RUITENBOER HetWiagekimd Maandag 18 Juni 1928 4iöe Jaargang* Tot 1 Juli 1928 de Goesche Courant Buitenland Stadsnieuws N° 72 w PUMOL GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant COURANT en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. ONTVANGEN ZIJ, die zich nu op abonneeren, DE NUMMERS KOSTELOOS. OVERZICHT. Phosgeen-gas en vrede. Hef phosgeen-gas vormt inDuitsch land nog altijd een onderwerp van veel gesprek en geschrijf. Ook dezer dagen is er weer een artikel over verschenen in de „Frankfurter Zei- tung", van de hand van den gepen sionneerden kolonel Boelcke, die daar in opmerkt, dat men in alle landen merkwaardig weinig zegt over de con sequenties van den gifgassen-oorlog. Men dient zich daar toch goed reken schap van te geven omdat eventuee len oorlog in de toekomst stellig en zeker een giftgassen-oorlog zal zijn, In dit artikel wordt ook gesproken van een studie van den Duitschen oud minister Krahne over dit onderwerp. We kennen deze studie alleen maar uit wat deze kolonel er van vertelt. Maar hef lijkt ons nogal een ouder- wetsche studie, want, nadat er in be toogd is, dat oorlogen laf en wreed, en dus uit den booze zijn, komt de schrijver daarna met methoden hoe men den gas-oorlog moet voeren. Men onderstelt in dat werk dus op de van ouds bekende wijze dat theorie en praktijk niet met elkaar in overeen stemming zullen zijn, dat h,oe meer .men den mond over den vrede vol heeft, de oorlog des te eerder zal ko men. Maar als die dan komt, zoo zegt de schrijver, moet men begrijpen, dat men aan militaire legers en j weldige vloten niets meer heeft, maar volstaan kan met gas en vliegmachines en een kleine keurtroep op het land. We gelooven dat de Duitsche wensch hier de vader der gedachte is. Immers, Duitschland kan niet anders dan een „keurtroep op het land" er op na houden. Dat heeft allereerst geleid tot een streven van Duitschland naar al gemeene ontwapening. Maar nu dat niet schijnt te helpen streeft men sub sidiair maar naar den giftgas-oorlog. Deze ontwikkeling is verbijsterend. Het gaat toch werkelijk met de offi- cieele pacificatie blijkbaar falicant den verkeerden kant uit, ondanks al les wat men doet om de wereld hef tegendeel te suggereeren. Hoover. Zooals gemeld is Hoover door de republikeinen candidaat gesteld voor de presidentsverkiezingen in Amerika. In een telegram door de republi- keinsche conventie te Kansas City aan Herbert Hoover, den vermoedelijken toekomstigen president, gericht, wordt gezegd „Uw ervaring en vooral uw karak ter hebben u tot den leider gemaakt, dien de partij zocht, opdat er geen stagnatie zij in den vooruitgang der Vereenïgde Staten, vooruitgang, die te danken is aan de thans gevoerde po litiek, waarmede het volk zoo volko men instemt en waartoe gij in zoo belangrijke mate hebt bijgedragen". In het reeds vermelde verkiezings program wordt nog voorgesteld, dat de republikeinsche partij zich o.a. ver klaart tegen de annuleering van de oorlogsschulden en tegen het toetre den tot den Volkenbond, doch wel voor deelneming aan de beraadslagin gen van de technische commissies van den Volkenbond. Verder wordt handhaving van de beperkte immigratie geëischt. Voorts verklaart het program zich voor de handhaving der oorlogsmarine binnen het kader van het verdrag van Washington, voor de voorsteilen van Kellogg voor een anti-oorlogsverdrag, voor de voortzetting van de expeditie in Nicaragua en voor de handhaving van het protectionistische tarief. In een boodschap zegt Hoover, dat hij, zoo hij tot president wordt geko zen, al het mogelijke zal doen, om de nationale verdediging te verzekeren, den