Ons schaakhoekje
Onze damrubriek.
Eventjes denken.
sen-
jemengd NieuWs
Voor de Jeugd.
Hoewel het zeer koud was, kregen zij
het langzamerhand toch lie warm, zoo
vlak bij de gloeiende turven. Vooral hun
schenen konden de uitstralende hitte nau
welijks verdragen. Daarom, riepen ze tot
dein knecht, die hen bedienen moest:
Koud om! Koud omj
De knecht begreep, dat hij een laag
koude turven om het haardvuur moest
leggen, en deed, zooals hem bevolen was.
Voor een oogenblikje hielp dat, maar
na eenigen tijd waren de koude turven
ook door het vuur aangetast en weldra in
gloeiende kolen veranderd, waardoor de
hitte wederom te erg werd voor de sche
nen der nog steeds beraadslagende her
ren. Toen bevalen zij den knecht opnieuw:
KcuJ om! Koud om!
Tot driemaal toe herhaalden zij het
zelfde spelletje. Toen kreeg een der om-
zit lenden een snuggeren inval.
Zij hadden een hond bij zich, die zich
een warm plaatsje bij den haard had uit
gekozen. Maar als het vuur hem wat al te
heet werd, ging het dier doodeenvoudig
een eindje verder van het vuur af. De
snuggere man, die dat had opgemerkt,
volgde het voorbeeld van het dier en ging
ook een eindje achteruit.
En werkelijk bleek hem toen, dat het
hielp. De andere heeren -deden insgelijks
en zij waren het er spoedig over eens, dat
het middel, door den hond aan de hanicf
gedaan, veel doeltreffender was, dan tel
kens maar nieuwe turven op het vuuir te
leggen.
De ontdekking deed hen vroolijk lachen
en nu was ook de moeilijkheid, een ge-
schikten naam voor het nieuwe dorp te
vinden, spoedig opgelost. Zij kwamen over
een, dat het Koud-om zou heelen. Grap
penmakers hebben wel beweerd, dat de
naam werd Kou-dom of koe-dom, wat
beteeken de zoo dom als een koe. Maar
het -oude verhaal zegt duidelijk genoeg,
dat het dorp Koud-om gedoopt werld',
wat later veranderde in Koud urn.
Luipaarden.
Men kent het verhaal van den man,
tegen wien, toen hij bij een buurman
kwam, plotseling diens hond blaffend op
sprong. Toen de eigenaar van den h-otn-d
het angstige gezicht van den aangeval
lene zag, zei hij koelbloedig: „Maar weet
u dan niet, dat blaffende honden niet
bijtien?" „Ja, dat weet ik wel," ant
woordde die aangevallene, „maar weet de
hond het?"
Aan deze vermoedelijk op fantasie be
rustende geschiedenis herinnert de ge
beurtenis, die deze-r dagen door een ser
geant van de politie te Chicago is mee
gemaakt. Een der vele m-i'llionaixs m die
plaats, de heer Wentwo-rth, had het in
zijn hoofd gekregen om als herinnering
aan een reis door Afrika, twee jonge
oogenschijnlijk niet wilde luipaarden
naar huis mee te brengen. Maar het
duurde niet lang, of het regende klach
ten van buurlui, slagersjongens, bakkers
knechts, enz., die door de luipaardjes
stuk gebeten broeken en been en hadden
opgeloopen. De politie hoorde er van en
een lid van het corps werd naar den heer
iWentworth gestuurd, om isens naar het
gedrag der lieve dieren te informeeren.
De heer Went worth ontving zijn bez-oeker
allerhoffelijkst, geleidde hem naar zijn
ontvangkamer, waa-r de twee onschuldige
beestjes als groote katten rustig op een
kussen lagen. Hij zeide zijn bezoeker, dat
hij ze rustig kon aaien, ze deden niets, ze
waren heusch ongevaarlijk, maar de po
litieman vond, dat aaien van luipaarden
niet tot zijn ambtsbezigheden behoorde
en verklaarde het liever niet te doen.
Daarop zette de luipaarden-liefhebber hem
in een fauteuil, haalde een boek te voor
schijn, dat over de volkomen ongevaar
lijkheid van jonge luipaarden en derge
lijke dieren handelde en begon den be
zoeker daaruit voor te lezen.
