FAI^Hi; Sir; f AI ID I VIT - - uWLSlnll ML It Al\ I Gravin Pia N°. 107. Vrijdag 9 September 1927 44A8 Jaargang, [oorckaf Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel. Koloniën. SAMOS PRIMA TC Binnenland pjyfBBW] Dienstaanbiedingen eo aanvragen 15 UitgaveNaamloos» Vennootschap Goesche Courant ||j|jSa'Sjgf| en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. miemeÏjer j f y I groningen ^tt" Nimmer hebben de pijprookers van Nederland zich eenpariger uitgesproken dan in hun lof over ROODE-STER. Er moet een reden zijn voor deze nationale voorkeur. De ROODE-STER moet wel van onovertroffen kwaliteit zijn, daar honderdduizenden voor hunne pijp niets anders willen dan ROODE-STER. En dat is inderdaad zoo. De ROODE-STER staat ver aan de spits. Nooit is er aan de kwaliteit van STER-TABAK getornd. De onverflauwde ijver van Neerland s grootste producent van pijptabak is gewijd aan de volmaakte samenstelling van ROODE-STER. Als gij nog nooit het genot eener pijp ROODE-STER hebt gesmaakt, probeer dan eens en gij zult bemerken dat ROODE-STER haars gelijke niet beeft. N.V. ü.k THEODORUS NIEMEIJER. Groningen en Rotterdam. ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. ZIJ, die zich op de Goesche Courant abonnee ren, ontvangen de tot 1 October a.s. verschijnende nummers GRATIS. Abonnementen worden aangenomen door onze agenten en aan het Bureau van die N.V. Goesche Courant, Turf kade 15. V ro u wenhandel De Soerabajasche recherche beeft, inaar de „Nwe 5oer. Ct." ka|n meedeelen, een succes te boeken. Eén van de meest beruchte vrouwenhandelaren in de stad, een Indo-Europeaan, werd er gearres teerd, terwijl er een politie-overvai plaats had in zijn Indeel, dat gelegen was in de reeds herhaaldelijk gesignaleerde kam pong Kepoetran. S., zoo heette de man, voelde zich als een koning op zijn grond1 en de kampong bevolking was bang van hem. Hij was zóó branie, dat hij zijn luguber bedrijf onder het oog van de politie durfde uit te oefenen. Zijn bordeel lag namelijk aan het eind van een kamponggang, schuin te genover het politieposthuis op Kajoom. S. had een Ckineesche huishoudster, die met hem samenwerkte. Hun inrich ting, die reeds jaren bestond, was wel bekend bij vele jongelieden. Het bordeel werd door menschen van allerlei landaard bezocht. Dit was aan de politie reeds langen tijd tjekend en zij Loerdie- er op, om eens me? hem af te rekenen. Maar S. was op zijn hoede. Niemand kon zijn huis naderen, of het werd hem oogenbiikkelijk medegedeeld. Inlandsche knaapjes waren zijn spionnen. Men kon zijn huis slechts gemakkelijk langs één zijde, en wel langs den goed overzichte lijken toegangsweg, naderen. Aan alle an dere kanten werd het erf van de woning door muren en een sloot omgeven. S. was telefonisch aangesloten; aan den straatkant woont een Chineesche toko houder, waarmee hij goede vrienden was. Ook deze tokohouder bezit een telefoon Nu is het niet geheel onmogelijk, dat hij als „voorgeschovem post" zijn diensten aan S. bewees, natuurlijk niet belangeloos. Als de politie, of verdacht uitziende men schen, in de buurt van de woning van S. rondzwierven, werd deze hiermee onmid dellijk in kennis gesteld. Hierdoor komt het, dat de politie niet eerder aan een 1 in luxe rietverpakking f1,10 Fa. J. A. L. G. WITTE Wijnhandel, Goes. 69 FEUILLETON. DOOR H. COURTHSMAHLER. i _L i Liane liet zich wachteniedere mi nuut scheen hem een eeuwigheid toe en hij moest vijftien zulke eeuwigheden door- Leven, vóór zij eindelijk verscheen. Zij droog een eenvoudig, wit kleed, dat haar prachtig lichaam in soepele plooien omsloot; haar dónker haar was in twee losse, luchtige vlechten rond haar mooi fijn hoofd gelegd; enkele lokjes, aan het kapsel ontsprongen, vielen over haar smetteloos blank voorhoofd, waaronder haar dónkere oogen met zinnen-bedwel menden glans oplichtten. Om haar klei nen, kersrooden mond speelde een raad selachtig glimlachje. Het eenvoudige en toch elegante toi letje verleende aan haar voorkomen iets meisjesachtigs en het door goudkleurige gordijnen gedempte daglicht g!af aan baar gelaat een bedrieglijken schijn van jeugd. Met een uitroep