In dienst van allen.
N° 12,
Vrijdag 25 Januari 1929
i!6 Jaargang,
Dij dit nummer be
hoort een bijvoegsel
Koloniën
Onze Lreestafel.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,—
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE i COURANT
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goeschc Courant so kJeeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Postcheque- en Girorekening No.55571 f-i_«m mon xt ma
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
ADVERTENTIEN
van 1—5 regels fl,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aasavragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Onveilige toestanden te Batavia.
Herhaaldelijk is het den laatstentijd
te Batavia voorgekomen, dat meisjes
en vrouwen op straat worden aange
sproken en lastig gevallen door indi
viduen, die niet alleen de bedoeling
hebben een praatje te maken. Niet
zoo lang geleden deed zich op Gon-
dangdia een geval voor waarbij een
Europeaan in den vooravond brutaal
weg een woning binnentrad, blijkbaar
wetende, dat zich slechts enkele kin
deren in huis bevonden. Een meisje
van twaalf jaar werd toen lastig ge'
vallen en slechts de gelukkige om
standigheid, dat de moeder der kin'
deren bij buren was, maakte het de
kleinen mogelijk, haar moeder bijtijds
te waarschuwen. Thans echter treedt
te Weltevreden een individu op met
zoodanige dosis brutaliteit en weer
zinwekkende mentaliteit, dat men zich
vol schrik afvraagt, waar het heen
moet als de politie er niet zeer spoe
dig in slaagt, hieraan een eind te ma
ken. Op den Kartïmweg is een Euro-
peesche familie namelijk het volgende
overkomen
In den nacht van 20 op 21 De
cember, omstreeks half drie hoorde
de heer des huizes hulpgeroep uit de
slaapkamer van zijn dochters, één
meisje van negentien en twee van en
kele jaren jonger. De kamer binnen'
snellend, kreeg de vader van zijn he
vig verschrikte kinderen te hooren,
dat zijn vijftien-jarig dochtertje wak
ker was geworden door een onbe
hagelijk gevoel toen instinctmatig met
de hand sloeg en daarbij tegen iemand
aankwam. Zij zag echter niets bijzon
ders en bleef dus liggen, desondanks
echter met het gevoel, dat er iets niet
in den haak moest zijn. Een minuut
of vijf later zag zij dan ook een don
ker hoofd boven den rand van hef
bed verschijnen. Blijkbaar is de in
dringer, toen het meisje wakker werd,
in gebukte houding voor het bed gaan
zitten, verwachtende dat zij wel weer
in zou slapen. Dit is echter gelukkig
niet het geval geweest en onmiddellijk
na het verschijnen van het hoofd heeff
het meisje om hulp geroepen. De
man verdween niet onmiddellijkeerst
toen de vader uit zijn kamer antwoord
gaf, nam hij de vlucht door een deur
die de kinderen bij het naar bed gaan
op slot gedraaid hadden, doch die
blijkbaar met behulp van een val-
schen sleutel geopend was. Het bleek,
dat de kleederen der beide jongste
meisjes geheel opengesneden waren.
43
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ETHEL M. DELL.
Geautoriseerde vertaling van
DICKY WAPELBAKKER
„Dat is uitstekend, oom. Maar waar
om maakt u zich dan eigenlijk zoo
druk? Molly schijnt zich eenigszins
belachelijk tegenover u te hebben aan
gesteld. Het is me een raadsel, wat ze
op me aan te merken kan hebben.
Het eenige wat me opviel is het feit,
dat ze me in het tennisgebouw ne
geerde."
„Jij negeerde haar", brulde de ge
neraal.
„Oh, ja? Het is toch' anders de ge
woonte, dat de dame het eerste tee-
ken geeft aangesproken te willen wor
den. Maar indien zij dit wel deed, ben
ik gaarne bereid haar mijn veront
schuldigingen aan te bieden. Ik ver
moed echter, dat zij mijn brief on-
opengescheurd zal retourneeren".
Bij de laatste woorden glimlachte
hij weer. Lieve hemel, wat werd er
een ophef van een dergelijk onbe-
Het Indië-vliegfuig P.H.-A.E.N. met de piloten Duimelaar en Frijns en de mechanicien Bruijnestein, is Dinsdagmiddag vlot op Schiphol geland. De
postvlucht Amsterdam-Batavia, heen en terug is hiermede volbracht. Derde van links de vliegenier Frijns en mevr. Frijns, geheel rechts de heer
en mevr. Duimelaar.
