Het Medaillon van Lord Stair N0 i09. Woensdag IS September 1928 i!5e Jaargang, Buitenland LINTVELT's BAZAR U stelt zeer veel prijs op Uw goed. Begin dus nog heden met de Rinso waschmethode. ZEEPPOEDER 1E SOORT Kunst. Rechtszaken. Land en Tuinbouw wmmmm GOESCHE ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f 2. buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-» Woensdag- UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant en Vrijdagavond. Postcheque- en Girorekening No. 55571 COURANT en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. ZIJ, die zich nu abonneeren, ont vangen de Goesche Courant tot l Oc tober a.s. kosteloos. Abonnementen worden ten allen tijde aangenomen aan onze bureaux en door onze agentschappen. OVERZICHT. Krenkend. Nog een paar onaangename woor den, nog enkele zonderlinge besluiten en alles, wat in jaren van krachtsin spanning voor den vrede is gewonnen, gaat te loor. Locarno wekte de hoop dat men eindelijk uit het tijdperk van den oorlog zou geraken, maar thans verflauwt deze hoop met den dag. In één opzicht is 't in dezen tijd zelfs gevaarlijker dan vóór Locarno, toen Frankrijk en Duitschland elkaar beschouwden als vijanden, die het vechten hadden gestaakt, doch niet hadden opgehouden, elkaar te haten. Want in die dagen erkende Duitsch land dat Engeland den wensch had om Europa uit deze gevaarlijke at mosfeer te brengen. Thans echter heeft Engeland deze taak opgegeven, of het neemt ze met zóó weinig be kwaamheid en verstand waar, dat het schijnt dat het ze heeft opgegeven. De gestrengheid van de Rijnlandbe zetting had na Locarno sterk vermin derd moeten worden, doch inplaats daarvan is er een reeks gebeurtenis sen gekomen, die den indruk wekken dat de wensch bestaat om de bezet ting prikkelend en provoceerend te doen zijn. Inplaats van alles te doen om den angel uit die bezetting weg te nemen, schijnt Engeland Frankrijk te helpen om den Duitschen trots er scherper mee te kwetsen. En Briand doet dat dan in Genève nog dunne tjes over. Zijn rede, Maandag in de Volkenbondsstad uitgesproken, was krenkend en grievend voor Berlijn en men moet dan ook lang teruggaan in de geschiedenis van den bond der volkeren om een redevoering te vin den, die zooveel beroering verwekte, als die van den Franschen minister van buitenlandsche zaken. Groot wan trouwen was er in zijn woorden en ze wekten de opvatting, alsof deze staatsman zeggen wilde dat de onze kerheid omtrent Duitschland's wensch naar vrede het belangrijkste punt is bij de bedenkingen die tegen een groote vermindering van bewapening Hoek Koningstraat - Magdalenastraat. SPECIAAL ADRES IN: GLAS, PORSELEIN EN AARDEWERK. 31 FEUILLETON Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Het is een heel aardige broche, ant woordde Jennie genadig. Ze deed als of ze niet merkte dat de mannen el kaar boos aankeken. Ze was van plan dezen dag nu eens volop te genieten. Ze hadden haar beiden ten huwelijk gevraagd, ze had een van hen geac cepteerd omdat hij meer héér was, maar toch was ze niet van plan, Mi chael heelemaal op te geven. Nu zij ze beiden bij zich had, voelde Jennie zich een beetje teleurgesteld in Char lie Nesbitt. Het was waar, hij vleide haar en maakte voortdurend compli mentjes, vertelde over zijn reizen naar Berlijn en Parijs, en eindigde dan met te zeggen, dat zij het mooiste meisje was, dat hij ooit gezien had. Hij maak te plannen voor de toekomst. Ze zou een rijtuigje hebben met twee hitten. Jennie genoot, maar Michael zag er zoo bedroefd uit, dat een oogenblik het rijtuigje en de paarden hun beko ring voor