GOESOHE GOORAIT
BIJVOEGSEL
Vijf jaar in sneeuw
en ijs.
Medische Rubriek.
Voor de Vrouw
Binnenland
VAN DE
VAN VRIJDAG 11 JANUARI 1929.
„Ik ontwaakte op een morgen en be
merkte, dat ik beroemd was!" Dezedag-
boek-aanteekening vain Byron 19 wel
ten volle van toepassing op Sjef van
Dongen -dien Brabamtscüian joflglö'i
wiens naam door zijn bemoeiingen in zake
de opsporing van de Nobile-expeditie
plotseling op aller lippen werd gebracht.
Groot en klein in ons land weet thans
wie Sjef is. Men heeft zijn portret ge
zien, velen hebben hem hoeren spreken
over zijn leven in het hooge Noorden en
nog veel meer lazen van hem in courant
of tijdschrift. Thans zijn Sjef's gedenk
schriften in boekvorm uitgegeven. Qppre-
tentielooze, maar daarom niet minder on
derhoudende wijze verbelt Sief hier van
zijn wederwaardigheden in het Poolgp-
bied, die in de pogingien tot opsporing
van Nobile en zijn mannen hun hoogtepunt
vonden. Het verhaal zelf geeft het onop
gesmukt relaas van het hard en moeilijk
leven in de Poolgebieden, waarvan men
hier uiteraard geen notie heeft.
Karakteristiek is een fragment uit het
relaas van de Sora-expeditie.
„Vaak stonden we daar, en keken over
de ijsvlakte en de zee, over de bergen
ijs die op en door elkaar gestapeld door
den storm bewogen werden, en Sora
vooral kon urenlang in de verte tuien,
nooit wat zeggende. Wat moet er toen
wel zijn omgegaan1 ie het gemoed van
dezen zuiderling, den man uit het Land
van zon en bloemen en palmen en blau
wen hemel, die hier in- de gruwelijke,
ijzige atmosfeer van het Noorden stond
en van verlangen verteerd werd naar zijn
landgenooten die daar ergpns verloren
waren in het ijs.... En dan voelde ik
medelijden met hem, en ik bewonderde
hem toch ook; als de kou zoo snijdend
was in dien sneeuwstorm, dat ik die
voelde door mijn gebeente heen, wat moet
deze man uit het Zuiden dan wel gevoeld
hebben! Maar het mieest voelde hij den
ondergang van zijn natiotialen. trots, dat
het zijn landgenooten niet vergund was
geweest te slagen, en dat hij, óók een
Italiaan, ze niet redden kon... Dat stelde
ik toen, in die ellendige dagpn op Broch-
eiland, nu wel niet bij mezelf in zoo
juiste denkbeelden vast, maar onwille
keurig en eigenlijk vanzelf begreep ik
het, uit zijn manier van doen, uit zijn
nauw-verborgen trots, uit zVi doen en
laten. Het waren inderdaad ellendige
dagen! Vxgo, een van mijn beste honden,
stierf hier en werd door zijn kameraden
opgegeten. Anderhahen dag daarna heb
ik voor het eerst een hond (Hans) af moe
ten laten maken; de moed om het zelf te
doen ontbrak mij daar volkomen toe. lik
kan wel op jacht, uit de verba, een dier
doodschieten, doch zoo van vlakbij het
doodelijk schot lossen op mijin eigen hond,
daartoe ontbrak mij de kracht 1 Doch
daar het noodzakelijk was, om de andere
honden niet van honger of razernij te
laten omkomen, heeft Sora Hans neer
geschoten en hebben we de overigp hota-
den kunnen voeren. Zelf hadden we niets
meer dan wat „Glaxovo", een soort
krachtdrank, veel overeenkomende met de
in Holland ook wel bekende ovomaltine.
Al dezen tijd hadden we zelf niets meer
gebruikt dan 's morgens en 's avonds een
kop Glaxovo. Ik durf het gerust te zeggen
we waren beiden bepaald uitgehongerd.
