Persil
BIJVOEGSEL
GOESGHE GOÏÏRANT
Kaia-Kaia's.
R
Voor de VrouW
Land en Tuinbouw
Koloniën.
Rechtszaken.
Uit de Pers.
Slapeloosheid
Mijnharöt's Zenuwtabletten
Binnenland
VAN DE
'VAN VRIJDAG 20 JULI 1928.
Het grootste eiland van den Indischen
Archipel is Nieuw-Guinea. Het is ook
één der achterlijkste eilanden van het Ver
re Oosten. Van jde Westersdhe
beschaving is er nog niet veel te be
speuren. Er wonen woeste Papoea-stam
men die nog druk' aan koppensnellen doen
'De eerste personen, die met succes
toenadering weten te vinden bij die wilde
- volksstammen, zijn doorgaans zendelingen
De inlanders schijnen een fijn gevoel te
bezitten, om onderscheid te merken tus-
sdhen een soldaat en een. zendeling.
We zullen eens navertellen hoe pater
Neijens voor het eerst kennis maakte met
een der meest woeste Papoea-stammen,
de Kaia-Kaia's.
Het was een gevaarlijke tocht, er be
hoorde moed toe, zich geheel alleen tus-
schen die wilden te begeven, met veel kans
om vermoord te worden.
De taal der Kaia-Kaia's wias hem bijna
geheel onbekend. Met veel moeite had
hij slechts twee woorden gewaar kunnen
worden van soldaten en handelaars, die
er wel eens wat van hadden opgevangen
Het waren de woorden kaï (goed) en
igise (naam).
Met deze uiterste geringe kennis ge
wapend, trok pater Neijens naar de in
boorlingen-dorpen niet ver van de kust.
Hij droeg een lange zwarte to-gp. met een
grooten witten hoed. Hij nam slechts een
kistje met verband stoffen mee om gewon
den te kunnen verbinden wat veelal ©21
doeltreffend middel is, om vertrouwen
en eerbied in te boezemen en.... een kist
je met glaskraaltjes, om weg te schenken.
Gewapend was hij ain het geheel niet, zelfs
nam hij geen stok mee.
Spoedig kwam hij bij de eerste hutten
van een iniandsch dorp, waar een twin
tigtal Kaia-Kaia's op den grond lagjen
te luieren.
Bij het zien van den vreemdeling spron
gen zij op en Liepen naar hem toe. Op
eenige passen afstand bleven zij staan en
keken hem onderzoekend en wantrouwend
aan.
Aangename verschijningen waren d.e
Papoea's nu juist niet. Hun geheels li
chaam droop van de kokosolie en door
hun neus hadden zij ter versuemng groote
varkenstanden gestoken. Zij waren gewa
pend met lans en knots en pijl en boog.
Pater Neijens bleef kalm en probeer
de, zich zoo vriendelijk mogelijk voor te
doen. Hij lachte en knikte met het hoofd
maakte buigingen naar alle kanten fet
de mooie kralen zien en beduidde, dat
die voor hen waren.
Zoo trachtte hij duidelijk te maken, dat
hij niet als vijand kwam, miaar als vriend.
Blijkbaar wekte dat reeds eenig vertrou
wen, want een der moedigsten kwam dich
terbij 'en waagde het, hem aan be raken.
En toen allen zagen, dat dit zondier on
gelukken afliep, was het ijs gebroken.
Spoedig vormden de wilden een kring om
den pater en om beurten moesten zij hem
eens aanraken. Vooral zijn baard prik
kelde hun nieuwsgierigheid. Daar graaiden
zij in met hun vuile handen en riepen:
sö,só,sö!
De pater putte zich uit in vriendelijk
heden, gaf aan allen eenige kraaltjes en
won weldra hun vertrouwen geheel. Hij
klopte één der wilden op de borst en zei:
Kai (goed). De wilde sprong van blijd
schap en uitte rauwe kreten van louter
pleizier. Nu ging de pater de geheele rij
langs, klopte allien op de borst en zei, tel
kens: kai. De wilden vonden het prachtig,
wat duidelijk bleek uit hun springen en
hun schreeuwen.