handel met het buitenland te be vorderen, de Amerikaansche hulpbron nen te ontwikkelen, de arbeiders, pachters en zakenmenschen te be schermen tegen de concurrentie, ont staan door „de minder gunstige levens omstandigheden in het buitenland". De republikeinsche conventie koos senator Curtiss uit Kansas tot candi daat vqor het vice-presidentschap. Da wes verkreeg slechts enkele stemmen. Hazard-spel. De groot-stedeling, die tijdens zijn vacantie een tochtje maakt en gedu rende enkele uren in een provincie stadje neerstrijkt is veelal de meening toegedaan in aanraking te zijn ge weest met wat hij pleegt te noemen: „de landelijke onschuld". Als hij in de stad zijner inwoning is terugge keerd, toeft hij in gedachten nog gaar ne bij de blanke heldere rustige kleine stad, die in zijn herinnering wordt tot een oord, waar het kwaad niet ge dijt, tot een plaatsje zonder zonden, tot een mooi plekje op aarde waar de duivel en zijn trawanten zich niet thuis gevoelen kan. De groot-stede ling ziet de kleine stad zonder ge varen enhij ziet haar ver keerd. Want de ingewijde weet dat ook de kleine stad, zij het dan in meer beperkten vorm haar gevaarlijke ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. 114 FEUILLETON DOOR ETHEL M. DELL. Hij deed zijn oogen dicht en keerde zijn gezicht naar zon. „Tot strakjes dus, oude jongen! Je hoeft niet thuis te blijven. Ik heb je niet noodig. Ik geloof, dat ik nu wel slapen zal. En laten ze me, als dat zoo is, niet wak ker maken." Doch Nap bleef talmen, hield zijn hand nog vast. „Luke!" zeide hij. Er was iets smeekends in zijn stem, maar voor de tweede maal in zijn le ven hield Lucas zich doof. De glim lach speelde nog om zijn lippen, maar zijn oogen bleven dicht. „Ga nou, kerel!" zeide hij zacht. „En God zegene je!" En Nap ging. HOOFDSTUK XVI. Het eerlijke spel. Het liep tegen den avond, toen An ne, die den middag op Dower House doorgebracht had, door het park te rugwandelde. Zij liep langs het beekje, waarop zij en Nap eens in het maan licht hand in hand schaatsen gereden hadden. Onder het loopen bukte zij zich nu en dan, om de bloemen, die in het gras naast het paadje groei den, te plukken. Doch terwijl zij dat deed, stond haar gezicht ernstig en peinzend. Zij scheen den geur niet eens op te merken. Naarmate zij dichter bij den vijver kwam, begon zij langzamer te loopen, en toen zij bij den ingang van den tuin onder een schaduwrijken ceder een bank zag staan, ging zij zitten en staarde met haar grijze oogen in het water, dat aan haar voeten murmelde. Een glinsterende groene waterjuffer die als een meteoor door haar visioen schoot, stoorde haar in haar gepeins. Met een schok van schrik werd zij wakker. Zij raapte haar bloemen op en stond op. En op dat oogenblik wist zij, dat zij niet alleen was. Hoe zij het wist, zou zij niet hebben kunnen zeggen. Geen geluid of geen schaduw vertelde het haar. Geen hand raakte haar aan. Toch wist zij het. Eenige oogenblikken bleef zij on beweeglijk op den rand van het beekje staan. Dan zeide zij, zonder zich om te keeren: „Zocht je naar mij?" „Ja", zeide hij. Hij kwam naast haar staan. Zij wa ren dicht bij het plekje, waar hij eens zoo overmoedig haar vriendschap ge- 1 Moeders nemen voor de roode, gesmette of ont- stoken huid van de kleine, uitsluitend 't allerbeste, en dat is Doos 50en60 ct.Tube ÖO ct.Bij Apoth.en Drogisten attracties heeft en dat het de „lan delijke onschuld" in de praktijk nog wel eens een en ander te wenschen overlaat. Het kwaad, het maatschap pelijke gevaar begint nu eenmaal niet bij den zooveel duizendsten inwoner van een plaats. Het ligt niet in onze