GOESGHE COURANT
Gravin Pia
BIJVOEGSEL
Een electrocutie
in Amerika.
Voor de Vrouw
VAN DE
VAN VRIJDAG 26 AUGUSTUS
Vreeselijk schouwspel.
In de New-York „Evening Graphic
heeft John Grey, de volgende beschrijving
gegeven van een electrocute
's Avonds den 8sten Januari werden
de 19-jarige John Ryis en de 22-jarige
John Emiletta in dien electraschcn stoel
geëxecuteerd. Zij hadden een Chinee-
schen wasscher Lee Jong uit Port Jeffer
son gedood.
Toen die schemer viel, spreidde zich
over geheel Sing-Sing de stilte des doods.
Stilte ligt over de gevangenis. Gebroken
harten, van angst en onrust vervuld wa
ken in duizend cellen. Zwijgen slecht!
star glinsterende lampen aan de muren
van de gevangenis en de schreden der
bewaardiers. Zwijgen overal en de snik
kende gebeden van de twee verdwaalde
knapenZoo gaan de elmdelooze
uren voorbij.
In de vertrekken van den. directeur ver
zamelden zich ondertusschen de getuigen
van het gerecht, de een na den andeir.
eemige verslaggevers van kranten en een
bont gezelschap vain politici, die den
wemsch hadden een executie bij te women.
Twee van hen brachten vrouwen mee,
maar men weigerde haar den toegang.
Om elf uur zeide de directeur met
zachte stem: „Ik noodig u hierbij uit als
gen-echtelijke getuigen de executie van
John Rys en John Emiletta bij te women.
De bewaarders zullen u naar het doods-
huis geleiden". En ongeveer 25 getuigen
verlieten het bureau en gingen naar e n
groote zwarte poort die tot het doods-
huis toegang gaf.
lik hoorde de deur achter mij dicht
slaan, en plotseling kwam de wemsch in
mij op te ontvluchten, maar toen ik me
omdraaide wist ik, dat het ie laat was
om de kamer der verschrikking te ver
laten ik kreeg een onpasselijk gevoel.
„Alles klaar, brengt hem hier", hoorde
ik een beambte zeggen, en een krachtig
gebouwde bewaarder ging op de teenen
ir de deur, die de executiekamier
scheidt van de cellen der veroordeelden
en verdween. Ik wist, dat hij een der
jonge mannen zou halen en een ontzet
tende angst overviel me. De getuigen op
de banken rondom bewogen zich haastig
nerveus, ze rekten de halzen en. fluister
den iets in 't oor. De lucht was zwaar
van bang wachten.
Opeens verstomde alle fluisteren, het
leek me of ieder den adem inhield; dood-
sche stilte heerschte, men kon een speld
hooren vallen en ik dacht eraan hoe on
moedig het woord „Stilte" was, dat bo
ven de deur naar de sectiekamer stond.
Vijf of zes bewaardiers, geweld ge
sterke kerels, kwamen en stelden zich
op om dein stoel. Ze stonden star als
marmerbeelden, met half gesloten oogen,
alsof ze wilden verhinderen, dat hun
eenig dom medelijden bekroop. Zij stom-
dien daar met over elkaar geslagen ar
men als slagers, dCe op hun offer wach
ten. Toen kwamen d'rie doktoren en de
executie-beambte, een miam, die ov>
wenkt en nerveus leek; hij voelde en
tastte aan de electrische schakelaar.
Mijn oogen waren op de deur ge
richt, waardoor nu ©en dar jonge man
nen moest binnenkomen.
62
FEUILLETON.
DOOR
H. COURTHS—MAHLER.
„Kleine Pia", dacht hij, „lieve', dier
bare, kleine Pia!"
En zij diacht er met onzegbare droef
heid' aan, dat hij het beeld van een. an
dere vrouw in zijn hart omdroeg.
Hans von Ried' verbrak, het zwijgen
met dë vraag:
„Mevrouw von Brenken wondt dus ge
noemd' als de toekomstige gemalin vatn
vorst Irkow?"
„Ja, dat heb ik hooren, zeggen! Hij
is voortdurend in gezelschap van haar
en haar zwager te vinden!"
„Wil je mij d'ien mijnheer eens be
schrijven, Pia?"
„Den heer von Brenken?"
„Ja".
„Ik heb je al geschreven, dat ik hem
niet mag lijden! Hij heeft harde, booze
oogen, waarin soms een onheimelijk vuur
gloeit; ik ben eigenlijk bang voor hem.
Hij is groot en een statige verschijning;
Hilda Lindau zegt, dat hij bepaald een
mooie man is!"