van bewonderende ver- overval kon denken. Deze is thans goed geslaagd'. Er werd' voldoende bewijsmateriaal aan getroffen, om S. voor ettelijke jaren de gevangenis in te krijgen. In dó woning van S. werden o.m. aangetroffen twee Inlandsche vrouwen uit Cheribon, één uit D jok ja, en twee van de plaats afkomstig. Bovendien waren er „gasten" in huis. S. en zijn huishoudster maakten af en toe reizen naar Midden- en West Java en ook wel naar den uitersten Oosthoek, om er hun „buit" te halen. Hij vervoegde zidb dan bij bepaalde adressen, waar hij jonge Inlandsche vrouwen ontmoette, die hij voorspiegelde, aan een goede betrek king te zullen helpen als huishoudster bij die en die en dan werd een naam van een bekenden Europeaan of Chinees ge noemd. In werkelijkheid werden de meis jes, zoodra ze zich in zijn woning le Soerabaja bevonden, door hem gedwon gen, zich aan dó prostitutie over te geven. Ging deze overgave niet gewillig in haar werk, dan werd zelfs niet teruggedeinsd voor geweld'. Het is dan ook meermalen voorgekomen, dat recalcitrante vrouwen in een kamer werdén opgesloten, en geen eten, maar wel slaag kregen, totdat zij zich naar zijn wil voegden. Eenigen tijd geleden hebben een paai" van deze wouwen, die van haar vrijheid waren beroofd, kans gezien, om aan de scherpe bewaking te ontsnappen. Terwijl S. bezig was zich te mandiën, hebben zij den gedekwand van haar cel met een scherp voorwerp doorgesneden. Zij zijn toen de straat op gevlucht en hebben het geen haar overkomen was, aan dó politie medegedeeld. De vrouwen werden, op verzoek, ook buitenshuis „geleverd",. Zij werden dan dóór S. zelf naar het betrokken adres gereden en ook weer afgehaald, zoodlat dó vrouwen nooit onder zijn invloed van daan konden komen. S. moet zelfs een formeelen vrouwenhandel hebben gedre ven. Zijn bordeel vormde steeds het „door gangshuis" voor dó arme wouwen, die meer slaag dan eten kregen. Zij moesten, behalve het grootste dóe! van haar „ver diensten", ook nog een deel van de rest voor „kamerhuur" en „kost" afstaan, zoo dia t zij zoo goed als niets voor zichzelf overhielden. S. had1 uit zijn huwelijk de man is nog getrouwd geweest een zoon. Deze was een aartje naar zijn vaartje, 's Avonds speelde hij als „portier" van het bordeel, leidde de „gasten" naar hun kamers, sloeg de „meisjes", wanneer zij niet ge willig genoeg waren en 's morgens bezocht hij dó Mulo. Als het „nacht werk" voor zoonlief te zwaar werd, dan bleef hij 's morgens maar van school. Hoeveel kwaad' deze jongeman door zijn gesprekken met zijn schoolkameraadjes al heeft gesticht, kan men slechts gissen. S. en zijn huishoudster werden, op last van dón officier van justitie, in preven tieve hechtenis gesteld. Ook de zoon werd voorloopig, voor het geven van nadere inlichtingen, aangehouden. Koninklijk bezoek. Naar V. D. uit Londen meldt, hebben Koning Georgevan Engeland1 en Ko- rukking trad vorst Irkow op baar toe en dhrkte, haar hand aan zijn lippen. „Eindelijk, eindelijk!, dierbare vrouw!" bracht hij opgewonden uit. „Ach, heb ik u laten wadhtea, Hoog heid'? Vergeef mij! Mijn kamenier is be. zig met het pakken van mijn koffers en ik moest haar daarbij eenige aanwijzingen geven!" Zij liet zich bevallig in een stoel zin ken en noodde hein met een handgebaar, zich tegenover haar neder te zetten. Een smal tafeltje, dat tusschen hen stond, werd door den vorst met ongedul dige hand terzijde geschoven. „Is het werkelijk waar. dat ge wilt vertrekken?" vroeg hij met trillende stem. „Ja zeker, Hoogheid!" antwoordde zij luchtigjes. „Ik vertrek nog hedenavond!" „En daarvan hebt ge mij niets ge zegd?" verweet hij. Zij keek hem met haar raadselachtige oogen gewild' verwonderd aan, terwijl zij antwoordde „Ik kon toch niet weten, dót ge daarin belang steldet, Hoogheid Hij greep haar hand'. „Dat moést ge weten, Liane'', sprak hij op hartstochtelijken -toon. „Dat moést ge weten! Speel niet langer mót mij! ningin Mary, naar vernomen wordt, het voornemen opgevat om H. M. Konin gin Wilhelmina in Februari of Maart 1928 te bezoeken. Z o m e r t ij d De minister van bimnenland'sche zaken en landbouw heeft