Gedurende de eerste minuten wierp
deze nog wel argwanende blikken naar
de katten, due met half toegeknepen
oogen zich blijkbaar om niets bekom
merden; maar langzamerhand werd hij
zoo -door de voorlezing geboeid, dat hij
in het geheel niet meer op de katiben
lette. De heer Wentworth had juist voor
gelezen: „Het is nog niet voorgekomen,
dat een luipaard een mensch heeft aange
vallen zonder dat de laatste hem gesard
heeft", toen de bezoeker een gebrul uit
stiet en als een razende van zijn stoel
opsprong. Een van de lieve diertjes hing
aan zijn broekspijp en had hem in het
linkerbeen gebeten. Met zijin gummistok
gaf hij het dier een flinken tik op den
kop. Hij het zijn buit los en retireerde
jankend naar zijn operatie-basis, bet kus-
„Mijnbeer," bracht bet slachtoffer uit,
„heb ik dat beest misschien gesard?
„Natuurlijk," antwoordde de beer WemV
worth. „U hebt het dier niet in het oog
gehouden, en dat vatten zelfs de makste
luipaarden als een beleedigiug op; hoort
u maar de desbetreffende passage (in mijn
boek." „Leest u die alsjeblieft aan uw
luipaarden voor, was het antwoord, „die
schijnen het eerder nood'.g te hebben
dan ik En na dit gezegd te hebben
verliet de politieman hinkend en vloe
kend. met w beMoef been h'"i Ku's.
om op bet politiebureau de noodige maat
regelen tegen de beide luipaardjes te
nemen.
Hoe groeten wij elkaar
Mussolini heeft met ziju fascistischen
groet door n.m. de rechterhand schuin
naar boven te heffen, weer eens de aan
dacht gevestigd op de manier, waarop de
menschen elkaar plegen te groeten.
Merkwaardig is het, eens na te gaan,
hoe men in de oudheid en thans nog in
rele vreemde streken elkander „goeien dag1'
zegt.
De eene manier van groeten duidt op
fijnheid van geesteen [andere is door
eenvoud of zinnelijkheid merkwaardig
in het algemeen echter is de wijze van
groeten in de kindsheid der volken dezelfde,
en eerzucht, medelijden, achting en andere
gemoedsaandoeningen worden in de be
schaafder maatschappij op gelijke wijze
betuigd.
De volken voor onze tijdrekening had
den van gelijken tot gelijken geen eigen
lijken groetvoor meerderen wierp men
zich op den grond, kruiste de armen, enz
Thans lacht de Groenlaader, wanneer hij
ziet, dat de .Europeaan zijn hoed afneemt
De Laplanders groeien door hun neus
stevig tegen dien van den ander aan te
drukken.
De bewoners van een eiland nabij de
Philippijnen vatten de hand of den voet
van dengene, dien hij begroet en strijkt
die over zijn gezicht. Andere manieren
van groeten zijn zeer gemakkelijk en soms
zelfs pijnlijk. Er wordt een langdurige
oefening toe vereiseht om op een der
eilanden in de straat van Soenda bijzon
der hoffelijk te wezendaar vat men
namelijk den linkervoet van dengene, die
Begroet wordt en legt hem zachtjes over
het rechterbeen en tegen het gelaat.
De bewoners der Philippijnen bukken
zeer laag, houden de handen aan de wan
gen en heffen tegelijk een voet met ge
bogen knie in de hoogte. De Ethicpiër
grijpt het kleed van den ander en bindt
het om zijn lichaam, zoodat zijn vriend
half naakt blijft.
De Degers betuigen hun hoffelijkheid
door hoogsteigenaardige verdraaiingen en
krommingen van hun lichaam en wanneer
twee negervorsten elkaar bezoeken, groeten
zij elkander door met den middelsten
vinger elkander drie knepen te geven
Op een der groote Cyclad'sclie eilanden
strijkt de een den ander over de haren
In Siam werpt de mindere zich voor den
meerdere ter aarde neder de laatste zendt
dan iemand van zijn gevolg tot hem, ten
einde te onderzoeken of hij iets //kwalijk
riekends" gegeten heeft, of bij zich heeft.
Is dit het geval, dan ontvangt hij van
den voornamen heer een schop, en moet
zich dadelijk verwijderen. In het Oosten
groet men meestal door de voeten te ont
dekken en de handen kruislings op de
borst te leggen. Het militair saluut ge
schiedt meestal met het vaandel, den
degen, geweervuur of kanonschoten. Bij
het zeewezen wordt het saluut bewezen
door den roeper, de zeilen, met de vlag.
of meest al door het lossen van een be
paald getal schoten op gelijken afstand.
Dubbele moord.
In het gehucht Ziinder bij Danzig zijn
Zaterdagnacht een landbouwer en diens
vrouw in hun woning vermoord. Men ver
moedt, dat de misdaad is gepleegd door
een Poolsch seizoenarbeider, die verleden
jaar bij den landbouwer had gewerkt en
tot drie maanden gevangenis was veroor
deeld, omdat hij diens woning eenige
voorwerpen had ontvreemd. De man zou
uit wraak hebben gehandeld.
