RUITENBOER
N°. 70
Woensdag 15 Juni 1928
1158 Jaargang*
Tot 1 Juli 1928
de Goesche Courant
Onze Land- en Tuinbouw
benadeeld.
LINTVELT's BAZAR
Buitenland
Binnenland
KuDSt.
Bij Boodschappen doen
geen PUROL vergeten
Iiand ei) Tuinbouw
PpoVincienieuWs
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f 2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Adver ten tien worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
ONTVANGEN ZIJ, die zich nu op
abonneeren,
DE NUMMERS KOSTELOOS.
Met verwondering en leedwezen heelt
men in land- en tuinbouw krengen kennis ge
nomen van het feit, dat door een tweetal
Kamerleden een voorstel van wet is inge
diend tot tijdelijke heffing van een in
voerrecht voor klompen.
Met verwondering, omdat mocht wor
den aangenomen, dat, na de verwerping
door de Kamer van het Regeeringsvoor
s'lel tot heffing van een invoerrecht op
huishoudelijk aardewerk, porselein eng';
werk en op enkele soar jen tegels, de i
dieini.ig \an dit in'tiatief-voorstel achter
weg4 zou zijn gebl \en. De uitspraak der
Kamer, blijkende uit een na tea uitvoerig
debat gehouden stemming, waarbij zuch
^an de ongeveer voltallige v.rgadering een
meerderheid van 52 stemmen tegen Inet
Reg-erings voor stel verklaarde, laat aan
duidelijkheid niets te wenschen o\er.
Met Leedwezen, omdat door den voor-
ge stelden maatregel in het bijzonder onze
land- en tuinbouw zullen worden getrof
fen. Immers, de klomp is een \erbruiks-
artikel, dat het meest door de platte
landsbevolking wordt gedragen, zoodat
deze door het invoerrecht speeiaal zou
worden gedrukt. Prijsverhooging zal het
eerste en onvermijdelijke gevolg van den
voorgestelden maatregel zijn, want indien
aan den klompenmaker een beter loon
werdt verschaft, moet de prijs van de
klompen wel stijgen. Door een maatrege
als de voorgestelde wordt de werkgele
genheid niet op natuurlijke wijze bevor
derd doch kunstmatig gekweekt. Het
voorste! tast het belang van de gebruikers
aan, en deze gebruikers zijn naast die in
het land- en tuinbouwbedrijf veelal een
weinig f namcieel draagkrachtig deel der
fce.olking H t voorgestelde invoerrecht
zal dit financieel zwakste deel der b
volking, ja die allerarmsten, die tot de
k'ompengebiu'kers b hoeren, treffen. Het
ft zal vo-orts als ©en onevenre lig zware be
lasting drukken op de giroote gezinnen,
omdat de klomp, een verbruiksarti1 el dat
perotiek moet w^rd-in aangeschaft wijl
het aan sterke slijtage onderhevig is»
Hoek Koningstraat - Magdalenastraat.
SPECIAAL ADRES IN: GLAS,
PORCELEÏN EN AARDEWERK.
112
FEUILLETON
DOOR ETHEL M. DELL.
tt Het licht van een schemerlamp viel
at op zijn donker gezicht en deed den
glans van zijn speurende oogen en de
lijnen van zijn jukbeenderen scherp
■*1 uitkomen. Hij leek wel een uit brons
gegoten gedaante,
b Uren tang lag hij daar al aan één
stuk te waken, onvermoeibaar sta
rend naar het uitgeputte gezicht op
het kussen. Het had het gelaat van
een doode kunnen zijn, waarop hij
staarde, doch de pols, die in zijn
hand nog zwak klopte, zeide hem hef
tegendeel.
Ongeveer een uur na middernacht
sprak een stem in de diepe stilte:
„Boney."
„Hier ben ik, kerel!"
„Dag, beste jongen!" Het wasnauw-
lijks meer dan een zucht, die van de
op elkaar geklemde lippen scheen te
komen.
„Doe je oogen open", zeide Nap.
