RU1TEHBIER
GOESCHE COURANT
Onze Rijmkroniek
BIJVOEGSEL
Klein Vee^Teelt.
Medische Rubriek.
Voor de VrouW
VAN DE
VAN VRIJDAG 4 MEI 1928.
DE SCHOONMAAKTIJD.
De Vrouw.
De schoonmaaktijd1, o, welk een tijd,
Vol van genot ein zaligheid,
Mijn vreugde stijgt tien top;
Met stofdoek, bezem, ragebol,
Jaag ik al 't stof en vuil op 'hol,
Ik haal mijn hart weer op.
Mijn huis wordt netjes weer en rein,
Zooals het ook behoort ie zijn;
Vuil is niet naar mijn zin.
Als 'k nu mijn man maar blijer zag:
Die bromt en vit den heelen dag
Op allies wat 'k begin.
Maar ik trek mij daar niets van aan,
De schoonmaaktijd, die is ontslaan
Als 's vrouwen groot festijn;
Wat vuil is, dat dient schoon gemaakt,
Dus, daarom niet het werk gestaakt;
Schoon moet en zal het zijn.
De Man.
De schoonmaaktijd, o, welk een tijd,
Vol verdriet en narigheid,
Mijn wanhoop stijgt ten top;
Met stofdoek, bezem, ragebol,
Jaagt vrouwlief mij het hoofd ophol;
Mijn hemel welk een strop.
't Geheele huis ligt overhoop,
Geen ding volgt zijn gewone loop,
Het eten evenmin;
Het vleesch ongaar, de soep te zout,
De rest is aangebrand of koud;
't Is mij niet naar den zin.
Zo o iets staat mij niet langer aan,
Ja, schoonmaaktijd, die is ontstaan
Als 's mannen kweluerij.
Gelukkig is het gauw gedaan,,
Maar 't volgend jaar vangt bet weer aam
En'n jaar is snel voorbij.
Moraal.
De schoonmaaktijd', dat is een tijd,
Gekenmerkt door veel twist en strijd
Bij 't echtelijke paar;
De één vindt 't fijn., de ander niet,
En dat zaait ruzie en verdriet
En kijven met elkaar.
Maar is de schoonmaaktijd voorbij,
Dan zijn we weer verheugd' en blij,
Is 't ieder naar den zin.
Zoolang de schoonmaak er niet is,
Zoolang woont in elk huis gewis
Een vroolijk huisgezin.
R. IJMER.
De invloed van den bodem op
de kuikens.
De ligging van den grond is van groe
ten invloed op de snelheid van groei bij
de kuikens. Een helling op het Zuiden
ontvangt meer warmte van de zon dan
een helling op het Noorden. In ieder ge
val is een helling een mooi ding, daar
er dan een natuurlijke afwatering is, die
Ijet land, ook bij zware regens, spoedig
van het overtollige water verlost. Kuikens
groeien dan ook op zware, laag liggende
gronden veel langzamer dan op tamelijk
droge, afwaterende of goed doorlatende
zavel- en zandgronden. In het algemeen
is natte grond niet gunstig voor kuikens
en kippen ein meer aangewezen voor het
96 FEUILLETON
DOOR ETHEL M. DELL.
HOOFDSTUK U.
Het moeras der wanhoop.
„O God, geef mij rast!''
Moeilijk kwamen de woorden, de eer
ste, die hij na uren sprak, over zijn tril
lende lippen. Lucas Errol lag, zooals hij
nu al bijna drie maanden lag, met zijn
gezicht naar het plafond' gekeerd, zijn
lichaam recht en stijf uitgestrekt, steeds
in dezelfde houding, hulpbehoevend en
doodelijk moe.
Dag in dag uit lag hij daar, zich nooit
bewegend' dan wanneer zij hem zijn knieën
lieten buigen, een oefening, die op uit
drukkelijk verlangen dagelijks plaats heb
ben moest, maar voor hem een foltering
was. Nachtpin nacht uii lag hij slapeloos
op het aanbreken van den dag te wach
ten. Zijn algemeene gezondheidstoestand
veranderde maar weinig, doch de verve
ling had een fnuikende uitwerk ng op hem.
Zijn uithoudingsvermogen hield nog stand,
doch Liep ten einde. Zijn vroegere opge
wektheid' was verdwenen, ofschoon hij
die nu en dan met een krampachtige
krachtsinspanning terugriep. Hoop en wain-
hoop vochten in zijn ziel en in dien strijd
bad' de wanhoop de bovenhand. Hij was
dapper begonnen, maar het eindpunt was
nog zoo ver. Vooruitgang was niet meer
te bespeuren en de vreeselijke eentonigheid
putte zijn krachten uit. Zijn levendige
o ogen waren dof en lusteloos. Toen de
deur open ging, keek hij zelfs niet om.
