BESTEYAER N° 98 Vrijdag 17 Augustus 1928 Het Medaillon van Lord Stair 'etsm&n %(ggef&drüa6&& il8e Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel Zeeuwsch costuum en tourisme één nacht y'3 waan het den inkoop van artike len betreft Hyeischt prima kwaliteit voop laagten ppys en rookt daarom Binnenland Kunst. Koloniën ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. I.OkSCHE Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant Postcheque- en Girorekening Nb. 55571 COURANT en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf Telefoonnummer 17, na 17.30 No. 244 ADVERTENT1EN van 15 regels f 1,20, elk© regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. In ons nummer van Woensdag 1.1. hebben we onder „Provincie-nieuws" plaats verleend aan een artikel uit de „Middelburgsche Courant", dat ge wijd was aan de folkloristische ver tooningen, zooals die in Zeeland bij verschillende gelegenheden georgani seerd worden. Men herinnert zich dat de schrijver van het artikel zich kantte tegen de wijze waarop het Zeeuwsche costuum dikwijls onder de aandacht van vreemde bezoekers wordt ge bracht, dat hij op kwam tegen het dragen der traditioneele provinciale kleedij door personen, welke in het dagelijksche leven zulks niet doen. Onze Middelburgsche collega schreef „Als er Zeeuwsche dansen worden uit gevoerd door Zeeuwsche boeren en boerinnen, dan weten wij hier maar al te goed, dat dat geen echte boeren en boerinnen waren. En bovendien: dat de echte Zeeuwsche boeren en boerinnen niet op die wijze dansen. De vreemdelingen voor wie dat wordt opgevoerd, weten niet beter of het is wel echt". Even vroeger lazen we voorts: „De vertooningen zijn eigenlijk niet waar dig, omdat ze onwaar zijn". Het geheele artikel der „Middel burgsche Courant" heeft ten zeerste onze verwondering opgewekt. Aller eerst omdat er uit blijkt, dat de schrij ver niet voldoende georiënteerd is ge weest en vervolgens omdat het zoo absoluut in gaat tegen iets dat men in dezen tijd zoo niet een algemeen belang, dan toch een groot belang voor verschillende Zeeuwsche plaatsen mag noemen, n.l. tegen de pogingen van enkele Zeeuwen om telkens weer onze provincie bij den vreemdeling te in- troduceeren. Onlangs toen de buitenlandsche jour nalisten Zeeland bezochten, waren we te Middelburg getuige van een der vertooningen, die volgens de „Midd. Crt." dan een beeld heeten te zijn van wat de Zeeuwsche boeren en boe rinnen uit onzen tijd nog steeds doen. De heer Mazure deed een aantal jonge meisjes, waarvan sommigen als boer tje, andere als boerinnetje verkleed waren, een aantal dansen uitvoeren. Niemand der daarbij aanwezigen zal evenwel zoo naïef geweest zijn om te veronderstellen dat de executanten boerenjongens en boerenmeisjes wa ren, evenmin als men den heer Ma- zure er van verdenken kan dezen in druk bij de toeschouwers te willen doen post vatten. Wij veronderstellen dat deze heer een beeld heeft willen geven van het rhytme van het Zeeuw sche landleven in het verleden en dat hij verder eenige gefantaseerde com posities heeft willen verwezenlijken. De Zeeuwsche kleedij had in dit spel een vrij onbeteekenende rol, welke haar vermoedelijk was toegedacht om dat de dansen in Zeeland werden ver liS FEUILLETON Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Hij keek haar verbaasd aan. Hij was vermoeid en hongerig, den gehee- len tijd onderweg, had hij aan Mar guerite gedacht, en zijn eerste woor den waren dan ook: Waar is Mar guerite? Het is juist over Marguerite, dat ik je wil spreken. Ze is in haar kamer. Ik zou je gaarne spreken, voor je naar haar toegaat, Douglas. Zonder verder een woord te zeggen, ging