De moordenaar is 's nachts de slaap
kamer van het echtpaar binnengedrongen
en beeft beiden met een scheermes den
hals afgesneden. De vrouw slaagde er nog
in de keuken te bereiken, waar zij neer
viel en stierf. De zwaargewonde man
vluchtte het huis uit en viel voor de wo
ning van zijn buurman dood neer. Van
den moordenaar ontbreekt elk spoorhij
is waarschijnlijk over de Poolsche grens
gevlucht.
Een verdacht doodsgeval-
Het Engelsche stadje Llanelly (in Car.
marthenshire) is in rep en roer over den
raadselachtigen dood van de 63-jarige
mrs. Jessie Llewellyn, de vrouw van een
aannemer. Mrs. Llewellyn trad twee jaar
geleden voor den tweeden keer in het
huwelijk. Dit huwelijk wekte groote ver
bazing wegens den vergevorden leeftijd
van den echtgenoot, die thans bijna zeven
tig jaar oud is. Kort geleden werd mrs.
Llewellyn ziek en 13 Juni overleed zij
plotseling. Dr. Davies, die haar behan
delde was er niet van overtuigd, dat de
dood het gevolg was van een natuurlijke
oorzaak en weigerde een overlijdenscerti-
ficaat. Bij het officieel medisch onderzoek
dat als gevolg van deze weigering werd
ingesteld, verklaarde dr. Harry Llewellyn,
stiefzoon van de overleden vrouw, dat
naar zijn meening de dood het gevolg
was van hartverlamming, veroorzaakt door
de uitputtende ziekten, waaraan zij ge
leder, had. Een post mortem-onderzoek
werd ingesteld door dr. Bevan John, die
een zeer geringe hoeveelheid arsenicum
in het lijk ontdekte, doch niettemin er
kende dat de dood het gevolg kon zijn
zoowel van arsenicumvergiftiging als van
hartverlamming Dr. Davies echter is er
van overtuigd, dat arsenicumvergiftiging
de doodsoorzaak is.
Ten einde in deze zaak tot klaarheid
te komen heeft de lijkschouwer een be
kend deskundige, met name Sir William
Willcox, de medische adviseur van het
Depattement van Binnenlandsche Zaken
verzocht, zijn oordeel uit te spreken. In
verband echter met 'het feit dat dr. Will
cox niet beschikbaar was, is de verdere
behandeling der zaak tot 1 Augustus
uitgesteld.
De nabestaanden van den
vlieger Hinchcliffe
Lord Inchcape, de vader van de jonge
vrouw die met Hinchcliffe als bestuurdei
was verongelukt bij een poging om van
Engeland naar de Ver. Staten te vliegen,
heeft voor de nabestaanden van Hinch
cliffe op financieel royale wijze gézorgd
Hinchcliffe liet een weduwe met twee
kinderen na.
De minister van schatkist heeft gister
avond meegedeeld, dat lord Inchcape den
wenseh' koestert dat het fonds van 500.000
pd.st door hem ter nagedachtenis aan
zijn dochter aan de natie geschonken niet
mocht leiden tot de klacht dat voor de
andere slachtoffers van de ramp niet was
gezorgd. Lord Inchcape had dus 10 000
pd.st. aan den minister ter hand gesteld
uit zijn eigen vermogen om te worden
besteed als er aanvragen mochten inkomen.
Omtrent het besteden van dit geld had
de minister volledige vrijheid gehad Deze
had het weer doorgegeven aan den curator
voor dergelijke fondsen.
De quaestie, wat er gedaan was voo-
de nabestaanden van Hinchcliffe is onlangs
in het Lagerhuis ter sprake gebracht
Hinchcliffe was niet verzekerddoor zijn
dood bleven zijn vrouw en twee jonge
kinderen (het jongste is nog pas enkele
maanden) in armoede achter.
Drie menschen in een put
bedwelmd.
Te Gres Doiceau, in Waalseh Brabant,
was een loodgieter in den put van een
kasteel afgedaald om zekere reparatiewer
ken uit te voeren. Toen de man, door
gassen bedwelmd, niet meer naar boven
kwam, daalde een student op zijn beurt
af om den man te helpen, maar hij keerde
ook niet terug. Een metselaar ging toen
,de slachtoffers helpen maar vond even
eens den dood. De drie lijken zijn nog
niet opgehaald.