„Heeft hij onder het rechteroog een
klein, driehoekig litteekentje?"
DE ZUIDERZEE-WERKEN TE ZURICH. EEN GEVLOCHTEN ZINKSTUK WORDT MET BASALT VERZWAART EN ZOO TOT
ZINKEN GEBRACHT. HIERBOVEN EEN FOTO VAN DE WERKZAAMHEDEN.
En toen verscheen plotseling een der
pelgrims naar dezen stoel, in de deur,
John Emiletta, een lange, magere, zwak
zinnig uitziende man van in de 20 jaar
Hij aarzelde gedurende een deel van
een seconde, toen rukte een bewaarder
hem aan dien rechterarm naar den stoel
toe. Zijn lichaam beefde, toen hij lang
zaam ging zitten. Hij zag er uit alsof hij
doodmoe was, geheel uitgeput, en 'bet
was alsof hij niet wist wat hij deed en
ik beweer, dat hij 't ook niet wicé.
De bewaardiers begonnen hem. toen
op den vlammeostoei vast te binden. Daai
zag ik in zijn gelaat. O, Godl! nooit zal
ik dezen aanblik vergeten, al zou ik
millioenen jaren leven. Ik zat juist voor
hem, niet meer dan vier meter van hem
af, zoodat ik elke beweging in zijn ge
laatstrekken kon waarnemen't Was
het gelaat van een menschelijk wezen,
dat stom van ontzetting werd, verlamd
door de gedachte aan het gruwelijk spook
van den dood.
Een priester stonds links van hem
en las een hoofdstuk uit een of ander
evangelie voor.
Die electrodèn werden tegen zijn bkeke
huid' bevestigd; op den. grond naast den
stoel lag een electrische kajbel; deze
werd' met het schakelbord liinks van den
stoel verbondlen. De bewaarder greep
naar het andere eind en stale het in den
kap, die over het hoofd van het offer
getrokken werd! Toen zette men hem
een zwart masker op, zoodat de lippen
nog juist te zien waren, lippen, die achter
het zwarte masker spookachtig grijnsden.
Over de kamer des doods kwam een
angstig zwijgen; seconden werden uren,
minuten eeuwighiedlen, tot de ambtenaars
den helm met de druipende spons op
bet hoofd' van den veroordeelde zetten.
Emiletta's ledematen beefden.. Zijn han
den, die zonder weerstand over de arm
leuningen hingen, vlogen op en neer al
de handen van .iemand die uitzinnig ge
worden is, of door vergift beneveld. De
priester ging door zijn laatste gebed op
te zeggen
De dokter in den hoek zat met zijn
vinger aan een stopwatch, dat tikte als
met hamerslagen. Tik, tik, tik en bet
spookachtige grijnzen achter het dooden-
masker. Direct nadat Emiletta geheel
vastgebonden was, gaf de andere dokter,
dlie voor den stoel stond, den man aam
bet schakelbord1 een toekende wettelijke
moordfenaar schakelde in.
Op hetzelfde oogenblik sloegen de
„Ach, ken je hem? Ja, zoo'n lit
teekentje heeft hij inderdaad!"
Hans wist nu, dat het dezelfde man
was, dien hij in Venetië met Liane had
gezien, haar echtgenoot dus!
„Ja, ik geloof wel, dat ik hem ken!"
sprak hij.
„En ken* je misschien mevrouw von
Brenken ook? Zij is de mooiste vrouw,
die ik ooit heb gezien!"
Hij haalde diep adem, vóór hij ant
woordde:
„Ja, ik ken haar, Pia! Heb je tegen
over haar mijn naam ooit genoemd?"
Zij schudde het hoofd.
„Neen", ontkende zij, „dat heb ik
nooit gedaan!"
Op dit oogenblik reed opnieuw een rij
tuig het breede tuinhek binnen.
Pia sprong op, zeggend:
„Dat zal misschien tante Maria al
zijn!"
Zij keek door de jaloezieën naar buiten,
wendde zich snel weder om en sprak op
verbaasden toon:
„Het is mevrouw von Brenken".
Hans von Ried' sprong eveneens op en
zijn gelaat nam een harde, sombere uit
drukking aan.
„Komt zij hier?" vroeg hij snel in
zichtbare opwinding.
Paa keek hem uitvorschemd aan; zij be
greep de plotselinge verandering in zijn
houding niet.
,Zij zal een bezoek komen brengen!"
slappe vingers krampachtig tegen elkaar.
