GOESGHE COURANT Onze Rijmkroniek BIJVOEGSEL Het „Slot Oostende". MIJNHARDT's Voor de VrouW KleinVee-Teelt. Medische Rubriek. ProVincienieuWs VAN DE VAN VRIJDAG 17 FEBRUARI 1928 HET LIED VAN DEN WESTENWIND. Ik ben de Westenwind, die gekomen Van verre over de zee, In ravenzwarte wieken Voer ik regen mee. Wanneer ik kom uit het Westen, Waar ik woon, Valt beneden regen Monotoon Ik bedek de zon, Die de weiden verguldt, Ik ben de Westenwind Die het geluk verhult. Ik 2ing Ln de boomentoppen Een droeve melodie. Daarin is Melancholie Ik ken geen ruste; Boven de zee Voer ik zwervend Meeuwen mee. Ik kus de stranden In stillen nacht De golven ruischen Een droeve klacht En eenzaam lichtend De vuurtoren- wacht Een hopend te-eken In donkeren nacht Ik ben de Westenwind, doe gekomen is Van verre over de zee, In ravenzwarte wieken Voer ik weemoed mee. J. L. Als -zoo het tij verloopt, Dan kan men 't baak verzetten, Toch wordt de we'vaartstroom. Naar stad en land geleid, En, om vernceüngskrachf, Haar woede te beletten, Wordt 't werk van 't voorgeslacht Slechts van zijn plaats verleid. Deze regels werden door een Goeschen dichter bij het opgraven van een kaaimuur te Goes, in den Zeeuwschen volksalmanak van 1838 gedicht. En ze zijn niet alleen van toepassing op den kaaimuur, want ook voor het Slot Oostende te Goes is het tij verloopen en de bakens worden verzet. Helaas zal het werk van 't voor geslacht héér niet worden verleid de overblijfselen van wat eens het Slot uit maakte, zijn gedoemd voor goed te ver dwijnen. De 14e eeuw moet plaatsmaken voor de 20e; een eertijds machtig rid derslot voor de bioscoop. Men kan zich nu wel afvragen of het van zooveel be lang is om de stallen van een slot voor afbraak te behoeden, maar dan zal het antwoord bevestigend moeten luiden. Im mers, de geschiedenis van de sleden is de geschiedenis van hun kasteelen. Zoo- als men weet. verrezen in de Middel eeuwen op verschillende plaatsen sterk ten, aangelegd door de landheeren, die met behulp daarvan hun bezittingen tegen eventuecle vijanden konden beschermen. Het was dan vanzelfsprekend dat de platteland-bewoners een veilige woon plaats zochten onder de vleugels van deze sterktenuit deze nederzettingen groeiden dorpen en steden. Ook met Goes was dit het geval. In de eerste druk van de kro niek van Reijgersberg, «n 1551 te Ant werpen vervaardigd, vindt men een oude landkaart, waarop men kan zien, waar deze sterkte gelegen was, dat is op de plaats van de tegenwoordige stad Goes. Dit was het slot Oostende. Smallegange vertelt er alleen van, dat het omstreeks het jaar 1300 als slot bekend werd tijdens een belegering van de Vlamingen onder Jan van Renesse. De Vlamingen werden afgeslagen en leden veel verliezen, waar uit de conclusie kan worden getrokken, dat Het Slot over sterke strijdmachten moest beschikken. In dien tijd kwam ook het dorp Goes op, dat tot de heerlijkheid van de Borsselens, een der machtigste Zeeuwsche geslachten behoorde. Zij schij nen ook het Slot gebouwd te hebben. Maar toen Graaf Willem III de goederen van heer Floris verbeurd verklaarde, kwam het aan Jan van Henegouwen. In 1428 was het een der weinige goederen, die aan Jacoba van Beieren overbleven. De geschiedenis laat ons nu in den steek. Maar Ab Utrecht Dresselhuys weet ons te vertellen dat het Slot in de 16e eeuw in h nden kwam van het bekende ge slacht van ter Goes, De 23en October 1727 werd bet door de erfgenamen van Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct Zenuw-Tabletten 75 ct Staal-Tabletten 90 ct Maag Tabletten. 