RUITEKBOER "Mijd, 5 N°. 18 ProVinciemeuWs STER-TABAK Vrijdag 20 April 1928 118° Jaargang, Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel. Etkettd de beste Sport Medische Rubriek. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesehe Courant COURANT en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. In de Woensdagavond; te Middelburg gehouden algemeeme vergadering van het Zeeuwsch Genootschap dier Wetenschap pen, bracht de secretaris, die heer mr. A. Meerkamp van Embdiem, het jaarverslag uit, waaraan wij het volgende ontleetnen: Het Genootschap heeft 14 leden door den dood' verloren. Van de 49 iin 1927 ge noemde leden, namen 34 het lidmaatschap aan. Het Genootschap telt thans 2 eere leden, 54 directeuren en 603 leden, van wie er 103 te Middelburg wonen; de cij fers van het vorige jaar waren 2, 59, 594 en 109. Van de verschillende afdeeïingeïi van het museum zijn thans die voor porcelein en aardewerk en die voor de ethnographi- sche voorwerpen zonder conservator. Het aantal beta Lende bezoekers vain het museum bedroeg 3400, van wie 173 werden toegelaten tegen verminderd ta rief. Voor 1926 waren deze cijfers 3739 en 74. De teruggang in de laatste jaren is wel is waar niet verontrustend, maar trekt toch de aandacht. Het bestuur betreurt ten zeerste het overlijden van dr. A. E. Ramouchamps, die zich voor het museum bijzonder ver dienstelijk heeft gemaakt. Volgens het verslag van den Conser vator van de Zelandia Ililustrata, dr. W. S. Unger, was hij in de gelegenheid die catalogiseering der kaarten voort te zetten en bewerkte hij de portefeuilles Beveland, Tholen en Schouwen te samen bevattende ruim 100 stuks. De verzameling werd o.a. geraadpleegd door den heer Kok, ten be hoeve van de restauratie van het Beurs gebouw te Vlissingem. Een foto werd gemaakt in 16 platen van de kaart van den rand van Walche ren, berustend in het Museum Plantijn te Antwerpen. Deze kaart, die met eemige niet onbelangrijke afwijkingen, die belet ten er een duplicaat in te zien, toch ook veèl overeenkomst vertoont met de door den heer de Waard in het archief 1912 besproken kaart van Arent Janszoon van Toom, moet tusschen de jaren 1547 en 1562 zijn vervaardigd. Rammekens n.J., dat er op zich op bevindt, werd in eerst genoemd jaar gebouwd; de kapel van Brigdamme, die in 1562 werd verwoest, is er nog pp geteekend. De kaart zou door H. Cock zijn vervaardigd en sinds 1587 in museum Plantijn berusten. Zij is voor de topografie van de in de 16e eeuw zoo belangrijke strook van Veere tot Vlissingen van uitnemend gewicht. De Conservator hoopt in de gelegenheid te zijn over deze kaart in verband met de mededeeling van den heer de Waard na dere bijzonderheden op te sporen. De Conservator voor de z.gjn. steemem kamer, de heer P. J. van der Feen Jr., wijdt woorden van grooten lof aan de na gedachtenis van dr. Ramouchamps te Lei den en schetst, wat deze ook heeft ver FEUILLETON DOOR ETHEL M. DELL. Ongetwijfeld had hij iets koninklijks over zich; maar waarin lag dat? Niet in zijn krachtelooze, plompe gestalte, niet in zijn aangename, maar emotielooze stem, zelfs niet in de rustige vriendelijkheid van zijn oogopslag of in het sympathieke van zijn glimlach. In geen daarvan lag zijn kracht, en toch kwam zij in ieder ervan te voor schijn. Geen groobe persoonlijke kracht ka rakteriseerde hem, en toch was zijn heer schappij absoluut. Geen schitterend in tellect, geen geestige welbespraaktheid, geen slagvaardigheid in gesprek bezat hij, wel een vinnigheid van begrip, dat nooit wreed, een humor, die nooit scherp was. En nu herinnerde Anne zich, dat zijn eigen moeder haar den sleutel voor dit probleem gegeven had, en zij twijfelde er geen oogenblik aan of dit loste het raadsel op. „Het is geen persoonlijk mag netisme", had Mrs. Errol gezegd, „noch 1 3 van dien aard. Het is slechts liefde". Dat was de tooverkracht, waarvoor 2 Ifs