VERKOUDEN
AW5IM0P
GOESCHE COURANT
Gravin Pia
BIJVOEGSEL
DE KLEEDER
DRACHTEN.
Onze Leestafel.
Eerst alleen
W etei)scbappen.
VAN DE
VAN VRIJDAG 30 SEPT. 1927.
Miss Olivia O'Connough, van Pator son
House, New Reading, Mass. U. S. A.
maakte een zomerreis naar Europa, aldós
lezen' we in de „D. Ct."
En nadat zij Parijs, Montreux, Stresa
r Lid'o en Monaco ihad gezien, kwam zij
in. Nederland.
Zoodira ze op het vliegveld Waalhaven
uit dien Fokker stapte, viel het haar op,
d'at er nergens iemand te zien was, die
klompen aan had.
Ze reed naar haar hotel in de stad en
verbaasde er zich over, dat zij nóg geen
klompen zag.
Dat viel haar tegen. Tot nu toe had
Europa voor haar ai datgene tentoonge
spreid', wat de reclames in Amerika ver
meldden.
L'art et la vie! was er van Parijs ge
zegd. Welnu, zij had er ook kunst en le
ven gevonden. En wat een kunst! Wat
een leven!
Montreux, situé au bord' du lac Lé-
man! Inderdaad had miss O'Connough
opgemerkt dat Montreux aan den oever
van het meer van Genève ligt. Zelfs de
attractieve mededeeling dat men vandaar
dien Dent du Midi kan zien, bleek waar
te zijn.
Stiresa, le paradis terrestre, dun climat
superbe. En waarlijk, Stresa was een
aardsdh paradijs, 't Was er juist overheer
lijk weer, zoodat miss O'Connough kreeg
wat zij verwachtte.
Lido, the suburb of the bewitched city,
surrounded partly by the blue Adriatic
and partly by the green waters of the „la
gune". Ook dat klopte als een bus, want
miss O'Connough zag dat Lido de voor
stad was van de tooverstad Venetië, deels
omgeven door het groene water van de
lagune en deels door de blauwe Adria-
tische zee.
Tenslotte Monaco, wonderful place of
interest to those liking to see nature
combined' with fashion. Zeer zeker bleek
Monaco een ideaal te wezen voor hen,
die natuur gaarne gecombineerd wilden
zien met mode, enz. En de platen, die
miss O'Connough gezien had van de pa
leazen te Monaco en in Monite Carlo
bleken zeer natuurgetrouw te zijn.
Daarom viel Nederland tegen.
Come and see Holland, its picturesque
costumes. Waar bleven de klompen, de
witte mutsjes, dè wijde broeken en de wij
de rokken? Niets te zien dan'drukke stra
ten, heel veel fietsers, hier en daar een
hoog huis. En verder wat telegraafdraden,
tramrails en bruggen.
In haar hotel beschreef miss Olivia
O'Connough al de teleurstellingen die Ne
derland haar gebracht had in den korten
tijd dat zij hier vertoefde. Uit de lucht
had ze nog gedacht dat het er interes
sant was met diie watervlakten en klei
ne huiskes.
Zij werd' gestoord door den portier,
die haar een brief overhandigde. De brief
droeg het stempel Stresa.
Een lichte blos over toog Olivia's wan
gen. Zij diachit aan den heer die met haar
over het meer had gevaren.
Liefste schoone, schreef hij in
't Engelsch.
Het is mij onhoudbaar u niet langer
te schrijven. Zonder u hebben de dagen
geen beteekenis voor mij. Ge zijt miijn
koningin, mijn zon. Nog altijd' denk ik
aan db vaart over het meer. Ik besefte
82
FEUILLETON
DOOR
H. COURTHS—MAHLER.
Graaf Buchenau gaf het op, den weg
te vinidlen in de zonderlinge overwegingen
van dat jonge-meisjesharthij begreep zijn
dochter niet en besloot de oplossing van
het raadsel, dat zij hem bood, voorloopig
te laten rusten.
„Ik moest je ook mededeelen," ver
telde hij, „dat gravin Eokhoff binnenkort
naar Riedberg komt I
Pia slaakte een zudht van verlichting.
„Dat is goed, daar ben ik blij om!
