RtllTËüBOER
ROOKT
N°. 65
Vrijdag 1 Juni 1928
415e Jaargang,
Bij dit nummer be
hoort een bijvoegsel
Het Staatspensioen
NS F
Koloniën.
PpoVincienieuWs
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
GOESCHE
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Do verkiezingen van het volgende jaar
beginnen hare schaduwen reeds vooruit
te. werpen. De partijen beginlnen zich
te organiseren e.n de vraag hoe wij weer
komieo tot een parlementaire regeenimg,
d.w.z. eiene regeering steunende op een
samenwerking -\an po i'ieke partijen, houdt
de gemoederen bezig.
Ook begint zich reeds af te t.eken
over welke onderwerpen de strijd zal
worden gevoerd. Nieuwe programmapun
ten en strijdleuzen treft men daarbij niet
aan; het zijin alle oude klanken, die ook
bij de vorige verkiezing wet/den verno
men.
Alleen slaat de zaak eenigsizins anders
ten opzichte van de eïsdh van een goede
verzorging van de behoeflige ouden van
dagen door middel van een staatspensioen
dia steeds Luider weerklinkt Bij de vo
rige verkiez.ng hoorde men daar niet zoo
veel van; er waren wel enke'e sprekers,
die het punt aanroerden, doch de strijd
liep meer over algeheels ontwapening,
medezeggenschap, bezuiniging^ enz. Ook
bij de' volgende verkiezing zullen deze za
ken naar voren worden gebracht en vooral
ook de vrijhandel zal warm worden ver
dedigd.
Het zal er natuurlijk ook van afhangen,
waar die strijd wordt gevoerd; in de
groote steden heeft mien andere belangen
dan op het platteland; een spreker, die
op een dorp uitvoerig de pachtkwestie
behandelt, zal daarover in de groote stad
nauwelijks spreken.
Zoo is het ook min of meer met de
eisch van een redelijk staatspensioen.,
waarvoor op het land veel meer belang
stelling bestaat, dan in de stad, ook al
vindt men daar warme voorstanders. De
bevolking in de groote steden is er echter
moeilijker warm voor te krijgen; misschk
komt dit verschil doordat het pensioen van
drie gulden op het platteland meer be bee
kent dan in de stad, waar men elkaar niet
zoo goed kent en minder bezwaar heeft
om ondersteuning aan te kloppen bij het
armbestuur.
Hoe dit zij, m vele streken'; van ons
land begint de beweging voor staatspen
sioen te herleven. Men begint allervvege
in te zien, dat de Invaliditeitswet en de
Vrijwillige Oudierdomsverzeker'ng, die in
hare overgangsbepalingen aan vrijwel alle
ouden van dagen, die het nooidig hadden,
een staatspensioen verzekerde, wanneer eir
slechts korten tijd in loondienst was ge
werkt of premie was betaald,, geen afdoen
de oplossing van het ouderdomisvraagstuk
hebben gebracht.
De overgangsbepalingen; raken langza
merhand uitgewerkt; het aanbal personen,
dat niet voldoende zegels heeft geplakt
voor de Invaliditeitswet en z:ch niet vrij
willig heeft verzekerd, wordt steeds groo-
ter, omdat men de premie niet kon beta
len en ieder jaar zal dit aantal grootcr
worden.
MDÏO'b
A^E.NT
J PoVctet wxcu r\
«loe^.
107 FEUILLETON
DOOR ETHEL M. DELL.
„Maak je nou niet zoo zenuwach
tig. Ik verlangde ook naar zijn komst".
„Denk jij dan precies als ik7 Ge
loof jij ook, dat hij van Anne houdt?'
„Ik denk het wel, daar hij op jouw
„En is Anne? geloof je
brief teruggekomen is".
geloof je heusch
„Ik denk het wel", zeide hij weer.
Éven bleef hij zwijgend liggen, ter
wijl zijn oogen dichtvielen, zoodat zij
zich afvroeg, of hij misschien in
slaap gevallen was.
Eindelijk begon hij weer: „Zeg,
Dot, mag ik gebruik maken van wat
je gezegd hebt?"
Zij schrok. „Wil je het aan Bertie
vertellen
Hij keek haar aan. „Lieve meid, ik
geloof, dat het beter is, als Bertie
het weet".
Zij knikte. „Ik ook. Maar hij zal
zoo woedend op me zijn".
„Niet, als ik het hem vertel", zei-
de hij met zijn geruststellenden glim
lach.
In de Eerste Kamer heeft de heer Jlr
Je Muralt, de helende voorstander vaal
slaatspeinsiomiieeriinig, nog e:ms op voor-
teeffclijke wijze duidelijk gemaakt, dat
binnen kort.n tijd tkriduiizemden oude,
\an dagen weer aan de uiterste nooddruft
ten prooi zullen zijn en hij heeft den mi
nister gevraagd wat deze tegen dien warn-
toe-tand dacht te doen. Deze hield zich
echter op idle ruimte ein zeide, dat bij daair
op in die Tweede Kamer zou antwoorden.