Nap, de trotsche, de hartstochtelijke, richt i.n hot belang van het werk van het Genootschap door determiinieering van ar- chaeol'Ogisch materiaal. In September 1926 stelde de overledene een onderzoek in aan den vluchtheuvel bij de hofstede „Berglust" te Ritthem en levens bezocht hij het museum te Middelburg en de col lectie Hubregtse te Burgh. Zijn ernstige ziekte belette hem in September 1927 terug te komen, zooals zijn plan was. Op de historische tentoonstelling te Goes werden voorwerpen uit de verzameling ingezonden en aan die tentoonstelling dankt het Genootschap enkele aanwinsten. Op een door den heer K. van Rooijein onder de aandacht gebracht terrain te Wesit- kapelle heeft de Conservator enkele frag menten van Romeinsche dakpannen en vloertegels verzameld, die nog door dr. Ramouchamps zijn gedetermineerdter wijl andere daar gevonden scherven nog op onderzoek wachten. Geen bezwaar bleek te bestaan legen het .opnemen van een uitgebreide verzameling fragmenten, afkomstig van de Romeinsche vloot ves ting Arentsburg, geschonken door den heer de Vos te Voorburg, omdat de voorwer pen bijna alle uit denzelfden tijd afkom stig zijn als de Romeinsche vondsten bij Domburg. Zulks omdat Arentsburg en de Nehalennis-tempel waarschijnlijk tegelij kertijd étappes op de route van den Rijn naar Britannia waren. Naar aanleiding van het vinden van Fragmenten van Ro meinsche voorwerpen bij de Zeeuwsche vluchtbergjes, merkt de Conservator op, dat deze bergjes zeker niet voor dan Ka- rolingischen tijd, waarschijnlijk nog later tot eenigszins, aanzienlijke hoogte zijn op geworpen. Men moet echter de mogelijk heid in 't oog houden, diat evenals bij de Friesche terpen gebleken is, de bergjes zijn opgericht op plaatsen, die reeds iin den Romeinschen tijd bewoond waren, maar blijkbaar toen nog geen kunstmatige verhooging noodig hadden. In de verza meling wordt een stelselmatige groepeering toegepast en worden die groepen uit ma gazijn en aanwinsten geleidelijk aangevuld. Zij bestrijken meer dan 16 eeuwen be schavingsgeschiedenis van de Zeeuwsche bevolking. Mejuffrouw A. M. de Man, conser vatrice van de ouderwetsche Kamer en de Zeeuwsche kleederdrachten, meldt o.a. dat door bemiddeling van de Commissie voor Zeeuwsche Folklore verschillende merkwaardige artikelen werden ontvangen, o.a. een zilveren schuttersplaiat van het St. Sebastiaansgilde te Heimkenszand uit 1863, die nu als de 7de aan de fraaie ketting van dat gilde kon worden beves tigd. Uit een ontvangen collectie hoeden uit verschillende deelen van Zeeland blijkt dat de Walchersche vrouwenkaphoed met dien van 1885 uit Axel vrijwel overeen stemt, maar toch het linit op andere wijze geplooid werd. Verder vermeldt Mej. de Man het repetitie-horloge, dat, behalve de uren., ook dag, maand en datum aan wijst, met daarbij behoorende zilver hor loge-sleuteltje met vredesduif en palm tak versierd, zulks uit de nalatenschap van wijlen den heer A. Breemans. De nieuwe conservatrice van de schil derijen, Mej. R. M. Wichers Wierdsma, zond nog geen verslag in, wel zijn er plannen to-t inven ta r i seering der schilde- de verraderlijke, genoodzaakt was te wij ken. In zijn zwakte beschikte die man over een almachtige kracht een kracht, waar voor zij zich allien als bij instinct bogen waarvoor zelfs duivels zich verneder den omdat zij Goddelijk was. Dat was het geheim van zijn sterkte. Dat was het wapen, waarmede hij over won. Zij vroeg zich af, of dat altijd zoo geweest was, of dat zijn lichamelijke zwakheid ertoe bijgedragen had' een groot moedigheid te ontwikkelen, waar boe meer bewegelijke mensclien niet in staat waren. Het mocht waar zijn, dat, zooals Mrs. Errol beweerd had, alle mannen een aan- ten goede hadden, maar hij was de eenige, dien zij ooit ontmoet had, in wien die aanleg werkelijkheid geworden was. Geheel onbewust, misschien ais ant woord op een reactie, die