UITEIBOER m 49. Vrijdag 10 Februari 1998 STER-TABAK 118° Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel De geïnterneerden in Indië. Binnenland ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, ■Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant COURANT Ml Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Naar Aneta meldt hebben de geïnter neerde communisten in het kamp aan de de Boven Digoel zich telegrafisdh tot de Indische Regeering, die Tweede {Ca- mier, enz. gericht. In het „Soer. Hbld." vindt men een relaas van hetgeen an dit veelbesproken gebied is voorgevallen; het begint met het moment, waarop het mili taire detachement zijn taak aanving. Wij ontieenen er het volgende aan: In niet meer dan 45 dagen was het militaire bivak, natuurlijk in tijdelijken stijl gereed, terwijl voor de geïnterneerden vier of vijf barakken klaar stonden. De militairen hadden per dag 8V2 uur hard gewerkt, dus nog een half uur langer dan van een zelfbewust en georganiseerd pro letariër mag worden gevergd. Tevoren was den Landvoogd voorge steld voor de geïnterneerden arbeid sdwang in te voeren. Men was algemeen van oor deel dat dit interneeringsoord moest wor den gekoloniseerd, en dat kolonisatie slechts mogelijk was, wanneer men de ge ïnterneerden kon verplichten een aantal uren per dag te werken. Toen in Maart j.L het eerste échelon geïnterneerden aan de Boven Digoel arri veerde, werd daar tevens het officieels bericht ontvangen: dat de Gouverneur- Generaal de toepassing van arbeidsdwang niet wenschte. Dit was voor allen die gaarne de spoedige ontwikkeling der ko lonisatie hadden gezien, eene desillusie, en in dit stadium der gebeurtenissen kon dit moeilijk anders zijn. Kapitein Becking mocht dus geen dwang toepassen; hij liet echter alle geïnterneerden dagelijks te gelijk met de militairen aantreden en van 6V2 tot 11 uur v.m. en van 1 tot 4V2 uur n.m. werken aan het uitkappen van wegen, het schoonmaken van het terrein waar de kampong zou komen, enz. Toen in Mei Gouverneur van Sandick op inspectie aan de Boven Digoel kwam, droeg deze den heer Becking op, een einde te maken aan dezen eenigszins verkapten arbeidsdwang, en aan de geïnterneerden mede te dee- ten, dat zij niet tot arbeid wa- en verplicht. Een geïnterneerde, die zijn vrouw en twee kinderen boven de drie jaar bij zich heeft, derhalve een normaal gezin, komt met alle toelagen op de volgende bedragen Toelage man f21,60 Toelage vrouw f 12,60 Toelage kinderen f 12,60 KLeedinggeld man f 4, KleedinggeLd vrouw f 2,- Versnaperingen f 2,50 Totaal f55,30 Zegge: vijf-eo-vijftig gulden dertig cent voor een communist met gezin, terwijl hij -ch geen beter werk heeft verricht dan amen zweren en moordcomplotten maken, verwekken, agenten in stukken ken, en wat deze lieden zooal meer FEUILLETON DOOR ETHEL M. DELL. Hij doikle 'haar hand krachtig en zei- „Ofschoon u de voorkeur geeft aan mannen." Zij had een gevoel, alsof de grond, zij stond, schudde, toclh dwong ij zichzelf te glimlachen en te doen, of zij zijn woonden niet gehoord had. „Laten we gaan zitten," zeide zij. Dicht bij hen stond ondier een groo- seringeboom in paarsen bloementooi, bank. Zij liep erheen en' ging zitten. Nap bleef staan zonder een bEk haar af te wenden. De lucht was als oververzadigd van bloe dgeur wonderbaren, onbeschrijflij- Lentegeur. Heel in de verte nau- lijks hoorbaar klonk het geblaat lammeren. Dicht bij hen boven hun fd in de paarse bloemtrossen troonde lijster, die de verrukking, welke zijn lichaampje doortrilde, in hooge to- uitzong. De pols der geheele wereld Iopte bij die eene verheven melodie universeelen zang zonder woorden. hebben gedaan, f 55,per maand en wie der landbouwers die gij iederan dag ziet ploeteren om hun stukje sawah, heeft zulke bedragen te