ROITENBOER N°. 16, Vrijdag 5 Februari 1928 ii$° Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel Dijkrechten in het verleöen. Medische Rubriek. School en kerk. Binnenland Wtt Wij leveren U ALLES A. C. VAN DER REST, ABONNEMENT Prijs per kwariaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, tWoenadag- en Vrijdagavond. GOES» COURANT UitgaveNaamlooze Vennootschap Goescbe Courant j. 'ii&T:- I en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 1—5 regels f 1.20, rit» regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Adverteniiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Tot de ambadhitslhieer'lij ke inechtem, die aam dem graaf behoorden m tfe bij dus scbenkem kom aam wie bij wilde, behoorde ook alles wat betrekking bad tot waterkee- ring em waterloozainig in een polder. Ge woonlijk hieven deze zaken gescheiden van de andere, waarover een ambachtsheer beschikte, zoodat dan ook naast dezen persoon een dijkgraaf bestond, die adeem aan dan graaf verantwoorden^ schuldig was. Zoo een dijkgraaf was gewoonlijk met veeL macht bekleed. Als bewijs hiervan volgen een paar voor beelden. In het jaar 1323 werd Claijs Storms- zoon van den Waarde benoemd tot dijk graaf van den polder „Tusschem Hcn'.e en Himckelinge". Hem werd op het hart gedrukt zijn ambt uit te oefenen „tJjt1 's graven eere", en bevolen om tot bestwil van het land gezworenen' aan. te stellen', die hij dan zou mogen ontslaan en voor wie hij andere kon nemen, al naar hem goeddocht. Hij mocht verordeningen maken op dijken, op inlagen, op sluizen, op water leidingen en op heirwegem. Tot onder houd en herstel van dit alles mocht hij er geld in steken, waarvoor hij van de gezworenen pand of zakelijke borgstelling kon eischen. De ingelanden betaalden de walerpenningen of dijkgeschot; deze gel den kwamen aan dijkgraaf en gezworenen', zoo dat dezen rechtens en zedelijk ver plicht waren den aanleg, het onderhoud en het herstel der waterwerken 'te be kostigen. Wilde de dijkgraaf dit echter geheel of ten deele doen uit eigen middelen of uit de beurs van den graaf, dan spreekt het vanzelf, dat gezworenen hem of zijn mees ter de rente vergoedden en hem borg bleven voor mogelijke schade aan zijn kapitaal. In sommige waterschappen hadden de gezworenen niet de vrije beschikking over de waterpenningen als 'hun. eigendom, maar slechts het beheer, ais zijnde deze galden de bezitting van alb ingelanden. Had nu de dijkgraaf gelden in de water- schapswerken gestoken, dan wezen de gezworenen de goederen aan', die hem tot pand zouden dienen. Zij toch waren de vertegenwoordigers der ingelanden en als zoodanig de eersten om over de bezit tingen der bewoners te beschikken. Wie binnen het rechtsgebied van dezen dijkgraaf overnachtte was hem drie schel lingen schuldig; wie er veertien nachten bleef betaalde negen schellingenvoor een maand achttien schellingenvoor zes weken zeven en twintig scheliingen. In doen tijd, toen logementen nog onbekend) waren, vond de reiziger gewoonlijk een onderko men in 's heerenhuis", de woning van dijk graaf of ambachtsheer. Bovendien genoot elk, die ergens logeerde van de voorrech ten die voor die streek golden. Wie zich tegen de beve.en van gezwo renen verzette moest aan elk van hen 51 FEUILLETON DOOR ETHEL M. DELL. Anne stond op dat oogenblok met Dot te praten en de plotselinge verandering van uitdrukking op het gebat van het meisje deed haar meer aandacht aan die woorden schenken, dan zij anders ge daan zou hebben. Zij vroeg zich af, of haar gezicht ook zoo veranderd zou zijn en merkte toen tot haar schrik, dat haar hart plotseling sneller begon te kloppen. Kalm echter ging zij de Shirley's aan spreken. De majoor nam haar kort en brutaal; zooals dat zijn gewoonte was, van boven tot beneden op en zij maakte, "at zij zoo gauw mogelijk uat zijn nabij- 'd kwam. Zijn vrouw, een geblankette, Is vrij oude dame, trachtte haar aan praat te houden, maar na