aan de gemeentebestu ren eien brief gericht, waarin hij de aan dacht vestigt op het K. B. van 22 Fe bruari 1927, waarbij is bepaald, dat in 1927 dó zomertijd zal eindigen 2 Oc tober om 3 uur in dón voormiddag. Ver gif ti ging Na het eten van garnalen, die bij een venter waren gekocht, hebben zich bij eenige personen te IJmuidón vergiftigings verschijnselen voorgedaan. In een gezin waren alle personen ziek, man, vrouw, de schoonouders van den man en de dienst bode. Het is voor allen goed afgeloopen. Hulde aan de post. Het volgende kan als tegenhanger die nen van dó berichtjes, die vaak worden gelezen over brieven, die pas maanden en zelfs jaren later aan hun adres wor den bezorgd, zoo schrijft een lezeres aan het „Vad.". En zij vervolgt: Mijn zoon ontving dezer dagen een brief uit Tsjecho-Slowakije met het vol gende, waarlijk zeer onvolledige adres: Heme M. W. L., Akerendamlaae 15, Holland! Ik weet natuurlijk niet, aan welk postkantoor dóze brief het eerst in Holland' aankwam, maar dit postkantoor zette bij het adres: „zie bij Winkel" (een klein plaatsje in Noord1-Holland), een m. i. groot blijk van kennis met ge schiedkundige namen! De post in Winkel haalde dit door en zette: „zie bij Be verwijk", waar dó brief ook werkelijk aan zijn bestemming kwam en N.B. met slechts zeer weinig vertraging! Is dit geen sterk staaltje van de be kwaamheid en accuratesse onzer posterijen? De „versied'e" cel. Het tweede Kamerlid - Hermans heeft dón minister van financiën de volgendó gendó vragen gesteld: le. Heeft de minister kennis genomen van het onderstaande, voorkomende in het September-nummer van het Maandblad voor berechting en reclasseering „Van de' vrijheid om de cel eenigszins te versieren, had een gevangene gebruik ge maakt door zijn aanslagbiljet in de inkom stenbelasting uit te stellen. Het bedrag was omstreeks f80. Weldra had hij gelegen heid' de versiering uit te breiden, want hij kreeg een waarschuwing en een aanmaning om nu spoedig met de betaling over de brug te komen. Dit alles was aange naam en strekte tot versiering. Min der aangenaam was het, dat de laatstge noemde biljetten den berooiden gevangene, die toch d oor toedoen van den Staat bui ten machte was zijn belastinggeld te ver dienen, veertig cents kostten. En ware het in zulke omstandigheden niet wijs van „Financiën" om die vruchtelooze en kost bare aanmaningen achterwege te laten? Immers „Financiën" was op de hoogte van de gevangenschap van dezen belastingschul digede aanmaning was zelfs geadresseerd aan Z. (naam voluit), wonende in de strafgevangenis te Y. Er schijnt eenige aanleiding, Financiën" onzerzijds „aan Ik verdraag uw koelheid niet langer! Ge weet toch, dat ik u liefheb, dierbare Liane!" Haastig onttrok zij hem haar hand en weerde af „Neen, Hoogheid, dat weet ik niet! Ik weet alleen, dat ge mij een oogeniblik, een enkel oogenblik slechts, met beleedi- gende koelheid hebt bejegend, maar dat oogenblik is voor mij voldoende bewijs geweest, dat ge mij niet liefhebt! En daarom heb ik met u afgedaan!" Hij bedókte haar hand met kussen. „Ach, wat heh ik u lief om den trots, die uit uw woorden spreektIk aanbid' u, Liane en ik wil u het hoogste bewijs van mijn liefde geven. Ik heb u om een onderhoud laten verzoeken, om u te verhinderen, van hier te vertrekken. Blijf, Liane, en sta mfj toe, u als mijn aanstaande vrouw te beschouwen! Ge zi)t het waard', de gemalin van vorst Irkow te worden!" Een triomfantelijk licht flitste in haar oogen op; een diepe ademtocht deed haar borst zwellen. Het leven was haar wel een genoegdoening schuldig en die werd haar geboden in dezen schittterenden tri omf harer overwinnende schoonheid I Het was haar gelukt, dózen veelbegeerden, moeilijk te verschalken, zeldóamen vlinder te manen", liever zijn dkire brieven in zulke omstandigheden thuis te houden. En althans niet dén vollen naam van een ge vangene te schrijven, want wij zijn zeker, dat „Justitie" dit niet goed zal keuren?" 2e. Wil de minister een onderzoek in stellen naar de juistheid van dit hoogst onwaarschijnlijk lijkend verhaal en hei resultaat van dit onderzoek aan de Kamer mededeelen? 