verteren? Wie dezer onbelangrijke en rustige tarn's heeft f2,50 par maand voor „versnaperingen' of f4 voor zijn garderobe, welke in haar geheel dikwijls bestaat uit een paar sarongs, bajoe's en hoofddoeken En even moet ik er toch aan herinne ren, dat hier nog honderden oud strijders rondloopen, Europeanen ook, met expe ditie-kruisen ten andere eere-leekenen. Iediere gesp sommigen hebben er vele is de herinnering aan één expeditie, eene onderneming van gevaar, ontbering ziekte. Deze sjofele oud-soldalen hebben allen minder, soms veel minder, dan vijf- en-vijftig gulden per maand. Voelt mem niet hoe schrijnend het verschil isde tot het uiterste doorgevoerde verzorging der communisten aan de Boven Digoel en dit? Kapitein Becking moest dus tot de com munisten zeggen of doen zeggen, dat zij niet tot arbeid waren verplicht. Dit is natuurlijk geschied; intusschen paste mem een ander systeem toe om de mannen tot arbeid te bewegen. Hun toelage voor levensmiddelen was per dag f 0,72men paalde dat zij f 0,42 zouden krijgen, en bovendien f 0,30 voor hen diie wilden wer ken. Een „lokmiddel", om misdadige ele menten deze kwalificatie is van de Regeering te brengen aan den arbeid voor hun eigen belang envoor- deel. Het hompje spek waarmee men jeugdige ratten belaagt. Naar de strenge regelen der wet had het bestuur (vertegenwoordigd door kar pitein Becking) over deze geïnterneerden even veel, of even weinig, zeggenschap als b.v. een controleur op Java over vol komen vrije lieden. Dus besprak kapitein Becking dit bij de inspectie van Mei met den Gouverneur. Hij wenschte enkele ur gente maatregelen in te voeren. De Gou verneur ging met dit plan acooord en gaf kapitein Becking de opdracht, voor een en ander een ontwerp te maken en dit naar Ambon ie zenden. Het ontwerp ging naar Ambon; daar men niet kon wachten op de goedkeuring werd het al dadelijk ingevoerd, echter zonder straf bepaling. De eerstvolgende post bracht het bericht dat het bestuur van Ambon het ontwerp voor de keur ongeschikt had bevonden. Intusschen had men vandaar geen beter ontwerp gezonden. Derhalve vroeg kapitein Becking om vervanging door een ander. Dit geschiedde tegen medio Juli. Intusschen deed zich de gaba-kweslie voor. In principe was vastgesteld dat voortaan aan militairen en geïnterneerden geene gepelde rijst doch gaba (niet ont bolsterde rijst) zou worden verstrekt. Men kon dan dagelijks, al naar de behoefte, de gaba ontbolsteren; de geïnterneerden konden dit doen in rijstblokken. Men vergde dus niets onredelijks van de ge- interneerden. Het rijstblok is een natio naal instrument; er zit poëzie in het stam pen der padi, en dit heeft nationale zangen geïnspireerd. Toen kwam de eerste zending gaba. Het was de gewoonte, dat de dwangarbei ders voor de geïnterneerden bestemde le- Maar de man en de vrouw zwegen i vreemde indringers in een gewijlde ptaats. Eindelijk bewoog Anne zich. Zij keek vastberaden op en zeide: „Het lijkt als zijn we hier op heiligen grond". Haar stem was kalm, toch lag er, evenals in haar oogen iets smee- kends. Als antwoord boog Nap zich met een plotselinge, tijgerachtige beweging over haar heen en legde zijn hand op de hare. „Wat heb ik met heiligheid te maken Anne, koon af van je hoog voetstuk. Een godin-aanbidder wil ik niet langer zijn. Ik moet een vrouw hebben een vrouw. Ik zal je niet miinder aanbidden, .pmdal ik je in mijn armen houd!" Het was uit. De betoovering was ge broken. Die hartstochtelijke woorden had den haar laatste hoop op ontkomen wegge vaagd. Zij moest hem het hoofd bieden, den strijd met hem aanbinden. Een tijd long zat ze roerloos, als was ze bedwelmd. Dan wendde zij op eens haar hoofd ter zijde zooals iemand dat doet voor de ondragelijke hitte en den gloed, wanneer de deur van een hoogoven plotseling