Wij bevelen iiedeireeni ten zeerste aam
met aandacht nota te nemen van deze de
batten. He t staatspensioen dat wij hebben,
gehad, heeft reeds in zijn bescbeidenomvang
oudiein van dagen verlichting gebracht in
hun kommervol bestaan. Wij willen niet
naar de tijden terug toen mem de oudjes
half liet verhongeren en half liet ver
kleumen, door ze over te leveren aan de
kerkelijke of particuliere liefdadigheid»,
wanneer ze hun schaamtegevoel hadden
overwonnen om ondersteuning te vragen.
Zij moeten hebben een recht op uitkeerimg
zooals we dat de laatste jaren hebben
gekiend. Of weet misschien de minister aets
anders of iets beters?
Laat hij dan zijn licht niet onder de
korenmaat zettenhij kan er zeker van zijn
ook onder de voorstandiers van staats
pensioen medewerking te vinden. Weet
echter de minister niet een doeltreffend
middel aan de ellende van ouden van da
gen een einde te maken, dan moeten zijne
geestverwanten zich er niet over verba
zen, dat straks, vooral op het platteland,
doch ook in de steden, de strijd voor het
staatspensioen weer met groote toewij
ding zal worden gevoerd.
Een gewaagd voorstel.
,,De West bevat een uitvoerig arti
kel van den heer F. P. Schuitemaker,
arts te Paramaribo; iemand, die ruim 35
jaren in Suriname leefde en arbeidde, het
gehecle land kent, het binnenland bereis
de, zich beweegt op sociaal gebied en de
sanitaire toestanden door en door kent.
In dit artikel bespreekt hij o.lm. de kwes
tie van den kleinen landbouw in de ko
lonie, waarbij even wordt aangeroerd het
bekende streven om Nederlanders als land
verhuizers naar Suriname te doen trekken
en daar als kolonisten werkzaam te doen
zijn.
„Het denkbeeld om Nederlanders als
arbeiders te laten werken op de plantages
zal ik, als onzinnig, onbesproken laten. De
„Maar het is zoo gemeen van mij",
protesteerde zij. „En ik weet zeker,
dat hef slecht voor jou is".
Hij stak haar zijn hand toe. „Neen,
het is niet slecht voor mij, Dot. Het
is juist iets heel goeds. Je hebt me
tot iets grootsch in staat gesteld".
Zij greep zijn hand. „Geloof je
heusch, dat je de boel in orde kunt
maken?"
„Als God het wil", antwoordde Lu
cas ernstig.
HOOFDSTUK XII.
Ken vriendschappelijke verhouding.
Niettegenstaande Lucas' verrekering,
wachtte Dot toch met grooten angst
de komst van haar man dien
avond af.
Zij had Nap sinds het oogenblik
den hall, dat Anne bijna flauw ge
vallen was, niet meer gezien, En even
min wist zij, of Bertie hem gezien
had. Zij hadden elkaar den vorigen
avond ontmoet, maar Bertie's gezicht
was van hef oogenblik af, dat hij
Nap's terugkomst vernomen had, zoo
onheilspellend geweest, dat zij op
heete kolen gezeten had, dat hij weer
op Dower House zou verschijnen. Dat
hij vroeger of later komen zou, wist
zij, maar zij hoopte vurig, dat het
niet zijn zou, wanneer Bertie thuis
was
Bovendien was zij overtuigd, dat
Nederlander uit zijn koud klimaat te halen
en hier, in het open. veld, in de felle zon,
in concurrentie te laten werken met Azi
atische arbeiders, is e:n voorstel dat geen
ernstige bespreking waard is."
Het oordeel van den afgetreden gou
verneur luidde bijna woordelijk hetzelfde.
De aangehaalde morphine.
Nader is gebleken, dat de door de
douane te Tandjong Prïok aangehaal
de 52 K.G. morphine deel uitmaakte
van een partij transito-goederen, wel
ke met het stoomschip „Rondo" uit
Amsterdam verscheept was. De politie
hield den Japanner uit Formosa, die
eerst spoorloos verdwenen was, en
de employés van de firma te Batavia,
welke belast was met den doorvoer
van de goederen naar China, aan en
nam hen een verhoor af. De prijs van
morphine in clandestienen handel is
f 2500,per K.G., zoodat op dien
grondslag de waarde van de morphine
in totaal f130.000,bedroeg.
De staking bij de „Schelde".