Pater Neijens ging daarop naar één
der mannen en vroeg: igise. Deze begtreep
terstond, dat naar zijn naam gevraagd
werd, en noemde dien. Die geestelijke
schreef den naam :n zijn notitieboekje,
Daar begrepen de wilden naituurlijk weer
niets van. Toen bij- alle namen opge
schreven had, las hij ze langzaam voor uit
zijn boekje. En bij iederen naam sprong
de wilde, aan wien de naam toebehoorde,
van vreugde en bewondering in de lucht.
Daarop nam de pater zijn baard in
de hand en vroeg: igise? Terstond volgjde
het antwoord van verschillende kanten
tegelijk. Ook dien naam schreef hij in zijn
boekje. Op dezelfde wijze wist hij ver
schillende namen ie de vreemde taal te
noteeren: oor, neus, arm, been, enz.
Plotseling sprong één der wilden naar
voren, raakte den pater aan en vroeg:
wó igise? Neijens kende het woordje wó
nog niet, maar hij begreep dat de wilde
op zijn beurt nu naar zijn naam vroeg
Wat zou hij zeggen? Hij heette Mattheus
Neijens. Maar dat klonk zoo- vreemd*
dacht hij. Daarom noemde hij zijn be
roepsnaam Missionaris.
De wilden zeiden den naam na en
maakten ervan Misnorei.
Vriendelijk lachend en onder het uit-
deelen van kraaltjes trok de missionaris
zich langzaam terug en kwam zonder on
gelukken weer aan de kust. Hij had 50
woorden in zijn boekje genoteerd, welke
hij dien avond ijverig van buiten leerde.
Den volgenden dag bracht hij opn'euw
oen bezoek aan de inbooirlinigfea en hij no
teerde weer nieuwe woorden.
Eiken avond leerde hij de nieuwe woor
den van buiten' en zoo wist hij langzamer
hand achter de geheimen der taal te ko
men. Na een paar maanden was hij de
nieuwe taal voldoende machtig, om ea ge
sprek te kunnen voeren met de Kaa-
Kaia's.
Men ziet dat er heel wat geduld en
volharding en niet minder moed voor noo-
dig is, om met zulke wilde volksstammen
bevriend te worden en hun taal te heren,
w aardoor de mogelijkhe d geopend wordt,
van dichterbij bekend te raken met hun
leven en hun gewoonten.
Irüetc
Daarom klaagt Gij ook over de
dure wasch en valt het wasschen U
zoo zwaar Neemt-
Zelfwerkend Wascbmiddef.
Gij behoeft dan de wasch slechts
gedurende een kwartier eenmaal te
laten koken en.. ze. is vrij van
vlekken, sneeuwwit en welriekend.
Zeep of zeeppoeder hebt Gij niet
meer noodig. Persil is rijk aan
prima zeep. welke er zoo fijn moge»
lijk in verdeeld is.
Vraagt gratis brochure „De Reiniging
der Wasch" b/d. Eenige Imp.'. E. Oster-
mann Co. Amsterdam, Fabrikante
Henkei Cie.. A. G., Düsseldorf.
Welke kleertjes heeft baby noodig
Bij het kiezen of maken van de kleer
tjes voor baby, heeft men op vier dingen
te letten: ze moeten zijn zacht, warm,
licht en ruim. De randen moeten goed
gezoomd zijn, zoodat nergens weefdraden
kunnen worden uitgetrokken, het goed hie:
gesteven of hard zijn van de zoogenaam
de „pap", die het bevat en van de fla
nelletjes, die op de bloote huid worden
gedragen, moeten de zoom en de naden
zich aan den buitenkant bevinden.
Men dient er tevens op te letten., dat
de kleertjes zoo gemaakt zijn, dat ze ge
makkelijk en snel aan- en uitgetrokken
kunnen worden. Voorkeur verdienen dan
ook de hemdjes en flanelletjes, die van
achteren sluiten, wat tevens het voordeel
heeft, dat het kind niet steeds uit de wieg
behoeft te worden genomen, wanneer er
van kleeding moet worden gewisseld.
