GOESCHE COURANT BIJVOEGSEL Sport Klein Vee*Teelt. Voor de VrouW Onze Leestafel. Rechtszaken. Land en Tuinbouw Buitenland VAN DE VAN VRIJDAG 20 APRIL 1928. LUCHTVAART. De „Bremen De „Evening Standard" g^eft het eerste uitvoerige verhaal omtrent de lot gevallen van de Bremen", per radio ge zonden van Clarke City. Den eersten dag ging alles goed tol de duisternis inviel. Daarna werd het weer zeer slecht. Mist maakte de zee onzichtbaar en toen ze honger vlogein, kwamen ze in den eersten sneeuwstorm terecht. Ook bleek dat het electrische lacht niet wilde werken, zoodat de instru menten niet konden worden afgelezen. Toen ei* eindelijk licht kon worden ge maakt, bleek, dat men 400 mijl recht noordelijk had gevlogen inpiaats van wes telijk. Onmiddellijk werd deze fout her steld, maar er was veel tijd verloren ge gaan. Toen de dag aanbrak, werd hei weer nog slechter. Mist beneden cn een hevige sneeuwstorm in de hoogte. Dein geheelen dag moest er wegens mist zeer laag gevlogen worden. Vrijdagmiddag weid er laag vooruit land gezien, maar er werd geen toeken van leven gezien en dus besloot de be manning van de „Bremen" den strijd to gen den sneeuwstorm voort Ie zebtom. De „Bremen" volgde de kust tot de streek van Belle Isle. Maar nu was de benzinevoorraad bijna ten einde en men begreep dat een lan dingsplaats moest worden uitgekozen .Toen de vliegers recht boven Greenly Island waren, dachten zij over een zeilschip heem te vliegen, doch lager komend en voort durend tegen den sneeuwstorm kampend, bemerkten zij, dat het een eiland was. In het midden van het eiland werd een meertje ontdekt en men bemerkte ook den vuurtoren. Toen besloot men zonder verwijl te landen, zoo dicht mogelijk bij den toren. Het ijs in het meertje brak en de machine kreeg een schok, waardoor de drijfas en de staart beschadigd wer den. Hierna volgen inog eenige bijzonder heden. Het eerste slechte weer, sborm en bedekte lucht werd aangetroffen op 500 mijl van Ierland. De mist was het hevigst op 450 mijl van New Foundland. Dit was de dikste mist, die ze ooit 'had den meeegemaakt. Zij trachtten er boven uit te stijgen, maar het was een ononder-' broken mistbank van 2500 voet dik. Eenigen tijd werd in dbzem mist voort- gevlogen maar toen gingen ze naar om laag, om de zee weer te vinden, die ze pas zagen, toen ze er nog slechts 50 voet, dat is ongeveer 15 metier boven waren. Er stond een zware zee en ze moesten weer omhoog om buiten het bereik vain de gol ven te blijven. In den nacht passeerde een ongeluk, dat de ernstigste gevolgen had kunnen 'hebben. De voedingsbuis van de benzineleiding brak ien kostte de grootste moeite, het lek te stoppen. Later waren er geen ongelukken meer voorgekomeln. Het bedekken van de vleugels met paraf fine was een groot succes, er heeft zich dientengevolge geen ijs op de vleugels af gezet, wat anders bij het urenlange vliegen in den sneeuwstorm onvermijdelijk ertoe had moeten leiden dat het toestel in zee gedrukt werd. Nu de kuikens er z ij n Er zijn gevoelige lieden, die het hard vinden, wanneer de kloek opgesloten wordt gehouden en dat is een gevoelsargument, waar wat voor te zeggen valt. Maar toch moet men dan een concessie doen en wiel deze, dat ze gedurende den tijd, dat de kuikens hun voer krijgen, wèl wordt op gesloten. Want het gaat toch niet aan, om de kloek het kuakenvoer te laten op maken, dat, door zijn bijzondere samen stelling, daar veel te kostbaar voor is. Wat voor de kuikens* ook al heel nadee- lig is? Natte pootjes. De kou daarvan trekt op en de diertjes gaan verkleumen, wat ze zeer vatbaar voor ingewandsziek ten maakt. Blijft dat nat worden niet alleen