enkel* likken wist Anne ook aan haar te pen door de plaats, die de jonge Waring zich haastte haar aan te aan te nemen. Er volgde een lange en ©enigszins pijn- 'jke pauze. Het gesprek stokte overal. twintig schellingen boete betalen; aan den dijkgraaf evenveel als aan al de gezwo renen en aan den graaf het gansche be drag, dat dijkgraaf en gezworenen samen ontvingen. Evenveel boete werd hem opgelegd, diet twist zocht, terwijl de dijkgraaf zijn „omgang" of schouwing deed. Er waren ook dijken, die aan particu lieren behoorden; verzuimden dezen die dijken behoorlijk ie onderhouden, dan deed de dijkgraaf dit uit eigen middelen, maar nam dan uit de goederen van den nalati ge viervoudig pand. Bezat die man zooveel niet om in pand le geven, dan nam die dijk graaf zijn land in eigendom. Wie den dijkgraaf en de gezworenen met geweld wilde beletten hun omgang te doen, verbeurde aan den dijkgraaf der tig pond, aan de gezworenen dertig pond en aan den graaf zestig pond. Indien de dijkgraaf de gezworenen ont bood om met hem in het belang van het waterschap werkzaam te zijn, en de opge- roepenen niet verschenen, dan betaalden zij een boete van twintig schellingen, ten minste als zij niet door ziekte of over macht belet waren te komen. Kwamen gezworenen geld te kort, dan werd hun dit door den dijkgraaf verstrekt, die het op' den graaf kon verhalen, Wie niet in vrede met den dijkgraaf wil de leven, betaalde hem en dien gezwore nen dertig pond en aan dien graaf evenveel. Niemand mocht in „Tusschen Honte en Hinckelinge" darinck delven anders dan bij de Zeeuwsche keur was toegestaan. Ieder was verplicht den dijkgraaf ge hoorzaam te zijn en hem met hulp en raad te dienen. Hijzelf mocht een ander in zijn plaats stellen als hij zijn ambt om een of andere reden niet kon uitoefenen. Bepalingen geheel of gedeeltelijk aan bovengenoemde gelijk bestonden ook in de waterschappen van Noord-Beveland. Hier waren evenwel bij het omschrijven der dijkrechten ook schouten de bevoorrechte personen, die deelden in de voordeelen uit boeten verkregen. Daar de abt van Middelburg op Nooirdr Beveland gezag bad, stonden ook hij en zijn, priester onder de bescherming der rechten. Een andere bepaling, niet voorkomende in die van „Tusschen Honte en Himcke- lineg" was de volgende: Wanneer iemand tegen den dijkgraaf misdreven had, was hij verplicht boete te betalen en zijn verontschuldiging aan te bieden. Weigerde nu den dijkgraaf den schuldige weer in genade aan te nemen, dan verbeurde de eerste aan den graaf dertig pond te betalen aan dien rentmeester van den g raaf. De twee dijkgraven beoosten en be westen Wijtvliet waren verplicht elkander met raad en daad bij te sitaan, wat echter niet altijd naar behooirem Voorzichtig met dieren. De omgang en het verkeer met huisdie ren zijn niet altijd vrij van bedenking, ja somwijlen levensgevaarlijk. Terwijl tegen het ontstaan en verspreiden van sommige der gevaarlijke ziekten, door het individu Iedereen luisterde naar de komst der laatste gasten en toen na enkele minu ten een auto voor de deur stil hield, sprong iedereen op. Voor Mrs. Damer, die de stilte door hard praten minder pijn lijk had trachten te maken, was het een hieele opluchting. Dot keek ongeduldig naar de deur en Anne moest zich bedwingen, om niet het zelfde te doen. Toen de deur open ging, keek zij heel natuurlijk op, en zeker ver moedde niemand, dat haar hart zoo on stuimig klopte. Nap kwam binnen vlug, correct gekleed en ongedwongen gevolgd door zijn broer, die blijkbaar het land had. „Het spijt me, dat we zoo laat zijn," zeide hij. „Bertie zal onze excuses wel maken." Doch Bertie zeide niets en Mrs. Damer moest nu wel in de bres springen. Zij deed het heel dapper, ook al was het wat onhandig. „Ik vind het heel pret tig je te zien, Nap, maar we verwachtten eigenlijk je broer. Ik wist niet eens, dat je thuis was." Nap glimlachte. „O, maakt u geen ex cuses! Het is heel vriendelijk