We hadden reeds den Noord-, den
Zuid- en den Westkant van het eiland
afgezocht, de beide laatste dagen waren
we bezig den Oostkant te onderzoeken.
Het toeval wilde toen dat w© daar eieren
vonden! Sora had de tranen in de oogpn
van blijdschap, toen hij er een ontdekte.
We vonden er alles en alles te zamen
22 stuks. Toen we op ons sdhuilplekje
een sneeuwhol, waar we de honden had
den achtergelaten, waren teruggekomen,
berekenden we dat we met zuinig-aan
doen en broederlijk verdeelen, gedurende
twee dagen drie eieren per man en twee
per hond konden verorberen. Toen we
echter de eieren wilden koken in het
kleine aluminium-potje, dat ons tot zoo
ver trouw vergezeld had, bleek het, dat
dit door de honden was stuk gebeten
omwille van het kleine beetje vet, dat
er in was achtergebleven
We hebben toen, om de eieren te ko
ken, ons moeten behelpen met.... de blik
ken giaxovobus; als schoteltje diende een
sigarettendoos. Zóó hebben we ook in
latere dagen het hondenvleesch, dat we
eten moesten, zoon beetje gekookt. Als
ik vertel, dat we zoo n lapt honden
vleesch in die blikken bus deden een
zelfde soort bus als de cacaobusjes hier
1 en dan niet langer dan een kwartier
het water erin durfden te laten koken,
omdat we bang waren, dat onze „pan" an
der zou stuk-koken (en dan zaten w$
doed. Het gelukte echter niet den inbre
ker te pakken.
Herziening van de
krankzinnigenwet.
De door de ministers van justitie en
binnenlandsche zaken en landbouw be
noemde interdepartementale commissie to t
voorbereiding van de gedeeltelijke herzie
ning van de krankzinnigienwet en tót het
ontwerpen van meer waarborgen legen
onrechtmatige vrijheidsberoving, door en-
gemotiveerde, onvrijwillige opneming in
een krankzinnigengesticht (onder voorzit
terschap van mr. F min) heeft haar ar
beid voltooid en dezer dagen ba ar rapport
met ontwerp van wet tot bovengenoemde
gedeeltelijke herziening, aan ba e ministers
DE ZES-DAAGSCHE TE BERLIJN.
de zes-daagsche wieler-
ïn dc Duitsche hoofdstad Berlijn wordt momenteel voor de 21sfe maal
wedstrijd verreden. De start van dit sport-evenement.
heelemaal zonder „keukengerei") dan kan
men wel begrijpen, dat dit hondenvleesch
van de poolhonden, die eigenlijk één en
al spier en been zijn, nu, juist niet zoo
bijzonder malscüi was. Maar och, het was
noodig, en we wisten niet beter. „Hoe
smaakte toen dat hondenvleesch?" heeft
men mij, met een soort van ziekelijke
nieuwsgierigheid naar het ine lijkt, heel
dikwijls na mijn terugkeer gevraagd. Ilk
heb steeds geantwoord met e©a grapje:
„als een slechte oude fietsband..." maar
ik had moeten antwoorden „het smaakt
eenvoudig niet!" Daarboven, in het pak
ijs, in de ellende van de verlatenheid! der
Witte Hel, heeft de reiziger die op ex
peditie uitgaat, gpen „smaak", heeft hij
geen gedachten aan iets smakelijks... Wèl
mankeerde ons één ding, dat voor elk
mensch zelfs in de poolstreken, wat lib
ook tot zich neemt, onmisbaar is: zout.