De directie der Kon. Mij;, de „Schel
de" heeft medegedeeld, dat al is het
aantal werkwilligen mender dan Vrijdag
j.L, gisterenmorgen door de eieniige open
zijndie poort toch nog 300 arbeiders en 75
Bertie heel boos op haar zou zijn,
en als zij daaraan dacht, zonk haar
het hart in de schoenen.
Het was een kille avond en het
wachten in spanning maakte haar
koud. Zij zat dicht bij het vuur in
den gezelligen hall en luisterde ril
lend of zij geen stappen op het grind
hoorde. Zij had zich zoo angstig ge
maakt, dat zij bij hef minste geluid
opsprong.
Het liep tegen etenstijd en zij vroeg
zich reeds af, of hij misschien op Ba-
ronmead zou blijven dineeren, of
schoon hij dat vroeger nooit gedaan
had zonder een boodschap te zenden
toen plotseling een hoorn van een
auto in de oprijlaan klonk.
Met kloppende polsen ging zij
rechtop zitten. Het moest een van de
auto's van Baronmead zijn. Maar Ber
tie liep altijd.
Zij hoorde de auto voor de deur
stilstaan en stond op, niet begrijpend,
wat er gebeuren moest. Het volgende
oogenblik ging de deur open en hoor
de zij Bertie's stem.
„De auto komt wel in orde", zei-
de hij. „Het is een mooie avond. Ga
binnen. Dot zal wel zitten wachten".
En tot haar groote verbazing zag
Dot Nap vóór haar man binnenkomen.
Hij kwam regelrecht naar haar toe,
precies zooals hij den vorigen dag
gedaan had; een oogenblik sidderde
zij van angst, dat hij de brutaliteit
leerjongens naar het werk zijn gegaan,
Blijkbaar van werknemerszijee wend
aan bet persbureau V. D. gemeld, dat er
maar 100 man aan bet werk gingen.
Bij de fabriek stonden velen de werk
willigen op te wachten en was daar een
sterke politiemacht aanwezig.
Eenige werklieden, die naar Amster
dam waren gegaan om een keitel bij de
Amslelbierbrouwerij te repareeren wer
den daar door die leiden van den modernen
bond opgewacht, en zijn op kosten der
otrgainisalie naar VLissiimgen teruggekeerd.
Naar „Het Volk" meldt, en ook uit
Vlissiingen bevestigd werd', zullen van
morgen af de stakers niet mieer bij de fa
briek, doch bij de woningen der werk
willigen posten.
De overige stakers zijn opgeroepen om
aan het strand hun tijd te komen door
brengen.
Gistermiddag tegen kwart voor zes had
zich bij de hoofdpoort van die Kon. Mij
de „Schelde" te Vlissingen weder een
groot aantal stakers en nieuwsgierigen,
vereenigd om getuige te zijn van het ver
trek van de werkwilligen', maar ook was
daar een sterke politiemacht, bestaande
uit marechaussees, rijksveldwachters en
maneen van de militaire politie aanwezig,
die de nieuwsgierigen op een afstand hiel
den en de werkwilligen bij; het naar hui
gaan begeleidden.
Hedenmiddag werden de werklieden,
die nog geld van de maatschappij te goed
hadden in clubjes van 30 man op het
kantoor toegelaten om dat in ontvangst
te nemen.
Ook te Middelburg wachtten vrij velen
gisteren de tram op, waarmede de hier
wonende niet-stakers aan kwamen, doch
ook hier was de politie aanwezig om
voor geleide te zorgen.
Zooals gemeld lag het in de bedoeling
der stakingleid.ng heden te beginnen met
bet posten bij de woningen der werken
den.
Het Kanaal Hansweert-Wemeldin^e.
In het Antwerpsche dagblad „De
Schelde wijdt het Vlaamsch-nationaai-
gezinde kamerlid Herman Vos naar aan
leiding van het engebrniknemen, door de
scheepvaart, van de derde schutsluis in
het kanaal door Zuid-Bieveland, te We-
meldinge, een hoofdartikel aan de Ant-
werpsdhe verkeerskwestie, waarin hiji hulde
brengt aan hiet „verdienstelijk werk ver
richt voor de bevordering van de bininelnr
scheepvaart" door de Nederlandsche ine-
geering en vooral door het departement
van waterstaat, en o.m. ook nog het vol
gende zegt
„De onlangs afgelegde verklaringen van
den Nederlandschen en dien Belgischen
minister van buitenlandsche zaken;, wij
zen er op, dat de onderhandelingen over
een ontwerp van Nederlandsch- Belgisch
verdrag in een nieuw stadium treden.
Zijn wij goed ingelicht, dan zouden de
voor-onderhandelingen reeds heel wat ver
der gevorderd zijn dan menigeen vermoedt,
en zou er zelfs een basis van overeen
komst, althans voor wat het Antweirp-
scke verkeersvraagstuk betreft, gelegd zijn.