geopend wordt. ,0, Nap", zeide zij, en het klonk, of haar hart gebroken was; „hoe jam mer, 'hoe jammer!" „Waarom?" vroeg hij driftig. „Ik heb het recht om te spreken je op te qischien «dis do mijne. Wil jij, jiji, die al- Erkend de beste vensmiddeien brachten tot op de brug over de kali tusschen de beide neder zettingen. Daar werden zij neergelegd en afgehaald door de geïnlerneeriien, die ze dan 30 of 40 M. verder naar hunne lood sen brachten. Aldus geschiedde den 14en of 15en Juli ook met de gaba. Des na middags om 5 uur werd bericht, dat de geïnterneerden de afhaliinig der levens middelen hadden gestaakt; zij lieten de zakken gaba op die brug liggen. Terwijl kapitein Becking nabij de brug stond liep één der communisten langs hem en spuwde naar hem. De dader werd gearresteerd en direct weggevoerd. Intusschen was het gebeurde van veel belang; communisten hadden geweigerd hun eigen levensmiddelen te vervoeren, waren daartoe gedwongen, waarbij twee onwilligen werden gearresteerd. Dit alles werd onmiddellijk per radio aan het be stuur te Ambon medegedeeld. Dit ant woordde reeds denzelfden dag. Het be vatte de mededeeling voor kapitein Bec king dat men (voor de geïnterneer den) moest staken met de ver strekking van gaba: en de toe zegging dat de betrokken amb tenaar van Ambon den 24 en Juli zelf aan de Boven Digoel zou komen met vijftig zakken gepelde rijst voor de geïnter neerden. Men begrijpt welke uitwer king de bekendwording van dit hoogst dwaze bericht aan de Boven Digoel had. Want het kon niet geheim blijven. De twee gearresteerde communis tische weigeraars moesten weer op vrije voeten worder gesteld, konden dus niet wor den gestraft. Kapitein Becking heeft, nadat het bekend was dat de twee weigeraars moesten worden vrijgelaten, en dat de resident met 50 zakken gepelde rust zou arriveeren, telegrafisch zijn ver zoek om ontslag dat reeds per post was verzonden herhaald. Hij kon on mogelijk langer zoo werken. Dus kregien de communisten gepelde rijst, en de militairen gaba. Niet vele Hollanders zullen dit relaas van hetgeen aan de Boven Digoel is geschied kunnen lezen zonder nu en dan de vuist te ballen. Wij allen die ook hier weer zien op welke manier ons bewind naar buiten optreedt, en hoe het met den dag af neemt in de wijze kracht welke vooral in een Oostersch land onmisbaar is, wij tijd de waarheid spreekt, dat soms be twisten?" „Je hebt het recht niet!" zeide zij, haar gelaat nog steeds afgewend. „Geen man heeft ooit het recht tegen de vrouw van een ander te zeggen, wat jij daar even legen mij gezegd hebt!" „En denk je heusch, dat ik je om die reden zal opgeven? Zij antwoordde niet dadelijk. Eerst ©enige oogenblikken later maakte zij haar hand uit de zijne los en dit scheen haar kracht te geven. Zij begon heel duidelijk en vastberaden te spreken. „Ik wil niets hards of onhartelijks tegen je zeggen, Nap. Je hebt reeds te veel om mijnentwil verdragen. Maar je moet begrijpen, dal dit aan alles een einde maakt. Hier is liet juist, waar onze wegen scheiden en we elkaar vaarwel moeten zeggen." „Zoo?" zeide 'hij en keek op haar neer met zijn flauwen glimlach om zijn dunne lippen. „Als dat zoo is, kijk me dan aan, Anne, en zeg, dat je me niet lief hebt". Zij maakte een krampachtig gebaar van protest, maar zweeg. Even wachtte hij nog. Don zeer be slist: „Wanneer de zaken zoo staan, dan dat zweer ik je is er geen macht ter wereld, die tusschen ons komen kan „Stil, stil toch!" Zij keerde haar bleek en zenuwachtig vertrokken gezicht naar hem toe. „Ik wil het niet hoorem, Nap* mogen ons troosten met de gedachte dat er andere tijden zullen komen. Vermoe delijk zullen wij nog meerdere kaakslagen hebben te incasseeren vóór de groote restauratie begint en Holland zich zal ontworstelen aan den geest