Het oudste meisje heeft de indringer
ongemoeid gelaten. Een gouden ring
van een der meisjes was verdwenen.
Het eigenaardige van het geval is, dat
in een kamer in een ander gedeelte
van het huis iemand sliep, wiens kast
geheel leeggeplunderd was, zonder dat
de eigenaar wakker geworden was.
Mogelijk heeft de indringer hier ge
bruik gemaakt van ketjoeboeng (be
dwelmingsmiddel), maar dan is het on
verklaarbaar, waarom hij dat in de
kamer der meisjes niet gedaan heeft,
tenzij hij daar een te kleine dosis
heeft aangewend.
Het wakker geworden meisje be
schreef den man als lang en mager,
met een donker en hoekig uiterlijk.
Hij was gekleed in korte wiffe broek
en witte jas en had een Amboneesch
type. De beschrijving klopte met die
van een persoon, dien buren den och
tend te voren langzaam voor de hui
zen op en neer hebben zien wande
len, vermoedelijk met het doel om
de situatie op te nemen.
,De Weerwolf"door Herman Löns.
(A. G. Schoonderbeek', Laren).
Löns, die men vooral om zijn fijne
natuurbeschrijvingen, ook hier te lan
de weet te waardeeren, gaf in Hel
mond Hagenrïeder blijk ook een diep
inzicht in de menschelijke psyche te
bezitten. „Hagenrïeder" ontleende zijn
voorname waarde geenszins in de eer
ste plaats aan de waarnemingen van
de natuur of aan de rake uitbeelding
langrijk feit gemaakt. Maar nu de
poppen toch eenmaal aan het dansen
waren, leek het hem het beste toe zijn
oom zoo gauw mogelijk weer in een
goed humeur te brengen.
,Ik zal haar jouw excuses wel over
brengen, kwajongen. Je hebt niets
meer met haar te maken. Begrepen?
In het vervolg raad ik je aan haar
wat beleefder te behandelen. Ver
staan?"
„Zeer zekér", zei Stafford bedaard.
Het is mijn gewoonte niet onvriende
lijk of onbeleefd fe zijn".
,In elk' geval moet je hef niet meer
wagen Molly op een onheusche wijze
te behandelen", verklaarde de gene
raal nadrukkelijk. „Anders krijg je
met mij te doen".
Na dit gezegde maakte 6en licht
gevoel van wrevel zich van den jongen
man meester.
.Ik weet heusch' niet, wat tl eigen
lijk bedoelt", zei hij uit de hoogte.
„Welk recht heeft u mij de wet voor
te schrijven? Wat kan het u schelen
of ik Molly Morton of een ander
meisje dan zoogenaamd beleedig?
Molly is heusch meer dan bij de hand
genoeg zelf het woord te doen en zij
heeft uw assistentie allerminst noodig".
,Zoo, vindt je dat? Luister dan goed
naar wat ik je nu ga zeggen. Onver"
van het milieu. Ook dit jongste, in
het Nederlandsch vertaalde werk van
Löns, doet dit niet. Zeer zeker, het doet
onder de lezing van „De Weerwolf"
ook thans weer deugd te vernemen hoe
de schrijver met de mooie eenzame
heide vergroeid is, maar interessanter
toch is de ontdekking dat hij de rauwe
instincten van een primitief boeren
volk uit een vroegere periode mef een
groot talent ons voor houdt. In „De
Weerwolf" beschrijft Löns den strijd
van de bevolking in een eenzame
streek tegen de legerfroepen, die ge
durende den 30-jarigen oorlog hef
land onveilig maakten, die de bevol
king vervolgden, pijnigden en ver
moordden.
Als de eigenaar van de Wolfshoeve
zijn vrouw en kinderen door plunde
rende benden vermoord weef, als zijn
hoeve in vlammen is opgegaan, verza
melt hij andere beroofde boeren om
zich heen, en gezamenlijk voeren zij
jaren achtereen een strijd op leven
en dood met de soldaten en roovers.