van u mij in zijn plaats te willen ontvangen», al ben ik maar een armzalig plaatsvervan ger. Maar mijn broer moest bij een oud vriend, die hein onverwachts opzoeken weinig kan worden gedaan, en dus de overhead hierin te hulp moet komen, (toe zicht op verkoop van vee, vleesch en melk, maatregelen tegen 'honddolheïid enz.) gelden toch ten aamziien van den om gang met huisdieren, voorschriften en maatregelen, die iedereen gemakkelijk kan toepassen. He t houden vain honden en katten moet worden beperkt; doch waar dierenliefde boven vrees voor zaek-worden gaat daar wordt toch ten zeerste aangeraden niet al te intiem te zijn in den omgang met deze dieren en b.v. likken nooit toe te laten. Voorts neme men nooit huisdieren mede in het bed waarin men slaapt of op rust banken, canapé's, fauteuils enz., waarop men geruimen tijd zit; vooral met kinde ren zij men te dien opzichte zeeir voorzich tig. Zorgvuldige zindelijkheid na aanra king van gezonde, doch vooral van zieke dieren, is dringend aan te bevelenbehoor lijke ontsmetting is in laatst bedoelde ge vallen onmisbaar. Voortdurende strijd voor al bij bet heerschen van besmettelijke ziek ten, dient te worden gevoerd 'begen mui zen, ratten, vliegen, muggein en vlooien. Het zorgvuldig koken van melk en liet zoo min mogelijk eten van rauwe groen ten, waarop soms eitjes van dierlijke inge wandswormen voorkomen vloeit uit het bovenstaande vanzelf voort, terwijl het eten van rauw of ongaar vleesch of spek is af te keuren. Huisdieren met huidziekten, al of niet besmettelijk, moet men zoo spoedig moge lijk uit zijn omgeving verwijderen en ze niet weer aannemen, voor en aleer zij vol komen hersteld zijn. Hoe een dominee soms aan geld komt. Dr. P. Smit, predikant van die zeer kleine Herv. Gem. van Heumein, Mal den en Mook. die dezes- dagen zijn zil veren ambtsjubileum vieirde, schreef in de „Zondagsbode voor Nijmegen en Om streken" herinneringen uit zijn ambtsleven, Schr. vertelt, hoe een dominee veel vra gen moet, maar soms ook ongevraagd krijgt. „Op een goeden dag.... kom ik in één van Nijmegen's straten iemand tegen, die me aanspreekt, zijn portefeuille te voor schijn haalt en me een bankbiljet van hon derd gulden ter hand stelt voor de Heu- mensche kerk. „U weet wel, u hebt een poos geleden eens koffie bij me gedron ken en me wat van de Heumensche kerk verteld." Mijn tweede geschiedenis gaat niet over koffiedrinken, maar over een deftig diner aan „'de Plasmolen". Een kerkelijke vergadering besloot haar samen komsten en was zoo vriendelijk mij uit te noodigen. In bet gesprek met mijn ta felburen kwam Heumen ook aan de beurt en de mannen uit het westen hadden heel wat te vragen over toestanden en ver houdingen in zoo'n kleine gemeente in de verstrooing. Enkele maanden later ont ving ik voor de Heumensche kerk een gift van honderd gulden als herinnering aan het diner aan „de Piasmolen", Honderd gulden verdiend voor Heumen met kof fiedrinken en honderd met dineereo!.... kwam, blijven en toen heb ik hem weien te bepraten mij in zijn plaats te zenden. Hij 'heeft mij opgedragen u alle soorten van verontschuldigingen en excuses te ma ken, wat ik echter niet gedaan heb, daar ik weet, dat ze onmoedig zijn." Of zij wilde of niet, Mrs. Damer moest om die rustig© onbeschaamdheid lachen, hoewel zij wist, dat achter haar majoor Shirley zich leelijk stond te ergeren. „Wanneer ben je teruggekomen?" vroeg zij. „Ik dacht, dat je in Amerika was." „Daar was ik ook," zeide Nap. „Een half uur geleden ben ik pas teruggekomen vandaar dat we zoo laat zijn, waarvoor ik nederig mijn excuses aanbied en wat ik u eerbiedig verzoek niet le wijlen aan Bertie, die zooak u merkt, van zenuw achtigheid nog niet -praten kan." „O, jullie Amerikanen," lachte Mrs. Damer. „Jullie zitten nooit met je mond vol tanden. Maar laten we nu aan tafel gaan. Neen, Nap, de dokier is mijn tafel buur. Wil jij miss Waring je arm aan bieden? Maar jullie