van defai tisme en verwording welke thans domi neert. Zoo denkend aan hetgeen t(hans mogelijk is Ct^ot groote schade aan den Hollandschen naam, mogen wij ons het goede woord herinneren, ook dit zal voor bij gaan. Het kiesstelsel. Op de vragen van het Tweede Kamer lid, den heer Kleerekoper in verbonid mtet ieen uitlating van den officier van justitie bij de Arnhemsche rechtbank om trent omkooperij van kiezers, antwoordde de minister van Justitie, dat uit een on derzoek, dat hij naar aanleiding van eemi- ge courantenverslagen reeds had ingeleid hem is gebleken, dat de vertegenwoordi ger van het O. M. op de bedoelde te rechtzitting, ter motiveering, dat de on- dierwerpelijke strafzaak van oogenschijin- lijk geringe beteekiemis voor den rechter was gebracht, heeft gesteld, dat, naar zijn overtuiging, in den tege.iwoordigen tijd, nu er onder de kiezers zoowel als onder de gekozenen personen voorkomen uit de laagste klassen der samenleving, omkoopeijen legen goederen van uiterst geringe waarde veelvuldig voorkomen. Daarom was het wenschelijk geacht, door het instellen van een vervolging het be staan van art. 126 van het Wetboek van Strafrecht aan het publiek nog eens ajn te scherpen. De minister beschikt niet over gege vens, die 'hem in staat stellen de uitspraak van dien ambtenaar de overigens niet uitdrukkelijk een vergelijking met het ver leden heeft gemaakt met volstrekte ze kerheid te beoordeelen. Met zijn indruk komt zij, dit wil hij wel zeggen, niet overeen. Intusschen kan hij evenmin, voor zijn rekening nemen de stelling, dat in vroegere jaren bij verkiezingen het mis bruik van omkooperijen vrijwel regel was. De minister zal niet behoeven te zeg gen, dat een correlatie tusschen maat schappelijk en zedelijk peil door hem niet wordt erkend. Het zedelijke is naai zijn overtuiging een zelfstandige groot heid, die niet door het maatschappelijke wordt bepaald. In zooverre in de uit spraak van den ambtenaar van het O. M. tot uitdrukking is gebracht, dat mindere welvaart zonder meer beteeken t hoogere vatbaarheid voor omkooping, wordt zij dan ook door den minister gewraakt. Hij heeft niet nagelaten den ambtenaar van het O. M. te doen kennen, dat de be doelde passus in zijn requisitoir achterwege ware gebleven. Vieze varkens worden niet vet. In een school in de Hazenstraat te Den Haag zijn een dezer dagen vier schoolleerlingen van ongeveer twaalf jaar plotseling ziek geworden. Er werd, zoo- als dat op een school behoort, een on derzoek ingesteld; men kon immers niet ik mag niet naar je luisteren. Je moet gaan". Smeekend strekte zij haar hand naar hem uit; hij greep die en drukte haar tegen zijn borst. Een oogemiblik leek het, alsof hij wilde knielen, dan veranderde hij blijkbaar van meening en trok haar van de bank. Weer werd ze zich die geheimzinnige kracht in hem bewust, die miet haar streed, trachtte haar te be heer stihen, te veroveren, te overweldigen, Weer kreeg zij dat gevoel van een niet te peilen, schrik aanjagende diepte. Het was als wankelde zij op den rand van een afgrond, waarin zij te pletter val len zou. Heel kalm klonk eindelijk zijn stem weer tot haar door. „Wat, wil je je nog leeds opofferen aan die groote godun Conventie? Het is meer dan belachelijk, kindlief. Geloof je nu heusch, dat ik nu zal toelaten, dat die dronkenlap nog lanr ger tusschen ons staat?" Onder het spreken wierp hij zijn hoofd in zijn nek. Zijn vurige oogen schenen haar te verzengen. Doch Anne bleef stijf als een steemen beeld stand houden. „Hij mijn man!" Zij voelde, hoe zijn hand zich steeds vaster om de hare sloot, totdat zij den druk haast niet meer uithouden kon. „Je hebt nooit een sprankje liefde voor hem gevoeld. Je hebt dien ellendeling tegen je wil getrouwd!" welen wat voor een ziekte het zijn kon. Wat was