In dienst Tan allen.
BESTEVAER
Rheumatisqte
SUSSSM
bnirpsal-
J2)e Ülilit
^iqqelaMs&abak
Vrijdag 26 October 1928
116 Jaargang,
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel
Gaat Indfë voor ons verloren?
Uit de Radiowereld
Binnenland
N» 118,
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes 12,—
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
ÜOESCM i COURANT
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
Ï3n:1M_ CCCTt T-„lr-tn OA XT- OAA
Postcheque- en Girorekening' No. 55571
Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244
ADVERTENTIËN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 13
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Stroomingen onder de Inlanders; schoten we in Kolonisatie-poli
tiek te kcrt; de beteekenis van een middenstand in Indië; sombere
voorspellingen.
(De heer K. te Dèpok (Java), een
Zeeuw, zond ons het navolgende artikel
ter plaatsing. Hoewel wij ons met zeer
veel onderdeelen van zijn betoog niet
kunnen vereenigen, achtten we het toch
wel interessant onze lezers van dit arti
kel kennis te doen nemen. De heer K.,
die reeds zeer vele jaren in Indië verblijf
houdt en met een Chineesche vrouw ge
trouwd is mag men n.l. beschouwen als
iemand die verschillende nijpende Indi
sche vraagstukken van nabij bestudeerde.
Door zijn huwelijk weet hij vermoede
lijk meer van de rol welke de Chinee zen
in onze Oost spelen dan menig ander.
Hoofdred. G. Crt.)
De ontwikkeling van Ned.-Indië gaat
de laatste jaren met reuzen schreden voor
uit. Overal worden nieuwe gebieden ont
sloten, wegen aangelegd, bosschen gekapt,
en ondernemingen geopend, op alle plaat
sen heerscbt leven en bedrijvigheid. Be
halve op economisch gebied, heerscbt
deze ook in de politiek, en de inlandsche
bevolking, dat wil zeggen, de intellectu-
eelen onder hen, die vroeger alles lijdelijk
aanzagen, willen zelf een rol gaan spe
len, en inplaats van geregeerd te worden,
willen ze zelf regeeran. Ze willen te be
ginnen met een inlandsche meerderheid
in den Volksraad, langzamerhand komen
tot volledig zelfbestuur.
In de Indische pers leest men bijna n:et
anders, iedereen is er vol van. Vele Euro
peanen, die hier lang wonen, en den zorgle-
loozen en oneconomischen Inlander jaren
hebben gadegeslagen, staan perplex, en
""vragen zich af, wil dit volk voor zich
zelf gaan zorgen? De Inlander, die altijd
tegen zich zelf, tegen allen en iedereen
beschermd moest worden, voor wien wet
ten gemaakt moesten worden, als bij ons
voor de onder curateele gestelden, opdat
vreemden hem zijn grond niet afhandig
maken, is die voor zoo iets in staat, en
wat zal er wel van terecht komen? Wan
neer Ned.-Indië op zich zelf stond, en
niet door verschillende landen was omge
ven, die momenteel de zelfde ontwikkeling
doormaken, geloof ik dat alle weldenken
de Europeanen, die het goed met dein In
lander meenen, zouden zeggen, laten wij
deze debacle voorkomen, en wachten tot
ook de groote massa der Inlandsche be
volking een zekere mate van ontwikkeling
heeft bereikt. Doch nu moeten wij de In
landsche beweging zien in grooter ver
band, en daarom zijn de beste kenners
van Indië, menschen die als bet ware bij
intuïtie voelen wat den Europeaan bovetn
het hoofd hangt, als hij zich niet aan de
veranderde tijdsomstandigheden weet aan
te passen, tot concessies besloten.
Het is echter voor de meesten hard in
dit land, waar de Europeanen zooveel
jaren onbeperkt heer en meester is ge
weest, de macht geleidelijk te moeten zien
overgaan in de zwakke en onbekwame
handen van enkele Inlandsche volkslei
ders. Wanneer nu echter blijkt, dat het
systeem, waardoor Ned.-Indië tot ont
wikkeling en welvaart is gekomen, is ver
ouderd of niet meer zonder gevaar kan
worden toegepast, is het tijd naar een an
der systeem om te zien. Omdat nu vele
volkshoofden, die men altijd zijn vertrou
wen heeft kunnen schenken-, een ander
doel nastreven-, n.l. een Indië vrij van Hol
landsch gezag, en het verkeerd zou zijn,
vooral in tijden van verwarring, te veel op
de betrouwbaarheid van de Inlandsche
elementen in het leger te rekenen, is wij
ziging van tactiek noodig.