Het is nog ts vroeg om de puntjes op de
i's te zetten of te doen zet'm, maar lamg
kan men ons niet meer in het duister la
ten over deze tractaties van beide regee-
rimgen, of zeggen wij, van de departe
menten van waterstaat resp. van open
bare werken.
Intusschen blijft dat verkeersvraagstuk
in het brandpunt van de publieke be Lang
stelling geplaatst. De verbetering van den
verbindingsweg tusschen Rijm en Sdhel;
de is het groote betwiste punt. Zooals
de verbinding nu is, biedt zij' aan de
scheepvaart bezwaren van drieërlei aard:
het is een betrekkelijk onveilige weg; het
oponthoud is te groot en de route zou
gevoeglijk kunnen ingekort worden. Het
is meer dan eens gezegd geworden: tus
schen Walsoorden en Hamsweert krijgt de
stroom het uitzicht en het karakter van
een waren zeearm. Hier kan het bij
stormgetij even gevaarlijk zijn als op volle
zee en vaak zijn hier ook scheepsrampen
voorgekomen, die het gevaar maar al te
duidelijk aanwezen.
Over het oponthoud' van de schepen
voor het kanaal van HanswieertWe-
meldinge wordt veel geklaagd. Het kan
gebeuren dat lange treinen van schepen
uren moeten wachten vooraleer aan hun
beurt van schutten te geraken. Niet al
tijd is dit het geval natuurlijk, alleen bij
drukke dagen en, eerlijk gezegd, toen
wij voor een paar weken de reis Ant-
zou hebben haar een zoen te geven;
maar dat bespaarde hij haar, hoewel
de glimlach, waarmede hij haar be
groette, haar duidelijk genoeg zeide
dat hij haar verwarring en de reden
daarvoor heel goed begreep.
„Bertïe heeft de verantwoordelijk
heid op zich genomen mij te dineeren
te vragen", zeide hij. „Ik hoop, dat
ik Mrs. Bertie niet derangeer".
„Neen, natuurlijk niet, ik vind het
heel prettig", zeide zij, doch haar
oogen zochten toch eenigszins die van
Bertie.
Zij zag tot haar groote verlichting,
dat de donderwolk van zijn gelaat
verdwenen was. Hij kwam naar haar
toe en gaf haar een zoen. Met een
geruststellend tikje klopte hij haar
op haar schouder, en toen wist zij
dat alles goed was.
„Lieve Hemel, waf ben je koud.
kindl Wil ik een shawl voor je mee
brengen? Kom, Nap, we zijn laat!
Samen gingen zij naar boven, ter
wijl Dot beneden wachtte, met verba
zing hoorend, hoe ongedwongen ze
praatten, en zich afvragend, hoe Lu
cas zoo'n verwonderlijke verandering
tot stand had kunnen brengen.
Doch nog meer verbaasde zij zich
aan het diner, want Nap deed zich
toen van zijn allerbeste zijde kennen.
Hij had het er blijkbaar op gezet, dat
Bertie zich tegenover hem op zijn ge
mak zou voelen, en dat lukte hem
heel goed, want Bertie was, hoewel
stil, heel hartelijk.
Bij het dessert stond Nap op. „Nu
moet ik terug naar Lucas", zeide hij.
„Wat een onzin! Hij zal je nu niet
noodïg hebben", protesteerde Bertie.
„Ga zitten, kerel. Je bent hier nog
geen uur geweest".
Doch Nap was niet over te halen.
„Ik vind het allemachtig vriendelijk
van je, maar ik ga toch liever. Als
het mogelijk is, wou ik hem een rus-
tigen nacht bezorgen. Dag, Mrs. Ber
tie!" Hij gaf haar een kus op haar
hand. „Ik zal het de paar eerste we
ken druk hebben, maar als ik tijd
heb, kom ik je nog eens opzoeken."
Hij nam een sigaret uit Bertie's ko
ker en ging de kamer uit, zonder die
aan te steken.
Bertie ging met hem naar den hall.
„Wil ik meegaan?" vroeg hij.
„Wel neen", antwoordde Nap.
Hij vond op den schoorsteenmantel
een fïdibus en stak die aan. Terwijl
hij hem bij zijn sigaret hield, keek hij
Berfie glimlachend ,aan.
„Herinner je je den dag nog, dat
ik je zoo woedend maakte? Dat moet
nu zoo wat een jaar geleden zijn".
Bertie keek ongemakkelijk. „Ja, ik
herinner het me", zeide hij kortaf.
Plotseling stak Nap hem zijn hand
toe. „Ik ben je gast nou geweest",
zeide hij. „Ik zal je nooit meer pes
ten". (Wordt vervolgd).