Lord Stair haar voor naar de bibliotheek. Ik heb je iets heel pijnlijks te ver tellen, Douglas, zei ze. Ik zal kort zijn en je niet meer ver driet doen dan noodig is. Al een heelen tijd heb ik het mijne gedacht over je vrouw en kapitein Este. Ze hield plotseling op, want Lord Stair hief met een bevelend ge toond en omdat het Zeeuwsch cos tuum zeer schilderachtig en kleurig is. Van een beetneming van den vreem deling kan hier absoluut niet gespro keu worden, hetgeen de schrijver van het artikel in de „Midd. Crt." stellig zou toegeven als hij de vertooning van de leerlingen van den heer Mazure destijds gezien had. Onwaar was het spel met het costuum daar niet. Of de vreemdeling dan nooit eens „aangekleede" Zeeuwsche schoonen en Zeeuwen voor „echte" heeft aangezien is een andere kwestie. Laten we ver onderstellen dat zulks een enkele keer inderdaad geschiedde. Was dit voor Zeeland zooveel als een kaakslag, als iets minderwaardigs, als een daad die schade berokkende V Een enkele idealist moge deze vraag bevestigend beantwoorden, de groote meerderheid der bevolking zal er het tegenoverge stelde van denken. Het vreemdelingen-verkeer in Zee land zou immers nooit den omvang hebben aangenomen die hef thans heeft als men steeds zoo angstvallig over het provinciale costuum had gewaakt als nu de „Midd. Crt." blijkt voor te staan. Zoo het blad zijn zin kreeg en het Zeeuwsche costuum niet meer in dienst van opvoeringen voor anderen gebruikt werd, zouden de gevolgen zich dra doen bemerken. Zelfs het beste en aantrekkelijkste onder de zon kan nu eenmaal in 1928 zonder propaganda niet meer van eenige beteekenis voor de massa zijn. Op de practische werkelijkheid is dit artikel van de „Midd. Crt." zeer zeker niet afgestemd. Het streelt waf idealisme, en dan van het genre, dat de meesten van ons wel niet meer zonder slag of stoot zullen kunnen aanvaarden. Vooral niet de lezer van het blad, die op de derde pagina van het nummer, waarin bedoeld artikel voorkwam, een opstel aantrof, dat zoo goed als een opwekking was om in baar zijn hand omhoog. Ik wil geen woord kwaad hooren over Marguerite, geen woord. Je zult er anders over denken, als je gehoord hebt, niet wat ik vermoed- maar wat ik wéét, antwoordde Lady Perth en daarop vertelde ze, sterk aangedikt natuurlijk, wat ze bij de Reigers Plas had gezien en gehoord. Ik herhaal, eindigde ze, dat ik zelf heb gezien, dat je vrouw haar armen om Darcy's hals sloeg en dat ze el kaar innig kusten. En ook heb ik haar wanhoop gezien, toen hij ver trokken was. Arm kind, zei Lord Stair vol me delijden. Hij zag bleek en verschrikt, maar er was een aandrang tot begrijpen en vergeven in zijn nobel hart, waarop Lady Perth niet gerekend had. Arm kind, herhaalde hij zacht. Lady Perth keek hem ontsteld aan. Wat zeg je, riep ze uit, heb jij nog medelijden met zoo'n schaamteloos.... Stil!, viel hij haar streng in de rede. Ik verbied je op die manier over haar te spreken. Ze namen afscheid voor goed, zeg je? Als zij met hem was meegegaan of hij hier was gebleven, dan had je reden tot verdenking; nu SJEF VAN DONGEN WEER IN ZIJN VADERLAND TERUG. Na in Rotterdam hartelijk ontvangen te zijn werd de heer Van Dongen ook in Arnhem een warme ontvangst bereid. In een versierde auto werd Sjef van Dongen Xdoor de straten van Arnhem gereden. vacantie-tijd naar Duitschland te rei zen. Terwijl toch het ideaal van heden luidt: „Kent Uw eigen land". O.i. maakte de „Midd. Crt." Dins dag j.l. een weinig goede beurt. Het schoof de ijverige gangmakers van het vreemdelingen-verkeer (die steeds veel en belangloozen arbeid verrichten) iets in de schoenen, dat grootendeels uit