Dat gemis aan zout was voor ons een
ware plaag, die ons bijna heel de reis
al gekweld had, maar die nu onhoudbaar
werd. Over de eieren zelf konden we
nog wel eens samen een gfrapje maken
(ik lachte dan maar eens, als ik een
zinspeling op „spiegeleieren met ham"
maakte, die in Italië of in Holland op
dit moment gebruikt werden), maar over
het zout, neen, daar konden we niet over
lachen. We hadden elkaar een duren eeid
gezworen op de vaste en stelligste belofte,
dat we geen van beiden, hoe brandend
de zoutdorst ook zijn zou, zeewater zou
den gebruiken, omdat dit zeer gevaarlijk
is en we niet gaarne elkander door ziekte
zouden tot last zijn. Maar ik zeg u;
het is een toer, om zoon eed te hou
den. Den volgenden dag den 11 den
Juli (wij hadden dat samen afgespro
ken, en we hadden slaap noodig óók)
hebben we den geheel en dag, 20 uren aao
één stuk, als vastgevroren steenen, op den
grond liggen slapen. Op 12 Juli, des
morgens om zes uur, hoorden wij de
sirene van een stoomboot.
Wij keken in de richting vanwaar het
geluid kwam en zagen aan den horizon
achter het eiland Charles een grooten
ijsbreker met twee rookpluimen te voor
schijn komen. Het was de „Krass'n",
naar wij later vernamen, die toen. juist
de Malmgrengroep (d.w.z. de overbiij-
venden Zappi en Mariano) had opgepikt
en daarom nu een vreugdevol getoeter de
lucht inzond. Van dat oogenblik af, zes
uur 's morgens, vergiaten we eten te ko
ken en we hebben tot elf uur toe op een
hoop sneeuw aan het strand van ons
eilandje staan wuiven en schreeuwen. Er
heen loop en was meer dan een ontzag
gelijk waagstuk geweest, het was totaal
onmogelijk, ook al omdat we hoogstens
vier honderd meter per uur zouden kun
nen vorderen en de boot in het losse ijs
dat ons het loopen moeilijk maakte, juist
tamelijk vlug kon opschieten. Het ©enige
wat wij doen konden, was: onze stem
organen zoo mogelijk nog verder uit te
zetten en alle teekenen, die maar moge
lijk waren, te benutten om de aandacht
te trekken. Daar de boot in zigzag lijn
ging, stond het schip dan weer eens met
den voorsteven naar ons toe, dan weer
met den achtersteven, ons telkens afwis
selend vervullende met een. onuitspreke-
hjke loop, en met de uiterste moedeloos
heid. Maar..,, „hij zag ons niet", zeiden
we tot onszelf: en ja, dit werd een vree-
selijke werkelijkheid. Van den morgen
af, tot drie uur in den middag hebben
we de boot nog nageJoopcn, brandende
lappen in de lucht zwaaiende. Geen ent
woord.... Langzaam maar zeker ver
dween hij in een zigzag-lijn en voer ons
eiland voorbij naar dezelfde plek onge
veer waar wij Nobile gezocht hadden,
maar nu meer zuidwaarts. Van hoop en
van verdriet hadden wij niet gegeten van
zes uur 's morgens af, en het was nu
bijna vier uiur.,„ het eerste en het eenige
wat wij tot elkander zeiden ik verwon
der er mijzelf thans óók over was:
„Nu hebben we nóg geen zout", want bet
was vreemd: de zucht naar zout deed'ons
het meest op de „Krassin" hopen, en
leek ons op dat moment nog krachtiger
dan de zucht naar redd ng!
Toen zijn we het stukje hondenvleesch,
dat we 's morgens waren begpnnen te
koken, gaan opaten..
De geregelde leefwijze.
De genezend© kracht de* natuur is een
opgespaarde levenskracht, waardoor wij
van ziekten en ongelukken aerstellen
Laat ons veronderstellen dat 'exiand zich
in den vinger snijdt cn niets aan die sne
de doet, er zelfs geen lapje omineai w ndt,
zal die vinger dan vanzelf boter worden?
Zeker, en dikw-rf nog spoedi. er dan wan
neer men er wat aan gedaan had. Deze
genezende kracht doet het bloeden op
houden, door de uiteinden van de doorge
sneden bloedvaten af te sluiten; dit ge
schiedt eerst in kleine vaatjes, omdat het
bloed daarin langzamer stroomt en om
dat het bloed stolt als het in aaorakng
komt met de lucht. Daarna wordt uit de
doorgesneden doelen bloedwater (serum)
uitgestort; dit vormt een vliesje over hel
beleedigde doel; nieuwe cellen, bloedvaten
en zenuwen vormen zich en b.'tinen veer
tien dagen is het beschadigde deel weer
in orde en is een klein litteeken het eeni-
ge, wat er nog van de wond te zien is.