haar verloren. Kom, Jennie, zei Nesbitt, het is bestaan. „En er kan dan ook" zoo zeide Briand „aan een onmid dellijke algeheele ontwapening te land, ter zee en in de lucht op het oogen blik niet worden gedacht. Sovjet- Rusland eischt die ontwapening bij voorbeeld, doch intusschen breidt Mos kou dagelijks zijn legermateriaal en zijn aantal manschappen uit en be roemt zich daarop. Duitschland bezit, weliswaar slechts een leger van hon derdduizend man, doch daarnaast heeft 't een zeer groot aantal moedige man nen, die snel bewapend kunnen wor den. Al deze factoren zijn elementen welke slechts een langzaam voortgaan op den weg der beperking van de bewapening toestaan en Genève zou zijn plicht niet doen, indien het geen rekening met deze feiten hield". Een bijzonder, scherpen indruk maakte het op den toeschouwer, dat Briand nu en dan als het ware dreigend den vin ger ophief en daarmede op Müller wees, alsof deze op de bank der be schuldigden voor Briand zat. Somtijds richtte hij een verwijt zonder omwe gen tot Müller, vooral toen hij den Duitschen rijkskanselier voor oogen hield, dat het nog slechts twee jaar geleden is, dat Duitschland beweren kon, werkelijk ontwapend te zijn. Ge heel onnoodig richtte Briand toen ver schillende oude verwijten over het ge brek aan Duitsche bereidwilligheid om tot een loyale uitvoering der ontwa peningsvoorschriften over te gaan tot de Duitsche delegatie. Andere keeren wendde hij zich ironisch tot deDuit- schers, zooals toen hij Müller's op merking van Vrijdag beantwoordde, die erop gewezen had, dat Duitsch land thans geheel ontwapend is, zoo dat het nü de beurt der anderen is om te volgen. Briand sprak in dit verband eenige woorden van lof over de bijzonder groote organisatorische talenten van Duitschland, vooral op het gebied der industrieele ontwikke ling, woorden van lof, die den indruk wekten, dat hij bang was voor den po- tentieelen oorlogsfactor, dien Duitsch land in het leven zou kunnen roepen. Beroering verwekte deze rede en bijkans was de stemming in de zaal er één die aan een paniek deed den ken. „Dit is 't einde van de Fransch- Duitsche idylle", riep één der Duit- schers in de wandelgangen. „Dit is een vernietiging van de vredes-sfeer van Genève en het bewijst dat Frank rijk er niet aan denkt de sabotage van de ontwapeningsonderhandelingen te staken" zoo schrijven de Duit sche bladen van heden. Intusschen schijnt Briand zelf geschrokken te zijn van zijn scherpe uitlatingen, want nu heeft hij gauw verteld, dat hij al leen maar heeft willen aantoonen, dat het ontwapeningsvraagstuk niet zoo eenvoudig is, als de Duitsche rijks kanselier het Vrijdag had voorgesteld met de verklaring dat Duitschland immers geheel ontwapend is, daarbij de verzekering gevende, dat hij op voortzetting van het werk van Locar no grooten prijs stelt en dat van hem hier zoo druk, laten we den heuvel eens oploopen. Ze beklommen den heuvel en rustten uit op de geurende heide. Beneden hen klonk de muziek en het rumoer van de kermisgangers. Jennie, begon de Londensche min naar, ik vind het vervelend dien ru wen jachtopziener altijd zoo om je heen te zien loopen. Je moet kiezen tusschen ons beiden. Hij doet toch geen kwaad, zei Jennie. Neen, maar ik wil niet hebben dat hij je naloopt. Ik wil met je praten over andere dingen. Ik heb gehoord over een boerderij in Glouvestershire een prachtboerderij „de Leaso- wes" met een mooi woonhuis er bij. En hoeveel dienstboden zal ik kun nen houden? vroeg Jennie. Twee zeker, misschien wel drie, be halve den man die voor de paarden zórgt. Ik hoop dat we groote partijen