fantasie geboren werd, en dat, zoo het aan de werkelijkheid ware ont leend, nog niet de aanleiding tot veel misbaar had behoeven te zijn. Voorts propageerde het blad een sentimentaliteitje dat voor Middelburg (de stad die het wel het minst goed van alle Zeeuwsche steden zonder veel touristen kan stellen) zoo het opgeld deed, een leelijke strop zou worden. Tenslotte verkondigde het de dwaze stelling dat behoorlijke reclame een onbehoorlijk middel voor het tourisme in Zeeland is, en het zotte vermoeden dat werkelijke Zeeuwsche boeren en boerinnen geschikt zouden zijn voor de taak die nu anderen met liefde in de nabijheid van vreemdelingen vervullen. 't Is welletjes! Kordate dames. Dinsdagmiddag te ongeveer vier uur werd ter kennis van de Groningsche politie gebracht, dat in het tijdelijk onbewoonde perceel van ds. Coolsma, iemand was binnengedrongen. De re cherche begaf zich derwaarts en zag, dat in den tuin van den heer Tinga, grenzend aan den tuin van ds. Cools ma, drie dames een man vasthielden. Zij riepen luide om polifiehulp. De recherche nam den man in arrest. Het bleek te zijn een 18-jarige bak kersknecht. Hij had den dag doorge bracht in het huis van ds. Coolsma en droeg de kleeren van diens zoon. Ook had hij zich tegoed gedaan aan niet! Ze mochten elkaar heel graag; ik zie niet in wat daarin voor onge oorloofds steekt. Lady Perth was bleek geworden van verbazing en woede. Ze had niet ge dacht dat haar broer de zaak op deze manier zou opvattenZe beefde van ergernis. Je bent dwaas en blind, Douglas! Dacht je, dat als menschen zóó af scheid nemen, ze niet anders dan goede vrienden zijn geweest? Ik denk geen kwaad, Phamer, zei Lord Stair. Toen ik Marguerite trouw de, was haar ziel zoo rein als van een kind. Wil jij me nu wijs maken dat in zóó korten tijd dat argelooze kind veranderd zou zijn in een vrouw zon der eer en geweten? Onzin; je zou me even goed kunnen vertellen dat de zon in het Oosten ondergaat! Ik geloof er geen woord van. Maar ik heb het toch zelf gezien! Je zult wel schromelijk overdrij ven! Ik geef er de voorkeur aan om Marguerite te vertrouwen. Ik weiger kwaad van haar te gelooven en wil niets meer over deze geschiedenis hoo ren. Als dit alles is, wat je me te ver tellen hebt, laten we het dan als on gezegd beschouwen. Wij Stairs zijn eetbare waar. De kordate dames, die den indringer in bedwang wisten te hou den, waren mevr. Hesse, mevr. Peys- ter en mej. Peyster. Eerstgenoemde was den inbreker op zijn vlucht door de tuinen over een schutting gevolgd. Maastric ht en de luchtvaart. Er hebben onderhandelingen plaats gehad tusschen de Duitsche Lufthansa, die te Aken een vlieghaven inricht en de gemeentebesturen van Maastricht en Heerlen om ook deze plaatsen in het net der internationale lucht lijnen te betrekken. Het zou de be doeling zijn, de beide Zuid-Limburg- sche steden te interesseeren voor de internationale luchtlijnen. Een scheepsramp op den Oceaan. Een 12-jarige jongen uit Haarlem heeft op het Bloemendaalsche strand een soort jampotje gevonden, waarin zich een briefje bevond, gedateerd 13 Juni 1926. De inhoud was in de Duit sche taal gesteld, luidende: „s.s. „Niobe" kapitein Fransen, drijft brandend in zee vijf uur afstand van Santander. De 2e stuurman Kristiansen verzoekt dit te willen mededeelen aan zijn moeder te Hamburg—Altona". Uit den wagon gevallen. Woensdagnacht omstreeks 2 uur zijn nabij „Kethel" op het baanvak Delft- Schiedam, drie arbeiders, die bezig waren een met grint geladen wagon te lossen, bij het rangeerwerk van den wagon gevallen. De 33-jarige P. Wierings uit Oud- Gastel bleek een gecompliceerde been breuk bekomen en de pols