangrijkste.
Wat dunkt u van de onderstel
ling, dat er met opzet stukken zouden
zijn vervalscht?
Mij lijkt wel aannemelijk de hy
pothese, die geopperd is, dat 2 stuk
ken met opzet door hooge militairen
zijn vervalscht, met de bedoeling, al
dus ook verdacht te maken het echte
document, waarvan de authenticiteit
mijns inziens niet kan worden geloo
chend, en waarin de voorgenomen
schending van Limburg zwart op wit
staat, zij het dan ook, dat daarvoor
redenen van tactischen en strategi-
schen aard worden aangevoerd.
Als de Belgische regeering alles loo
chent, waarom neemt zij dan niet het
initiatief voor de benoeming van een
internationale commissie van deskun
digen voor het onderzoek van de stuk
ken?
Trouwens, in het verslag van de Ge
mengde Militaire commissie van 1920
komen de meest pertinente verklarin
gen voor betreffende de schending van
Limburg.
Wat dunkt u van het Utrecht
sche stuk?
Ondanks alles geloof ik nog
aan de juistheid daarvan, niet wat
betreft de technische détails, maar
wel wat aangaat de essentieele be-
standdeelen.
Er is gezegd, dat u zoudt heb
ben deelgenomen aan Duitsche spio
nage.
Ik daag de gewetenlooze laste
raars uit, een der z.g. bewijsstukken
daarvoor, dat door mij geteekend is,
welk dan ook, over te leggen. Ik heb
nooit een dr. Haüser gezien, gehoord
of gekend. Ik zou 30.000 frs. van de
40.000 frs. die daarvoor uitbetaald zijn,
ontvangen hebben. De onzinnigheid van
op legde zijn handen op de schouders
van den jongeren man.
„Luister eens goed naar me, oude
jongen", zei hij. „Ik moet er van over
tuigd kunnen zijn, dat je me ten volle
vertrouwt; indien dit niet het geval
zou zijn, kan ik van geenerlei nut
voor je wezen. Vertel me nu eens:
wanneer komen die verschijningen?
's Nachts?"
Gaspard knikte zwijgend met neer
geslagen oogen.
„lederen nacht?"
„Nee, niet iederen nacht". Hij sprak
op onwilligen toon. Het leek er heel
veel op, alsof hij bang was nog een
enkel woord te zeggen.
„Hoe dikwijls gebeurt het?" drong
Bill aan.
De jongen wierp hem een vluggen,
onzekeren blik toe. „Je zult het toch
niet aan dokter Brace of iemand an
ders vertellen?" vroeg hij angstig.
„Aan niemand", zei Bill op beslis
ten, geruststellenden toon.
„Wil je het me op je eerewoord be
loven?"
„Ik beloof het je bij alles wat me
heilig is!"
„Nu, dan zal ik het je vertellen."
Gaspard sprak op fluisterenden toon
gn bleef nog steed,s bang om zich heen
die bewering valt op, als men bedenkt,
dat Frank Heine eigenaar van die
stukken was. Waarom zou hij hebben
toegestaan, daf mij hiervoor het groot
ste gedeelte van hef geld zou zijn ge
geven? Frank Heine heeft bovendien
eerst beweerd, dat ik een idealist ben,
en met 6 a 7000 frs. tevreden ben
geweest. Hoe rijmt men dat te zamen?
Ik heb nooit iets met Duitsche spio
nage van doen willen hebben.
Hebt u mee genoten van geld,
dat uit Nederland voor de verschil
lende documenten betaald is?
Ik heb nooit een cent daarvan
ontvangen. Ik gaf het geld aan Heine
steeds in gesloten enveioppe. Boven
dien zou ik mijn reputatie, mijn toe
komst, mijn alles, voor een handvol
geld hebben opgeofferd!
Waarvan kende u Heine?
Wij waren beiden verbonden
aan „De Nieuwe Dag", het internatio
nale tijdschrift voor Vredesbeweging
en opheldering van de schuldvraag.
Hij kreeg zijn ontslag wegens oneer
lijkheid. Op zekeren dag liet hij mij
weten, dat hij een document had over
Holland, en zoo kwam ik weer met
hem in relatie. Hij had mij al belang
rijke gegevens verschaft betreffende
de annexïonistische en fascistische be
weging in België.
Van wien kreeg Frank Heine
het door u als het gewichtigst aan
geduide docoment?
Uit handen van generaal Ma
hieu. Deze stond het hem af om er
gedeelten van te verwerken in een
boek, dat van hem (Frank Heine)
moet verschijnen bij een Parijschen
uitgever. Daarin zou Frank Heine be
handelen de betrekkingen tusschen
Frankrijk en België voor, tijdens en
na den oorlog. Er zouden gegevens in
staan uit diplomatieke en militaire
kringen, en het zijn deze officieren,
die Frank Heine zeide te zullen com-
promitteeren.
Waarom zijt gij uitgeweken?
Omdat ik niet wilde, dat mijn
gegevens met mij werden opgesloten.