Zooveel mogelijk moet men zorgen,
voor een ruime voorraad linnengoed te
hebben. Bij onze grootmoeders gold heit
strijk en zethonderd luiers voor een
kind en al mogen wij dit tamelijk over
dreven vinden, in dien vroegeren tijd van
hooge waschprijzen, schaarsche bediening
en ouderwetsche droog- en mangelkamers,
was het een ware uitkomst. Wij kunnen
echter volstaan met 4 dozijn, te weten 6
hydrophile luiers, 12 te tra, 24 katoen-
oogjes luiers en 6 flanellen luiers.
Het babygoed wordt in twee of drie
grootten voorradig gemaakt: tot 3 maan
den, van 3 tot 7 maanden tot D/2 jaar.
Voldoende is van elke maat 6 flanellen,
6 hemdjes, 6 nachtponnetjes, 6 lijfjes en
6 luierbroekjes.
Navelbandjes worden slechts kort ge
dragen, zoo dat men hier met 6 of 8 stuks
kan volstaan.
Verder zorgt men voor 6 truitjes vah
wol of gemerceriseerd katoen, al naar bet
jaargetijde vereischt, enkele schortje®', 12
molton en 12 Linnen slabbetjes en 3 fla
nellen hoofddoeken.
Wat de verdere kleertjes betreft, kun
nen we voor de wandeling Jiïemen een
warm, wollen manteltje en 'een flanellen
kapje, bovendien een p^far wollen sokjes
en een cape of een /ioek voor bescher
ming van regen ofr >£und.
Nog enkele opmerkingenGebruik g(een
gummi luierbroejtfjes, ze houden het uit-
zweeten van het Lchaampje te'gen en kun
nen aldus huiduitslag veroorzaken. Geeft
het kindje njjet te vroeg schoentjes aan;
het doel d<ér natuur om het kraakbeen
op den dujir in been te veranderen, kan
hierdoor worden verijdeld. Pak of baker
ook het Ifabd niet in zooals men dit ba
gage zou )doen. Het kind moet zoo wei
nig mogelijk in zijn bewegingen worden
belemmerd. Kleed het des winters warm,
doch iruetl zwaar en des zomers hoe
minder kleertjes, hoe beter.
Dure aardbeien.
Op de aardbeienmark t van Woensdag
avond te Beverwijk besteedden de fa
brieken van 59 tot 68 cent per K.G. Als
een bijzonderheid maken wij nog melding
van het feit, dat de prijzen voor de fa
brieken en voor het binnenland gelijk
zijn. In geen tien jaar zijn de aardbeien
zoo duur geweest.
De eerste peren.
Op de veiling te Cu.emborg zijn Woens
dag de eerste peren (juweelen) aange
voerd.
Beestachtige mishandeling.
Een oude Chinees op de onderneming
Timbang Lawan is op beestachtige ma
nier mishandeld. Drie jonge landgenooten
bonden hem aan de beenen vast, hingen
hem met het hoofd omlaag, waarna zij
hem heen en weer schommelden. Gedu
rende een kwartier duurde dit, waarna
hij met vuisten werd bewerkt. Vervol
gens begoten zij hem met petroleum met
net voornemen hem in brand te steken.
Een tandil, die tussdhenbeide wilde ko
men, werd door zes Chineezen vastge
houden. Alleen de vrees, dat het kongstie-
buis, met het slachtoffer, ook zou ver
branden, heeft hen weerhouden de petro
leum aan te steken. Tenslotte hebben
andere Chineezen den ouden man bevrijd,
die naar het ziekenhuis moest worden,
gebracht. Negen Chineezen zijn gearres
teerd.
Fraude.
Uit Soerabaja wordt gemeld:
Bij de S.S.-corporatie is een onderzoek
gaande naar een nieuwe fraude tot een
bedrag van f 15.000. O.m. zou een partij
regenjassen voor van de waarde aan
plaatselijke handelaren zijn verkocht. De
verdenking is gevallen op den beheerder
Van Leeuwen.
De verduistering bij de H.Z.M.
In hooger beroep heeft het Haagsche
Gerechtshof behandeld de zaak tegen de
drie gebroeders, die door de Haagsche
Rechtbank waren veroordeeld wegens he
ling in verband met de door een kantoor
bediende bij de H. T. M. gepleegde ver
duistering van f25.000 ten nadeele van
die maatschappij.