Als de snede groot is, duurt het lan^jer en
als het gestel in teen slechten toes'and ver
keert, kan het maanden duren, voordat de
wond genezen is. Door dit voorbeeld zien
wij, hoe de natuur genezend werkt en nu
volgt de vraag: „Wat zijn de gevolgen,
wanneer wij wonden met allerlei zalfjes
enz. behandelen? In veel gevallen is de
verkregen uitslag slecht. Wanneer wij een
oplossing van karbolzuur gebruiken, loo
pen wij gevaar aanigjroei- nJe cellen te ver
nietigen en daarenboven het herstel te ver
tragen; het karbolzuur kan bovendien ook
in het lichaam worden opgenomen en ver
schijnselen van vergiftiging teweeg bren
gen. Zulke gevallen hebben zich veelvul
dig voorgedaan. Laat ons zeggen dat een
wond is gaan zweren, zooals b.v. wel voor
komt wanneer de huid van hiet scheenbeen
beschadigd is; zal de natuur dit genezen?
Ongetwijfeld, indien gjj haar slechts de
kans geeft door op een behoorlijke wijze
te leven. Een verkeerde levenswijze doet
de levenskracht verminderen, verzwakt het
leven van de lichaamseelleo en verhindert
ze tot haar volle ontwikkeling te gpraken,
Een behoorlijke leefwijze daarentegen ver
meerdert hun kracht; zij zullen de wond
dan spoedig vullen en dan zullen de huid
cellen zich daar over vormen.
Voor de huisvrouwen.
Niek kwam vanmorgen, in tranen zwem
mende aan 't ontbijt, 't Bleek, dat idit heer
schap zijn waschkom gebroken had, door
er bovenop te gaan staan, om een plaat
van den muur ar te halen.
Toen ik later ging kijken, bleek 'tdat
't onheil zich verder uitstrekte, dan t(o!t!
een gebroken kom. De scherpe stukken
hadden een menigte krassen en scherpe
puntjes in het linoleum gemaakt, 't Ver
standigst was, nu maar meteen de jon
genskamer een gpede beurt te geven.
Zoodra de grond was opgedroogd van
't dweilen, ben ik aan 't wrijven gegaan,
kinderlijk nieuwsgierig als ik was, hoe m'n
zelf gefabriceerde linoleumwas zich zou
doen gelden.
Ik kan tevreden zijn, zelfs opgetogen.
De was is zacht in 't gebruik en het re
sultaat prachtig. Wat 'n geluk, dat ik een
goede hoeveelheid bijenwas heb imgesla-
gen.
Hoe ik de was bereidde
Ik nam er voor 200 gram bijenlwiais
(geel), 1 flesch witte terpentijn, 1,5 d.L.
water, 100 gram pofcasch, 50 gram talk
poeder. Eerst zette ik het water met die
was, de potasch en de talkbngeveer iten
minuten te koken. Toen nam 'kHlaf pan
van 'tvuur met het oog op brandjgie-
vaar en voegde er roerende de terpen
tijn bij.
Toen 'k Ben met trots mijn fabrxa'ie
en haar resultaten v.vhaarlde. waarschuw
ce hij„Maar denk er alsjeblieft aan. nu
met de kou de was misschien hard is,
dat je de pot niet op de kachel zet om
de was week te maken, want dan vliegt
me de heel© boel in brand. De pot moet je
dan zetten in een pan met warm water".
Als het zonnetje schijnt, en we kijken
naar buiten, dan valt het ons pas terdege
op, dat de ramen vuil zijn en met krassen
zitten. Ruiten zeeman ea lappen kan ieder
een, maar de krassen te verwijderen is
niet ieders werk. Koop wat „rouge" bij
een goudsmid de rood© poeder, waar
mee hij het zilver opfrischt en wrijf
dat in de richting der krassen, niet er
dwars ovemeen. Bij herhaald krachtig
wrijven verdwijnen de krassen, mits zij
niet te diep zijn.