Ik was eerst voornemens dadelijk naar
België terug te keeren, zoodra ik mijn
verweerschrift geschreven had, waar
van zich nu een exemplaar bevindt
in handen van een der meest voor
aanstaande Vlaamsche nationalistische
leiders, maar op aandringen van mijn
moeder vooral, die ik zeer lief heb,
ben ik tot dusver buitenlands ge
bleven.
De bietenprijs.
Een landbouwer schrijft aan de „N.
R. Crt.":
De Centrale Suiker-Mij. koopt op
Noord-Beveland bieten tegen den prijs
van f16,— per 1000 K.G. netto. Agen
ten van de Coöp. Suikerfabriek Din-
teloord koopen hier ook bieten voor
fló,p. nf„ doch geven daarboven
het indraagloon en het benoodigde
zaad cadeau, een premie dus van on
geveer f0,70 p. m. Dinteloord geeft
dus f 16,70 p. m. geleverd op de ha-
kijken. „Ik heb hettweemaal ge
zien sinds ik hier woon. De eer
ste maal in den nacht van den storm
en toen weergisterennacht."
„Gisterennacht?" vroeg Bill ver
baasd.
„Ja, er was gisterenavond een volle
maan. Benedict kwam later dan ge
woonlijk met zijn medicijnendie
ik inneem om te kunnen slapen. Ik
zat voor het raam op hem te wach
ten. En toen zag ik die verschijning
vlak voor den denneboom staan
evenals dien nacht voor den storm.
Ik kon geen geluid uitbrengen en het
kwam me voor, alsof ik totaal ver
lamd was. Ik moet flauw zijn geval
len. Even later kwam ik weer bij en
toen ik het waagde nog eens in die
richting te kijken, was er niets meer
te bekennen. Benedict gaf me wat
cognac en een slaapmiddel, maar niet
tegenstaande dit alles heb ik geen
oog kunnen sluiten. Daarom voel ik
me vanmorgen zoo ellendig, en dat is
ook de reden, dat...." Hij hield op
en keek naar zijn bevende handen.
Bill hield zijn arm nog steeds om
Gaspard's schouder heengeslagen. „Je
moogt nergens meer over tobben",
zei hij op geruststellenden toon, „want
alles zal in orde komen. Luister eens
vens. Alle verdere kosten, als liggeld,
stapelloon, meerder draagloon enz.
voor rekening der koopsters.
Bij de bestaande suikerprijzen heb
ben de bieten een waarde van
f 14,25 p. m. Waar nu Dinteloord f 16,70
p. m. kan geven, ligt het toch zeker
niet op den weg der Regeering eene
subsidie te geven voor noodlijdende
suikerfabrieken, want die fabriek zal
bij haar koopen tegen dien prijs, toch
ook nog wel op eenige winst hopen.
Andere producten, zooals tarwe, pa
paver, karwij enz. geven den verbou
wer minder geldelijk voordeel dan
bieten, zoodat die dan toch ook wel
om subsidie kunnen vragen.
En hoeveel bedrijven zijn er niet,
die slechts met moeite het hoofd bo
ven water houden. Moeten die dan
alle maar om steun bij de regeering
aankloppen?
Wij kunnen dus veilig de conclusie
trekken, dat, waar nog zoo'n prijs
voor de bieten kan worden betaald,
de suikerfabrieken nog geen steun van
Regeeringswege behoeven.
Duur onderwijs.
Een pas verschenen officieel rap
port van het Amerikaansche onder-
wijsministerie bevat de volgende gege
vens betreffende het percentage van
het totale staatsbudget, dat besteed
wordt voor onderwijs over 1926.
Nederland 22, Denemarken 20.5,
Zweden 19.8, Noorwegen 17, Frankrijk
4.8, Spanje 5.8, Italië 6.7, Hongarije
19.7, Roemenië 11.1, Bulgarije 10, Sow-
jet-Rusland 6.2.
Een A.V.R.O.-vetlangen.
De „Algemeene Vereeniging Radio
Omroep" zal deze week de luisteraars
oproepen om een petitionnement te on
derteekenen aan de regeering, waarin
zij op grond van de sympathie, die
zij bij de luisteraars heeft gekweekt,
het recht opvordert te verlangen, dat
haar verder gelegenheid wordt gege
ven om zich te ontplooien, waartoe
noodig is een zendtijd van een volle
week op een eigen zender op de beste
omroepgolf.
Moord op een employé.
De Indische Courant meldt, dat bij
het onderzoek naar den moord op den
employé Groeneboom op de onderne
ming Goenoeng Raoen, in het Banjoe-
wangische, gebleken is, dat de aanlei
ding in geen geval gezocht moet wor
goed naar wat ik nu ga zeggen. Ik zal
er voor zorgen, dat die booze geesten
nooit meer verschijnen. Heb je me
verstaan? Heb je het tot gewoonte ge
maakt altijd een slaapmiddel te ge
bruiken?"
„Dat moet ik wel doen".
„Heb je nooit geprobeerd het zon
der een drank te kunnen stellen?"
„Het geeft niets, of ik het al pro
beer", klonk het wanhopig.
„Wil je me een genoegen doen?