bedoeling hier een verhandeling te geven van de klein-stad-gevaren, zelfs niet van de speciaal Goesche. Wellicht zou ons dat te ver voeren. Doch op een enkel euvel, dat buiten de toelaatbare en gewenschte proporties is gegroeid, zij hier toch de aandacht gevestigd. We bedoelen „het gokken, het dobbelen om geld, dat in vele kleine café's hier ter stede met waren hartstocht beoefend wordt, en dat sedert eeni- gen tijd afmetingen aannam, welke openbaarmaking alleszins wettigen". Het is ons bekend, dat in een groot aantal kleine café's den laatsten tijd het hazard-spel opgeld doet. Enkele avonden per week geven tal van Goe- Senaars, waaronder nog zeer jeugdige personen, zich over aan het spelen om aanzienlijke bedragen, d.w.z. om bedragen, die buiten hun financieele draagkracht liggen. Als men een verboden iets tot on derwerp van zijn journalistiek gaat maken is het vooral in een kleine stad zeer moeilijk om de gewenschte inlichtingen te verkrijgen. Persoon lijke aanschouwing is natuurlijk buiten gesloten en daarom hebben we ons doen inlichten door iemand, die met de ongewenschte toestanden op de hoogte is en meermalen en in ver schillende inrichtingen getuige was van grof spel. Hij deelde ons mede, dat hij op verschillende avonden bedragen die in de honderden guldens liepen, van eigenaar zag verwisselen. Een geval willen we hier nader omschrijven. Een kleine koopman verloor met spel f300,- Hij ging daarop naar huis om nog eenig geld te halen. Toen het spel beëindigde had hij zijn verloren f300, terug gewonnen en bovendien nog f 200,Dit had zich in een goed uur afgespeeld. Behalve inwo ners van Goes zijn er menschen uit de omliggende dorpen, die in de Goesche café's geregeld hun gokje ma ken, en dikwijls aanzienlijke bedragen door hun vingers zien gaan. Ja zelfs zijn ons personen genoemd, die van het gokken een beroep maken en hun weekgeld in de café's op deze wijze verdienen. eischt had. Vandaag scheen het, alsof hij geen woord te zeggen had. Even wachtte zij, dan begon zij, in zijn zwijgen iets vindend, dat haar on gerust maakte, weer te spreken. „Alles is toch goed? Waarom ben je niet bij Lucas?" „Alles is goed", zeide hij, doch liet de tweede vraag onbeantwoord. Strak staarde hij in het diepe water. Eenige seconden verliepen. Zij keek hem een paar maal aan, doch hij scheen het niet te merken. Zijn don ker gelaat bleef peinzend over het beekje staren, alsof zij er niet was. Haar hart begon met harde onge lijkmatige slagen te kloppen. Wat had hij haar te zeggen? En waarom bleef hij zoo zwijgen? Er was iets tragisch, iets bijna angstwekkends in. Zij wachtte in stil-angstig voorge voel. Wat komen ging, voelde zij zich onmachtig af te wenden. Zij kon zich slechts stalen om het onder de oogen te zien. Hoewel hij in het geheel haar kant niet uitkeek, moest hij op de een of andere wijze haar zenuwachtigheid op gemerkt hebben, want toen hij einde lijk begon te spreken, was er iets ge ruststellends in zijn stem, al klonk er ook geen ontroering in door. „Ik zal het u niet lastig maken", zeide hij. „Ik zal u zelfs niet vragen mij te antwoorden, en nog veel min der vriendelijk tegenover mij te zijn. Ook van tal van jeugdige personen nemen aan de gokkerij deel, al zijn de bedragen, die zij te verliezen heb ben, natuurlijk van geringer omvang. We zullen wel niet behoeven te wijzen op de gevaren, die vooral van de jongens, die nauwelijks 16 zijn, aan deze spelerij zijn verbonden. Nog niet lang geleden werden twee knapen tot een maand gevangenisstraf ver oordeeld. Aanleiding: diefstal; oor zaak: gokwoede, die op de een of andere wijze geld moesten hebben