gebroken te hebben, terwijl hij verder nog ver schillende kwetsuren heeft opgeloo- pen. Daar men voor zijn leven vreest, heeft een geestelijke hem bediend. De 21-jarige Mol, eveneens uit Oud- Gastel, heeft een hersenschudding be komen. De beide mannen zijn in het ziekenhuis te Delft opgenomen. allemaal trotsch en koud en niet ge wend ons aan emotioneele uitingen te buiten te gaan. Marguerite is spon taan en gevoelig. Tranen en een kus zijn geen bewijzen van schuld. Ik heb haar nooit op die manier met jou gezien, merkte Lady Perth schamper op. Dat ligt aan mij, was het koele ant woord. Je moet het nu zelf maar weten, zei Lady Perth. Ik heb mijn plicht gedaan. Maar één ding wil ik je wèl vertellen: jij mag dan weinig geven om het begrip eer; ik geef er wel om! Als die vrouw hier in huis blijft, ga ik er uit. Ik wil niet met.... zoo iemand onder één dak wonen. Lord Stair lachtte spottend. Mijn beste Phamer, zei hij, ga je gang. Mijn vrouw blijft hier. Ik ben verbaasd dat je zoo iets belachelijks durft te zeggen. Ik meen het. Dan mijn waarde zuster zou ik je aanraden dadelijk te gaan. Lady Perth's oogen schoten vuur. Ga zelf maar eens met je vrouw praten! Toen ik haar haar schaamte loos gedrag onder het oog bracht deed ze geen enkele poging het te ont ,,Die F liegenden Blatter". Naar het „Berl. Tageblatt" uitMün- chen verneemt, zal het ook ten onzent welbekende humoristische weekblad „Die Fliegenden Blatter" op 1 Jan. a.s. ophouden te verschijnen. Hef tijdschrift, dat reeds 84 jaar bestaat, zal in de „Meggendorfer Blatter" worden opgenomen. Verduistering. De Raad van Justitie heeft behan deld de zaak tegen W. M., oud-com mies bij de waterleiding te Bandoeng, die terecht stond wegens verduiste ring van f26.158,—. Beklaagde bekende, dat hij den eer sten misgreep gedaan had in September 1927, toen hij f200,wegnam omdat hij zijn salaris vergokt had in de so ciëteit van hef Indo Europeesch Ver bond, waar hij geregeld baccarat en roulette speelde. Later speelde hij in Tjaptjiki, een Chineesche sociëteit. Het salaris van beklaagde bedroeg f175,Hij gaf zichzelf aan, toen hij geen gat meer zag. Tegen hem werd een jaar en zes maanden gevangenisstraf geëïscht, met aftrek van de voorïoopïge hechtenis. In zijn requisitoir gewaagde de offi cier, mr. De Kruyff, van het volko men gebrek aan controle bij de chefs van beklaagde. Ook de verdediger, mr. Teilegen, hekelde dit gebrek aan controle en noemde de zaak een de centralisatiedrama. Beklaagde heeft het geheele verduisterde bedrag verloren aan de speeltafel. PI. vroeg een voor waardelijke veroordeeling met een rui men proeftijd. kennen, maar smeekte mij het niet aan jou te vertellen, terwille van het kind. Maar ik vertelde haar dat het mijn plicht was om te spreken. Het gezicht van Lord Stair was bleek geworden, maar toch zei hij: Ik geloof je niet Phamer. Het is absoluut zooals ik zeg, riep ze verontwaardigd. Er is iets in de klank van haar stem, dat hem trof. Ik zal met je meegaan naar haar toe ging ze voort, in mijn tegenwoordig heid zal ze de waarheid niet durven! ontkennen. Dan kun je voor je zelf uitmaken wat je moet gelooven. Zwijgend gingen ze naar Margue rite's kamer. Lord Stair klopte. Er kwam geen antwoord. Ze zal bang zijn, zei Lady Perth. Bang! Onzin. Marguerite is in slaap gevallen. Hij klopte weer. Marguerite, lieve ling, ik ben het; doe open. Alles bleef stil. Marguerite, riep hij verscheidene keeren, laat me binnen. Eindelijk braken ze de deur open. De kamer was leeg, de gjrvafe. tuin deuren stonden open en/op de tafel lag een brief gericht -aan Lord Stair. (Wjordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1