De weerwolven bijten van zich af, ze
vechten met een laaienden haat in
zich, iedere bende, die in de nabijheid
van hun dorp komt is aan hun moord
zucht overgeleverd.
Van dit wreede gevecht geeft Löns
een meesterlijke beschrijving, die zeld
zaam boeit en ook hevig ontroert door
rauwe menschelijkheid.
„De Weerwolf" is een meesterlijke
schepping van een groot-menschelijk
hart.
„De hooge historie van Jurgen",
door James Branch Cabell.
(A. G. Schoonderbeek, Laren).
Een Amerikaansch boek, dat geen
enkele, maar dan ook geen enkele
schillig hoe bij de hand ze ook moge
wezen, zij is niet een meisje dat lang
alleen zou kunnen staan. Misschien
heb je het feit totaal over het hoofd
gezien, dat ze buitengewoon mooi en
aantrekkelijk is".
,Oh, nee, volstrekt niet Dat heb ik
al eenigen tijd geleden ontdekt".
„Vervloekt nog aan toe. Heeft me
neer dat ontdekt."
„Ja, dat gebeurde. Ik' wil er ook
rond voor uitkomen, dat ik het meis
je lang niet onaardig vind. Maar hef
is niet mijn gewoonte me ooit te la
ten haasten. Verder heb ik niets te
zeggen".
„Vervloekt nog aan toe", stormde
de generaal. „Verder heeft meneer,
mijn neef, niets te zeggen. Er valt an
ders nog heel wat te vertellen, beste
jongen. Om te beginnen kun je er
van verzekerd wezen, dat Molly nooit
meer iets met je te maken wil hebben.
Molly heeft zelf een keuze gedaan...
die vermoedelijk nog niet zoo slecht
is. Je hebt het spel verloren, Staf
ford. Molly zal mij en niet jou toe-
behooren".
Hij zweeg even, om de uitwerking
van zijn woorden te kunnen gadeslaan.
Stafford was weliswaar erg bleek ge
worden, doch verder verraadde hij
zich in geen enkel opzicht
Amerikaansche eigenschap heeft, en
daardoor belangrijk afwijkt van de
literatuur die uit het land van den
dollar gewoonlijk tot ons komt.
Het is een fantastisch-filosofisch
werk, vol humor en onverwachte wen
dingen, dat van een rijke verbeelding
en veel levenswijsheid getuigt.
De hoofdpersoon Jurgen is een dich
terlijk lombardhouder. Op zekeren
dag droomt hij, dat zijn vrouw ver
dwenen is. Hij droomt dat hij haar
gaat zoeken en op dezen tocht be
leeft hij zijn merkwaardige en fantas
tische avonturen. Een centaur brengt
hem naar den tuin tusschen Dageraad
en Zonsopgang, waar hij zijn jeugd
liefde ontmoet. Vandaar trekt hij naar
nog tal van andere wonderlijke oor
den, hij bemint Koningin Helen, Gue-
nevae en de vorstin van Cocagne, hij
heeft wijsgeerïge sceptische en geesti
ge gesprekken met den Magiër, den
duivel, St. Petrus, God-zelf, en in de
hel ontmoet hij zelfs zijn vader, waf
hij nu niet bepaald aangenaam vindt,
want blijkbaar is die vader in de hel
nog net zoo kibbelachtig als thuis.
Het einde van den droom is, dat hij
thuis komt en daar zijn vrouw rustig
aan tafel zief zitten.
Deze nieuwe wonderroman, vermoe
delijk alleen ontstaan omdat een dich
terlijk en met gedachten en overpein
zingen overladen auteur een uitweg
voor zijn innerlijk zocht, is zeer mooi
en vol verrassingen. Het is uiterst be
langwekkend James Branch Cabell in
zijn hooge vlucht te volgen.
„Arme Blanke", door Sherwood
Anderson.
(H. P. Leopold Den Haag).
Als de negers in Amerika willen
„Wat bedoelt u nu eigenlijk, oom?"
begon hij. „Heeft u besloten het jonge
meisje als kind aan te nemen?"
De generaal barstte in een luid
ruchtig gelach los. „Haar als kind aan
te nemenDie is goedl Prachtig!