Langzaam gingen de zware oogleden
wordt gedragan door jong en oud, man
zoowel als vrouw. Terecht achten ouzo
land- en tuinbouwers het onbegrijpelijk,
cat men de klompen, wat cis hoogte van
het invoerrecht betreft, wil plaatsen dn
dezelfde iarlefsklasse als auto's en brand
kasten! Neemt men aam, dat de kosten
der niet-ingevoerde klompen met 12 °/o
zullen stijgen dan beteekent dit esn be
drag van een hall' mil'ioem, an dt offer
kan zeker niet van de gebruikers der klom
pen worden gerorderd.
Het verzet van die plattelandsbevol
king tegen dit wetsvoorstel is dan ook al
leszins begrijpelijk. Voorste.Dn als deze
zijn de practisch© bewijzen, dat bescher
ming van de belangen van enkelen ver
mindering van d© welvaart van het alge
meen beteekent en dat wij dus verstandig
doen, elke bescherming vierkant af te wij
zen en vast te houden aan ons beproefd
vrijhandels beginsel
OVERZICHT.
SOVJET-GELD.
Den Engelschen minister van bin-
nenlandsche zaken is de laatste weken
het vuur nogal na aan de schenen
gelegd in verband met geruchten over
geldzendingen uit Rusland aan de
communisten in het Vereenigde ko
ninkrijk. De bewindsman heeft eenigen
tijd noodig gehad om naar de juist
heid van deze berichten te informee-
ren. In het Lagerhuis deelde hij hef
resultaat van zijn onderzoek mede.
Hij zeide, dat twee gevallen door
den geheimen dienst waren nagegaan,
die sommen van veertien- en dertien
duizend pond sterling betroffen.
Een bediende van de Narodny-bank
te Moskou had in Engeland biljetten
van 1000 in kleine biljetten van
1 tot 5 pond omgewisseld en de po
litieke recherche had de bewijzen in
handen, dat het grootste deel dier
biljetten een paar dagen later in han
den van bekende communisten of
communistische vereenigingen is ge
weest.
Het andere geval betrof twee be
dienden van een andere bank, die
13.000 klein hadden gemaakt en ook
deze menschen hadden geen voldoen
de ophelderingen van hun gedragin
gen kunnen geven. De 27.000 wa
ren tusschen Juli 1927 en April '28
in Engeland gewisseld. De minister
had de zaak nu ter verdere afwikke
ling aan zijn rechtskundige raadge
vers voorgelegd, die nader zouden on
derzoeken, waar het geld vandaan
moest komen en met welk oogmerk
het in zoo kleine biljetten moest wor
den ingewisseld.
Zou uit dit onderzoek blijken, dat
het geld met de misdadige bedoeling
verstrekt was om in Engeland En-
gelsche onderdanen om te koopen of
revolutie in welken zin dan ook
economisch of politiek te helpen
voorbereiden, dan zou de minister
natuurlijk zorg dragen, dat de bron
van herkomst gestopt werd, en ver
open. Die blauwe oogen ontmoetten
den donkeren, mysterieuzen blik bo
ven hem.
Zwijgend als een geest kwam Cap
per naar hem toe. De verpleegster ging
van het raam weg, en het gordijn
bolde uit in de kamer, fladderend
als een gevangen ding, dat tracht te
ontsnappen.
„Ja, Boney", zeide de vermoeide
stem.
En Nap's stem, die doortrild werd
door een teederheïd, die meer dan
menschelijk was, antwoordde: „Houd
je nog even goed, oude jongen! Kijk
maar, ik steun je. Draai de lamp wat
op en neem de kap er af. Hij kan'
me niet zien. Zoo, oude jongen, kijk
me nou maar aan en houd je stevig
vast. Neen, je kan niet achterover
zakken, ik houd je tegen!"
Capper goot iets uit zijn lepel tus-
scchen de bleeke lippen. Dan volgde
een stilte.
Doch de blauwe oogen bleven open
en staarden naar die andere vurige
oogen.
Drie gedaanten slopen als geesten
de kamer binnen. De kamer scheen
vol spoken.