We hebben in Indië, kunstmatig een
staat in het leven geroepen, die alleen
door den Hollan-dschen band een eenheid
vormt, en waarin de Hollanders de lei
dende functies vervullen, en de midden
stand uit vreemde Oosterlingen (hoofd
zakelijk Chineezen) bestaat, terwijl de
Inlandsche bevolking de groote massa
vormt. Verder zijn wij op het grootbe
drijf aangewezen, daar wij door onze
meerdere behoeften en hoogere levens
standaard, in het kleinbedrijf niet met
Inlanders en Chineezen kunnen concur-
reeren.
Nu de democratie voortschrijdt en de
Inlandsche werknemers zich beter gaan
organiseeren, komt het grootbedrijf in de
verdrukking -en wij met hen.
De Nederlander, niettegenstaande zijn
groote kennis en erkende politieke be
kwaamheid, heeft niet voldoende aan
dacht besteed aan het feit, dat om op
den duur een land te kunnen behe-erschen
het noodig is dit land te koloniseeren,
d.w.z. zooveel menschen in te voeren,
dat men de oorspronkelijke bevolking ver
dringt of in zich opneemt, zooals de Chi
neezen nu bezig zijn te doen. De Hollan
ders zijn er niettegenstaande hun gewel
dige prestaties in Indië slechts in geslaagd
de hoogere rangen te bezetten, en hebben
geen middenstand, waar werkelijk op te
steunen valt, kunnen vormen. De leidende
Russische kringen zijn aan dit euvel ten
gronde gegaan, en wij kunnen uit deze
tragedie onze conclusies trekken. Ondanks
onze 300-jarige aanwezigheid in Indië,
zijn we nog steeds vreemdelingen geble
ven, en moeten we weer steeds opnieuw
worden geïmporteerd.
De meesten onzer hadden alleen oog
voor hooge pensioenen en kooge tantiemes
en dividenden, en trachtten zoo spoedig
mogelijk met gevulde beurs dit land te
verlaten, en de rest liet hun koud. Het
zal mijn tijd wel duren, werd gezegd. De
meesten hebben den Inlander slechts be
schouwd als koelie of goedkoope arbeids
kracht, en deze fout begint zich nu te
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ETHEL M. DELL.
Geautoriseerde vertaling van
DICKY WAFELBAKKER.
„Die zijn hier in het dorp niet te vin
den," zei mevrouw Winch uitdagend.
„Maar er bestaan er meer dan ge
noeg in Hatchstead," verklaarde me
vrouw Henderson. „Als u bedenkt, dat
er in de Pastorie alleen al vijl zijn."
„Die zijn geen van allen voor hem ge
schikt," zei mevrouw Winch bedaard.
„Totaal ongeschikt. De eenige, die er
niet onaardig uitziet is Molly en zij is
zóó oppervlakkig en coquet, diat geen en
kele fatsoenlijke man iets met haar te
maken zou willen hebben."
„En die tweede dochter dan, juffrouw
Lotte," vervolgde mevrouw Henderson.
„Zij is een alleraardigst jong meisje en
ze doet heel veel goed in de parochie."
Mevrouw Winch liet een minachtend
gesnuif hoorem. „Ik veronderstel niet, dat
haar hulp in deze gemeente verlangd
wordt, en evenmin kan ik me voorstellen,
dat iemand Lotte Morton een geschikte
vrouw voor den dominee zou vinden. Nu,
mevrouw Henderson, ik zal de rest aan u
overlaten en ik hoop, dat u zich volko
men aan mijn aanwijzingen zult houden.
De ovendeur mag in geen geval gesloten
zijn en zoodra het begint te koken
Luistert u wel naar me, mevrouw Hen
derson?"
Het bleek heel duidelijk, dat dit aller
minst het geval was. Er was iets wat zij
veel interessanter scheen te vinden en ze
had zich zoo ver mogelijk uit het keuken-
raam gebogen.
„Kijkt u eens," fluisterde ze. „Daar,
gaat die jonge weduwe van den „Beuken-,
berg Ze beweren, dat zij mevrouw,
Rivers heet. Ze moet een Franfaise zijn
of een Spaansche. Haar zoon ziet er pre
cies uit alsof hij niet goed bij zijn hoofd
is. Oh, lieve hemel, dominee brengt haar
mee naar huis. Denkt u, dat zij zullen
blijven lunchen? Als dat het geval is, dan
komt de pudding gped van pas." I
„Die krijgt ze natuurlijk niet," zei me
vrouw .Winch op scherpen toon.