VEILINGSVEREENIGING
„ZUID-BEVELAND" TE GOES.
Veiling van 1 Augustus 1928.
Roode bassen f 19 a f22, Afwijkende
idem f 6, Kruisbessen f 15, Frambozen
f25, Pruimen: Vroege Oranje pruimen
f 40, Prince Pruimen f 32, Marbelanen
f30, Peren: Oomskndereopercn, f32, Zo-
merlouwtjes f8 a f 10, Roode Sulke-
rijen f6 a f8, Janbaasperen f 11Ap
pels Made'einen f 30, idem afval f 4 a
17, Divers-en: Tomalen f7, Zilveruien
f 7, Wagenaarsboonen f 9, Groene boo
n-en f6 a f 14, Gele bootien f 8, alles
per 100 K.G., Bloemkool 13 a -f6,
Roode kool f7. Meloenen f41 a f58,
Komkommers f 2 a f 9, Augurken f 0,28
a f 0,40, alles per 100 sluks, Poo-tu.en
f 3, Wortelen f 4, alles per 100 bos.
VRAAGSTUK
van A. G. Corrias.
Zwart: 7.
abcdef gh
Wit: 4.
De diagramstand in cijfers behoort
te zijn: Wit K d7, D h7, L a7 en
pion op f4. Zwart K d5, 3 b2, L al
en vier pionnen op a3, c4, f6 en h3.
Wit speelt en geeft maf in twee zetten.
Oplossing probleem
van J. Möller.
De diagramstand in cijfers was
Wit K hl, D fl, P c8 en een pion
op a7. Zwart K a8, L h4 en drie pion
nen op c5, d7 en e6. Wit speelt D
glg7 dreigt met D d7. Op zwart 1.
L e7, vogt wit 2. D b2, zwart L dó
en wit nu D g2 mat.
VRAAGSTUK
van Dr. M. J. Belinfante, Amsterdam
Zwart: 10.
Wit: 12.
De diagramstand in cijfers behoort
te luiden: Zwart 9 schijven op 79,
14, 15, 17, 20, 25 en 30, voorts één
dam op 16. Wit 12 schijven op 18, 23,
33, 34, 37, 38, 40, 41, 42, 43, 49 en 50.
Wit speelt en wint op fraaie wijze.
Oplossing probleem
van Mr. C. Blankenaar, Rotterdam.
De diagramstand in cijfers was
Zwart 1 schijf op 4 en een dam op
15. Wit twee dammen op 5 en 47,
voorts één schijf op 23. Wit speelt
23—18, zwart 4—9. Op 410 volgt
5 x 41 en 41—36. Wit vervolgt dus
na 4—9 met 5—41, en zwart is nu
gedwongen tot 15—4, want op 913
of 14 moet ook 154 volgen met on
middellijk verlies door 4736. Daarna
wit 4136, zwart 415 en wit sluit
met 1813 en 36x4 de zwarte dam op.
Een geestig en leerzaam eindspelletje.
NIEUWE OPGAVEN.
VRAAGSTUK No. 1.
Schijnbaar gedachtenlezen.
Deze puzzle dient ook vaak als goo
cheltoer. De voorsteller verzoekt
iemand om aan een aantal guldens
te denken, onverschillig hoe groot of
hoe klein. Nu moet hij in gedachte
hetzelfde aantal van iemand uit 't
gezelschap leenen en dit optellen bij
hef oorspronkelijk getal. „Veronder
stel nu", zegt de goochelaar, „dat ik
u veertien gulden cadeau doe, tel
deze er ook bij. Geeft vervolgens
de helft van het geleende geld terug
en deel het gezelschap mede, hoeveel
gij overhoudt. Ik weet dit reeds; ik
heb inderdaad de juiste som al in
mijn hand". „Zeven", is het antwoord.
De goochelaar opent zijn hand en
toont, dat hij zeven gulden bevat.
Hoe kon hij dit raden?
VRAAGSTUK No. 2.
Bal happen.
Dit gaat meestal voor een gezel-
schapspel door. Een holle elastieken
bal, van 5 c.M. middellijn, laat men
drijven in een bak water. De spelers
moeten dan probeeren om dezen bal
er met den mond uit te halen. Kent
men het trucje niet, dan zal men niet
gemakkelijk slagen.
Op welke manier zou dit klaar te
spelen zijn?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
(vorig nummer).
No. l. Zes en twintig.
Hieronder geven we een der moge
lijke oplossingen, die, al zijn er meer
dere variaties, toch niet gemakkelijk
te vinden zijn.
l
4
11
6
7
2
8
10
8
5
9
12
No. 2. De gratiën en de muzen.