Na eenige oogenblikken begon Lu
cas weer te spreken, en zijn dunne
lippen bewogen onmerkbaar. „Het is
zoo'n lange weg terug, Boney geen
dere maatregelen tegen de schuldi
gen voorstellen.
OM DE MACHT IN PEKING.
Peking schijnt aan den vooravond
van moeilijke dagen te staan. Gene
raal Feng en generaal Jen Sji Sjan,
hebben samen ruzie gekregen over
de vraag, wie nu eigenlijk de baas is
in Peking. Zonder zich te storen aan
de indertijd met generaal Jen Sji Sjan
gesloten overeenkomst, waarbij deze
laatste zich Peking zag toegewezen
heeft Feng de regeeringsgebouwen,
de banken het postkantoor en het
paleis van den president laten bezet
ten. Jen Sji Sjan heeft de regeering
van Nanking onmiddellijk met het
gebeurde in kennis gesteld en deze
heeft generaal Feng bevolen zijn troe
pen uit Peking terug te trekken.
Feng heeft echter aan de heeren
van Nanking medegedeeld, dat hij be
noemd wenscht te worden tot opper
bevelhebber van het militaire district
Peking.
Generaal Jen Sji Sjan heeft aan de
pers verklaard, dat hij alle maatrege
len heeft getroffen, om een botsing
tusschen zijn troepen en die van gene
raal Feng te vermijden. Desniettemin
is het gevaar, dat er een conflict zal
ontstaan, bij voortduring zeer groot.
Gasten ten Hove.
Aan den maaltijd van de Koningin
en der. Prins ten Koninklijke pa-
leize Het Loo hebben Maandagavond
deelgenomen de Commissarissen der
Koningin in Noord-Brabant, Gelder
land, Zeeland, Utrecht, Friesland,
Overïjsel, Groningen en Drenthe. De
heeren bleven ten paleize overnachten.
Indische tentoonste11 ing
In Arnhem is de Indische tentoon
stelling door Prins Hendrik geopend.
Zeer vele autoriteiten, w.o. behalve
Z.K.H. de Ministers van Koloniën, Ar
beid en Oorlog, de oud-gouverneur
van Oost-lndië, mr. Fock, en van
West-Indië, mr. A. baron van Heem
stra, waren tegenwoordig.
Redevoeringen werden gehouden
door Minister Koningsberger; den
burgemeester van Arnhem, mr. de
Monchy, en den voorzitter van Oost
en West, R. Zuiderhoff.
De tentoonstelling maakte op allen
'n gunstigen indruk en velen verklaar
den gaarne nog eens terug te komen
om op rustige wijze de belangrijke
inzendingen in oogenschouw te nemen.
loen omstreeks 5 uur het publiek
toegelaten werd, bleek spoedig dat er
reeds groote belangstelling bestond.
In de avonduren vooral was er een
gezellige drukte.
Olympische kunst-tentoonstelling
Maandagmiddag is in het stedelijk
eind te zien en heelemaal bergop
waarts."
Het schijnsel van de lamp viel vol
op Nap's gezicht; het teekende de
harde lijnen scherp af en het kwam
Anne voor, alsof zij keek naar het
gelaat van een man, die in de uiter
ste wanhoop verkeert. En zijn stem
was het Nap's stem, die zoo rade
loos smeekte'.'
„Den moed niet verliezen, oude
jongen! Ik zal je er wel boven pp
helpen. We zijn al door het ergste
heen. Houd moed, Luke, houd moed!"
Weer goot Capper lets door de nu
open lippen, en een huivering voer
door het krachtelooze licchaam.
„Houd moed", herhaalde Nap. „Je
hebt me beloofd, dat je het doen
zoudt. Je moet niet sterven. Je kunt
niet gemist worden. Zonder jou ben
ik aan den duivel overgeleverd!"
„Neen, Boney", zeide Lucas en om
zijn lippen beefde een glimlach. „Dat
is nu voorbij. Nu speel je het ridder
lijke spel!"
„Je moet blijven en me helpen; an
ders kan ik het niet winnen".