En toch was het Anne, die binnenkwam,
Anne met een kleur van inspanning op
ar knap gelaat, haar handen vol viooltjes.
„Ik stoor je toch niet? Je sliep toch
niet?" vroeg zij.
„Ik slaap nooit", antwoordde hij en
keek noch naar haar noch naar de viool
tjes. Zijn blikken waren steed's op het
plafond gericht.
Zij ging naast 'hem zitten. „Ik heb ze
allemaal zelf geplukt. Wil je niet eens
ruiken?"
Hij bewoog zijn lippen zonder te ant
woorden; zij boog zich over hem heen
en hield, haar oogen vol medelijdende
teederheid, de viooltjes vo,or hem. Met
zichtbare moeite hief hij zijin band op en
nam tastend' haar pols. Hij drukte de
natte bloemen tegen zijn gezicht.
„Het is zonde 'ze hier te brengen, Lady
Carfax", zeide hij, haar weer loslatend.
„Dnaag u ze, ze zullen bij u gelukkiger
zijn!"
Zij glimlachte flauwtjes. „Dacht u, dat
ik d'ie allemaal voor mezelf geplukt zou
hebben? Ik ben er bijna een uur mee be
zig geweest".
had' het den tuinman moeten la
ten doen. U moet u niet zoo vermoeien
voor mij. Dat ben ik niet waard1." En met
dp vriendelijke hoffelijkheid, die hem zelfs
in den grootsten jammer niet verliet,
voegde hij er aan toe. „Maar toch ben ik
er u erg dankbaar voor. U moet niet
denkein, dat ik het niet op prijs stel".
„Dat doe ik ook niet. Wil ik zie in
het water zetten?"
„Graag. En zet ze dan dicht bij me.
Dan kan ik ze ruiken, al zie ik ze niet.
En doe dan als het u blieft heit raalm
dicht. Ik vind het koud vandaag".
Zij stond op, om aan zijn verzoek te
voldoen. Bij het raam, waar hij haar zien
kon, bleef zij even in den frisschen wind
staan: een flinke, elegante gestalte in
den vollen bloei van jeugd en gezondheid,
niet mooi, maar in iedere lijn die vorste
lijke, onomschrijfbare bekoring bezittend,
welke meer is dan schoonheid.
Lucas hield, terwijl hij naar haar keek,
zijn adem in.
Zacht deed zij het raam dicht en keer
de zich dan om. Zij ging weer terug naar
haar stoiel naast hem, trok er een ta
feltje naar toe en begon handig de bloe
men te schikken.
Het duurde eenige oogenblikken voor
Lucas de stilte verbrak.
„Het doet mij goed naar u te kijken
zeide hij. „U is zoo heerlijk kalm."
Door de viooltjes heen lachte zij te
gen hem. „U rangschikt kalmte onder
de hoogere deugden?"
„Ja zeker. Het is zoon rustig contrast
met de inspanning van het leven. Door
(naar u te kijken krijg ik een gevoel, alsof
alles even mooi en goied is. U brengt
zoo'n vredige atmosfeer binnen en
hier daalde zijn stem wat „u neemt
die weer mee, als u weggaat!
Bij die laatste woorden verdween de
glimlach uit haar oogen, doch de vast
beradenheid bleef. „Dan zal het beste
zijn, dat ik wat meer kom en wat lan
ger blijf".
„Neen, dat zou niet goed w>o,r u zijn.
En vocxr mij trouwens ook niet, als ik
te veel op u gimg steunen. Dam zou ik
veeleischend worden op dm duur".
Zij zag even zijin ouden glimlach, ter
wijl hij sprak, dioch onmiddellijk was
deze weer verdwenen tusschen de tal-
Looze rimpels, die pijm en moeheid den
laats ben tijd op zijn gelaat getrokken had
den.
„Dat acht ik niet heel waarschijnlijk.
Zoo iets zou ik mij van. u niet kunnen
voorstellen".
„Nog niet misschien. Dat stadium heb
ik nog iniet geheel bereikt. Misschien ben
ik al weg, voor het komt. God geve hetl"
„Dat zegt u, omdat u moe bent."
„Ik ben meer dan moe. Ik ben doodaf,
Ik ben geslagen."
„Gelooft u, dat u niet meer vooruit-
„Lieve Lady Carfax, waartoe dient
het je oogen dicht te doen voor wat zoo
duidelijk is Ik ga achteruit iederen dag
iederen nacht".