We gelooven niet te veel te zeg gen, als we beweren, dat het hazard spel in Goes abnormale en zeer ge vaarlijke afmetingen heeft aangeno men, en dat hier voor de politie een taak is weggelegd. Onderwijzers in vergadering. Zooals Vrijdag reeds in het kort ge meld, is te Goes de 91ste algemeene vergadering gehouden der vereeniging van onderwijzers in Zuid- en Noord- Beveland. Te ruim 10 uur opent de voorzitter, de heer C. Kloosterman te Goes, de vergadering. Spr. heet de talrijke aanwezigen welkom, en deelt mee, dat geen van de inspecteurs te genwoordig kon zijn. In 't afgeloopen jaar kwamen geen sterfgevallen of bedankjes, zoodat het aantal leden stabiel is. Er zijn 79 leden ter ver gadering aanwezig. De notulen der algemeene vergadering in 1927 worden gelezen en onder dankzegging aan den secretaris, den heer F. Mays, goedge keurd. Het bestuur vergaderde 12 Mei j.l. en besloot daarin met het oog op vroeg invallende vacanties, den da tum van vergadering een maand te vervroegen. De penningmeester, de heer F. C. van Strien, doet rekening en verant woording. De inkomsten bedroegen f274,28, de uitgaven f255,75. Het ba tig saldo is dus f 18,53. De heeren Steketee en Tollenaar zien de rekening na en bevinden ze in orde. Aan de orde is de verkiezing van 2 bestuursleden, wegens periodiek af treden van den heer W. 't Hooft en wegens vertrek van den heer M. C. Maas. Het bestuur acht het wensche- lijk dat ook Noord-Beveland in het bestuur tegenwoordig is. De heer W. 't Hooft wordt bij acclamatie herbe noemd. In de vacature Maas wordt gekozen de heer J. Eversdijk te Kats. De voorzitter bedankt den heer Maas voor hetgeen hij voor de vereeniging heeft gedaan en wenscht hem in zijn nieuwe woonplaats alles goeds toe. De heer van Dïjl, bibliothecaris der vereeniging, brengt verslag uit. Er zijn -jr: 400 boeken in de bibliotheek, van Nederlandsche letterkundigen zijn er 150 stuks. Moderne boeken zijn er haast niet onder. De aanvraag om boe ken is zeer gering. Voorgesteld is een crediet van f25,toe te staan voor uitbreiding. Dit voorstel wordt aan genomen. Hierna houdt de heer J. M. de Maar u moet mij aanhooren, niet voor mijzelf, maar omdat Luke bevolen heeft, dat u het moet weten. Misschien vondt u het vreemd, dat ik zoo spoe dig teruggekomen ben. Hef heeft u waarschijnlijk verbaasd?" „Ja", zeide Anne zacht. „Dat wist ik wel". Er klonk iets als bittere satisfactie in zijn ant woord. Hij wierp zijn hoofd met een zweem van de vroegere arrogance in zijn nek. „Welnu, ik ben hier om het u uit te leggen. Ik wist, dat mijn kan sen weg waren, toen ik vertrok wat ze nu nog zijn. Maar toch moet u weten, dat ik terugkwam, omdat ik gehoord had, dat u vrij was, en ik gek genoeg was om mij in te beelden, dat ik u eens ondanks alles wat er gebeurd is, nog zou kunnen overha len mijn vrouw te worden." Hij hield een oogenblik op, maar bleef in het water staren, alsof hij in de kristallen diepte iets las. Anne stond, haar handen stijf om de neerhangende bloemen, naast hem te wachten. Hij ging heel snel voort, als wilde hij zoo gauw mogelijk klaar zijn. „Dat was de ware reden, dat ik terugkwam. Ik weet niet, of u dat begrepen hebt. Ik heb echter getracht te zorgen, dat het niet gebeurde. Maar hoe dat zij, het lukte mij niet Lucas om'den tuin te leiden. Hij ziet alles. Hij weet bijv., dat ik van u houd", bijna nij- Nooijer, hoofd der school te Oostdijk, een lezing over „Het verdronken land van Zuid-Beveland". Spr. begint met op te merken, dat er in den laatsten tijd meer belang stelling is voor oudheidkunde, folklore en dialect. Spr. heeft, dicht bij de Schelde wonende, door