BESTEVAER N' IM UNION CASTLE LIJN AgentenKuyper, Van Dam Smeer, Rotterdam. Sbe-^!Pijppqok&? Jj{ggelaars%G&k Yrij dag 28 December 1928 118 Jaargang, Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel Koloniën Rechtszaken. NAAR ZUID - AFRIKA ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2,— buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE i COURANT Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant !ÉÉi§tlpP|P^ en Kleeuwen5 Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Postcheque- en Girorekening No. 55571 tvi-üm non xi o aa Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 ADVERTENTIEN van 1 5 regels f 1,20, elke regal meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Groote brand. Bij een brand in de negorij Oma op het eiland Haroekoe zijn 122 huizen afgebrand, waaronder de school, de kerk en de woning van den regent. Eén persoon is zwaar gewond. Het gouvemementsvaartuig „Fomalhaut" trok met geneesmiddelen en levens middelen derwaarts. Een gevaarlijk baantje. Den 2dcn November j.l. de» morgens om 7 uur op het moment dat wij te Pradjin, 16 K.M. benedenstrooms van de hoofdplaats Palembang, zouden aanvangen met het oplooden van de ondiepten in de rivier daar ter plaatse werd de aandacht getrokken door ge schreeuw en gekrijsch van de kam pongbevolking aldus schreef men uit Palembang aan het „A. I. D." Er was een doode aap, aan een ste vigen ijzeren haak, als aas gelegd voor het vangen van krokodillen, omdat er een paar menschen door een van deze ongure beesten waren weggehaald. Daar het aas, evenals het vorige was ver dwenen, moest er dus een krokodil ergens in den omtrek zwerven. Het is n.1. de gewoonte, wanneer de inlander een krokodil wil vangen, en dit geschiedt eerst, als een van die monsters zich aan een mensch ver grepen heeft, het een of andere cadaver, liefst sterk riekend aan een ijzeren haak ergens op den oever te leggen. Aan die haak zit een stuk ketting bevestigd aan een stevig ijzer- draad van ongeveer 3 M. lengte. Deze ketting is weer verbonden aan een 30 M. langen rottan, aan welks einde een flinke bamboe bevestigd is. Slikt nu zoo'n monster het aas in, dan kan hg zich nog vrij in het water bewegen, doch zijn verblijfplaats wordt door de drijvende bamboe verraden. De reden van het geschreeuw was dan ook, dat de bamboe gevonden was, waarmede de knaap rondzwom. Fluks ging een praauwtje met vier inlanders er in achter het monster aan. Men durfde echter niet tot op halen over te gaan en daarom werd om hulp geroepen. De uitnoodiging om aan de jacht deel te nemen, of anders met de motorboot versterking voor de jagers aan te voeren, viel in goede aarde. Een vijftal praauwen, vol inlanders, werd naar de gewensch- te plaats gesleept en daar begon het spel. Door een man op den voorste ven van een der kleinste praauwen, werd met de lange rotan gewerkt, nu eens inhalen, dan weer bij heftige rukken vierend, moest de prooi ver moeid worden. Nadat dit eenigen tijd was voortgezet, werd eindelijk de rot tan bij heftig weersteven van het dier 30 FEUILLETON Naar het Engelsch van ETHEL M. DELL. Geautoriseerde vertaling van DICKY WAFELBAKKER. Hij wierp Bill een onderzoekenden blik toe, welken de laatste kalm weerstond. „Ja, dat is mij inderdaad opgeval len", zei hij glimlachend. „Ik wil wel wedden, dat u nooit zoo iemand als zij is in uw leven ont moet heeft", vervolgde de jongen. „Zij is gewoonweg overweldigend. Herin nert u zich nog dien dag, toen u me uit het water haalde? Ze vertrok geen spier van haar gezicht. Zoo is mijn moeder. Als zij op den brandstapel stond, dan zou ze nog geen kik geven". Na dit gezegde was Bill het, die een «ndere richting aan de conversatie gaf. „Luister eens, Gaspard. Ik vraag me af of je moeder het goed zou vin den, wanneer wij samen lederen dag een uur of een paar uur studeerden. Ik zou er natuurlijk voor zorgen, dat je je niet te veel overspande. Wat Qenk je daarvan?" „Wat? Wat?" Gaspard was van de sofa overeind gesprongen en er lag De Londensche City werd Donderdag Opgeschrikt door een geweldige onde rgröndsclie gaS-ontploffing, waa.van de oorzaak nog niet geheel vaststaat. De materieele schade bedraagt op zijn minst 2 millioen gulden, terwijl 17 personen min of meer ernstig gewond werden. In de naaste omgeving der explosie bleef niets op zijn plaats of heel en hef wegdek werd over groote oppervlakten geheel vernietigd. De plaats des onheils. ingehaald, totdat het monster boven kwam. Een andere