75 ct Eij Apoth. en Drogisten heer Adriaan aan den Raad van State verkocht. Het werd ingericht tot militair hospitaal. Het volgend jaar werd het door de stad overgenomen, die het in 1750 aan Corn. Steemaart verkocht, daar het in zeer vervallen toestand verkeerde. Het werd toen gedegradeerd tot boeren herberg. Dit zijn in het kort de feiten. Maar van het eigenlijke leven der bewoners van het volk weten we heel weinig. Toch werpt het pas verschenen werk van -den heer Adriaans©, De Po-ort van Hulst, hier eemig licht. In de bespreking daar van wees ik er reeds op, dat er vroeger nauwe betrekkingen tusschen Zecuwsch- Vlaanderen en Zuid-Beveland werden on derhouden. Het werk beschrijft nu hoe de Z.-VIaamsche edelen, en in het bij zonder de machtige heeren van Maelstede en ook de kloosters, eertijds uitgestrekt, bezittingen in Zuid-Beveland hadden. Om gekeerd hadden de Z.-Bevel-andsche ede len verschillende belangen in de Vlaarn- sche steden. Vandaar het contact tusschen deze deelen van ons gewest. De zed: van den tijd maken het waarschijnlijk dat deze „zakenreizen" gepaard gingen met vroolijke bijeenkomsten op de verschillende kasteelen, en vooral op Zuid-Beveland schijnt dit het geval te zijn geweest. Het Slot Oostende zou nu het centrum zijn ge weest. „Nog altijd bestaat de overleve ring op Zuid-Beveland", gaat het boek verder, „dat de talrijke edelen uit het eiland elkaar bezochten, te paard in kost bare kleederen, met gouden sporen aan de kaplaarzen". Mij persoonlijk is deze overlevering niet bekend, maar wel ia het een feit, dat er nog vele overleveringen van het Slot op Zuid-Beveland bestaan. Over die feesten nu vinden we nog bijzonderheden in de Z. volksalmanak van 1841, waarin de heer Swaiue over oude vermaken schrijft. Deze deelt mede, dat in 1619, Mr. Jacob Peckuis bij het leggen van den eersten steen van het Schutters hof de Edele Busse, op het Slot Oosten de, dat door hem werd bewoond, een schuttersfeest organiseerde van 36 deel nemers en hun vrouwen. Dit feest duurde als naar gewoonte drie dagen. De vrou wen namen deel aan het z.g. „zwaankliip- pelen", waarbij de vrouw van Peckuis den prijs won en tot koningin werd uit geroepen. Hier vinden we dus de oude traditie nog prachtig bewaard. Want is dit feest niet op te maken als een voort zetting van die, welke Jacoba in het jaar 1428 en later aan de edelen gaf, en waarbij zij bij het gaaischieten den vogel trof? De traditie zit den Zeeuwen wèl in het bloed, en ze wordt tot op huidigen dage gehandhaafd in de verma ken van het boerenvolk. Alleen, de vrou wen beoefenen het gaaischieten niet meer, Maar de tijden zijn veranderd; kenau's hebben we niet meer noodig, ondanks het feit, dat nog kort geleden te Zierikzee een landstorm-afdeeliog voor vrouwen werd opgericht. Men ziet het: de traditie houdt langer stand dan de gebouwen. Want he t eenige bezienswaardige dat nog van het Slot over is, is de moerbeienboom, volgens overlevering nog door Jacoba ge plant. De legende wil, dat de vruchten, die deze boom voortbracht, de symbolen waren van de gunsten, waarmee Jacoba de stad overlaadde. Zoo is deze boom niet alleen een curiosum, maar tevens het symbool van de welvaart der stad, en het zal dan ook velen verblijden-, dat hij het sloopingswerk zal ontgaan. Buiten de stallen en het plein, zijn er dan nog de onderaardsche gangen. Men vertelt hiervan, dat deze zich uitstrek ken tot Kattendijke, om Jacoba in de gelegenheid te stellen, bij haar galante avonturen over zee te ontvluchten. Maar deze fabel is waarschijnlijk een gevolg van de zwartschilderende geschiedenis, want in werkelijkheid schijnen ze enkel in verbinding te staan met de gangen, die nog onder het marktplein aanwezig zijn, Van eigenlijk sloopen is dus feitelijk geen sprake. De laatste