tot de pootjes beperkt, doch strekt zich dit over het heelie lichaampje uit, dan wordt het gevaar daardoor des te grooter. Daar is zelfs heelemaal geen regenbui voor noodig, of een ongewilde onderdompeling in een sloot of tobbe wa ter, neen, een te vroeg uitlaten op een begroeid terrein, wat zoo dikwijls ge schiedt, is precies voldoende om de kui kens doornat te maken. Vooral wanneer bet gras wat lang is, zijn de kuikens in een oogehblik door en door nat. De zon kan niet direct den bodem bereiken, de grastoppen drogen het eerst op, het ziet er dus, zoo op het oog, mooi droog uit, maar vergis je niet, de kuikens worden toch nat. Uitkijken en oppassen is dus de boodschap en dierhalve er voor zorgen, dat de kuikens alleen dan het begroeide terrein op mogen, wanneer dit volkomen droog is en de zon die dauw heeft doen wegtrekken. En regent het, staat dan in geen geval toe, dat de kuikens daarin verblijven, of onder een heg of struikge was beschutting zoeken, daar dit toch niet voldoende helpt. Komt er dan nog een regenbui opzetten en welke buiten wo nende kippeoboudier kent die teekeinen van de lucht niet? wees den aanval dan vóór en drijf de diertjes direct naar bin nen. Het is beter een uur te vroeg, dan 5 minuten te laat. Is het weer echter gunstig, schijnt de zon, ruikt men hel voorjaar on voelt men als het ware den groei in de lucht, geef dan de kuikens de volle vrijheid. Hoe smeer zij zich dan bewegen, hoe bedrijviger ze dan zijn, des te meer dit hun ton goede komt. Zon, frissche lucht, volop beweging, het komt allemaal hun ontwikkeling ton goede. Toe, gij bezitters van een stadstuintje, laat eens even het deurtje van de kuiken- ren los. Laat het jonge goedje er maar eens even uitbreken en geniet van hun uitgelatenheid en dolle capriolen. Een wa kend oogje *op hen gehouden, zal uw tuintje wel voor hun al te ver gaande ondeugendheden behoeden. Waakt voor een overbevolking. Vier lies nimmer uit het oog, dat de kuikens wel groeien, maar dat het kuikenverblijf precies even groot blijft. Wat vandaag dus nog past, is de volgende week reeds te klein geworden. Een zeer eenvoudige waarheid zult ge zeggen en daar heeft U dan vol komen gelijk in. Zoo eenvoudig zelfs, dat een ontstellend groot aantal kippenhou ders deze waarheid' over het hoofd ziet, dan, op een gegeven oogenblik, e:n over bevolking krijgt en'de slachtoffers ko men te vallen. De kuikens verdringen zich, hoopen in de hoeken opeen, de temperatuur wordt daar te hoog, ze verbroeien en des ochtends vindt men die lijkjes. Geen beter middel, 'dan zooveel mogelijk de haantjes er uit te holen, zoo gauw deze maar even kenbaar zijn. Dat spaart ruimte en het geeft voor de hennetjes bovendien meer en ook rustiger plaats aan de voerbak. Mag de ruimte waai"in 'de kuikens zijn ondergebracht dus niet te warm zijn, ook het omgekeerde daarvan moet vermeden worden. Houdt daarom den thermometer in het oog. Begin met 9095 graden Fahrenheit en zak geleidelijk af naar 65 toe, wat dan op een leeftijd van plm. 3 weken is. Ervaren kuikenfokkers doen het wel zonder thermometer. Die zien het iaan de kuikens zelf wei aan, of ze het al of niet naar hun zin hebben. En op dit door studie en ervaring verkregen kompas va ren zij veilig. Toiletgeheimpjes. Het lipje van molières heieft vaak een gebrek. Het wil nooit netjes in het midden blijven zitten, iets wat erg leelijk slaat. Het is echter gemakkelijk te verhelpen door twee gaatjes in het lipjie aan dein bovenkant te maken en hierdoor die veters mee te rijgen. Indien uw zijden veters al te spoedig ra felen, kijk dan eens de veler gaatjes in uw schoenen na. In dein regel zijn ze dan