He t eerst s ton d tere cht de koopman JH
Rijntjes, uit Den Haag, thans gedeti
neerd, die in eerste instantie wegpns he
ling is veroordeeld tot drie jaar gevange
nisstraf. Verdachte ontkende ook thans
ten stelligste, dat hij iets van het ver
duisterde geld zou hebben ontvangen.
De kantoorbediende, die voor het be
wuste feit tot twee jaren gevangenisstraf
is veroordeeld, als getuige gjeboord, deeteL
wederom mede, hoe hij door aanwijzingen
van de zijde der Gebr. Rijntjes ten-slotte
tot de verduistering is overgegaan. Het
geld heeft hij ergens in Meyendel-1 ver
stopt. De plaats, waar dit gebeurd was,
heeft hij eerst aan verdachte medege
deeld, nadat deze hem met een revolver
had bedreigd. Van de vijftien biljetten
a f 1000 heeft hij er acht aan verdachte
gegeven.
Een koopman, die mede in deze zaak
terzake van heling is veroordeeld, ver
klaarde, dat hij van de ruzie in Meyen-.
deli tusschen den kantoorbediende en ver
dachte het een en ander vernomen had
en dat daarbij bedreiging van de zijde-
van verdachte zou hebben plaats gehad.
Verdachte beweerde, dat deze getuige
een wrok tegen hem had.
De advocaat-generaal, mr. A. Brants,
requisitoir nemende, zeide, den indruk ge
kregen te hebben, dat de kantoorbediende
hier volkomen de waarheid heeft gezegd.
Er zijn trouwens verschillende omstandig
heden, welke zijn verhaal zeer geloofwaar
dig maken.
Verdachte's houding daarentegen maakt
zeer weinig indruk. Wanneer men het be
wijs van het ten laste gelegde geleverd
acht, zal men meende spr. met de
Rechtbank moeten aannemen, dat deze
verdachte een gevaar oplevert voor de
maatschappij en dat hier een ernstige
straf noodzakelijk is. Spr. vroeg dan ook
bevestiging van het vonnis a quo.
Verdachte's raadsman, mr. Zegel, be
toogde, dat de verklaring van den kan
toorbediende door niets bevestigd wondt
en geheel alleen staat. Pleiter achtte het
bewijs hier geenszins geleverd; de slechte
klank, welken den naam Rijntjes heeft, zal
in deze zaak echter zijn invloed hebbed
doen gelden. Pleiter concludeerde tot vrij
spraak.
Het gerechtshof heeft gisteren arrest
gewezen. Overeenkomstig het requisitoir
van den advocaat-generaal, heeft het hof
de vonnissen der rechtbanA be\^estigd.
Eveneens werd bevestigd het vrijsprekend
vonnis tegen S. v. d. E., die mede had
terechtgestaan, en van welk vonnis de
off.c.er van justitie in beroep was geko
men.
A. R.-partij-benoemingen.
De A. R. partij heeft het nogal gaar
ne over de liberale voorliefde om
vriendjes en verschillende ambten te
benoemen. Dat niet alleen de libe
rale partij zich hieraan schuldig maakt
bewijst het navolgende, dat we aan
de „N. R. Crt." ontleenen:
,De wijze, waarop de Anti-revolu
tionaire Partij misbruik maakt van
haar macht en invloed, om openbare
ambten aan haar partijgenooten in
handen te spelen, begint in de laat
ste jaren zóó in het oog loopend te
worden, dat meer dan een het zijn
plicht heeft geacht, de wijze waarop
zij te werk gaat, eens onder de aan
dacht van het publiek te brengen.
In het bijzonder wordt hier ge
doeld op den rechtervleugel der anti
revolutionairen, n.l. de Gereformeer
den of Afgescheidenen die verreweg
hun meerderheid vormen. Voordat we
aan de feiten komen, mogen eerst eeni
ge algemeene opmerkingen voorafgaan.
Het aantal der Gereformeerden is
betrekkelijk gering, vergeleken bij de
macht die ze ontplooien, maar hun
organisatie is sterk en machtig en als
leden van een kleine partij kennen
de kopstukken elkander meerendeels.