„Zoo!" En met dat woord hijgde
een diepe zucht over zijn lippen. „Is
dat zoo, Boney? Ja, ik ben, geloof
ik, een zelfzuchtige kerel altijd
geweest misschien".
Een onderdrukte snik kwam door
U kunt het bekomen bij Apoth. en
Drogisten in doozen van 30 en 60 ct.
en In tuben van 80 ct.
museum te Amsterdam de Olympische
kunst-tentoonstelling geopend. De ten
toonstelling bevat kunstwerken van
de verschillende naties, op het gebied
van bouwkunst, letterkunde, muziek,
schilder- en beeldhouwkunst. De in
zendingen moeten betrekking hebben
op de sport. De inzendingen zullen
later door een internationale -jury
beoordeeld worden.
Aardappelziekte.
Vanwege de plantenzïektekundigen
dienst meldt men ons, dat ook van
9 tot 10 Juni de weersomstandighe
den in Zeeland gunstig zijn geweest
voor het optreden van de aardappel
ziekte.
Het kan dus zeer wenschelijk ge
acht worden het aardappelloof, spe
ciaal dat van de vroege en van de
voorgekiemde Eigenheimers te be
sproeien.
Brand in ©en toren.
Zondagmiddag omstreeks vier uur
werd de rust van de inwoners van
Serooskerke gestoord door het be
richt, dat de dorpstoren in brand
stond.
De vele nieuwsgierigen, die bij het
luiden van de klok waren saamge-
loopen, zagen tegen den helder blau
wen hemel kleine rookwolkjes tus
schen de leibedekking van de spits
uitkomen. Men vreesde het ergste.
Onmiddellijk waren de brandmeesters
met hun helpers ter plaatse. Zij ont
dekten, dat de schijnbaar onschuldige
rookwolkjes die van buiten zichtbaar
waren, een deel vormden van een
verstikkende rookmassa, die zich in
de spits had opgehoopt.
Dank zij het optreden van den op-
perbrandmeester W. Jobse, die tot
aan den vuurhaard toe den toren be
klom, kon de brand met eenige blusch-
apparaten en emmers water, die naar
boven werden gebracht, vrij spoedig
worden gebluschf. Als dit niet spoedig
was gebeurd, zouden de toren en
hoogstwaarschijnlijk de kerk, die uit
de 12de eeuw dateeren, een prooi
der vlammen zijn geworden.
Naar de oorzaak van den brand
wordt een onderzoek ingesteld.
Door dien stroom gedood.
Maandagmorgen toen de dienstbode
van den landbouwer R. te Schoon-
dijke bezig was met kleedingstukken
op de bleek te brengen, wilde zij een
de stilte, Bertie bedekte plotseling
zijn gezicht. Mrs. Errol sloeg troos
tend haar arm om hem heen.
„Huilt daar iemand?" vroeg
Lucas.
„Ja, die lummel van een Bertie",
antwoordde Nap, zonder een spier te
vertrekken.
„Bertie? Arme jongen! Zeg hem,
dat hij het niet moet doen. Zeg hem,
dat ik als God wil nog een
poosje zal blijven leven maar
een heel klein poosje, Boney e
heel klein poosje".
Er was iets smeekends in zijn stem,
het smeeken van een man, die doo-
delijk moe is en verlangt naar rust.
Het aandoenlijke van het fooneel
sneed Anne door haar ziel. Doch Nap
scheen het niet te voelen. Hij knielde
weer neer, onbuigzaam, vastberaden,
zijn ijzeren wil, al zijn levensenergie
geconcentreerd op het in hef leven
houden van een mensch. Het was niet
allleen magnetisme, het was niet al
leen wilskracht, het was zijn heele
wezen, dat streed, worstelde, wrong,
volhield, tot hij duim voor duim een
wanhopige overwinning behaalde.
In de ochtenduren was de strijd
voorbij. In de ochtenduren had Lu
cas Errol, tegen zijn wil naar Anne
meende, zich afgewend van de Poort
des Doods,
op het bleekveld liggend ijzerdraad
over een boven dat bleekveld loopen
den draad van het laagspanningsnet
werpen, met het noodlottig gevolg dat
zij door den electrischen stroom werd
getroffen. De ontboden dokter kon
slechts den dood constateeren.