De gratiën hadden elk oorspronke
lijk 36 rozen, want: zij gaven ieder
pan elk der muzen 1/18 van hun
voorraad, d.i. aan de negen muzen
9/18 is 1/2, waardoor zij nog slechts
1/2 voor zich behielden, en elke muze
kreeg 1/18 van elk der gratiën, in
't geheel dus 3/18 is 1/6.
Maar 1/2 dat elk der gratiën over
hield, was 12 meer dan 1/16 wat de
muzen ieder kregen, en als dus 1/2—
1/6 is 1/3 of 12, dan moet het ge-
heele aantal 36 geweest zijn.
GEDACHTEN VOOR
IEDEREN DAG.
De optimist bezit de gave om het
wezen der dingen in hun volheid en
hun juiste verhoudingen te zien. De
pessimist beschouwt ze daarentegen
uit een begrensd en eenzijdig oogpunt.
De mensch schept zich zijn eigen
grenzen, alleenomdat hij zich
zelf niet kent.
Neem niet den schijn aan anders
te zijn dan gij zijt, want elke schijn
is een belemmering voor het zuivere
licht der waarheid, dat door u schij
nen moet gelijk het zonlicht door
het helder glas schijnt.
Spreek tot zijn hart en op hetzelfde
oogenblik is de mensch deugdzaam.
In een rijk hart vindt eigenliefde
geen plaats.
Alle kwaad komt voort uit onwe
tendheid.
Het doel van alle leeren is niet an
ders dan de verloren ziel te zoeken.
Foor grooteren:
1- Frankrijk.
Franeker
Ruurlo
Antwerpen
Napoleon
Konstanfinopel
Rome
IJsselsteïn
Karpathen.
2. Appel
Noor
Tor
Of j
N
3. Look, kool.
4. Karpet, keper, koepr.
Voor kleineren:
1. Zwartsluis.
2. Gort, trogj»
3. Loof, kloof, stoof.
4. P(oes) (v) a (t) (hon) d is pad.
NIEUWE RAADSELS.
Voor grooteren:
1
18 2 21
19 3 22
20 4 23
10 17 12 13 5 14 15 16 17
27 6 24
28 7 25
29 8 26
9
Een 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 is iets,
dat o.a. in Noord-Holland gehouden-
wordt.
Een 10, 11, 12, 13, 5, 14, 15, 16, 17
is een vaartuig.
Een 1, 21, 22, 23, 17 is iets, dat door
de meeste menschen gelezen wordt.
Een 1, 8, 19, 20, 10 is een jongens
naam.
Een 17, 24, 25, 26, 9 is een lekkernij.
Een 10, 27, 28, 29, 9 is een breede
greppel.
2. Mijn geheel wordt met 9 letters
geschreven en noemt een dorp in de
provincie Utrecht.
Een 7, 8, 9, 3, 6 is een stad in Lim
burg.
Een 5, 8, 2, 9, 6 is een dorp in
Overijssel.
4, 5, 6, 3, 8, 9 is een Zeeuwsch
eiland.
Een 7, 8, 9, 4, 2, 8, 3 vindt
men aan elk fietswiel.
1, 6, 8, 4, 8 is een geldstraf.
3. Mijn eerste is nooit lang, mijn
tweede is nooit arm en mijn geheel
fs een stad in België.
4. Wie kan een meubelstuk maken
van: gesp iets lak.
Voor kleineren:
1. Op de zigzag-kruisjeslijn komt
de naam van een dorp in Overijssel.
X Xe rij een reddingwerktuig;
X 2e rij een deel van een
X schip; 3e rij een viervoetig
X dier; 4e rij iets wat in de
X meeste huizen te vinden is;
X 5e rij een huisdier; 6e rij
X een meisjesnaam; 7e rij
X een voorwerp, dat gebruikt
X wordt om te eten; 8e rij
X een boom; 9e rij een jon
gensnaam; 10 rij een getal.
2. Schrijf, telkens tusschen twee
naast elkaar staande woorden een an
der woord in, dat men achter het eer
ste en vóór het tweede zetten kan om
goede nieuwe woorden te vormen.
tafel kamer
lampe stok
boeken papier
huis pak
zonne plaat
3. Met b ben ik een zangstem,
met w wordt ik in elk huishouden
gebruikt, met gr groei ik en met vl
eveneens.
4. Verborgen vogels.
Wat ben je traag, AnSchiet toch op.
Wij hebben dikke en dunne kousen
gekocht.
Bertha rende aan één stuk door
naar huis.
In de val kwamen alleen muizen,
geen ratten.