Je bedoelde vermoedelijk, dat ik haar
tot mijn nichtje zou promoveeren, zoo
dat ze een goede partij voor jou kon
wezen?"
„Dat bedoelde ik niet", gaf Staf
ford ten antwoord. „Ik vroeg me al
leen maar afIk wilde weten, wat
eigenlijk uw bedoeling was".
Opnieuw begon de generaal te la
chen. „Dat zal ik je nu duidelijk ma
ken, beste jongen. Het is de eenvou
digste zaak van de wereld en ieder an
der in jou plaats had het al lang ge
raden. Ik heb niet het plan een nichtje
van haar te maken, dochha, ha,
haik zal haar tot je tante bevor
deren. Verder heb ik nog een bood
schap van Molly over te brengen'
„Heel graag", zei Stafford.
Hij had zich thans in zijn volle
lengte opgericht en er lag een vreem
de, afwezige blik in zijn mooie oogen.
Het kwam den ouden man voor, alsof
alles wat hij hem verteld had, eigenlijk
ongehoord aan hem voorbij was gegaan.
„Nu, vooruit dan. Ze zei woordelijk:
„Doe mijn groeten aan je dierbaren
aanduiden dat een blanke niets aan
de markt fe brengen heeft dan zijn
eigen werkkracht, dan noemen ze den
onderhavige „Poor White" (Arme blan
ke). Deze armen blanken, die in Ame
rika vaak een zeer hard leven lei
den, hebben in de ontwikkeling der
Vereenigde Staten een uiterst belang
rijke rol gespeeld. In het werk, dat
we hier aankondigen, wordt dit prach
tig naar voren gebracht. Het handelf
over het moeilijk leven van zoo'n
„arme blanke", een geniale figuur, die
zijn uitvindingen in dienst der gemeen
schap sfelf. Hef ontzettend zware le
ven van dezen genialen idealisten jon
gen heeft de schrijver met talent ge-
beeld, evenals de maatschappij, de
menschen en de toestanden te midden
waarvan dit leven zich voltrekt.
„Arme blanke" geeft ons een goeden
kijk op de zeer moeilijke omstandig
heden waaronder de pioniers van Ame
rika leefden. Het is een brok ontwik-
kelings-geschiedenis der menschheid.
„Den Gulden Winckel".
(Uitg. A. J. G, Strengholt en Allert
de Lange, Heerengracht, Amsterdam).
„Den Gulden Winckel" die van uit
geefster veranderd is, heeft uiterlijk
eenige verandering ondergaan, hetgeen
dit maandblad ten goede komt. Van
den inhoud van de eerste aflevering
in 1929 noemen we: „Twee boeken
over Tachtig", door Frans Coenen;
„Marsman als criticus", door Anthonie
Donker; „Plagiaat" door J. Greshoff;
„De Amsterdamsche student en de lit
teratuur", door H. K. Brugmans; de
kronieken van het proza en van de
poezië, en een karakterschefs van Wil
ly Corsari door Frans Hulleman.
neef Stafford en ik hoop, daf hij zijn
nieuwe fante op een charmante ma
nier zal verwelkomen", Is alles je nu
duidelijk of nog niet?"
Stafford's oogen waren thans strak
op den ouderen man gevestigd. Zijn
lippen klemden zich vast tezamen en
hij liet een geluid hooren, dat heel
veel op gekreun geleek.
„Gaat... zij... met... u trouwen?"
stamelde hij.
De generaal klapte In zijn handen.
„Eindelijk! Ik dacht waarachtig, dat
het nooit tot je zou doordringen. Ja,
zij wordt binnenkort mijn vrouw".
„Groote God!" mompelde Stafford.
Hij stak zijn hand uit, alsof hij aan
de tafel steun wilde zoeken, doch hef
gelukte hem zich te beheerschen en in
plaats daarvan streek hij door zijn
donker, golvend haar. Hij zag nu
aschgrauw.
„Vervloekt nog aan toe: wat man
keert jou?" vroeg de generaal scherp.
Hij had deze woorden ternauwer
nood geuit, of de kamer werd door
een hellen bliksemstraal verlicht. On
middellijk daarop weerklonk het ge-
rol van den donder.
Stafford zei niefs meer. Hij had
zich omgewend en liep langzaam hef
vertrek uit.
(Wordt vervolgd).