De mislukte betooging.
In ons nummer van Maandag heb
ben we een en ander verteld van de
excursie van Dietsche studenten naar
Hansweert, teneinde een fegendemon-
stratie te leveren als de Belgische an-
nexionisten op de Schelde zouden be-
toogen.
Een der redacteuren van het „Hbld."
was door de Hollandsche studenten
uitgenoodïgd den tocht naar Zeeland
mede te maken. Hij schrijft er o.a.
het navolgende over:
De zaak zat ongeveer zoo: eenige
weken geleden bevatte een Vlaamsch
dagblad het bericht dat de Belgische
„Jeunesse Nationale", een organisatie
van felle annexionisten waarvan de
heer Nothomb de leidsman is, een
tocht over de Schelde naar Hans-
weert zou maken. De „Jeunesse Na
tionale" heeft reeds meer dergelijke
uitstapjes op zijn geweten; zoo in Bra
bant en Limburg waar invalletjes wer
den gedaan en drukwerk met van
moed getuigende opschriften werden
verspreid ook Hansweert was
reeds eens bezocht en daarbij waren
de sluizen van het Zuid-Bevelandsch
kanaal getooid met opschriften als
„l'Escout est a nous". Een dergelijk
geval zou zich Zondag wellicht gaan
herhalen.
Edoch, de autoriteiten waren bij
tijds op de hoogte gebracht. Ongeveer
te één uur, Zondagmiddag verscheen
op de reede van Hansweert een
stoomschip met der Belzen drapeau
in top, het liep de haven in en wildq
aan den steiger zijn opvarenden
ongeveer 100 of 150 jongelieden
aan wal zetten. Doch hiertegen maak
te de commandant der aanwezige ma-
rechaussée bezwaar. De „Jeunesse Na
tionale" moest maar in België gaan
demonstreeren.
Hef stoomschip wendde daarop den
steven en zette een eindweegs bege
leid door een politiebootje weer koers
naar de stad Antwerpen vanwaar het
gekomen was.
Bij het wegvaren uit Hansweert zon
gen de annexionistische jongelingen de
„Brabangonne". Op den wal antwoord
den eenige lieden sommigen zeg
gen dat het „fascisten" waren met
het „Wilhelmus". Het geval was daar
mee afgeloopen.
Tevens moet vermeld worden dat een
groep Dietsche studenten zoo actief
was igeweest om op de Schelde met
een groote stoomboot, door Rotter
dammers welwillend afgestaan, aanwe
zig te zijn. Het schip, waarop 's och
tends de oranje-wit-blauwe vlag en de
Vlaamsche leeuw geheschen waren en
waarvan zich in een der masten een
bezem vertoonde, kruiste op de
Schelde om de Belgen zoo noodig
vriendelijk te begeleiden en bij moge-
En terwijl hij rustig lag te slapen
en de reine lentelucht levenwekkend
over zijn gelaat speelde, stond de man
die hem teruggebracht had, op, sloop
geruischloos en wankelend uit de ka
mer en viel aan de andere zijde van
de deur bewusteloos neer.
HOOFDSTUK XV.
Het besluit van den koning.
Drie weken na de operatie liet Cap
per zich nog niet ten goede of ten
kwade over den toestand van zijn pa
tiënt uit, en gedurende dien tijd kwam
hij nauwlijks buiten het terras. Hij
bewoog zich als iemand, die geheel
in gedachten verzonken was, en het
kwam Anne voor, dat hij, als. hij naar
haar keek, haar niet zag.
Nap was nog meer in Lucas' nabij
heid dan ooit; Hudson nog meer dan
anders vervangend. Dag en nacht was
hij bij de hand, slapend, zooals hef
't beste uitkwam, steeds klaar staand
met vaste hand en nooit falende ze
kerheid.
Capper liet hem zonder het minste
protest zijn gang gaan. Hij scheen het
voor vaststaand te houden, dat Nap's
krachten geen grenzen kenden.
(Wordt vervolgd).