Ze had den sneeuwvlokjespudding niet
klaar gemaakt voor de weduwe van den
,Beukenberg". Bovendien was het niet
bepaald aangenaam voor haar in de keu
ken van den dominee verrast te worden.
Ze wist voor een kort oogetiblik inderdaad
niet, wat te doen. Indien mevrouw Hen
derson niet in de buurt was geweest, zou
ze ongemerkt verdwenen zijn, maar ter-
wille van haar prestige kon dit thans niet
worden ■verzacht
door inwrijven
derpjnlijke plekken
C met
oplossing
B 'tj apothekers en Q/rogisfèn
wreken. Men beeft niet verwacht, dat zoo
spoedig gebeurtenissen zouden plaats heb
ben, die een geheele ommekeer in de
verhoudingen in bet Oosten met zich zou
den brengen, en die onze positie gidheel
zouden wijzigen.
Een Hollander behoort niet in de Tro
pen thuis, heeft men steeds gezegd, en
daarom gaan we straks alles in handen
spelen van rassen, die hier wel kunnen
acclimatiseeren. Wij gaan een minder
heid vormen, met even weinig rechten als
dit in andere landen 'het geval is, en mis
schien in de toekomst de rol vervullen, die
de Joden zoolang in Europa hebben ge
speeld. Een somber beeld, doch bij be
studeering der geschiedenis kan men niet
anders verwachten.
Het is interessant eens na te gaan, wel
ke toestanden we hier zullen krijgen, als
werkelijk de Inlanders de macht in han
den hebben.
1. Daar men van een Nationalistisch
Indisch Gouvernement, lastig kan vergen
dat vreemdelingen in dienst worden ge
nomen, mag men niet in Indië geboren Ne
derlanders van Gouvernementsbetrekkin
gen uitgesloten achten.
Daar ook de particulieren
hoe langer hoe meer van goedkoope Chi
neesche en Inlandsche werkkrachten ge
bruik maken, zal de strijd om het bestaan
voor Hollandsche werknemers geweldig
zwaar worden.
2. Het leger wordt vcr-Imdischt, en
daar een Iinlandsch officier, onder In-
landsch bestuur, zich wel niet erg gedron
gen zal voelen voor Hollandsche belangen
op te komen, kan een Hollander zich hier
wel niet erg veilig rekenen.
3. Daar de Inlandsche bevolking
hoofdzakelijk Mohamedaansch is, kun
nen de Christelijke zendelingen hun bie
zen wel pakken, of in elk geval worden
hun allerlei moeilijkheden in den weg
gelegjd.
4. Daar Indië onder Inlaindsch be
stuur een prachtterrein wordt voor indivi
duen met onzuivere bedoelingen, van di
verse nationaliteit, krijgen wij hier dezelf
de chaos als in China, als tenminste niet
een der groote mogendheden zegt, nu is
(iet welletjes en er ©en1 eind aan maakt.
Over onzen handel, ondernemingen van
land- en mijnbouw, scheepvaart enz. wil
ik het niet hebben, want die zijn dan vrij
wel renteloos.
Voor Holland is het voldoende- te
zeggen, dat wanneer Indië verloren is, ook
Holland zijn bestaansrecht heeft ver
speeld en een hongerlamd wordt. Door
den honger breekt de revolutie uit en
wordt de Republiek uitgeroepen. Het
beste is dan maar aan te sluiten bij
Duitschland.
gebeuren. Het was echter pijnlijk voor
haar, haar aanwezigheid kenbaar te ma
ken.
Ja, het was erg vervelend. Zij had het
heele bestaan van den pudding vergeten,
terwijl de dominee en zijn onverwachte
bezoekster den tuin inliepen.
Ze lachten beiden en mevrouw Hen
derson keek vol bewondering naar het
mooie gezichtje en de bekoorlijke gestalte
der jonge weduwe.
„Ze ziet er heel lief uit," merkte ze
op. v
Mevrouw Winch verstond deze opmer
king niet. Ze had het besluit genomen
zoo gauw mogelijk voor den dag te komen
en ze bevond zich' reeds in de hall. De
vijf en zestigjarige vrouw maakte een
zeer waardigen indruk, toen ze langzaam
den dominee en mevrouw Rivers tegemoet
liep.
De eerste ontdekte haar onmiddellijk
en riep haar een vroolijken groet toe.