Als uw tafel op kastrolletjes staat of
op de houten pooten, dan krast uw zeil
of parketvloer ieder maal als u d© tafel
rplaatst. Een vriendin van mij had ©en
practische oplossing gevonden. Zij be
vestigde de allerkleinste maat rubber
hakjes onder de tafdpooten en. had geen
enkel krasje mear. Ze ontdekte nog iet9
practischwanneer we onze ebbenhou
ten haarborstel was ch<n in soda of am
monia, is het een groot.' toer om te voor
komen, diat het hout ui tb ij:. Zij smeer
de voor hel wasschen het hout goed :ti met
vaseline; de bijtende bestanddeelen had
den hierdoor geen „vat op het hout. Na
de wasscherij, toen de borstel goed droog
was, wreef zij er de vaseline met een
schoon lapje af en boende het hout weer
glanzend.
De R ijndam
rkoch t.
Het stoomschip Rijndam, van de Hol
land- Amerikalijn, is verkocht aen Frank
Rijsdijk's imiustïieeie ondernemingen te
Hendrik Ido Ambacht om te wonden
gesloopt. Na de Noordam, welk© het
vorige jaar naar dezelfde onderneming
voor sloop is verkocht, is dit dus het
tweede passagiersschip, dat, als tot ©en
ouder type bdhoorend, van de vloot van
de Holland-Amerikalijn moet wonden af
gevoerd.
Voorloopig zal het schip evenwel nog
in de vaart blijven. Ook als de Staten
dam in de vaart gekomen zal zijn, zal
het mogelijk nog een paar reizen maken,
maar dan zal het onherroepelijk
l
zijn.
Verduistering.
De politie heeft in zijn woning in de
Palmboomstraat te s Gravenhage gear
resteerd den Duitscher H., die bedrijfs
leider was van de Silfa-fabriek te Voor
schoten, welke fabriek in eigendom toe
behoort aan de Kon. Edelmetaalbedrijven
van Van Kempen en Begeer. In zijn kwa
liteit van chef der fabriek zou H. zich,
aldus de „Tel.", groote hoeveelheden
zilver hebben toegeëigend en deze ten
verkoop naar Duitsdhland hebben ver
zonden. De Haogsche politie heeft H.
overgeleverd aan den burgemeester van
Voorschoten. Na door dezen verhoord
te zijn, is de man opgesloten in het huis
van bewaring in Den Haag,
Inbraak in een villa.
Donderdagnacht half twee heeft een
dief zich toegang verschaft in de villa
van den heer V., Prinsestraat te Breda.
De bewoners wenden wakker door het
blaffen van den hond. Bij onderzoek bleek
dat de inbraak was gepleegd aan de keu
kenzijde van het huis. Door een tuimel
raam bij de keuken-tuindeur was men, na
op een vuilnisbak te zijn geklommen, in
de keuken binnengedrongen. Alles was m
de keuken en kelder doorsnuffeld' en over
hoop gehaald. Toen de inbreker zich ge
stoord zag, is hij zonder iets me© te ne
men weggevlucht, achtervolgd door den
nachtveiligheidsdienst, die juist de ronde
Bekwaamheid gemeente
ontvanger.
Op de vragen van den heer Fleskens
in verband met de benoeming van den
ontvanger der gemeente Millingen (die
tevens smid-rijwielhersteller is11 antwoord
de de minister van bininen'andsche za
ken en landbouw, dat hij geen voldoende
termen aanwezig heeft gpacht om het be
sluit van den raad der gemeente Millin
gen, waarbij een nieuwe ontvanger werd
benoemd, ter vernietiging, voor te dragen.
Gelijk bekend, eerbiedigt hij de autono
mie der gemeentebesturen ook in dezen
zin zooveel mogelijk, dat hij alleen in het
alleruiterste geval tot vernietiging van be
sluiten vain plaatselijke besturen adviseert.