zult niet naast el kaar kunnen zitten. Je hebt mijn hede re geling in de war gestuurd. Ik zal maar doen, of je er niet bent." „Miss Waring, mag ik u mijn arm aanbieden?" zeide hij met ironische be leefdheid tegen de predikantsdochter, Nieuw soort werk ver schaf fipg De nieuwe directeur der controlewo- ïtingeo te Dein Haag, L. Gerteimbacli, die sedert eenige maanden zijn functie ver vult, heeft zich ben doel gesteld die stich ting te bevrijden van den druk eem/er geringschatting, dis zij in het oordeel van een deel van het publiek gekregem heeft. De heer Gertenbach, die dit in een pers-gesprek mededeelde, voelt een dier gelijk oordeel als een belemmering van den arbeid, die tot taak heeft de bewo ners van krotwoningen op te voeden tot waardige bewoners van goede woningen en daarnaast gezinnen, die moreel en financieel achteruit gegaan, zijn er weer bovenop te helpen. Den Haag verrichtte met de stich ting van deze woningen pionierswerk; Amsterdam en Utrecht volgden met soortgelijke stichtingen en thans zijn weer andere gemeentebesturen met voorbereiding van dit sociale werk be zig. De stichting te 'sGravenhage vormit een blok, dat zoo gebouwd is, dat drie groepen van woningen gevormd zijn: een groep voor de pas aangekomen be woners, die onder een vrij strenge con trole staan, een groep voor bewoners, die het bewonen van een behoorlijke wo ning al eemigermate geleerd hebben en daarom minder streng gecontroleerd wor den en een groep'van de meest gevorderde bewoners, die, in tegens'belliiimg met de beide andere groepen, vrijelijk en onge controleerd hun woningen in- en uit kun- wan gaan, daar deze woningen op een der vier buitenwegen uitkomen, terwijl de be woners der beide lagere womingklassen hun woningen slechts bereiken kunnen door de toegangspoort, langs de portiersloge. Tn het poortgebouw vindt men o.m, een badinrichting waarvan het gebruik eenmaal in een bepaalden tijd verplicht is, doch waarvan ook vakier gebruik maakt mag wordien, hetgeen thans reeds geregeld geschiedt. Uit den aard der zaak bestaat het gevaar, dat een dergelijke stichting, die niet alleen in haar ligging een zekere mate van isolement vertoont, een naam krijgt dien zij niet verdient. De heer Gertenbach heeft nu het initi atief genomen tot werkverschaffing van bijzoïideren aard. In overeenstemming met den directeur der gemeenleremiging heeft hij n.l. een hulpdienst ingesteld, die, hoe wel hij daarvan geen deel uitmaakt en ook geen gemeentelijke dienst is, naast de ge meentereiniging werkt. De lieden» van dezen hulpdienst, die, dank zij giften van eeniige liefdadige inwoners van 's Gravenhage, in een uniform gestoken worden, zullen zich tegen een geringe vergoeding belasten met het brengen van vuisnisbakken en emmers uit de huizen naar de vuilnisauto's en terug, hetgeen, naar de heer Gertenbach zich voorstelt, vooral vele bewoners van portiekwoningen aangenaam zal zijn. Maandag, 18 Februari, wordt een begin gemaakt met een gratis-proef in een deeil van het Boomen- en Bloemen-kwartier te Den Haag. Tegen het vloeken. Nadatnaar aanleiding van het verzo*k van net bestuur van clen bond tegen het schenden door het vloeken van Gods hei- igen naam, in 1923 aan alle gemeente raden gerucht, om regelingen te treffen tegen, het vloeken en ijdel gebruik van Gods naam, van 160 gemeenten, de me- dedeeimg inkwam, dat maatregelen wer- dien genomen, werd nogmaals aan do 850 gemeenten, waar voor zoo ver door het bestuur is kunnen worden nagegaan, nog geen regelingen werden vastgesteld, eien dergelijk verzoek gericht. Hoewel alle beslissingen nog wiet be kend zijn, bleek echter uit de ingekomen antwoorden, dat wederom een aantal ge meenten heeft besloten, maatregelen te nemen. „Doe uw oogen maar dicht en vol'g mij, dan is het gauw voorbij." Dot was jong genoeg om schertsend be antwoorden, maar de 'harde blik, waar mede hij haar aankeek, deed haar onmid dellijk verlegen worden. Waarna