noodzakelijk hevig geweest was, gaf Anne zich dien 5 voor het eerst in haar leven over aan een soort heldenvereering, die haar eigen droef leven slechts vermoeien' kon. Toen zij later alleen wanen, spraken zij nog een tijd lang over koetjes en kalf jes, en dan spraken zij heelemaal niet meer. De intimiteit tusschen hen maakte spreken omnoodig en Lucas' zwijgen was even weldadig als zijn spreken. „Je moet goed voor jezelf zorgen", zeide hij, anders ben ik niet gerust". En toen zij dat beloofd had „En kom zoo dikwijls oploopen als je kan En als 3^ UT Tfi' TQCïfï Tftg rijen, maar die plannen kwamen nog niet tot uitvoering. De conservatrice van het munt- en penning-kabinet, Mej. M. G. A. de Man, noemt als belangrijkste aanwinsten de gou den strooipenniing op de inhuldiging van Prins Willem V als markies van Vlis singen en Veere, de reeds vermelde schut- tiersplaat en een dubbele gouden dukaat, oude slag van Gelderland. De conservator van het kabinet van natuurlijke historie, de heer P. J. v. d. Feen Jr., klaagt over te weinig contact met het publiek, te verstaan zoowel be zoekers van het museum als zelfstandige onderzoekers der fauns of geologie van Zeeland. De conservatrice van het Zeeuwsche Hebarium, Mej. A. Ogterop, meldt dat er weinig verandering is gekomen, maar acht het dringend noodig eein jongere kracht zich de moeite gaat getroosten verschei dene van de door ouderdom verteerde planten door nieuwe exemplaren te ver vangen. Tenslotte is opgenomen het verslag van de commissie voor Zeeuwsche Folklore en mededeeling aangaande het archief. De secretaris brengt tenslotte dank aan de velen, die wederom 'het Genootschap aan zich hebben verplicht en aan de con servatoren, vooral voor hun belangloozen arbeid. Tot leden van het Genootschap werden benoemd de lieer J. Adriaan.se, geschied kundige te Hulst; Mej. J. Berdenis van Berlekom, directrice der middelbare school voor meisjes te Haarlem; de heeren R. Blommaert, predikant der Waal sche Ge meente te Middelburg; L. Bok, chef van het bureau Onderhoud dier Rijksgebouwen te 's Gravenhage; dr. W. L. L. Carol, arts te Amsterdam; L. Baron de Cras te Limmel; C. A. Dek kers, geschiedkundige te Hulst; mr. J, I. Dijkhuis, leeraar R.H.B.S. te Vlis singen; dr. P. Doppler, rijks-archivaris in Limburg, te Maastricht; dr. P. J. M. van Gils, inspecteur R.-K. lager on derwijs te Roermond; dr. W. Goossens, chartermeester rijks-archief in Limburg, te Maastricht; mr. C. J. Heemskerk, substituut-griffier Arrondissements-Recht- bank te Middelburg; mr. A. J. van der Hoeven, burgemeester te Tholen'; C'h, Hondius, lid van den gemeenteraad te Middelburg; Mevr. G. M. Kooiman van Middendorp, letterkundige te Middel burg; de heeren Ir. W. Krul, directeur dat niet mogelijk is, kan je toch wel legenheid vinden oin te schrijven". Maar hij maakte geen directe zinspeling op dein terugkeer van haar man. Zijn sympathie had het niet noodig zich in woorden uit te drukken. Ook sprak hij niet over zichzelf. Slechts hield hij bij het weggaan haar hand eeni ge oogenblikken zwijgend in de zijne. En Anne ging weg met een verlicht ge voel in haar hart, alsof hij den zegen des hemels voor haar had afgesmeekt. Terug naar huis ging zij nu, vreemd rustig en kalm. Zij had gedacht, dat haar bezoek aan Baronmead pijnlijk voor haar geweest zou zijn. Zij had verwacht op nieuw te zullen lijden. Doch in plaats daarvan was het, alsof een heeleode hand op haar gelegd was, en toen zij wegging, dacht zij niet meer aan Nap, den woes- ten, den opvliegenden, den verschrikke- 1 ij ken, maar aan Lucas, den z ach ten, den geduldigen, den ridderlijken, die haar vol maakt vertrouwen gewonnen had en eeu wig hebben zou. Het licht van een gouden avond lag op het majoraatshuis, toen zij thuis kwam. Het was wonderbaar-vredig. Door de openstaande deuren liep zij den salon in en hier ging zij, gehoorzamend aan een