„Maar u werkt ook niet mee".
„Neen Half-droefgeestig keek hij
van ondier zijn zware oogleden aan. „Vindt
u me erg verachtelijk? Ik heb mijn best
gedaan (Wordt vervolgd).
houden van eenden. Zware klei is wel
geschikt voor eierproductie, maar op mid
delzware en lichte zandgrond zullen de
kuikens spoediger opgroeien. De tempe
ratuur van dein grond wordt door ver
schillende omstandigheden beïnvloed.
Zand- en grimdgronden nemen de zonne
hitte spoediger op en laten deze langza
mer los dan leem of klei. Donker gekleur
de grond zuigt de hitte meer op dian
lichtgekleurde. Veem- of humushoudende
gronden zijn dus warmer dan witte kalk
of zandgronden. Hoe meer vocht er in
den bodem is, des te meer zonnehitte
er noodig is, om het water te verwarmen
en te vervangen, zoodat de temperatuur
van den grond zelf langzamer stijgt en
ook door verdamping langer koud blijft.
De beteekenis van zand en
steentjes in de kippenmaag.
Hierover schreef Prof. Mangold (Ber
lijn) in een Wetenschappelijk Duitsch
Pludmveeblad een artikel, waaraan het hier
volgende is ontnomen. Men heeft wel ge
dacht, dat zand en steentjes een prikkel
uitoefenen op de maag en deze, het geldt
hier de spiermiaag waarin deze inhoud
zit, tot meerdere werkzaamheid zou wor
den aangezet. De normale contracties wa
ren vastgesteld ooder 'de gewone verhou
dingen en daarbij was opgemerkt, dat deze
bij verschillend voedsel ongelijk in aantal
waren. Zoo was om de 28 seconden eemie
maagcontractie te constaleercn als zacht
voer werd verstrekt; bij gemengd voer
van aardappelen en gerat duurde bet 23
seconden, bij tarwe 20, bij gerst slechts
16 seconden.
Tevens was vastgesteld, dat ook bij
vogels zonder steentjes iin de maag dit
zelfde kon worden aangetoond. Men ging
nu bij hoenders, die voor proef dienden,
de maag van steentjes zuiveren. Daar bij
onthouding van steentjes in 't voer, de
reeds vroeger opgemomeme nog weken an
de maag blijven, werd door middel van
eene maag-operatie alles daaruit verwij
derd en toen de wond geheeld was, de
proef begonnen. Prof. M. kon nagaan,
dat bij de maag zonder hardie voorwer
pen, de contracties op dezelfde wijze ver
liepen, even vaak en niet minder vaak
plaats vonden, dan bij de normale maag
met steentjes.
Vastgesteld kon dus wordien, dat de
harde voorwerpen geen prikkie! op de maag
uitoefenen, waardoor deze tot sterkere
of moerde re functie wordt aangezet. Toch
had Jaeckel reeds aangetoond, dat mem
kippen met „ontslieende" maag bij graan-
voedering wel in, 't leven kan houden, maar
dat de dieren niet in goede conditie ble
ven. De steentjes moeten dus op de ver
tering van granen een gunstigen invloed
hebben, misschien mechanisch, dat ze wer
ken bij wijze van tanden en het voedsel
beter fijn maken. Hierop werden verdere
proeven ingezet. Al dadelijk kon worden
vastgesteld, dat de kippen met maag zon
der steentjes meer graanveer noodig had
den om op gewicht te blijven, dan d'ie
met steentjes. Getallen worden genoemd
van hetzelfde dier, b.v. zonder steentjes
57 gram tarwe, met steentjes 35. Bij een
andere kip waren deze getallen 81 en 62.
Het microscopisch onderzoek van de mest
wees.uit, dat bij de kippen met steentjes de
graandeeltjes veel beber verkleind en veel
beter verteerd waren, dan bij die zonder
steentjes. Aangenomen werd daarom, dat
de steentjes bij 't verkleinen van het
harrde voer een belangrijke rol spelen waar
door de maagsappen, in de tweede maag
afgescheiden, beter kunnen inwerken. Voor
de opname van minerale stoffen in t
lichaam doen deze harde voorwerpen, stuk
jes metaal, glas, porceiein, geen dienst.
Ze zijn daarvoor te hard en er wordt te
weinig van opgenomen.
Doos30*60-90ch
Bij Apolken Drogisten.
Arbeid en gezondheid.