hij niet meer op haar lette en haar niet meer aan keek. Doch zij kreeg vergoeding genoeg want aan tafel was zij geplaatst tusschen Bertie en den dokter, een prachtig plaatsje waardoor zij spoedig haar vroolijkheid weer terugkreeg, daar de dokter met de gastvrouw praatte en Bertie's andere buurvrouw, mevrouw Shirley, zich alleen maar bemoeide met haar gastheer, die aan de andere zijde naast haar zat. Majoor Shirley was zooals gewoonlijk de partner van Mrs. Randtal, waarover Anne, die een blik van de laatste opving, met opzet begon te lachen. „Ja, het is erg grappig," zeide Nap en opschrikkend ontdekte Amine, dat zij aan zijn linkerhand zat. „Ik ik had je niet gezien!" stotter de zij. - ,„Niet?" zeide hij koel. „Het is toch in orde. Mijn gastvrouw heeft mij deze plaats aangewezen blijkbaar een inge ving van de goden. U zult bet wel een beetje brutaal van me vinden, als ik zeg, dat ik alleen daarvoor hier gekomen ben.' op Chemisch, GENEES- en Heelkundig gebied.! 11 Ass. Apotheker, Lange Kerkstraat 42, GOES, Tel. 168. De wreed© lach. Het gebeurde op het Amstelveld te Amsterdam. De directeur van de gevange nis kocht twee sijsjes om een paar onge- jukkjgen wat afleiding te bezorgen. De directeur, die de vogeltjes in een zakje had medegekregen, keek even in den stal van den koopman, waar een zwartbont» bok aan een kar stond vastgebonden. Die bok heeft het gedaan, hij beet in een onbewaakt oogenblik den zak stuk en de vogeltjes vlogen de lucht in. De koop man bood den directeur een nieuw vo geltje aan, maar hij sloeg het aanbod af De omstanders lachten, lachten nog lui der, toen zij hoorden wie de kooper was on voor wie de vogeltje® bestemd waren. De wreede lach Op den man af. In een vergadering van den gemeente raad van Terheyden, waar het over den belastingaftrek nog heet was toegegaan, deed de burgemeester een beroep op de raadsleden om zich uitsluitend te laten lei den door de plichten tegenover de gemeen schap. Dit gaf een lid de woorden in den mond, dat hij hier volkomen mede ac- coord ging, doch graag zou zien, dat het college van B. en W. in dezen voorging, dat van dit college betrouwbare adviezen uitgingen en dat den raadsleden door een minderheid van dat college geen rad voor de oogen werd gedraaid. Hij voegde erbij dat deze woorden niet waren gericht tot den voorzitter en een met name ge noemden weihouder. Aangezien Terhey den twee wethouders heeft, werd de stoot dus darect aan den anderen toegebracht. De voorzitter verklaarde hierop, dat bedoelde fouten in het college van B. en W. niet weer zullen voorkomen. Doordat eenzelfde advertentie drie maal geplaatst twee maal wordt berekend, is de prijs per regel slechts 16 cent. „Ja, wel wat!" Hij maakte een korte buiging voor haar. Zij meende een spottender blik in zijn oogen te zien. Nog nooit had zij hem minder vertrouwd, zich minder op haar gemak tegenover hem gevoeld dan op dit oogenlblik. Zij had een gevoel, alsof hij op de een of andere geheimzinnige wijze, dia haar begrip geheel te boven ging, iets in zijn schild voerde, alsof hij het een of ander ingewikkeld welb om haar weefde, te fijn en te teer om het te kunnen zien of grijpen. Eén ding was haar echter volkomen duidelijk. Hij zou geen toespe ling op hun laatste isamenzijn dulden. Wat ook het resultaat van die verschrik kelijke afstraffing geweest was, hij ver koos niet, dat zij het zien zou. Zij had hem gezien in zijn diepste vernedering, maar nooit zou zij de ktteekens, die daar van overgebleven waren, zien. Dat tenminste kon zij uit zijn houding opmaken.. Doch al maakte dit zijn manier van doen eesnigszins begrijpelijk, op haar gemak voelen kon zij zich nog niet. „Het lijkt wel of u bang bent," zeide Nap. „Dat is jets nieuws voor u." Zij keek de tafel rond. In het geroeze moes der gesprekken waren zij zoo ge ïsoleerd, dat zij feitelijk alleen Waren. (Wondt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1928 | | pagina 1