Dan is Hans niet meer zoo alleen Tante
Maria is zoo lief en zoo' verstandigZij
houdt zooveel van Hans, haar aanwezig
heid zal hem goeddoen! Maar op mij
zal zij wel boos zijn! besloot zij.
„Dat moet je haar zelf maar eens
vragen! En wees nu dapper en verstan
dig, mijn kindl Ontwijk Hans niet! Hoe
eerder je hem weerziet, hoe beter het
voor je is, want uitstel zal je onnoodigen
angst voor hem slechts vermeerderen! Hij
DE JACHT BEGINT. TE ELHAM NABIJ FOLKESTONE WORDEN JONGE JACHTHONDEN AFGERICHT VOOR DE JACHT.
dadelijk dat ik, och laat het mij zeggen,
geliefde, dat ik van u houden ging. Ik
smeek u, kom terug in Stresa
Olivia dacht drie uur na. Toen stond
ze op, begaf zich ter ruste en vertrok
den volgenden dag naar Italië.
Maar in Arnhem had ze oponlhoud.
Ze ging naar die wachtkamer le klasse
en vond daar een reclameplaat „Besucht
Holland mit seinen malerischen Kleicler-
traehten; Marken und Voiendom, leicht
zu er reichen von Amsterdam".
Met opengesperde oogen keek miss Oil
via O'Connough naar het biljet. Marken
en Volendam, daar was het. Daar kon
je de kleederdrachten zien, waar ze zoo
naar verlangd' had. Het was voor het
eerst, diat ze nu wist dat niet heel Hol
land1, maar slechts een klein stukje ervan
gecostumeerd is.
Ze schreef een kort dóch vriendelijk
briefje naar Stresa en rei side terug naar
Amsterdam, waar zij zich den volgenden
dag inscheepte naar Marken. Zij bezocht
Marken en Volendam, en het Rijksmu
seum in Amsterdam, en Artis en Haar
lem, Leiden, Delft, Den Haag, Brielle,
Dordt en Geertruidemberg, Leeuwarden,
Bolsward' en Giethoorn en Middelburg
Zij vergat Stresa en db liefde, reisde
naar Amerika terug en schreef een iboek
over „De Gevolgen van den Tachtigjari
gen Oorlog", reisschetsen uit Holland.
In een van db New Readingsche bla
den stond geschreven:
,Het is een zeer waarheidlievend boek.
Dat db „costuums" alleen in Marken en
Volendam gedragen worden is, volgens
db schrijfster, een gevolg van den Tach
tig-jarigen Oorlog. Napoleon, die altijd
erg bang is geweest voor kleine eilandjes
dorst Marken niet te naderen en evenmin
Volendam, anders had hij daar zeker ook
db 'kleederdrachten verboden, zooals n
Rotterdam en Amsterdam. Dat deze bewe
ring juist is, bewijst wel het feit, dat ook
in Zeeland' immers een. eilandenrijk
nog costuums gedragen worden!";...
Herfstleugen", door A. H. v. d. Feem.
(Van •Hoihema en Warendorf, A'dam).
De heer van der Feen is wel een pro
ductief geestelijk vader: ieder jaar een
nieuwe spruit. Prettig is Iwt, dat men zich
steeds weer opnieuw over deze produc
tiviteit kan verheugen, en dat de kwan
titeit hier aan de kwaliteit van het oeuvre
geen afbreuk doet. Van der Feen's boek
van dit jaar: „Herfstleugen" is de zeer
simpele geschiedenis van de beide jonk-
heeren Van Bruelis, d»e in den huize
„De Maelstede" te Middelburg een tikje
zielig dén herfst van het leven slijten.
De jongste der twee, Simon brengt emo tie
in het rustige deftige huis als zijn broeder
zal het je gemakkelijk maken, daarop kun
je vertrouwen. Je wilt toch niet de oor
zaak zijn, dat ik mij voor langen tijd
zijn aangenaam gezelschap zou moeten
ontzeggen?"
Wederom doorliep een siddering haar
slanke gestalte.
„Een paar dbgen, papa, laat mij ten
minste een paar dagen tijd!" drong zij.
Hij lachte: om haar zichtbaren angst.