overblijfselen zullen verdwijnen en een moderne inrichting neemt hun plaats in. Daarmee verdwijnt nog meer dan een simpele herinnering. Want het „Slot" is nog steeds de uit gezochte dans-gelegenheid op de boeren- feestdagen; en wanneer de vrachtrijders met hun wagens het plein in- beslag ne men, wordt de herinnering aan oude tij den weer gewekt. Ironie van de verganke lijkheid Eertijds weergalmden de grooite Slot-zalen van de geluiden der feestvie rende ridderschap; nu zal het witte doek misschien dezelfde tooneelen brengen, al leen geluidloos; alsof men bang is de stille rust van een ver verleden te ver storen. De opgegraven steen werd ge bruikt bij het bouwen van een nieuwen muur aan het Goesche Sas. HEVIGE STORM IN HET ZUIDEN VAN ONS LAND. In het Zuiden van Limburg in de mijnstreek, woedde een hevige storm, die het karakter aannam van een cycloon. Evenals de vorige male de storm in het Noorden van Ne derland veel schade aanbracht, zijn ook nu weer tallooze huizen dakloos geworden en soms geheel ingestort. Hierboven een kijkje bij de verwoesting, die aangericht werd. Olie. De beste olie om spijzen mee te be reiden, is de Delftsche sla-olie, die tot dusver nog door geen fabrikaat overtrof fen is. De beste soort olijfolie wordt ge wonnen uit de rijpste vruchten, d.w.z verkregen uit die vruchten, die in No vember en December geplukt zijn. Goede olijfolie is helder geel, bijna reukloos, doorschijnend helder en heeft een eenigs- zins zoetachtigen smaak. Groenachtige olijfolie komt van onrijpe vruchten. Om te onderzoeken of olijfolie geen bijmeng sels van raapolie bevat, houdt men ze im een doorzichtige flesch. Hoe spoediger de door het schudden verkregen balletjes en blaasjes breken, des te zuiverder is het product. Een ander kenmerk van niet geheel zuivere olie is het spoedigei stijf worden. Een veel verbreide vergissing ishet aanwenden van sla-olie voor het inspui ten van naaimachines. Sla-olie koekt aan en zal na verloop van tijd de machine nog veel zwaarder doen gaan. Men: neme hiervoor benzine of petroleum. Olie, die ransig geworden is, wordt weer bruikbaar gemaakt, door er een paa(r druppels salpeter bij te voegen en .daarna flink om te schudden. De flesch geduren de 10 minuten in warm water houden. Macaroni met ham en kiaa Benoodigd: 150 gram macaroni, 100 gram ham, of half ham half rookvLeescih, 40 gram Parmezaansche kaas, of half Gruyère en half Parmezaansche kaas of zoetemelk sche kaas, 50 gram boter. Bereiding: Eerst wascht men de maca roni en laat deze ongeveer ©em half uur in ongeveer een halve Liter water gaar koken. Daarna smelt men de boter in een vuurvast schoteltje en voegt hieraan de geraspte kaas toe. Nu roert men net zoo iang, totdat de kaas gesmolten is en draden trekt, z.g. fileert. De gehakte ham of rookvleesch wordt er door ge roerd en het schoteltje met paneermeel bedekt terwijl er hier en daar een kloo tje boter wordt gelegd. Men laat den schotel in den oven lichtbruin worden. Caramelvl'a Benoodigd: een halven Liter melk, 10 gram boter, 75 gram suiker, 10 gram maizena, 1 eierdooier. BereidingHet eierdooier wordt ge klopt met 25 gram van de suiker, en de maizena er aan toegevoegd. Nu wordt de kokende melk er al roerende bij gedaan en de vla op de kachel gebonden. De overige 50 gram suiker wordt met de boter in een sterke emaille-pan op de kachel gebrand, d.w.z. men laat ze kastanje-bruin worden, terwijl er af en toe in geroerd wordt. Daarna wordt de gebrande suiker aan de vla toegevoegd. Geroerde eieren. Benoodigd4 eieren, 4 lepels melk, zout, peper, 10 gram boter. Bereiding: Met een vork worden de eierai 2 minuten lang voorzichtig geklopt. Men voegt de melk bij