het resultaat van het onder zoek? Een der kinderen had in een vuil nisbak op de Looiersgracht een fleschje met pillen gevondenhet had dit als welkome buit ingepakt en in een gul lie bui in de klas aan zijn schoolvriendjes uitgedeeld. Een buitenkansje was het voor den schooljjongeling, de vriendjes getrac- teard en het kostte niets, want het was toch maar uit een vuilnisbak op de Looiersgracht De kinderen slikten de pullen op en alles ging goed totdat ze in hevige mate onwel werden. Een arts werd er bijgeroepen die de zaak onderzocht: 'de pullen uit dien vuilnisbak bleken cascara- piiiien te zijn geweest; verder constateer de de dokter „dat het gebruik der pillen geen nadeelige gevolgen voor de kinde ren heeft gehad". Vieze varkens worden niet vet. De zomertijd. Op een brief van de Rotterdamsche kamer van koophandel aan den minister van binnenlandsche zaken, waarin ver zocht werd te willen bevorderen, dat in 'het vervolg de zomertijd in ons land zooveel mogelijk gelijktijdig zou aan vangen en eindigen met dien in de ons omringende landen, heeft de minister thans geantwoord, dat er voorloopig geen kans bestaat op invoering van zomertijd in Duitschland. Verandering van de data van tijds- vervroeging in Frankrijk, België en En geland zou een wetswijziging vorderen, waarop weinig uitzicht bestaat. Inbraak in een kasteel. Dinsdagmiddag tusschen 12 en 3 uur is een inbraak gepleegd in kasteel De Hooge Vuursche van den heer Van den Bosch te Baam. Het is de Baamsche politie gelukt, de vermoedelijke daders in den loop van den middag te arrestee ren. Het bleken te zijn twee Amsterdam mers, waarvan één pas gevangenisstraf bad ondergaan. De inbrekers zijn binnen gekomen door het intrappen van spiegel ruiten aan een der zijkanten van het kasteel. Daar de bewoner in Amerika vertoeft, kan niet worden vastgesteld, wat wordt vermist. Aan bloedvergiftiging overleden Dinsdagmiddag heeft de metselaar Gee ne van den Loonschen Dijk onder Kaats heuvel bij het voegen een baksteen over zijn vingers gekregen, waardoor bloed vergiftiging ontstond. Het slachtoffer, dat per ziekenauto naar Den Bosch werd ver voerd, is Woensdagmorgen aan de ge volgen overleden. Hij laat een vrouw met twee jeugdige kinderen achter. Plotselinge dood. Het r.k. raadslid te Oegstgeest, de ongeveer 60-jarige A. v. d. Hulst, is Woensdag te 2 uur, terwijl hij op weg was naar de raadsvergadering aldaar op den Rijngeester straatweg plotseling on wel geworden. Hij werd binnengedragen bij den heer v. ->d. Abeele, waar hij reeds bleek overleden te zijn. „Maar gptaoufwd heb ik hem!" Even liet hij zijn tanden zien. Dan zweepte hij gebiedend al zijn krachben tot den aanval op: „Voor die dingen bestaat gelegenheid in de Vereenigde Sta ten. Als je niet bij mij wilt komen zon der de sanctie van de wet, dan zal ik wachten, tot je die hebt. Ik zal1 wach ten, tot je vrij bent tot ik je tot mijn wettige vrouw kan malven. Dat is toch in ieder geval een fair voorstel". Hij begon te glimlachen. „Nou zie je wat een slaaf je van me gemaakt hebt. Nog nooit heb ik een vrouw ten huwelijk' Doch trots en vurig viel zij hem in de rede. „Ken je me nu dan nog zoo wei nig? Neen, Nap', ik behoor niet tot de vrouwen, die 'het juk zoo makkelijk van haar schouders werpen. Je hebt gelijk, ik heb hem nooit liefgehad en ben ook niet van plan ooit meer met hem samen te gaan wonen. Maar dat neemt niet weg, dat ik hem getrouwd heb, en zoo lang hij leeft, zal ik mij nooit vrij beschou wen nooit, nooit!" „Toch ben je de mijne!" „Neen, neenl" Zij trachtte haar haind los te rukken, maar hij bleef die vasthouden. „Kijk me aan!" zeide hij. „Herinner je je dien dag in Maart dien dag dat je gezien hebt, hoe ik als een hond afgeranseld werd?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1