In het onderhavige gpvai meende hij zich
van een voordracht te eerder te mogen
onthouden, omdat uit de ambtsberichten
bleek, dat gedurende dien termijn van bij
na twee maanden, sedert welken belang
hebbende in functie was, deze aan gunsti
ge verwachtingen had voldaan.
De minister wenscht de beoordeeling
of genoegzame kennis aanwezig is, zoo
cenigszins mogelijk, aan het oordeel van
den gemeenteraad overgelaten te zien.
Een zonderling bankbedrijf.
In het begin van April van het vorige
jaar is een te Rotterdam gevestigde kleine
bankinstelling in staat van faillissement
erk]aard. Tot curator werd mr. L. J,
R. Kuhn benoemd, die op den dag, waar
op het faillissement werd uitgesproken bel
bedrijf stilzette. Uit een voorloopig on
derzoek van de boelten bleek al dadelijk,
dat er een en ander niet heelemaal in
den haak was en in overleg met den rech-
ter-commissans werd den accountant,
den heer J. Wynandts verzocht, een on
derzoek in te stellen. De administratie
was zoo in de war, dat de accountant
maanden en maanden noodig had', om tot
een juist inzicht te komen em een rapport
te kunnen samenstellen. Dit rapport is,
met dat van den curator aan de recht
bank overgelegd en in de Woensdag ge
houden verificatievergadering, .behandeld.
Uit deze rapporten blijkt niet alleen, dat
de bank er een heel eigenaardige wijze
van zakendoen op na hield, maar dat bo
vendien de directeur, M. H. v. d. S., en
de procuratiehouder P. L. H.-D. zich
aan verduisteringen hadden schuldig, ge
maakt. Wegens deze verduisteringen is een
klacht tegen beiden aanhangig gemaakt
en deze zaak bevindt zich op het oogen
blik in instructie.
De accountant zegt in zijn lijvig rap
port o.a. dat vast staat, dat de bank de
laotste maanden voor het faillissement
geen reëele zaken1 meer heeft gedaan en
dat de boeken zoo slecht waren bijge
houden, dat hij geruimen tijd noodig heeft
gehad hen eenigszins bij te werken.
De directeur heeft bekend circa
f 3800, de procuratiehouder heeft toege
geven ongeveer f5800 te he„n,.n verduis
terd.
De bank financierde syndicaten. Er wa
ren cliënten, die participeerden met f5000
er waren er ook, die met f 100 deelnamen
Tenslotte volgen hier een paar voor-
beelden van gedupeerde cliënten:
Een dame te Amsterdam had bij de
bank in open bewaarstelling gegeven:
f 1000 aandeel Insulinde oliemaatschap
pij; f 100 aandeel Koninklijke Holland-
sche Llfcyd; een winstbewijs van deze
maatschappij; f 4000 tweede preferent
aandeel National Railway of Mexico en
f 1000 aandeelfcn Algemeene Petroleum
maatschappij. Van al deze papieren is
niets meer te vinden. Vermoedelijk zijn zij
bij de correspondenten te Amsterdam her
beleend en door deze verkocht, omdat de
bank bij hen niet voldoende gedekt was.
Een meneer uit Oostburg had opdracht
gegeven, een aandeel in de mijnbouwmaat-
schappij Siloengking, te koopan en hij heeft
op 17 November 1926 daar ruim f300
voor betaald aan de bank. Het aandeel
is hem nooit geleverd. Tenslotte heeft een
advocaat te Middelburg dfeswegp tegen de
bank geprocedeerd. Hij heeft bet proces
gewonnen en de bank moest het geld resti-
tueeren. Zij betaalde f25. Verder heeft
zij den meneer in Oostburg niets meer
gezonden.
Op het oogenblik tracht de curator
nog zooveel mogelijk gelden binnen te
krijgen, maar de concurrente crediteu
ren zullen met een klein percentage ge
noegen moeten nemen.