de eieren en wat peper en zout. De boter wordt in een goed schoongemaakte koekepan ge daan. Als de boter kookt, doet men er de eieren bij en roert deze voortdurend op een zacht vuur, totdat ze vast be ginnen te worden. Dan worden de eieren op zij van het vuur gezet en men roert door totdat ze stevig genoeg zijn. De warmte van de pan is dan voldoende om de eieren gaar te maken. Geroerde eieren mogen nooit hard zijn, wel gebonden. Als de pan geheel schoon was en men de boter niet bruin heeft laten worden-, hebben de eieren een heldergele kleur. Broedmachine of broedsche kip? De auto heeft het paard verdrongen, de vliegmachine de trekschuit en de stoom boot en zoo heeft de broedmachine de plaats van de broedhen ingenomen. Dat en de broedmachine en het kippetje een succes zijn geweest, behoeft geen betoog, maar om een hen voor weken op te sluiten, om twaalf kuikens voort te bren- en dan nog een paar maanden tijd te verliezen om de kuikens groot te maken, is onnoodig tijdverlies. Hoeveel eieren bad deze hen niet kunnen leggen gedurende de broed- en opfoktijd? de extra-eieren zullen de inkomsten der machines ruim schoots betaald hebben, want als het broedtijd is en we willen een behoorlijk kwantum kuikens hebben, dan hebben we soms 610 hennen gelijk gezet. Wij leven nu in de dagen van kunst matig broeden, als men er tenminste op een minder of meerder mate op groote schaal voor in gaat. Heeft men een ver trouwbare broedmachine, dian kan men het beste verwachtenals de eieren maar goed zijn. En een kuiken gezond geboren, is half gewonnen. Tijd is ook hier geld. Vroege kuikens kan men steeds verkr ij gen al s men een broedmachine heeft men behoeft niet te wachten tot Mevrouw Kip belieft te broeden. Vroege kuikens, vroeg eieren, voordeelig pluimvee. Maar nu een ander praatje*. Kuikens la ten uitbroeden is geen kunst, maar als de kuikens uit de nauwe woning zijn ge stapt, dan moet gij beginnen om te werken. Maar het is al gebeurd, dat als de kui kens uitkwamen, men toen eerst begon te denken: waar zal ik het goedje huisves ten? Dat is het paard achter den wagen spannen. Misère zal het gevolg zijn. Daar om zeg ik liever, dat niet iedereen een kuiken tot leghen of fokhaan kan op fokken. Het opfokken van kuikens vereischt studie en werk. Werk, 4omdat het kuiken veel vijanden heeft. Niet alleen moet de behuizing geschikt zijn, maar wij moeten ook voor de noodig© lucht en warmte zor gen. Werk, bij dag en bij nacht en vooral des avonds laat moet gij uitvinden of alles voor de nacht wel pluis is. Ga met uw lantaarn naar de nachthokken en zie of het ongedierte niet het beste bloed van uw kuikens uitzuigt. Gij moet in voont- durenden oorlog zijn tegen alle schadelijk gebroed, dat in de duisternis wandelt, Zijt gij gerust op dit punt, dan kunt gij gaan slapen, maar gij moet weer vroeg op zijn, om te kijken, of misschien niet een of meer van uw kuikens in den slag is geweest. De nacht was lang; de tem peratuur of te drukkend of ondier nor maal, gij leert; vanavond zult gij anders doen, gij hebt de fout uitgevonden. Dit zal niet weer gebeuren. Een hospitaal voor kuikens is nog nooit een succes geweest. Gij kunt den raad opvolgen van bekwame kippendoklers, maar gewoonlijk is het beste middel maar: maak dood! Een kuiken dat „gedokterd" is, is nooit een prima leghen of een prima fokhaan ge worden. En al wordt het dier ook groot, voor den foktoom is het ongeschikt en ongewenscht. Een eerlijke handelaar zal u nooit een „gedokterde" hen of haan verhoopten. Dit zal zijn zaak afbreuk idoen, al wordt het ook niet dadelijk uitgevonden Dit is eigen bedrog de bedrieger be drogen. Als ge dagkuikens koopt, neem dan