„Nu, op een paar dagen komt het
niet aan! Wat heeft mijn Pia een ha-
zenhartje in haar borstEn dat nog
wel nu zij geen klein, dom meisje meer
is, maar een echte jongedame! Hebben
je mooie kleeren je onverschrokkenheid
en je overmoed' op de vlucht gejaagd'?
Juffrouw Domemann heeft haar zin, zij
tan tevreden zijn! Je bent werkelijk een
elegante en voorname dame geworden,
Pia!"
-En bbvai ik u nu tniiet zoo goed meer?*?
vroeg zij, zich tot een lachje dwingend.
„Jawel, hoor! Je ziet er allerliefst uit
in dit mooie japonnetje en je haar is keu
rig gekapt. Het iis je schoonste sieraad'!
Spijt het je nu.nog, dat ik je verbood,
het te laten afknippen?"
Zij schudde glimlachend het hoofd.
„O neen, nu zou ik het niet meer willen
en enkele andere bloedverwanten ontdek
ken dat hij het voornemen heeft in liet
huwelijk te treden met een weduwe van
burgerlijke afkomst. Zoover komit het ech
ter niet, want de late droom van Liefde
blijkt een herfstleugen te zijn. Als Simon
zijn aanzoek doet, wordt hij afgewezen.
Van der Feen, die een knap typen-
schepper is, heeft van dit eenvoudige
onderwerp een zeer gaaf en bijzonder
werk gemaakt. Zijn prachtig ingetoomde
ironie dóet meermalen glimlachen, en (te
gen het einde, na de ontnuchtering is het
weer deze ironische kijk, die de tragedie
van het geval op een hooger plan brengt.
Al db figuren in dit boek leven en 't bij
zondere is dat zij leven in de oude Mid-
delburgsche sfeer, die jammer genoeg door
het jachtige leven van hedbn onzichtbaar
wordt gemaakt.
Met Ritter's „Zeeuwsche mijmeringen"
is van der Feen's „Herfstleugen" een
stukje Zeeland en tevens litteratuur van
het beste gehalte.
Vooral in deze s treken zal men Herf si-
leugen" met vreugde begroeten.
„Charlie Chaplin", door
Constant van Wessem.
(Uitg. Mij. „De Gulden ster", A'dam).
Josephine Baker vond' iemand, die haar
leven te boek stelde, Annie van Ees werd
door onzen collega D. Hans bejubeld,
geen wonder dus dat ook Charlie Chaplin,
de kunstenaar van het witte doek bij de
gratie God's, zijn boek krijgt. Constant
van Wessem is een bewonderaar van Chap
lin, de kunstenaar die ons op zijn plompe,
naar buiten gedraaide schoenen en in zijn
nauw jaquetje heeft doen schateren of
deed ontroeren. Doch de bewondering
is in dit geval geen beletsel om Chaplin's
talent objectief te ontleden. De schrijver
vertelt vele interessante dingen over Chap
lin als mensdh en als kunstenaar, en de
wijze waarop hij dit doet is zeer sympa
thiek. Wie in Charlie niet den grapjas
maar den grooten beelder van menschelijk-
heid ziet, zal dit boekje van Van Wes
sem met voldoening lezen.
„De verloving van Mathias Senf",
door Alice Berend.
(A. G. Schoonderbeek Laren).
Alice Berend' die met haar voornamen
humor zeer velen voor haar talent ge
wonnen heeft, brengt ons hier in kennis
met een kunstzinnig, rijk, maar komisch-
ompractisch Duitsch doctor, die een meisje
uit een warenhuis idealiseert. Daar het
meisje in werkelijkheid zeer burgerlijk
is en geen enkele eigenschap heeft die
db verliefde Dr. Senf haar toedenkt, ont
staan vermakelijke conflicten.
Een amusant boek dit nieuwe werk
van Alice Berend.
„IJdel geworden dusl?"
„Neen, niet ijdei, ten minste niet
meer dan voor een mensch nu eenmaal
noodig is. Ik moet er mij immers over
"heugen, dót de goede God mij mooi
haar heeft geschonken en mij niet leelij-
kier gemaakt heeft, dan ik ben! Tante
Maria zegt, dat het verkeerd is, om God's
sdb gaven niet te waardeeren en ze
niet te beschouwen als een kostelijk goed',
dat ons is toevertrouwd!"