ingeving, die zij in Langen tijd niet ge kend had, voor de piano zitten en begon zachtjes te spelen. Sinds haar laatste bezoek aan Baron van hst r ij k s-wa ter leid ingb ureau te 's Gra venhage; jhr. U. E. Lewe van Nyenstein, burgemeester te 's Heer Arendskerke; P. J. Meertens, letterkundige te Utrecht; J. Ossewaarde, Ned. Herv. predikant te Grijpskerke; W. L. Pel, arts te Middel burg; J. A. Wilton van Reede, bankier en eigenaar van het oorlogsmuseum te Goes; dr. J. S. Remijnse, arts te Rot terdam; J. L. Richel, burgemeester te Duitsche physiologie, prof. Rubner, in een beschouwing, die is opgenomen in de „Deutsche Medizinische Woehenschrift", welke de moderne vrouwenk leeding aan strenge critiek onderwerpt. In het algemeen is volgens hem de be scherming van meisjes en vrouwen tegen de koude onvoldoende. Het wam hou den van het lichaam is vooral in den herfst en in het voorjaar, maar ook in den A. C. VAN DER REST, Ass. Apotheker, Lange Kerkstraat Goes, Telefoon 168. Geneesmiddelen, Verbandstoffen, Bandages, enz. Aparte afdeeling Toiletartikelen. Borssele; Ir. W. W. Schipper, schrijver over Zeeuwsche polders te Winschoten; mr. P. G. van Tiienhoven, voorzitter der vereeniging tot behoud van natuurmonu menten, te Amsterdam; J. Tollenaar, oudheidkundige te KrabbendijkeB. A. Th. M. Truffimo, burgemeester te Hulst; prof. dr. J. P. Wibaut, hoogleeraar te Amsterdam; dr. L. Mezger te Marseille en Dr. H. Obreen, geschiedkundige te Brussel. Tot bestuurslid in de vacature dr. J. A. VoJlgraff, werd gekozen de heer W. Berdenis van Berlekom te Middelburg. 's Heer Arendskerke. Bij de voor dieze gemeente gehouden keuring voor den dienstplicht lichting 1928 werden geschikt verklaard: M. de Baar, I. A. Dekker, J. van den Dries, Joh. Grimminck, S. C. Hazewmdus, Jac. op 't Hof, Jan Hoogerland, L. Hubregtse, M. de Jonge, P. J. Klompe, B. J. F. van Klooster, I. Koole, K. Luitwieier, B. A. Maas, L. P. Magnus, A. Markusse, J. A. van der Meer, Abr. Priester, P. Proost, M. Rooze, C. Rijk, W. L. de Schipper, G. A. Steketee, J. Ph. de Vroe en J. Woindergem en voor goed ongeschikt: A. C. Buteijn, M. C. Deurloo, P. van de Guchte, W. van de Guchte, A. N. Koens, G. A. Magnus, A. de Smit, A. Visser, A. Wiskerke en C. van Boven. ATHLETIEK. Singelloop. Vanwege de bekende Miss Blanche Cigarettenfabrieken is voor de op 12 Mei a.s. te houden „SingelLoop" (3700 M.) te Middelburg, een fraaie zilveren wis selbeker beschikbaar gesteld. Aanmelding als deelnemen- aan dezen wedstrijd kan tot 1 Mei a.s. geschieden bij het secretariaat der Athletiekvereeni- ging ,,E. M. M." K. Singelstraat O 270 te Middelburg. Vermagering, lichte kleeding, poeder. „Wij hebben van hygiënisch standpunt beschouwd, reden genoeg, met leedwezen de tegenwoordige ontwikkeling van dè vrouwenkleedin g waar te nemen". Tot deze gevolgtrekking komt de nestor van de mead had zij het instrument niet aange raakt. En terwijl zij haar vingers liet gaan over de toetsen, vroeg zij zich af, hoe lang het duren zou voor zij weer zou spelen. Toch was het, terwijl zij hier in het vredige avondlicht zat, moeilijk te geloo- ven, dat de dag van. morgen getuige zijn zou van haar terugkeer tot slavernij, een slavernij, die haar zoo wreed gemarteld had. Doch haar gevoelens hadden in den laatsten tijd een verandering ondergaan. Zij kon niet gelooven, dat de oude last ooit weer zoo zwaar op haar zou drukken. Zij was te lang vrij geweest. Haar vrouwe lijkheid had zich gedurende de maanden van vrijheid te veel ontwikkeld. Neen, het kon nooit meer hetzelfde worden. Een ge duldige en trouwe vrouw wildle zij nog zijn. Zij was bereid zich zonder morren en zon der voorbehoud te wij-dén aan haar zieken man. Maar zijn slavin zou zij nooit meer worden. Zij had haai' weerzin overwonnen, zij was bereid te dienen. Maar nooit weer zou hij haar dwingen. De dagen yam zijn tyrannie waren voor goed voorbij. Het