De aderen begonnen langzaam op *e
zwellen., totdat ze geweldig opgezet wa
ren, zoodat ik dacht dat ze zouden bars
ten. Het grijnzen hield op, het lichaam
strekte zich in den stoel omhoog, het
zweet sitroomde letterlijk uit de poriëin
van de huid. De stroom deed het inwen
dige van dezen omgelukkigen. verdoem
den mensch koken en het geruisch van
den stroom herinnerde mij aan het braden
van een biefstuk in een heeiten oven.
Het siste en. knetterde, huilde en zoem
de door de 2000 volt en 9 ampère, die
d'oor het gansche lichaam raasden, ze
verlamden het hart en het geheele zenuw
stelsel, ze bewerkten, wat die medische
wetenschap hermolyse noemt, de totale
vernietiging der bloedlichaampjes.
Toen jk er naar keek en het geruisch
hoorde, ging een golf van ontzetting door
mij heen en ik wilde schreeuwen: halt.
In Godsnaam, houdt op, ge kookt dezen
mensch levend!
Een koorts van afschuw deed me van
het hoofd tot de weten rillen. Gedurende
twintig seconden ongeveer ging de sitroom
door het lichaam en toen hij uitgeschar
keld werd, slaakte ik een zucht van ver-
Lichting. Een getuige naast me zuchtte;
„Jezus, dat is afschuwelijk". Een ander,
vlak achter mij, viel flauw, een derde
begon over te geven
Twee bewaarders gingen naar den
stoel toe, maakten de riemen los. Een
van hen nam een handdoek en wischte 't
zweet van de borst en het speeksel, dat
uit den mond van Emiletta vloeide. De
dokter bevoelde zijn keel en zette toen
de stethoscoop op zijn borst en luisterde.
Het hart sloeg nog steeds, dat moest
ik ten minste er uit afleiden, want ze
gespten hem opnieuw vast, traden terug
en gaven het teeken den stroom weer in
te schakelen.
Weer schakelde de ambtenaar den
stroom in en op hetzelfde oogenblik
sprong Emiletta's lichaam op, alsof het
met bovenmenschelijke kracht wilde pro-
beeren uit dien stoel te komen. Sterker
dan den eersten keer werd zijn lichaam
geschud'; bij de eerste inschakeling was
hij nog stram, vol levens- en weerstands
kracht. Toen de tweede inschakeling kra
kend door zijn lichaam ging, was hij den
dood zoozeer nabij, dat hij geen tegen
stand meer kon bieden; en zoo- werd het
halfdood© lichaam bijna uit den stoei ge
worpen, toen ze hem voor de tweede maal
„het sap ingoten". De gordels steunden
veronderstelde zij.
Hij trad op haar toe en nam haar han
den in de zijne.
„Ik heb een verzoek aan je, Pia
sprak hij.
„Wat wil je dan, Hans?" vroeg zij.
„Laat mij mevrouw von Brenken ont
vangen, laat mij met haar alleen I(k
wil de aangelegenheid, je stiefmoeder be
treffende, met haar regelen,!"
Zij keek hem verbaasd aan en vroeg:
„Mag ik daar niet bij zijn? Ik zou
haar gaarne willen vragen, waarom zij
zich ondanks haar belofte tóch tot mijn
vader heeft gewend!"
Hij d'rukte haar handen steviger tus-
schen die zijne.
„Ik zal het haar wel voor je vragen!
Doe mij het genoegen, haar niet te ont
vangen, vóór ik een onderhoud met haar
heb gehad!" verzocht hij.
De huisknecht diende mevrouw von
Brenken aan.
„Wees zoo goed! de dame in de ont
vangkamer te laten!" sprak Hans von
Ried' snel.
De bediende wist, dat Hans von Ried
bij zijn meesteres in hoog aanzien stond';
hij gehoorzaamde diens bevel onmiddel
lijk en zonder tegenspraak.
Blijf hier, Pia! Ik smeek het je!"
drong Pias verloofde.
„Waarom toch?" zroeg zij bevreemd,
„Omdat het beter voor je is, kind,
niet alle bijzondierheden van ons onder
en krijs chten, de stoel kraakte onder het
worstelend' lichaam. Nooit heeft me zulk
eien ontzetting aangegrepen, als bij den
aanblik van dezen hjalfdooden mensch die
probeerde van den stoel los te komen.
Damp steeg op van zijn hoofd' en ont-
bloote knieën, die zich blauw en zwart
kleurden. En die Lippen, die eerst zoo af-
schuwielijk grijnsden, werden zwart, en
dik schuim kwam er tusscheim uit, vloei
de over het zwarte masker; een grie
zelig contrast.
Noig eens huilde en zoemde de stroom
20 seconden of langer, tot de dokter een
teeken voor de uitschakeling gaf. Weer
werden de riemen losgemaakt, weer hoor
de de dokter aan zijn stethoscoop.