Regelmatige arbeid behoort tot de le
vensbehoeften van den mensch, zoo schrijft
dr. Niemeyier in de „Zakenwereld". Door
arbeid wordt de ademhaling dieper, de
longen worden volledager met lucht ge
vuld om daaruit de noodige zuurstof te
kunnen opnemen; dit voert weer tot be
ters werking van het hart en dit tot rui
mer stroomen van het bloed door het li
chaam. De eetlust wordt beter; het voed
sel wordt beter verteerd' en betier opge
nomen; maag, darm en lever werken vol
lediger; kortom het geheele lichaam func-
tionneert beter. Niet alleen het lichaam
ondervindt schade van luieren, ook de
geest. Niets leidt meer tot uitspattingen
op allerlei gebied en tot meer of minder
groot verlies van zelfrespect, tot degene
ratie, dan juist het niets doen. en het ge
voel van verveling uit nietsdoen ontstaan,
oan nog niet te spreken over het piekeren,
over het in het hoofd halen van allerlei
muizenissen en over de ingebeelde kwalen,,
die als regel weer verdwijnen' door den
arbeid.
Velen, stellen zich voor, dat niets te
doen te 'hebben liet summum zou zijn
van geluk, maar de velen die door ziekte,
door een ongeval of door ouderdom het
werken moesten staken, kunnen het u an
ders vertellen. Tailoozen heb ik daar
over hoeren klagen en fleurige menschen
heb ik levensmoede zien worden, korten
tijd nadat zij met geregeld werken moesten
of wilden ophouden. Met het klimmen
der jaren mag, neen moet men den aard
van den arbeid wijzigen en geen werk
doein, dat teveel lichaamskracht vraaigjt,
maar daarvoor in de plaats treden rou
tine en ervaring, terwijl niet vergeten mag
worden,, dat men zich aan moet passen
aan de nieuwere tijden etn op de hoogte
dient te blijven van hetgeen de vooruit
gang in iedere richting ons biedt. Een
leerschool is het menschelijk leven en wie
in zijn leven niet steeds blijft leeren, raakt
er spoedig uit en wordt op zij gezet.
Wist, u, mevrouw, dat....
Bronzen voorwerpen prachtig te reinigen
zijn met af kookwater van witte boonen?
Vette sponzen weer bruikbaar worden
als men ze gedurende twee uien legt in
een mengsel van kokend water en ammo
niak, ze daarna uitspoelt in water met
eienige druppels citroensap en in de zon
laat drogen?
Vuil geworden karpetten weer frisch
en helder worden door ze in te wrijven
met rauwe zuurkool?
Vetvlekken uit eikenhout -verwijderd kun
nen worden met een zwakke zwavelzuur
oplossing?
Wanneer men geen gist of spuitwater
heeft om meelbeslag te doen rijzen, men
karnemelk kan gebruiken?
Frissche kleuren.
Wilt ge uw gekleuid lingerie, ook wan
neer bet verscheiden keeren wordt gewas-
schen frisch van kleur houden? Pas dan
eens een van de volgende middelen toe:
een eetlepel terpentijn in de teil doen als
die gevuld wordt óf een, beetje blauwsel
aan het water toevoegen juist als het
kookt óf een klein bandje borax óf een le
pel ammonia door de eerste spoeling doen.
Een sympathiek idee, maar....
Uit Amerika komt het bericht, dat het
thans „mode" is, dat moeders dagboeken
aanleggen voor hun kinderen, vanaf het
uur hunner geboorte, vermeldende huin
aardige trekjes, uitvallen, eigenschappen,
kuurtjes, enz. enz.
Een alleraardigst en sympathiek idee,
maar het bericht vermeldt niet of deze
„mode ook wordt gehandhaafd in een
gezin met een half dozijn of een groo-
ter aantal spruiten.
Nieuw linoleum.
Nieuw linoleum mag nimlmer gelegd
worden wanneer het zeer koud is. Min
stens 24 uur moet het in dit geval eerst
in de verwarmde kamer staan, zoodat
de warmte in den rol kan dringen. Doet
men dit niet, dan zal het linoleum bre
ken en afsplinteren.
De vloer moet goed' geschrobd wor
den en, voor dat die door en door droog
is, moet men het linoleum voorzichtig
uitrollen, knippen en op de verlangde
plaatsen leggen.
De lichte vochtigheid van den vloer
zal er geen kwaad aan doen. Integendeel
zal het linoleum er wat door gerekt wor
den. Na een paar dagen kan het dan wor
den bevestigd, zonder gevaar voor kreuken
en rimpels, waar anders groote kans voor
bestaat.
MGR. J. A. CALLIER, BISSCHOP VAN HAARLEM, is in den Wtdjd van 79 jaar overleden. DE BISSCHOP OP ZIJN PRAALBED.