was geen makkelijk pad, dat voor haar lag, maar zij had niet vergeten, hoe zij slechts ternauwernood aan een val in den afgrond ontsnapt was. Zelfs nu nog rilde zij, als zij dacht aan dén alles ver slindenden afgrond', die zich voor haar had geopend, aan dén ontzettenden angst, 5 zich van haar meester gemaakt had, winter, ondanks goede mantels niet vol doende, en daar de zomer bij ons slechts kort is en de zomer Weeding ook gedragen wordt, wanneer de zomer reeds voorbij is, moet de kleeding als onpractlsch worden veroordeeld, daar de helft van de lichaams- opper vlakte bijna geheel niet (de beenen alleen door dunne zijden kousen 1 is be dekt. De oorzaak daarvan schuilt vooral in het gebrek aan onderkleeding, die dik wijls slechts een „zinnebeeldig karakter" heeft. Het hemd is allengs tot een smalle strook gekrompen, waardoor ook de zoo belangrijke hygiëne van het lichaam onvol doende is: De bovenkleeding heeft een deel van de taak dei* onderkleeding over genomen. De schaarschte der kleedang is volgens Rubner in het geheel niet door een toenemende verharding van het vrou wenlichaam gemotiveerd. Het Jichaam is niet tegen sterke vermindering van de temperatuur bestand. Ofschoon de mode door vrijwel iedereen gevolgd wordt, ver geet men, dat de individuen zeer verschil lend reageeren op temperatuursverlaging en dat men iin het algemeen niet iedereen in dit opzicht kan harden, omdat bij de genen, die niet tegen koude bestand zijn, schade wordt toegebracht aan de bloed lichaampjes. Rubner wijst ei' op, dat in de Noorde lijke landen vele bedenkelijke gegevens bekend zijn geworden in verband met de onvoldoende kleeding. Gemeld wordt, dal aldaar het sterftecijfer van vrouwen tus schen 20 en 26 jaar as gestegen. De vrouwenmode heeft echter ook een „lichaamsmode" veroorzaakt, die volgens den beroemden ondierzoeker, schadelijk is voor de gezondheid. De overdreven mager heid, die alleen het gevolg is van verma gering ten dienste van die mode, heeft een graad bereikt, die niet meer goed te keu ren is. Het vet van het menschelijk li chaam is geen gril van de natuur. „Het vet in het weefsel onder de huid houdt warm en verder is het vet een stof, die bij een langdurige ziekte en bij moeilijk heden in de voeding of bij koorts in staat is, 'het leven te redden. Nog ernstiger is het, wanneer door de wijze, waarop de vermageringskuur wordt toegepast, ook de celmassa zelf wordt aangietast, d.w.z. wanneer een sterk eiwitverlies naast het vetverlies ontstaat. In het laatste geval doet zich geen bloedarmoede voor, maat wel een verlies aan kracht in het algemeen. Tenslotte wijst Rubner nog op het scha delijke van overvloedig poederen, dat de werkzaamheid van de huid vermindert de normale functie van de 'huid belemmert. tot er eindelijk be wijding kwam. Lucas Errol was haar bevrijder geweest. Dat herinnerde zij zich ook en een flauw, droef glimlachje speelde om haar lippen Lucas Errol, koning en kreupel, heerschar en zwakkeling. Langzaam smolt de zon weg. Anne's vingers zwierven niet meer over de toet sen; met in haar schoot gevouwen han den zat zij te mijmeren. Opeens zeide een rustige stean: „My- lady!" Verschrikt keek zij om„Dimsdale, wat laat je me schrikken!" „Ik vraag u vergiffenis, mylady," zei de de oudb man. Hij stond dicht achter haar. Hij had iets gewichtigs over zich. Hij zag er ernstig uit. Maar Anne lette daar niet op. „Ik heb al thee gedronken," zeide zij. „Ik wil graag zooals gewoonlijk, om acht uur in mijn zitkamer dineeren. Is alles klaar Dims dale, is de kamer van Sir Giles in orde?" „Ja, mylady." Anne stond op en deed de piano dicht. Zij begreep niet, waarom Dimsdale nog bleef talmen, doch dan viel het haar in, dat hij misschien iets te zeggen had. „Zeker niemand geweest?" „Neen, mylady". „Zijn er geen brieven gekomen?" „Geen brieven, mylady". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1