Wanneer ik je beloof, née, sterker,
jo bezweer bij je te zullen blijven
om je te helpen, kun je het dan la
ten?"
Gaspard keek hem vol verbazing
aan. „Zou (j e me inderdaad kunnen
helpen?" vroeg hij ongeloovig.
„Ik heb het je toch beloofd."
„Maarmaar.... stotterde Gas
pard, „het zal heusch geenerlei ver
schil te weeg brengen. Ik had werke
lijk geen slaapdrank ingenomen, toen
ik die... die... verschijning zag".
„Dat begrijp ik", zei Bill. „Maar dat
komt er niet op aan. Je moet me in
de allereerste plaats vertrouwen en
me vrijheid van handelen laten. Ik
herhaal, dat ik er wel iets op vin
den zal om je te kunnen genezen,
Gaspard".
den in een algemeene klacht over de
wijze, waarop de koelies betaald wer
den. De werkelijke reden tot den
moord is echt Madoereesch. De koe
lies van de onderneming Paal 4, waar
Groeneboom werkte, moesten taak-
werk verrichten, waarvan de betaling
geschiedde, als het werk gereed was.
Zoo kon het gebeuren, dat koelies, on
der wie de beide moordenaars, in vijf
weken geen cent uitbetaald kregen.
De koelies kregen dan een schuld bij
den waronghouder, en toen deze den
moordenaars, in tegenwoordigheid van
anderen, in smalende bewoordingen
een verwijt maakte en zeide, dat hij
verder weigerde credïet te verleenen,
werden de Madoereezen „maloe" en
besloten zij wraak te nemen, niet op
den waronghouder, doch op den ge-
employeerde Groeneboom, die hen niet
in staat stelde, hun bordje rijst te ha
len. De beide moordenaars hebben
ten volle bekend.
Amokmaker.
Aneta meldt: Een Inlandsch mare-
chaussée maakte op het schietterrein
van de veldpolitie amok en sloeg met
een klewang en met een bamboe op
de aanwezige politiemannen los. De
hoofdagent Laurens en een Inlandsch
agent schoten en verwonden den amok
maker zwaar, die naar het militair hos
pitaal te Batavia werd overgebracht.
De onbekendebezoeker.
Niet lang geleden, vóór de reis naar
Ned.-Indië een aanvang nam, bezocht
prof. Van Straelen, de entomoloog, die
den graaf De Réthy vergezelt op diens
tochten door Insulinde, prof. De Bussy
in het Koloniaal Instituut te Amsterdam
Nadat den Belgischen hoogleeraar
alle gewenschte inlichtingen en gege
vens waren verstrekt, werd natuurlijk
een rondgang gemaakt door het Han
delsmuseum.
„Kent gij het Instituut reeds?" vroeg
de heer De Bussy.
„Ik niet", antwoordde prof. Van
Straelen. „Kroonprins Leopold echter
zoo veel te beter"
Een opmerking, welke den directeur
van de afdeeling Handelsmuseum ver
baasd deed opzien. En eenige nieuws
gierige vragen deed stellen.
„Hoe kan dat? Ik weet daar niets
van. En heb Z.K.H. niet rondgeleid".
De heer Van Straelen lachte.
„Neen, dat weet ik! De prins kocht
aan de deur een kaartje en wandelde
er alleen, zonder dat iemand hem
herkende, rond. En ik kan u verzeke
ren, dat hij alles goed heeft gezien.
Het was korten tijd voor ons vertrek
■naar Ned.-Indië".
Uit dit kleine voorval, slechts aan
weinigen bekend, blijkt dus opnieuw,
dat graaf De Réthy zich deugdelijk
had voorbereid op zijn bezoek aan
Insulinde, schrijft het „Hbld.".
Politierechter te Middelburg.
In de zitting van Dinsdag werd de
volgende zaak behandeld:
A. K., 19 jaar, koopman te Krabben-
Het was Bill eensklaps duidelijk
geworden op welke wijze hij te werk
moest gaan en hoe hij den jongen kon
helpen en dat was op dit oogenblik
al meer dan voldoende voor hem.
„Ik vertrouw je ten volle", verze
kerde Gaspard hem. „Doch... als ik
niet slapen kan, word ik krankzinnig".
„Dat wordt je volstrekt niet", zei
Bill kalm. „Daarvoor zal ik wel zor
gen. En luister nu verder. Ben je be
reid, als je moeder het goed vindt,
een weekje bij me in de pastorie te
komen logeeren?"
„Ik denk niet, dat moeder het goed
zal vinden", zei Gaspard.
„Dat zal ze wel. Daarvan ben ik
overtuigd", zei Bill vol vertrouwen.
Hij was niet van plan zich thans iets
in den weg te laten plaatsen.
„EnBenedict?" vroeg Gaspard
haperend.
„Ten opzichte van hem kun je naar
eigen goeddunken handelen", gaf Bill
te kennen. „Maar in geen geval zal
hij 's nachts in je buurt zijn, want
dit wordt thans mijn taak".
„Ik geloof ook niet dat hij bereid
zou wezen naar de pastorie te gaan",
veronderstelde Gaspard.
(Wordt vervolgd).