Hij streelde glimlachend haar goud
bruin kopje en zag haar iin db oogen.
„Maar je bent toch als mijn eigen,
eerlijke Pia tot mij teruggekeerd1!"
Haar hart bonsdb tot in haar keel. Zij
dacht eraan, dat zij haar vader had voor
ogen, maar die leugen was een
noodleugentje geweest en het zou haar
niet voor een tweede maal overkomen.
Graaf Buchenau vermoedde mets van wat
er in haar omging.
„Hoe zal het je in ons stille Buchenau
bevallen", vroeg hij, ,,nu je eenmaal het
drukke leven in de groote wereld hebt
leeren kennen?"
Als een vleugellam vogeltje vlijde zij
zich tegen hem aan.
„Ach Papa, het is nergens zoo
schoon en zoo vredig als hier! Ik heb
veel moois en belangwekkends gezien; daar
„Vrijage", door Jaap van Boyl.
(Uitg. Mij. „De Gulden ster", A'dam),
In het voorbericht heet hiet: „Dit ver
haal is in db vacantie geschrevenom
de vacantie te vieren", waaruit we afleid
den dat de schrijver het voor eigen ge
noegen deed. Trouwensdit blijkt als mee
het boek over de lotgevallen van twee
leeraren eener H.B.S., doorworsteld heeft.
We kunnen ons niet voorstellen dat ook
anderen dan de schrijver lachen of glim
lachen over deze historie, die zoo gewild
grappig is, dat men er kriebelig van wordt.
„Het meisje, dat met een koning trouwde",
door Alice Heath Hosken.
(A. W. Bruna en Zoon Utrecht).
Een adellijke Engelsche gaat een huwe
lijk aan met den koning van esn onge
noemd land. Zij uit liefde, hij om staat
kundige belangen, want het hart verloor
Z. M. reeds aan een zangeres. Na gerui-
men tijd keert echter in dit vorstenhuwe-
lijk alles ten goede. Deze roman, iin brief
vorm geschreven, is vooral door hetgeen
er over het hofleven in wordt verteld,
aardige ontspanningslectuur.
Kinderboeken.
Bij db Gebr. Kluitman te Alkmaar,
verschenen„De Koning dier menschen-
redders", door Tjeerd Adema. De schrij
ver heeft in dit boek op interessante
wijze db heldendaden van den bekenden
Dorus Rijkers verwerkt. Alle Holland-
sche jongens zouden deze prettige ver
telling ondier oogen moeten krijgen.
„7 jongens bn 'n ouwe schuit", door
A. C. C. db Vletter. Het is den bekenden
schrijver van kinderboeken. Ook in dit
werk weer gelukt db jeugd te boeien. Een
frisch boek.
Voor onze meisjes gaven db Gebr.
Kluitman uit: „Zij, die slagen"', door
Stella Mare, en „Stormvogel"; door Em
my Verhagen, twee boeken die zich ge
zellig laten lezen.
Als altijd hebben de uitgevers deze
vier werken zood'anig verzorgd, dat ze
een sieraad' van jeugd-biblaotheken moe
ten zijn.
A. G. Schoonderbeek te Laren deed
het licht zien: „De deugniet", door H.
Gras. De jongens zullen dit boek moeilijk
weg kunnen leggen als ze er aan begon
nen zijn. Want boeiend is het.
Verschillende uitgaven.
In Haverman's moderne tooneelbiblio-
theek te Naar den, verscheen „De klim-
geit", klucht-blijspel in drie bedrijven
door Joh. W. Broedelet. Dit geestige
spel van Broedelet bevelen we ook in de
aandacht van dilettanten aan.
Van H. P. Leopold's Uitg. Mij. I» Dein
van zal ik u in onze rustige babbel-uurtjes
wel vertellen! Ik zou echter voor niets
ter wereld' mijn geheele leven in een groo
te stad' willen doorbrengen; men leeft er
zoo onrustig, men jaagt van het eene ge
noegen naar het andere en heeft nauwe
lijks tijd', om eens op adem te komen.
En men heeft evenmin tijd, om zich te
wijden aan de menschen, die men werke
lijk lief gekregen heeft!"