van 'het beste bloed. Goedkoop is duur koop. Vraag niet aan den verkooper: wat is uw minste prijs, maar vraag: stuur mij van uw besten toom. Hieronder zult gij aanstonds voor een hen of haan den prijs terug krijgen van Uw 12 kui kens en nog meer: prijzen op de tentoonr stellingen of de leg-wedstrijden. Volg de artikeltjes in dit blad met aandacht. En als gij er nog meer van wilt weten en naar een degelijk en toch ook goedkoorp vakblad verlangt, dat voor al les practisch is en de artikeltjes met tal van foto's en teekeningen toelichtdan kan ik U momenteel geen beter blad aanbe velen, dan „De Pluimvee-bode", het welk te Apeldoorn wordt uitgegeven en slehts f 1,pier jaar koist, welk blad zich in zeer korten tijd een buitengewoon grooten lezerskring heeft verworven en dit inderdaad, door zijn practischen zin verdient. Deze raad is nog de beste, wel ke ik u heb kunnen geven*. Harden Ik ken zoo schrijft mevrouw J.N. in „In en om de Woning" b.v. een moeder van 2 jonge kindertjes en als ik haar bezig zie met de verzorging van haar peuters, loopen me de rillingen langs mijn rug. Op de koudste winterdagen worden die kinderen zóó uit hun bedje langs de tochtige gangen naar de huiska mer gedragen zonder ook maar eenige extra beschutting, 's Zomers bij alle weers gesteldheden kruipen en loopen ze rond met bloote beenen en nagenoeg geen kleertjes aan. Wasschen met \yarm wa ter? Geen kwestie van-. Flinke Holland- sche jongens moeten het wordenEen dergelijke manier van doen vind ik haast wreed. Kleine kinderen behooren warme voetjes en handjes te hebben. En is dit niet het geval, dan moeten wollen sokjes, en kruiken zorgen, dat de temperatuur weer op peil komt. Verder moet ook de kleeding van den zuigeling en het kleine kind steeds weliswaar eenvoudig, maar toch voldoende zijn. Als onderklee- klioeren heeft men: een dun flanel en een hemdje van reform stof; hiero verheen 's zomers een katoenen, 's winters* een wol len trui. Als luier neemt men het beste een driekanten doek van badhanddoeken- stof, die uitstekend vocht opneemt. De lange slippen van den luier vooral niet om de beenen wikkelen! Dit belemmert het kind te veel in zijn bewegingen. Hier overheen wordt een wollen Luier gedragen. Verder ook vooral geen gummibroekjes! Deze zijn buitengewoon onhygiënisch; ze laten totaal geen uitwaseming toe, zoo dat een nat warm broeikasje ontstaat. Tengevolge hiervan krijgt men vaak de heftigste eczemen aan het onderlichaam van het kindje. Ook kinderen op ouderen leeftijd moe ten niet te veel rond loopen met koude handen en voeten. Zoo vind ik het afkeu renswaardig in onverwarmde kamers 's winters het huiswerk te laten maken onder het motto: kou houdt het hoofd frisch! Immers koude voeten kunnen oor zaak zijn van uren lang wakker liggen en wie er wel eens last van heeft, weet zelf wel wat een kwelling het is. Do rijbewijzen. Men schrijft ons vanwege de provin ciale griffie Zij, die in 1924 een rijbewijs verkre gen moeten in de week van 20 tot 25 Februari 1928 zich ter secretarie hunneir woonplaats vervoegen; daar zijn aanvraag formulieren verkrijgbaar; daar worden ook desverlangd inlichtingen verleend. Wie vóór 1 Mei 1924 het rijbewijs verkreeg behoeft als regel geen rijvaardigheidsbe wijs over te leggen; wie op of na 1 Mei het rijbewijs verkreeg moet wel zulk een rijvaardigheidsbewijs overleggen. Verder wordt wederom op het volgende gewezen; het blijkt helaas! nog steeds noodig. Met de foto's, die de aanvragen moe ten vergezellen, is het meermalen niet in orde; men bedenke, dat de overgelegde foto's niet alleen welgelijkend moeten zijn.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina bijlage 1