aan den onderkant los en daardoor scherp geworden. Met een hamiertje kunnen ze worden plat geslagen. Schoenen met houten hakken, bekleed met peau-de-suède, lak of leer, moeten direct worden nagezien zooidira bet stukje leder, dat onder den hak zit, wat dun begint te worden, daar anders het bekleed sel gaat rafelen en omkrullen wat bui tengewoon slordig staat. Wordt ge door een regenbui overvallen, zoodat uw schoentjes drijfnat worden, zet ze dan na thuiskomst niet bij het vuur of in de zon te drogen, maar stop ze vol met proppen krantenpapier, die ge telkens verwisselt, wanneer ze beginnen vochtig te worden. Schoonheidswenken. Fransche schoonheids-doktoren zweren thans bij den rauwen aardappel en de ho ning, het eerste voor. uitwendig, het laat ste voor inwendig gebruik. Den aardappel 'hebt ge alleen maar in plakjes te snijden en hiermede hals, ge laat, handen en armen te masseeren. Men kan ook een aardappel-verband aanleggen en dat een paar urn* zoo laten zitten., daarna op de gewone wijze wasschen en insmeren met cold-cream. De inwendige honingkuur is al evein gemakkelijk: laat op uw ontbijttafel nim mer den honingpot ontbreken; honing werkt laxeerend en is rijk aan ijzer- en phosphor-zouten Past ge nu een en ander toe, dan zal dit volgens de schoonheids-experts u een frisschen gelaatstint doen ver krijgen of behouden. Wij helpen het u wenschen. DE OCEAAN VAN OOST NAAR WEST OVERGESTOKEN. Het vliegtuig „Bremen", waarmede deze tocht volbracht is. Inzet: v. 1. n. r. Koehl, von Humefeld en Fitzmaurice. „Be tinnen soldaat", dcor Temple Bailey. (Hollandia-Drukkeraj Baam). De bekende schrijfster van „Pauwe- veenem' en „Het blauwe venster" brengt thans een oorlogsroman, d.w.z. een roman met den wereld-oorlog a!s hoofdmotief. Om twee redenen is dit boek belangrijk: als boeiende roman en als document van de psyche van het Amerikaamsche volk tijdens de jongste krachtmeting der vol keren. Het is vooral interessant te ver nemen hoe de Amerikaansche vrouw te genover de massa-slachting in Europa stond en wat ze dacht van den landge noot, die zich niet naar het oorlogsveld opmaakte. De hoofdpersoon in dit werk n.l. is zoo iemand. Niet uit lafheid trad hij niet in het leger, ook had hij geen anti-oorlog- principe dat hem weerhield, doch een geestelijk minderr-waardige vader, die dein sterken arm van den zoon niet ontbe ren kon. Temple Bailey heeft op boeiende wij ze van het leven van den gedwongen ach terblijver en van zijn omgeving verteld, en de wereld weer met een verdienste lijk werk verrijkt. „Builen eigen grenzen, door Ernest Perochon. (A. W. Br una en Zoon Utrecht), Het is voor een schrijver met veel fan tasie zeer verleidelijk zich in de moge lijkheden der toekomst te verdiepen. Want is er iets interessanter onder de zon dan de vraag: „Hoe zal zich het ontwikke lingsproces der wereld voltrekken?" Zooals vele schrijvers voor hem tracht ook Perochon een antwoord op deze vraag te geven in een boekwerk van enkele bonderden blad'zijden. Hij laat den mensch tijd en afstand beheerschen, de lucht zien we dank zij de pen en de fantasie van den schrijver zwart van vliegtuigen, gren zen der landen zijn vervallen, de mensch beheierscht de atmosfeer en de tem peratuur En nog steeds zoekt hij ver- dei- totdat hij aan zijn eigen cultuur ten gronde gaat. Deze oplossing, afgestemd op de geschiedenis van menigen cultuur- staat in het verleden is een alleszins aan vaardbaar einde van dezen fantastischen roman. Ellen Forest verzorgdei de ver taling weer uitnemend. „Glanzende dagen", door R. J. de Stoppelaar. (A. G. Schoondeirbeek Laren). De naam De Stoppelaar boven een ar tikel in