inlander stond ge reed met een harpoen, om deze den krokodil op dat moment in het li chaam te drijven. Het beestje had ech ter anders beslist, want juist bij zijn verschijnen aan het wateroppervlak begon het zoo hevig met den staart te slaan, dat de harpoenist kwam te vallen en degene die de rottan hield, ijlings moest gaan vieren. Het vallen van den man was een aanwijzing voor de inlanders, dat het zoo ging en dat de doekoen er bij moest komen. Deze is in dit geval een speciale, heilige man, die zijn werk maakt van de boeaja-jacht. Met de motorboot was spoedig deze oude inlander opgehaald. Hij nam nu de leiding, m.a.w. de rottan, in han den. Daarna nam hij het afgekapte uiteinde van de bamboe in den mond en blies er op. Dat is wat de inlanders djampi-djampe (betooveren) noemen. En werkelijk, had had succes want de krokodil liet zich zonder veel moeite aan de oppervlakte brengen. De harpoen in den rug van het dier te planten, was toen hef werk van een oogenblik, waarna een angstwek kende vechtpartij volgde. De doekoen beheerschte echter den toestand volkomen, hield de rottan vast, er met alle macht aan trekken de, waardoor het dier aan de opper vlakte moest blijven, echter geweldig met den staart slaande, steeds draaien de en zoo nu en dan met geopende muil uit het water opduikend bijtende naar zijne belagers. De doekoen wist gedurende deze wilde bewegingen het beest toch eenige kalmeerende klap pen op den kop te geven, doch de nogmaals ingeplante harpoen deed den strijd opnieuw beginnen. Bij hef nu weder aan de oppervlakte verschijnen van het dier was dit zoo woest, dat hij in het voorste deel der praauw beet, waardoor er een stuk van 1 M. lang en 10 c.M. afknapte. Nogmaals te voorschijn komende, deed de doe koen een gelukkige greep en drukte met de hand. de beide oogen van hef monster in. Het dier liet zich, zonder verdere moeite te geven, den muil dicht en de pooten op den rug bin den: het was gevangen. De manier, waarop de doekoen ver der met 't dier omsprong, was werke lijk bewonderenswaardig en het door hem verdiende loon werd hem dan ook van harte gegund. Usance is het namelijk dat van de betrokken kam pong per heerendienstplichtige aan hem f 0,25 werd betaald, waardoor de man in dit geval f75,— krijgt. Na op den wal gesleept te zijn, werd de buik van het monster geopend en de maag nagezien. Het aapje, eenige beenderen van geiten, kippen, visch- graten en een groote ijzeren ring, de einden ruw in elkaar gedraaid, zooals gebruikelijk bij den halsband voor geiten, werden gevonden. Van men- schelijke overblijfselen geen spoor. Dit gevangen dier was dus de menschen- efer niet, waaruit volgt, dat het uit leggen van nieuw aas geboden is. per een verheugde uitdrukking op zijn bleek gezicht „Meent u het werke lijk? Ik kan het bijna niet gelooven. Waarom zou u zich voor zoo'n stom meling als ik ben, moeite geven?" „Ga nu eerst weer eens kalm lig gen", zei Bill ernstig. „Voordat wij verder over mijn voorstel spreken, moet ik natuurlijk de toestemming van je moeder hebben gekregen". ,Oh, zij zal het zekér goed vinden", verklaarde Gaspard. „Ze weet maar al te goed, dat mijn manieren er niet beter op worden, wanneer ik voortdu rend met Benedict moet omgaan. Het is erg aardig van u, dominee. Ik denk echter, dat u een weinig voorbarig te werk is gegaan, want u zult er zeker gauw genoeg spijt van krijgen". Hij grinnikte als een ondeugend kind, maar onmiddellijk daarop ver anderde zijn geheele houding. Hij liet zich weer achterover op de sofa vallen en eensklaps was alle glans uit zijn oogen verdwenen. „Ja, ik vraag me af, hoe gauw u er spijt van zult krijgen", mompelde hij. „Wees niet zoo somber. Ik' geloof niet, dat wij het elkaar opzettelijk onaangenaam zullen maken en wan neer dit mocht gebeuren, dan...." „Ja, gaat u voort, wanneer dat mocht gebeuren...." Gaspard keek hem in gespannen verwachting aan. Wees niet zoo dwaas. Het zal niet gebeuren", verzekerde Bill hem. „Ik denk, dat u gauw genoeg hef hazenpad zult kiezen als u ontdekt, wie en wat ik eigenlijk ben", klonk het even later. „Nu en wie ben je dan?" vroeg Bill vriendelijk. „Ik bedoel: behalve een agnosticus. Dat heb je me vroeger al eens verteld en hierdoor heb ik me allerminst uit het veld laten slaan. Er verscheen een sombere blik in Gaspard's oogen. „Dat komt, omdat u hetgeen ik beweer geen oogenblik voor ernst opneemt", zei hij. „Ik kan u niet zeggen, wie ik ben, dominee. Hef eenige wat ik hoop is, dat