„Hallo, mevrouw Winch! Goeden mor
gen! Had u mij misschien noodig? Als
dit inderdaad het geval is, dian ben ik 0|i-
delijk tot uw beschikking."
Niettegenstaande mevrouw Winch ver
schillende excuses had kunnen opgeven om
haar tegenwoordigheid te verklaren, was
ze toch veel te eerlijk om hiertoe haar
toevlucht te nemen. Ze gedroeg zich ech
ter niet zoo ongedwongen als gewoonlijk.
„Goedemorgen," zei ze, terwijl zij
Daar cle grondoorzaak van al onze be
slommeringen in Indië ons te g.erlng aan
tal is, en tevens Holland overbevolking
beeft, wil men in Nieuw Guinea een proef
met Hollandsche emigranten nemen. Elke
poging om voor Hollands overbevolking
en voor de Europeanen die op Java geen
bestaan kunnen vinden, een uitweg te zoe
ken, moet geapprecieerd worden, doch
ik voor mij verwacht er niet veel van,
daar de moeilijkheden te licht worden
geschat, -en de tegenwoordige Hollander
nog al op zijn gemak is gesteld en weinig
ontberingen gewend, is. Daar echter ver
schillende Duitscbers in Nieuw Gu'nea a!s
klein-landbouwer een bestaan vinden, en
zich hoewel met moeite kunnen handha
ven, zou dit natuurlijk ook voor Holland
sche emigranten mogelijk zijn. Een proef
kan men in elk geval nemen.
De energiekste menschen in Tropisch
Azië zijn echter de Chineezen, zij kunn:m
er den zwaarsten handenarbeid verrichten,
en zij zullen niet schromen, de taak die
wij in Indië niet ten einde kunnen bren
gen van ons over te nemen. Men kan zelfs
wel aannemen, dat zij binnen weinige ja
ren de vrije emigratie naar deze streken
zullen eischen.
Willen wij ons dus in de toekomst in
Indië staande houden, dan zal de eenige
oplossing zijn, toenadering tot dit ener
gieke volk te zoeken. En kan de Hol
landsche vrouw ons niet aan de kinderen
helpen, die wij hier straks noodig heb
ben, dan dienen Chineesche vrouwen deze
taak over te nemen, want het is nu de tijd,
dat naar drastische middelen wordt om
gezien om een debacle te voorkomen.
Daar men tot dit laatste wel niet zal
overgaan voor het te laat is, dient men de
toekomst van het Hollandsche ras in
Indië, tamelijk donker in te zien.
Depok, Java. K.
Mars antwoordt n'iet!
Een Londensch telegrafist te St. Al
bans heeft Woensdag de boodschap naar
Mars behoorlijk in Morseteekens getikt,
die daarna door het draadlooze station
Rugby zijn uitgezonden. De naam van
den afzender is nu ook bekend geworden,
het is dr. Robinson, die als tekst voor
zijn telegram gekozen had: „de groeten
van de Aarde aan Mars". Te Rugb|y
bleef men plichtsgetrouw een half uur
op het betaalde antwoord wachten, en
de dokter in zijn villa te St. Albans heeft
zelfs nog een uur langer gewacht, maar
er is geen enkel teeken uit den aether
terug ontvangen, dat geheimzinnige of
onverstaanbare geluiden bevatte.
Een Schelde fantasie.
Het „Vad." schrijft:
Er zijn wel eens journalisten, die han
delen naar het adagium, dat wie geen be
richten heeft, ze zelf maar maken moet.
Nu de Ncderlandsch-Belgische quaestie
weer actueel wordt, heeft de „Telegraaf'
den dominee hartelijk de hand drukte.
„Om u de waarheid te zegg,en, hoefde ik
u vanmorgen- volstrekt niet te spreken. Ik
kwam slechts naar de pastorie om me
vrouw Henderson een recept te brengen
voor een pudding, dien u vermoedelijk
wel smakelijk zou vinden."
„Dat is alleraardigst van u," riep de
jonge dominee jongensachtig verheugd uit.
,Ik weet zeker, dat ik er van smullen zal.
Kunnen wij het lekkers soms al proeven?"
„De pudding is nog niet klaar," ant
woordde mevrouw Winch glimlachend.
.Bovendien was deze voor uw lunch be
stemd."
„Ik hen er van overtuigd, dat die me
heerlijk smaken zal," verzekerde de do
minee nogmaals.