3e. Is dó minister bereid, voor het ge val, dat het medegedeelde waarheidd be vat, maatregelen te nemen, opdat zulke meer dan ergerlijke handelingen niet meer gepleegd worden, en zijn afkeuring over het gebeurde aan de desbetreffende amb tenaren te kennen te geven? De iepziekte. Half Juni ongeveer zijn te Rotterdam proeven genomen met het middel van den Duitscher Illig tegen dó iepziekte. Dit middel heeft geen resultaat opgeleverd, behalve met een heel enkelen boom, waar bij dó ziekte ongeveer tot staan moet zijn gekomen. Kort daarna werd de gemeentelijke dienst der plantsoenen in kennis gesteld door een bewoner van den Schooneber- gerweg met een middel tot bestrijding van dó iepziekte, dat deze stadgenoot zou in haar net te vangen! Met deze laatste overwinning nam zij afscheid van de groote wereld en zij verschafte zich tevens een schoonere ge noegdoening voor vele, stilzwijgend ge dragen vernederingen, dan waarop zij had durven hopen. Geruiimen tijd1 wachtte zij met haar ant woord; haar raadselachtige oogen rustten met een uitdrukking van wreedheid op het ontroerde, in zenuwachtige spanning vertrokken mannengelaateindelijk sprak zij, een duidelijken nadruk leggend op ieder woord: „Maar vorst Irkow is het niet waard', dó gemaal van een Liane vom Bremkem te wordón!" Hij kromp inéén. „Liane dat gaat te ver!" Zij lachte spottend. „Ge meent, dat ik in scherts spreek, Hoogheid1? Ge vergist u! Wat ik zeide, is mij volle ernst!" 4 „Wilt ge dón zeggen, dat ge mijn aan zoek afwijst?" riep hij geheel buiten zich zelf uit. „Juist dót wilde ik zeggen!'^ „Maar waarom dan? Waarom? „Mijn hemel, ik ben toch niet ver plicht, u daarvoor een reden op te geven! Maar ik zal het doen, ik zal u niet on gekregen hebben van een boomkweeker uit de buurt van Haarlem, die het al een vijf tigtal jaren zou hebben toegepast. Plantsoenen heeft daarop een dertigtal boomen aan den Oostzeedijk, op Woude- steyn, in dó Oude Plantage en op den Schoonebergerweg ingespoten met dit mid del, een mengsel van 100 gr. aether, dat in dón sapstroom moest worden gebracht door dó boomen er mee in te spuiten, en 250 gram ammoniak. Het succes van dit mid del acht men eveneens nog zeer problema tiek. Wel maken enkele der aldus behan delde boomen den indruk, dat de ziekte geen verderen voortgang maakt, Men staat dus bij den dienst der Plantsoenen te Rotterdam, al is men uit den aard der zaak sceptisch gestemd, niet geheel afwij zend tegenover het Haarlemsche middel. Het volgende jaar zal het, maar dan wat vroeger in het jaar, als dó boomen begin nen uit te loopen, op betrekkelijk kleine schaal nog eens worden toegepast. In middels gaat men voort, met naar wat de ervaring heeft geleerd, het eenige middel toe te passen, dat althans eenig resultaat heeft opgeleverd', d. i. de boomen in wat betere conditie te brengen, door ze eenig extra voed'sel te geven door sterke be mesting, vernieuwing van dón grond, e, d. het duister laten rondtasten! Luister, ik dóe afstand van de eer, vorstin Irkow te worden* omdat ik heb leeren inzien, dót gij niet de man zift, dien een Liane von Brenken beminnen kan! Wie mij ver overen wil, Hoogheid, moet anders te werk gaan, dan gij deed! Ik zou een man kunnen liefhebben, die mij met de onstui migheid' van een stormwind naar zich toe wist te trekken, die mij door dik en dun dóór goed en kwaad, door recht en ctirechi heen begeerde, niet een man, "die de vrou wen naar de willekeur van het oogenblik behandelt, niet een man, die zich in beeldt, dat ik hem ter wille van een vor- stenkroontje, ter wille van pracht en praal mijn hart zou kunnen schenken. Zulk een man zou ik misschien mijn hand, maar nimmer mijn hart kunnen geven! En aan gezien gij beide van mij verlangt, moet ik u teleurstellen! Vaarwel, Hoogheid! Wij hebben elkander verder niets te zeggen!" i Zij rees op, maakte een lichte buiging voor hem en schreed' met waardigen tred naar dó deur. De vorst sprong op en stelde zich in haar weg. Hij kon niet begrijpen, dat het werkelijk haar bedoeling was, hem een blauwtje te laten loopen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1927 | | pagina 1