De oud-studenten der „Vrije" vor
men hierbij een sterke kern. Wan
neer hier sprake Is van openbare
ambten, dan wordt daarbij in hoofd
zaak bedoeld het notarisambt, dat het
meest onder de anti-revolutionaire
speciaal Gereformeerde bevoor
rechting te lijden heeft, hoewel de
bevoorrechting van de leden dezer
partij bij de rechterlijke macht ook
sterk waarneembaar is".
„Ons zijn gevallen bekend van can-
didaat-notarissen dier partij, welke
kort na hun examen een betrekking
buiten het notariaat hadden aanvaard,
doch het nuttig achtten, om in hun
uren werkzaam te zijn op een notaris
kantoor, teneinde hun stage, als eïsch
voor benoembaarheid, te halen, om
dat tegenwoordig voor een anti-rev.
candidaat om op een behoorlijke
standplaats te worden benoemd, een
anciënniteit van 5 jaar als candidaat
voldoende is! Men hoort dit dan ook
in hun kring openlijk verkondigen
evenals dat er gevallen bekend zijn,
dat een candidaat een notaris zijn
diensten aanbiedt onder de overigens
zeer correcte opmerking, dat hij zich
slechts voor korten tijd verbindt, om
dat hij tot de A. R. Partij behoort
en wel spoedig tot notaris benoemd
zal worden. Hieruit blijkt ook, dat de
partij-genooten weten hoe alles ge
organiseerd is.
Is het niet ergerlijk, wanneer men
bedenkt, dat een niet-anfi-rev. voor
een eenigszins behoorlijke standplaats
een anciënniteit van tenminste 15 jaar
als candidaat dient te hebben. Wan
neer de minister nu al candidaten
van'het examen jaar 1922 in het ge
weer roept, is de voorraad anti-revo
lutionairen spoedig uitgeput en dient
er „leentjebuur" gespeeld te worden
bij de meest rechts georiënteerde
christelijk-historischen, want de c.-h.
neven, die niet tot het rechtzinnige
deel der Ned. Herv. Kerk behooren,
worden zooveel mogelijk in den hoek
geduwd.
Onder de vrijzinnige candidaten, die
't meest van deze bevoorrechting te
lijden hebben, heerscht dan ook een
groote ontstemming naast wanhoop en
dit verklaart, dat velen hunner gaan
sollïcïteeren voor afgelegen en weinig
lucratieve standplaatsen, waarnaar ze
in normale omstandigheden niet zou
den dingen".
Na dit nader te hebben verduide
lijkt vervolgde de „N. Rott.":
„Zooals het nu is, is het een al te
doorzichtige bevoorrechting van partij
genooten; en de anti-revolutionairen
zijn als zich heerschend voelende par
tij zoozeer aan die bevoorrechting ge
woon, dat ze er niet meer aan kunnen
wennen, met anderen gelijk te wor
den gesteld, wanneer het hoofd van
het departement van justitie niet een
der hunnen is.
Dat het bevoorrechtingssysfeem bo
vendien nog te sterk wordt doorge
voerd en niet altijd met de meerder
heid van de bevolking der vacante
standplaats wordt rekening gehouden,
kan uit verschillende gevallen van den
laatsten tijd blijken."
Verscheidene voorbeelden volgen
dan hiervan.
Erger is nog de beschuldiging dat
volgens genoemd blad, de anti-rev.
partijbenoemingen, met aanmatigende
handelingen gepaard gaan.
We citeeren hierover 't volgende;
„Te Bedum werd voorts in 1927
een Gereformeerd candidaat van het
tengevolge van de zomerwarmte, over-
wint men spoedig door het gebruik
van een paar
Glazen buisje 75 et.
Bij Apoth. en Drogisten.
examenjaar 1922 benoemd, met pas
seering van den waarnemenden can
didaat van dat kantoor, mr. in de
rechten, en van het examenjaar 1914.
Alzoo 8 jaar ancienniteits-verschil!