u het nooit moogt ontdekken". Hij zei dit laatste op zulk een ver- drietigen, zieligen toon, dat een groot gevoel van medelijden zich van Bill meester maakte. Hij had evenwel on mogelijk in woorden kunnen uitdruk ken, wat er op dat moment in hem omging. Het eenige, wat heel duidelijk tot hem doordrong was het feit, dat de jongen in zijn leven een groote tragedie moest hebben meegemaakt. Hij mocht echter niet merken, dat hij een dergelijk iets vermoedde en daarom liet hij de laatste opmerking zwijgend aan zich voorbijgaan. ,Zeg eens, Gaspard", zei hij eens klaps, „je zou me een groot genoegen gen doen wanneer je me „Bill" wilde noemen". „Waarom?" vroeg de jongen uiterst verbaasd. Een ongepaste houding. Op 11 Juni j.l. werd op den onbe- waakten overweg bij Varsseveld een kar van den landbouwer S. aldaar, door den trein gegrepen en vernield. Toen S. den overweg passeerde, was de lijn geheel vrij en geen trein in zicht. De kar raakte tusschen de rails beklemd en toen een trein naderde, liep S. dezen met zweep en pet zwaaien de tegemoet, echter reed de trein door en het paard werd gedood. Het politie-rapport gaf den Officier van Justitie geen reden tot het instellen van een vervolging, ook niet tegen den machinist, zoodat het dossier werd ter zijde gelegd. Toch diende deze zaak thans voor het kantongerecht te Terborg, waar de feiten door getuigen bevestigd werden. De ambtenaar van het O. M. ver ontschuldigde zich dat deze zaak voor kwam en gaf als reden op dat de Spoorwegmaatschappij met „geraffi- „Ik denk, dat wij het beiden pretti ger vinden", verklaarde Bill. „Wij zijn toch van plan goede vrienden te worden?" „In orde, Bill". Zijn bittere stem ming van kort te voren keerde even wel weer terug en er was een cyni sche klank in zijn stem, toen hij zei „Ik moet zeggen, dat jij een heel eigenaardige smaak bezit om mij tof vriend te kiezen. De generaal is min stens tweemaal zoo oud als jij bent. Kies je nooit mannen van je eigen leeftijd uit?" „Dat is een vrij moeilijke vraag", zei Bill. „Ik geloof niet, dat wij vrijwillig kiezen." Er verscheen een ongunstige blik in Gaspard's oogen. „Oh, dat is waar ook. Je gehoor zaamt aan bevelen, die je worden op gelegd, is het niet?" Bill keek hem recht in het gelaat. „Ja, ik gehoorzaam en ik moet je eerlijk bekennen, dat ik er meerma len trotsch op ben dit gedaan te heb ben. Maar we doen het niet uit een gevoel van angst of fatsoen; dat aller minst. Heb je nooit van een soldaat hooren zeggen, dat hij een geboren leider is en dat zijn manschappen hem door het vagevuur zouden vol gen? Welnu, zoo is het ook met den Meester, dien wij volgen. Het ge schiedt niet, omdat wij moeten.... neerde slimheid" drie maanden na dato een proces-verbaal tegen S. in zond. Toen dit verbaal spr. bereikte, was het eerste hem ontgaan, waf bij een behandeling van 18000 verbalen te verontschuldigen is, aldus de „Msb." Spr. noemt de houding van de spoor wegen in hooge mate ong.past en vroeg vrijspraak voor verdachte met ontzegging van de Ned. Spoorwegen van de civiele vordering. De kanton rechter, direct uitspraak doende, sprak beklaagde vrij. stelt zich niet teveeden met de eecste de besfe tabah die hem woedt voopqdegd. Z'n smaah is veeedeld en ze is heel wat voot? nooditj om hem voot? een nieuwe sooi?t' enthousiast te stemmen. Dit han alleen geschieden doots hem het beste uit het beste aan te bieden, zooals maar, groote Godomdat wij er behoefte aan hebben". Gedurende enkele seconden heersch- te er volmaakte stilte. Bill kon zich niet herinneren zich ooit op zulk een krachtdadige wijze te hebben uitge sproken en Gaspard leek onder den indruk van zijn woorden te zijn ge raakt. Plotseling richtte Gaspard zich' op en legde zijn hand op Bill's arm. „Luister eens, Bill, Bid jij dikwijls?" Bill knikte bevestigend met het hoofd. „Ik bedoel niet uit gewoonte", zei hij haperend, „maar.... „Ik begrijp je". „En je gelooft er in?" vroeg Gas pard op vertrouwelijken toon. „Je doet het, omdat je verwacht hierdoor iets te verkrijgen, wat je graag wilde heb ben". Ja", zei Bill op volmaakt ernstigen toon. „Kun jij er een ander motief voor vinden?" ,Dan zit er ook niets goed in", barstte Gasaprd heftig los. „Het is eenvoudig biddenop louter ge luk af". Wat?" zei Bill. „Als je op die ma nier bidt, heeft het zeer zeker geen nut". Gaspard zuchtte even en ging voort, „En geloof je ook niet in de biecht en dergelijke dingen?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1