„Heb je zulke menschen dan gevon
den?"
„Ja, Papa. In de eerste plaats tante
Maria. En dan de beide baronessen Lin-
d!au, die zijn mijn vriendinnen gewor
den, zooals ik u reeds schreef. De ouders
van db tweeling-zusters zijn ook lieve
menschen en vele anderen zijn goed en
vriendelijk voor mij geweest. Maar tegen
over die meesten blijft men zich toch
vreemd gevoelen, hoewel men met ze
praten moet, alsof zij goede bekenden
iren".
„Je hebt dus blijkbaar geen aanleg,
om een genotzuchtig vlindertje te wor
den!" stelde graaf Buchenau voldaan vast.
Zij schudde lachend het hoofd.
„O neen, maar toch vind ik bet aardig,
dat ilk het leven in die kringen heb lee
ren kennen!"
„Wij zullen gravin Eckhoff verzoo-
Haag, ontvingen we „Hockey", door H.
van Booven. De beoefenaars van de hoc-
key-sport kunnen uit dit werkje heel wat
leeren. Minister J. B. Kan, een bekend
sportsman zooals men weet, schreef een
inieidsnd woord voor „Hockey".
Juist omdat verkoudheid zich zoo
onschuldig voordoet, is zij zoo gevaar
lijk. Vergeten wij toch nooit, dat zij
een ontsteking der slijmvliezen is en
dat reeds een simpele verplaatsing
dier ontsteking b.v. naar de stem
banden, de bronches of naar het slijm
vlies van de longen - en hoe gauw
gebeurt dat niet - haar veel ernstiger
maakt. Acute en chronische bronchi
tis, asthma, borstbenauwdheid zijn de
terecht gevreesde gevo'gen van een
verwaarloosde verkoudheid. Maak de
genezing niet moeilijker en duurder
door met de juiste behandeling te
wachten. Begin bij het begin en verzorg
een eenvoudige verkoudheid dadelijk
met de versterkende, onschadelijke,
maar krachtig slijmoplossende
AKKFO'S
Voorde Borst
Per koker: f 1.50, f2.75, f 4.50
Prof. Einthovein *f*
Gisternacht is in het Diacones senhuta
te Leiden, waar hij verpleegd werd, op
67-jarigen leeftijd overleden prof. dr. W.
Eindhoven, hoogleeraar in db physioiogie
aan db Universiteit te Leiden. De over
ledene werd 21 Mei 1860 te Semarang
geboren, promoveerde in 1885 te Utrecht
tot doctor ie de geneeskunde en werd
reed's in hetzelfde jaar benoemd tot ge
woon hoogleeraar in de physioiogie aan
de Universiteit te Leiden. Verschillende
belangrijke artikelen van zijn hand! ver
schenen in binnen- en buitenlaindsche perio
dieken.
ken, je in het vervolg af en toe eens een
paar weken bij zich te nemen! Je bent
te jong, om je zoo geheel van de wereld
terug te trekken, als ik heb gedaanD
„Dat is goed', Papa! Af en toe i^Ll
ik wel weer eens een kijkje nemen in de
wereld! En als ge het goedvindt, wil ik
db zusjes Lindau voor een paar weken op
Buchenau te logeeree vragen; zij zullen
het u niet lastig maken, maar u eerder
opvroolijken; zij zijn zoo opgewekt en
zoo lief!"
Hij glimlachte.
„Als je denkt, dat de jonge baronessen
zich hier niet zullen vervelen, vind ik het
best, hoor!"
„Die vervelen zich nooit en nergens!"
lachte Pia. „Zij hebben er een bepaald
talent voor, om zich onder alle omstandig
heden te vermaken 1"
Het veiheugde den graaf, dat hij Pia
weder hoorde lachen. „Vraag ze maar,
zoodira het je goeddunkt!" sprak hij. „Ik
denk, dat het beter is, tot den volgenden
zomer te wachten, 's Winters gaan zij te
veel uit, dón verkeeren zij aan het hof!
Deze zomer is nu reeds bijna voorbij en
bovendien zijn zij nu met haar ouders
aan zee!"
(Wordt vervolgd).
j L: i i liU i .1 -*«1