De overplaatsing van den vrijzinni
gen notaris te Enkhuizen naar Gin-
neken had blijkbaar een zelfden po-
litieken achtergrond. Met ide wen-
schen der bijna uitsluitend Katho
lieke bevolking van Ginneken werd
geen rekening gehouden. De Anti-
rev. Partij wilde Enkhuizen voor een
partijgenoot vrij maken. Zij deed alle
moeite, om daarvoor iemand te vin
den. Een notaris in Den Haag werd
er zelfs voor in den arm genomen,
maar deze kon of wilde niet mee
doen. Wel was er een Gereformeerd
candidaat van 1922. En deze sollici
tant heeft zelf verkondigd, dat de
minister hem er op attent gemaakt
had, dat hij (met het oog op de vele
en oudere sollicitanten?) geen kans
zou maken, doch hem in den mond
had gegeven om voor Kampen te sol-
liciteeren.
Daar was juist een vacature ont
staan door het eervol ontslag, ver
leend aan een vrijzinnig notaris. Een
paar jaar geleden werd te Kampen
in de plaats van een eervol ontsla
gen Geref. notaris een Ned. Herv.
opvolger benoemd, aan dat kantoor
werkzaam geweest zijnde en van de
Chr.-Hist. Unie. De Gereformeerden
Vonden hem zeker niet „sterk" ge
noeg in zijn geloof, omdat hij come-
die's en concerten bezocht, wat hun
niet aanstond. Alles moest dus gedaan
worden om een Gereformeerd notaris
te krijgen. En met succes, want de
bovengenoemde candidaat van 1922,
hoewel de jongste der sollicitanten
werd benoemd.
De praktijk van den chr.-hist. no
taris kon nu, wat de Gereformeerde
cliënten betreft, overgebracht worden
naar het kantoor van hun geestver
want, terwijl de aldus gedupeerde
niet lang daarna is overleden.
Kort na de bovengemelde benoe
ming te Ginneken ontstond te Breda
een notarieele vacature door het over
lijden van den eenigen Protestanten
notaris aldaar. Uit de couranten is
gebleken, dat de Katholieken zeer
ontstemd waren over enkele notaris
benoemingen van minister Donner,
o.a. over die te Ginneken, Nijmegen
en Hillegom. Waarschijnlijk met de be
doeling, om deze ontstemming eenigs
zins te doen luwen, werd de pas te
Ginneken benoemde notaris tot twee
maal toe op het departement van ju
stitie ontboden en hem met aandrang
verzocht, om voor de vacature Breda
te solliciteeren, wat hij beslist ge
weigerd heeft. Flink zoo!
Te Hillegom werd in 1927 een Ge
ref. notaris overgeplaatst uit Schie
dam, terwijl er alle aanleiding be
stond daar een R.-K. te benoemen,
omdat een kleine meerderheid der
bevolking tot die partij behoort. Dat
handjevol Gereformeerden aldaar kon
zeker geen aanspraak maken op een
notaris van hunne partij.
En in de plaats van de naar Hil
legom overgeplaatsten notaris werd te
Schiedam een Gereformeerd candidaat
benoemd van het examenjaar 1920
met voorbijgang van eenige candida
ten met veel meer anciënniteit".
Het ingzonden stuk.
Een instelling, die een tehuis heeft
voor ongehuwde moeders en haar kin
deren, plaatste onlangs een stukje in
verschillende couranten, zooials instellin
gen plegen te doen', wanneer zij in gjeuid-
verlegenhecd verkeeren. Het was een
pakkend stukje en het bestuur ver
wachtte er veel van, schrijft „De Scha
kel", orgaan van de instellingen voor
Maatschappelijk hulpbetoon. De uit
komst overtrof echter de verwachtingen,
want behalve verscheidene giften kwam
er een brief in van- een boerenzoon, diei
meedeelde, dat hij voornemens was naar
Australië te emigreeren en, na het lezen
van het stukje, besloten had als zijn
echtgenoot© een der verpleegden mee te
nemen, met haar kind. Het was een
vreemd geval en het bestuur zat er wel
even mee; ten slotte was het tehuis toch
geen huwelijksbureau! Maar, goed be
schouwd, als het een nette jonge man
was, wat was er dan tegen, dat hij een
der verpleegden eens^zou ontmoeten om
haar wellicht later naar een ongedachte
en gelukkige toekomst te leiden?
De informaties luidden zeer gunstig.
Nu kwam het er dus op aan een goede