zul len kunnen geven; dat lijkt me zoo prettig. Daar kun je zeker van zijn. Als ik zoo'n knap vrouwtje zal hebben als jij, zal ik het heerlijk vinden om mijn vrienden uit te noodigen. En je moet je mooi kleeden Jennie. Als jij kostbare kleeren had en juweelen, dan zou je net zoo mooi zijn als de hertogin. Die heeft zeker heel wat prachtige juweelen, niet? ging hij voort allerminst een terugwijken uit deze richting te verwachten is. Mogelijk: maar met dit al weet Duitschland thans wat het van Briand te verwachten heeft. A. M. de Jong. In de „Frankfurter Ztg." vertelt dr. H. o.a. het volgende: In Nederland is iets zeer bijzonders gebeurd: een boek van een Neder- landsch schrijver, een roman, heeft een oplage van meer dan 100.000 exemplaren bereikt! Het is de roman ^Merijntje Gijzens jeugd" van A. M. de Jong, feuilleton-redacteur van „Het Volk" te Amsterdam. Deze in Nederland tot nog toe niet bereikte oplage heeft den schrijver een groot vermogen opgeleverd; men na een korte pauze. Als Jennie scherp had opgelet en een beetje minder goed van vertrou wen geweest was, dan had ze de eigen aardige manier waarop hij dit vroeg, moeten opmerken. Maar ze dacht al leen aan zichzelf en aan mooie kleeren Juweelen, zei ze de hertogin heeft waarschijnlijk de mooiste juweelen van het heele land. Wat een schande dat jij ze niet hebt! Jennie lachte. Jij zult eens diamanten hebben, lief ste, daar zal ik voor zorgen. Maar draagt de hertogin haar juweelen dik wijls? ging hij voort, alweer na een pauze.! i Ze heeft er zooveel parels en ro bijnen en opalen ze draagt nu eens deze en dan weer die. En jij moet op al die kostbaarheden passen vroeg hij. Dan mag je wel al tijd heel voorzichtig zijn. Ja, antwoordde ze, in de kleedka mer van de hertogin is een brandkast, daarin worden ze bewaard. En wie heeft de sleutels? vroeg hij langs den neus weg, terwijl hij een si garet aanstak. i Die liggen in het laadje van de toi lettafel en ik heb de sleutel van die la. De hertog heeft dikwijls genoeg gezegd dat dit niet veilig genoeg is, maar de bedienden van het kasteel zijn allemaal heel betrouwbaar. berekent dat hij aan auteursrechten een som van 85.000 gulden heeft ge kregen. Een jubileerend journalist. Onder vele bewijzen van belangstel ling vierde gisteren de heer D. Hans, voorzitter van den Nederlandschen Journalistenkring zijn 25-jarig jubi leum als journalist. De jubilaris hield 's middags in ho tel Paulez een receptie welke druk bezocht werd en waar hem namens een huldigingscomité van de journa listen een geschenk in portefeuille werd aangeboden. Woordvoerders uit verschillende kringen brachten den jubilaris hulde. Een koopje. De „Manch. Guard." vermeldt het buitenkansje van een Londenschen stoffeerder, zekeren James O'Grady Ik vind dat de hertog groot ge lijk heeft. Hij zweeg een oogenblik en zei toen. Ik wou dat ik je vaker zag, Jennie; dit is de gelukkigste dag van mijn leven. Gaat de hertogin dikwijls uit dineeren of naar partijen? Soms, niet zoo heel dikwijls! Dan komt ze zeker laat terug, niet? Ja, maar ik blijf altijd op haar wachten. Waar ben je dan? Dat moet ver velend voor je zijn? Om je de waarheid te zeggen, ik val meestal in slaap over mijn boek in mevrouw's kamer. En hiermede scheen de belangstel ling van Mr. Nesbitt voor dit on derwerp uitgeput. HOOFDSTUK XXXV. Juffrouw Grey zag er slecht uit. Meer dan eens was de hertogin voor bij gereden dat de gordijnen neer wa ren. Na enkele dagen ging ze haar bezoeken om te zien hoe het met haar ging.) Ik heb u gemist voor het raam, zei ze, is u ziek geweest? Ik ben niet heel sterk, was het ant woord. 