ervaring veel opgedaan. Zeeland bestaat sinds Chris tus geboorte, wat uit geschiedboeken van Romeinsche schrijvers blijkt en ook uit de oudheden die gevonden zijn bij den Romeinschen tempel Ne- hallenïa op Walcheren, thans weer in zee liggende. De vluchtheuvels die men hier en daar nog vindt, ook in West- Brabant, dateeren van de 10e en 11e eeuw. De vluchtheuvels op Zuïd-Beveland, waarin scherven van Frankischen oor sprong, werden opgespoord, liggen ten oosten van de z.g. Zanddijk. De naam Beveland dateert in een oorkonde van 1228, en is waarschijnlijk ontstaan door de „bevende" grond, die niet ste vig in elkaar, maar los en drijvende is. Uit oude archieven van verschil lende abdijen, blijkt de vroegere ge steldheid van Oost-Zuid-Beveland. Verschillende schrijvers als Holle- stelle, Beekman hebben een en ander onderzocht en een kaart geteekend, waarvan een vergrooting aanwezig is. Oost-Zuid-Beveland gelegen tus- schen de Schelde en de Honte, was doorsneden door tal van kreken, o.a. door de Hinkelinge, die' Oost-Zuid- Beveland verdeelde in Oost-watering en Zuid-watering. Op Oost-Zuid-Beve land lag Reimerswaal, dat in 1374 stadsrechten verkreeg. De bron van welvaart was er het bereiden van zout uit derrie (daring), dat gegraven werd uit een onbewoonbare streek, bin- nensdijks liggende. Reimerswaal had een buitengewone groote kerk met 17 altaren. Krabbendijke is een sprekend bewijs van den grooten invloed, die in dien tijd van de kloosters uitging. Landbouw en veeteelt waren zeer voor naam en stonden in vergelijking met andere streken op tamelijk hoogen trap. Door vele schenkingen werden de kloosters heel rijk, tot spijt van de daar wonende edelen, waardoor jalouzie en vaak hevige twisten ont stonden. Zoo loofde een zekere Jan van Waarde in 1258 alles wat zich in een van deze kloosters bevond, maar moest, gedwongen door de edelen van Kruiningen alles teruggeven en boete doen. Over de oude bevolking van Ooste lijk Zuid-Beveland is heel weinig te zeggen. In 1203 werd een stuk grond verkocht rond Kruiningen, waarbij een zestig-tal namen voorkomen, die doen vermoeden dat de bevolking is van Noorschen oorsprong. Later is de Vlaamschen invloed van groot ge wicht geweest. De heer J. Dek heeft een werkje geschreven over Kruïnings dialect, dat het dialect is van een groot deel van het tegenwoordige Zuid-Beveland. Spr. wijst er vervolgens op dat het dig kwamen die woorden eruit „en hij vindt, dat u dat moet weten, voor het geval", zijn lippen vertrokken tot een vreemden grijns „u van mij houdt. Het is een belachelijk idee van hem. Dat heb ik hem ook gezegd. Maar hij hield niet op, of ik moest u de gelegenheid geven op mij te trappen. Hij vindt zeker, dat ik u dat verschuldigd ben. En misschien heeft hij gelijk. Welnu ik stel u in de gelegenheid". „Geloof je, dat ik dat wil?" vroeg zij zeer zacht. Hij klemde zijn handen in elkaar. „Dat zou ik niet kunnen zeggen. De meeste vrouwen zouden hef doen. Maar als u hef weten wilt ik1 heb hem beloofd, dat ik een eerlijk spel zou spelen, en dat doe ik nu. Ik zeg u de zuivere, ruwe waarheid. Ik heb u lief. Ik moet u dat zeggen. Maar „Je houdt meer van Lucas", zeide zij. Hij knikte. „Precies. Maar Lucas is een edele kerel. Hij wil uw geluk vóór alles. Terwijl ik?" steeds nog starend, bukte hij zich wat, alsof hij iets bijzonders zag „terwijl ik, La dy Carfax, er misschien in zou kun nen slagen u gelukkig te maken, maar het zou niet hetzelfde zijn. U zoudt mijn leven moeten leven niet ik het uwe. Ik ben niet als Lucas. Ik zou niet tevreden zijn met een beetje". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1