„U wordt duizendmaal bedankt. Mag
ik nu het genoegen hebben mevrouw Ri
vers aan u voor te stellen? Ik geloof niet
dat u elkander reeds vroeger ontmoet
hebt."
De bezoekster stond op eenige passen
afstand van hen verwijderd. Zij- had een
slank, elegant figuur en een fijn gezichtje,
waarop geen kleur was te bekennen en
hetwelk toch geen ongezonden indruk
maakte. Haar goudbruin haar glansde
in het zonnelicht.
Ze kwam op mevrouw Winch toe en
glimlachte. Hierdoor had er eensklaps een
opvallende verandering in haar uiterlijk
plaats, daar het gelaat dat kort van tevo
Hij is de man
die de achoone
maai? zwape laak
peefthet land
in téjd van nood
te beveiligen
tegen vt?eemde
gveeheeracbircg
Hg gaat ötfl met bommen en gra
naten maai? bemint denveedë,
te meet? daat? deze hem in staat
■stelt puatig te genieten van de
heeplyke
dan ook gemeend met een sensationeel
bericht over de normaliseering van de
Wester-Schelde voor den dag te moeten
komen. Dit bericht echter was van a tot z
verzonnen. Er is in geen enkel stadium
van de Nederlandsch-Belgische bespre
kingen ooit sprake geweest van een plan
als thans door de „Telegraaf", nog' wel
met twee kaartjes ter verduidelijking,
wordt bekend gemaakt. Het werk, dat de
„Telegraaf" aankondigt, zou trouwens op
z'n minst zoo belangrijk zijn als de droog
legging van de Zuiderzee. Toen prof.
Nelemans een paar jaar geleden op de
mogelijkheid eener normaliseering van de
rivier wees, was hij zeer voorzichtig,
zooals den geleerde past; hij hoopte
slechts o-p een langzame ontwikkeling van
vele, vele jaren, die ons na een eeuw mis
schien of na nog langer tijd, een genor
maliseerde Schelde zou geven. Volgens de
„Telegraaf" echter liggen al de plannen
hans al klaar! In werkelijkheid is er
voorloopig alleen sprake van een beperkte
normaliseering van de rivier vlak bij de
grens, waardoor men aan de gevaren van
plotselinge zandverplaatsingen bij het
Nauw van Bath voor goed een einde wil
maken.
Het prachtige kaartje van de toekom-,
stige Schelde in de „Telegraaf" is vooral
merkwaardig en vooral verdacht
omdat het ook nog den zoogenaamden
Groote Doorsteek bij Antwerpen bevat;
jaren geleden is er in België hard gestre
den om dit plan: de Groote Doorsteek
was te Antwerpen het middelpunt van
den politiekeo strijd; toen de deskundigen
echter gesproken hadden, luwde het en
thousiasme der heftigste voorstanders van
dit millioenenwerk, -dat slechts zeer ge
ringe voordeelen zou opleveren. Heeft
de „Telegraaf" misschien een oude kaa-rt
uit den tijd van die doorsteekmanie in
haar archief ontdekt?
ren een vrij kouden indruk had gemaakt,
ineens een en al leven en vriendelijkheid
werd. Hoe het kwam wist mevrouw
Winch zelf niet, doch plotseling was er
een zeker gevoel van wantrouwen over
haar gekomen. De manier waai-op zij de
andere begroette, was dan ook wel wat
stijf en zij bood mevrouw Rivers geen
hand aan.
„Ik was van plan u dezer dagen te ko
men bezoeken," zei ze even later.
„Dat is heel vriendelijk van u," gaf
mevrouw Rivers ten antwoord.
Haar stem was even zacht en melo
dieus als haar lach. Welke kleur hadden
haar oogen eigenlijk? Het gelukte me
vrouw Winch niet dit te ontdekken, het
geen er niet toe meewerkte haar houding
wat tegemoetkomender te doen maken.
„Ze doet je aan een kat of een tijgerin
denken," zei ze bij zichzelf. „Ik geloof
nooit, -dat die vrouw te vertrouwen is."
.Mevrouw Rivers is heel muzikaal,"
merkte de dominee op, toen er een stilte
was ingevallen. „Zij heeft mij beloofd op
ons eerstvolgend concert haar medewer
king te zullen verleenen en ik hoop, dat
ik haar er ook toe kan overhalen in. het
koor mede te zingen." 1
Bij de laatste opmerking werd de hou
ding van mevrouw Winch nog gedwonge-
ner en mevrouw Rivers liet een welluidend
lachje hooren.
(Wordt vervolgd.)