1 Dat is juist het ergste. U behoort tot die menschen die nooit klagen en ernstig ziek zijn voor dat men er wat van weet. i die in een meubelwinkeltje een ver waarloosd en gehavend schilderij kocht voor vijf pond. Hij liet het schoonma ken en ging er mee naar een kunst kenner daar vernam hij tot zijn groo te verrassing, dat hij de gelukkige eigenaar was geworden van een mees terstuk door Van Dijck, ter waarde van minstens 71.000 pond. Geen ge ring voordeel, als men weet, dat Ja mes O'Grady met het schoonmaken mee er 20 pond voor had uitgegeven. Het stuk stelt den graaf van Arundel voor met diens oudsten kleinzoon, den lateren hertog van Norfolk. Poging tot doodslag op politie beambten. Voor hef gerechtshof te 's Bosch heeft terecht gestaan de 49-jarige land bouwer L. P. uit Riethoven, die door de rechtbank te 's Bosch veroordeeld was tot 4 jaar gevangenisstraf wegens poging tot doodslag te Reusel op de politie-beambten A. Antonis en J. L. Huijbers, op wien hij met een geweer geschoten had in het jachtveld, toen hij op stroopen werd betrapt. Alleen Antonis werd getroffen en had een bedrag van f145 aan den, dokter te betalen, waarvoor hij een civielen eisch tot schadevergoeding instelde. Ver dachte beweerde niet opzettelijk ge schoten te hebben. Dr. Zijlmans te Bladel deelde mee, dat Antonis onge veer 100 kogeltjes in het lichaam heeft gehad en dat bloedvergiftiging was ontstaan, waardoor hij 10 dagen in levensgevaar had verkeerd. De advocaat-generaal had niet de overtuiging dat verdachte opzettelijk Antonis heeft willen doodschieten. De eisch luidde wegens poging tot zware mishandeling 3 jaar gevangenisstraf zonder aftrek van voorarrest. De ver dediger pleitte vrijspraak. Mocht het hof verdachte schuldig achten, dan verzocht spreker een psychiatrisch onderzoek van verdachte. De advo caat-generaal verklaarde tegen dit laatste geen bezwaar te hebben. Paardenfokkerij. In 1928 werden in het Stamboek voor het Nederlandsche trekpaard in geschreven: in Zeeland 492 merriën, in Zuid-Holland 50, in Noord-Brabant 248, in Limburg 139, in Gelderland 49, in Overijsel 16, in Noord-Holland en Utrecht 17 en in Groningen en Friesland 80, totaal 1091 stuks. Van de 218 merriën, welke in de provincie Groningen werden aangebo den ter inschrijving in het Groninger Paardenstamboek, werden 28 daarin opgenomen. Twaalf merriën werden ingeschreven in het hulpstamboek en 15 werden preferent verklaard. Mijn ziek zijn is van weinig belang voor de buitenwereld. Maar voor mij is het van groot be lang, zei de hertogin haastig. In den laatsten tijd ben ik u gaan beschou- iwen als een vriendin, ik! weet niet precies waarom, maar ik voel me heel sterk tot u aangetrokken. Ik denk voortdurend aan u. En ik kan niet verklaren hoe dit komt. Door de goedheid van uw eigen hart, zei juffrouw Grey glimlachend en kalm. Dat kan moeilijk de reden zijn, lachte Ethel. Maar men zegt dat er menschen zijn die elkaar sterk aan trekken, dat moet dan het geval zijn met ons. Ik vraag me wel eens af, vroeg ze op haar aardige, bijna kin derlijke manier, of u zich' ook zoo tot mij aangetrokken gevoeld? Misschien zelfs te veel, was het ant woord, en de mooie oogen vulden zich met tranen. i Ik wil u helpen en een goedé vrien din voor u zijn. U zei dat uw ziekzijn van weinig belang is. Heeft u dan geen vrienden, niemand die van ui houdt? Neen, ik ben heelemaal alleen op de wereld, antwoordde ze. Als ik van daag stierf, zou er niemand zijn die er van in kennis zou moeten worden gesteld. 1 (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1