een onzier periodieken of dagbla den is als de wegwijzer naar een brokje landelijk schoon in een vaak monotone en dorre streek. Deze Friesche dominé toch weet de aandacht zijner lezers te leiden naar het land, naar de natuur, niaair de dieren, bloemen en planten, die ze toti leven wekt en koestert, dan wel vermorzelt. Hij leert de menschen het leven buiten kennen, dat zoowel in zon badend als in een waas van regen be langwekkend en mooi is. Een aantal opstellen van Ds. de Stop pelaar zijn wederom gebundeld en als „Glanzende dagen" in den handel gebracht. In dit boek treffen als in alle andere wer ken van dezen schrijver zijn groote liefde voor de natuur, zijn rake opmerkingsgave en zijn prettigen verteltrant. De vele vrien den die Ds. die Stoppelaar zich door zijn talent in den loop der jaren verwierf, zullen het verschijnen van „Glanzendle dagen", met vreugde begroeten. „Dat moet geboet werdien", door Martin Andersen Nexo. (Van Holkema en Wacendorf, A'dam.) Een droeve biecht van1 een levenswijs man, die zondigde en boete deed. Het gegeven is als volgt: de hoofdpersoon, kind van een in sexuieel opzicht abnor- malen vader en van een onbeteekenende moeder komt na een vrij verwaarloosde opvoeding tot de ontdekking dat hij gees- lijk erfelijk is belast. Zonder opzet drijft hij zijn geliefde den dood in. Na deze daad gaan hem de oogem open; teneinde niet meer onheil te stichten en om te ontkomen aan zijn minderwaardige zie kelijke erfenis keert hij de wereld den rug toe en leeft als een kluizenaar. Voor den dood biecht hij zijn schuld en boete en deze biecht vormt het boek, waarvan de tót-ei hierboven is afgedrukt. In een sober relaas weet de schrijver machtig te ontroeren. Voortreffelijk zijn de beelddng der onderscheidene figuren en de natuurbeschrijvingen. Verschillende uitgaven. Bij L. J. Veen te Amsterdam ver scheen: „Hein de Groenteinman", door L. A. B. Ulehake. In dit werkje wordt een „geval" van de vereeniging „Lief dadigheid naar vermogen" uitgewerkt. Ge schetst wordt hoe een gezin den ondergang ontkomt door verstandig ingrijpen door een bezoeker der vereeniging. G. Wild schut verluchtte het boekje met een vier tal goede tee koningen. Van de Hollandia-Drukkerij te Baarn ontvingen we „Keetje", door Maria Vo gel. Dit boek oven* rijpend meisjesleven, waarin vele schoolervaringen zijn ver werkt, zal bij de vrouwelijke jeugd on zen* middelbare scholen ongetwijfeld in den smaak vallen. Het is een vlot en met humor geschreven boek. De moord te C a p e 11 e aan den IJssel. In hooger beroep is voor bet Haagsche gerechtshof behandeld de zaak tegen dein 19-jarigen B. M„ los werkman te Capelle aan den IJssel, die door de rechtbank te Rotterdam wegens doodslag op den rente nier G. Dekker, diefstal en het verbergen van het lijk, is veroordeeld tot 8 jaar ge vangenisstraf. Zoowel verdachte als het O.M. bij de rechtbank, dat 18 jaar gevan genisstraf had geëischt, zijn van dit vonnis gewezen op 14 Febr. j.l., in hooger beroep gegaan. Wat de feiten betrof, gaf verdachte toe, dat hij op den 27sten Augustus van het vorige jaar bij Dekker is geweest en toen ruzie met dezen heieft gekregen. Volgens verdachte zou D. hem aangeval len hebben. Bij de nu volgende vecht partij heeft verdachte D. om den hals gegrepen. Vervolgens zijn zij samen op den grond gevallen, waarna D. roerloos bleef liggen. Nadat verdachte f 10 uit den zak van D. had genomen, is hij weggegaan. Des nachts is hij evenwel teruggekomen, heeft het lijk van D. medegenomen en dit in den IJssel gegooid. De advocaat-generaal achtte de op gelegde straf te licht en eischto 12 jaar gevangenisstraf tegen verdachte. Te vondeling gelegd. Voor de arrondissemenits rechtbank te Maastricht stond terecht een 19-jarig meisje te Hoensbroek, dat op 17 Maart een kindje van veertien dagen langs dien weg te vondeling had gelegd'. Zij was ten einde raad; de vader had zich uit de voeten gemaakt en zij wist niet, dat dit een strafbaar feit was. Het O. M. eischte tegen verdachte zes maanden ge vangenisstraf voorwaardelijk met een proef tijd van twee jaar. Voor hetzelfde misdrijf stond terecht een gehuwde vrouw uit Kerkrade, die twee wettige kinderen,, het eene geboren 19 Januari 1926 en het andere 23 De cember 1926 te vondeling gelegd had voor de deur van het klooster, die de kin deren hebben opgenomen, Ook tegen baar werd dezelfde straf geëischt. Het pachtvraagstuk. In de gisteren gehouden vergadering van het hoofdbestuur der Groninger Maat schappij van Landbouw heeft de heer dr. J. Oortwijn Botjes, van Oostwold, gesproken ovier het pachtvraagstuk. De spr. kwam daarbij tot de volgende conclusies 1. De bepaling van de pachtprijzen behoort in het algemeen aan pachter en verpachter te worden overgelaten. 2. De zittende pachter behoort een wettelijk recht te krijgen op een vergoe ding van ten hoogste een halfjaarlijksche pachtsom, indien de verpachter zonder gegronde redenen weigert, tegen redielijke pachtvoorwaarden een nieuwe pachtover eenkomst met hem aan te gaan. 3. De afgaande pachter moet aan spraak kunnen maken op vergoeding voor bepaalde, in de wet genoemde verbete ringen, die hij in het bedrijf heeft aan gebracht. 4. Bepalingen in het pachtcontract, welke schadelijk zijn voor een rationeele uitoefening van het bedrijf, behooren haar rechtskracht te verliezen. 5. Het remissierecht moet worden ge maakt tot een dwingend recht. 6. Er worden pachtcommissies be noemd, welke bindende uitspraak doen omtrent alles wat onder de punten 2, 3, 4 en 5 is genoemd. 7. De pachtcommissies geven, desge- gevraagd, aan de par tijen voorlichting om trent de pachtwaarde van bedrijven en perceelen. OVERZICHT. De internationale schulden-regeling. Het trekt in de laatste dagen algemeen in de wereld de aandacht, dat verschil lende buitenlandsche staatslieden tegelij kertijd of nu elkaar in Rome hebben vertoefd, of zich daar nog bevindlen. In Rome en in andere steden van Italië heb ben zuiver politieke besprekingen plaats gehad met de ministers van buitenland- sche zaken van Polen en Turkije, met den Hongaarschen minister-president graaf Betlen, en met den minister van binnen- landsche zaken van Roemenië, Cuca; een bespreking met den minister van builen- landsche zalten van Bulgarije zal nog plaats hebben. Daarnaast hebben de be sprekingen van den reparatie-agent Par ker Gilbert en den Duitschen minister financiën, dr. Kohier, met den Italiaan- schen minister van financiën, graaf Volpi, vooral de aandacht getrokken van inter nationale economische kringen. Naai* het heet, is het onderwerp van deze debatten geweest: de kwestie, om het reparatie probleem definitief op te lossen. Maar be paalde meldingen hieromtrent mankeeren nog. Wat de reis van den Duitschen mi nister van financiën naar Rome betreft, wil men in Duitsche officieuze kringen slechts van een particuliere reis van dr. Kohier weten, en zijn bezoeken bij Musso lini en minister Voipi worden dadbn van internationale beleefdheid genoemd. Hel zij daargelaten, of deze uitlegging met de feiten overeenstemt; in ieder geval staat vast, dat de Duitsche regeering voorloo- pig erg terughoudend is tegenover de actie, om een internationale schuldenregeling te bereiken. Men is in Berlijn van meening,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina bijlage 1