Na een minuut draaide hij zich om en
met het gezicht tot de getuigen ge
wend, zeide hij volkomen onverschillig
en nuchter: „Ik verklaar dezen mensch
voor dood".
De helpers maakten daarop ook de
overige riemen los en de electroden. De
ambtenaar keerde zich van het schakel
bord af, trok den draad eruit en hing
hem met den kap boven het hoofd
van het slachtoffer op. Toen trok hij
den helm van het gezichtmijn God,
welk een gelaat!
Ook al zou ik een meester in de taal
zijn, met woorden zou ik het beeld niet
weer kunnen geven een beeld dat
iemand m staat stelt zich' liet vreeselijke
voor te stellen. Slechts iets er van kan
ik noemen, het overige moet ik aan
fantasie van den lezer overlaten.
Bovenal vielen mij de sporen van den
doodstrijd in het oog; de uitdrukking was
de meest gemartelde die ik ooit op het
gelaat van een menschelijk wezen gezien
heb. De halsaderen,' waren dubbeldik en
in knoopen samengedraaid, de spieren en
peezen eveneens. De nek was kolossaal
gezwollen geheel onmenschelijk
en belde zijden van den hals vertoonden
brandplekken.
Het hoofd vlei slap neer op den rechter
schouder, de tong hing uit een mondhoek
en een bloedstroompje vloeide erlangs.
Waarschijnlijk had hij haar stuk gebeten
toen de stroom den eersten keer door zijn
lichaam ging. De temperatuur van zijn
lichaam bedroeg 137 graden Fahrenheit
(58.3 graden Celsius).
Doordat eenzelfde advertentie
drie maal geplaatst twee maal
wordt berekend, is de p r ij s
per regel slechts 16 cent.
houd aan te hooren! Ik zou je verder
gaarne builen deze aange egenheid hou Jen 1"
Weifelend' blikte zij naai" hem op.
„Ach, wat is dit alles toch vreemd!"
zuchtte zij.
„Vertrouw mij, Pia!"'verzocht hij. „Ik
handel in den geest van je vader! Wij
wallen je voor alles, wat leelijk is, be
hoeden!"
Zij glimlachte even; het was een lief,
onderworpen lachje en hij .kon zich nau
welijks weerhoudlen haar zachte lippen
te kussen.
„Papa en jij zien nog altijd' het on
verstandige kind van vroeger in mij!"
sprak zij zacht. „Maar ik ben werkelijk
veel verstandiger geworden, ik heb veel
van het leven gezien en geleerd tijdens
mijn verblijf hier!"
Met een allerliefst gewichtig gezichtje
uitte zij deze verzekering.
„Lief, dierbaar kind!" dacht hij ge
roerd' en een warm geluksgevoel doortril
de hem bij de gedachte, dat dit aanmin
nige schepseltje hèm toebehoordb.
Hardop drong hij echter:
„Toch verzoek ik je, om hier te blij
ven efn mij alleen naar mevrouw von
Brenken te laten gaan! Later zul je ver
nemen, waarom ik je ervan teruggehou
den hieib, mijn besprekingen met haar bij
te wonen!"
„Nu, zooals je wilt!" sprak zij
gelaten en zette zich weder in haar
stoei rede*.
Vleesch en visch.
Het is van belang, er bij het koopem
van vleescli en visch op te letten, of deze
eetwaren versdh zijn. Vleescli moetfrisch
van kleur zijn, en elastisch, d'.w.z., als
men er met den vinger indrinkt, mag die
indruk niet erin blijven zitten. Het vleesch
moet weer snel omhoog komen. Het vleesch
moet bovendien frisch ruiken. Om te zien,
of het vleesch dat U kodlit, van binnen
goed is, kunt U er in prikken, waarbij
dan rnt rauw vleesch rood vocht mag ko
men, uit gaar vleesch bruin vocht en uit
halfgaar vleesch (muisje) rose vocht. Het
zoogenaamde klein vleesch kunt U, om
het nog malscher te maken, wel met een
lepel kloppen, daardoor worden de ve
zels wat losser. Maar als het vleesch
behoorlijk malsch is, is dat feitelijk niet
noodSig.
Om na te gaan of visch versch is,
drukt men ook met den vinger op het
vleesch, om te zien of het- vischvieesch
goed hard en veerkrachtig is. Verder
moeten de kieuwen helder rood zijn (vroe
ger en thans nog wel een enkele keer
maakten sommige visebboeren hun oud
bakken visch versch, door de kieuwen
met verf rood te maken. Dat is te ont
dekken door met een nat lapje over de
kieuwen te vegen, waarna die verf af
geeft) en de oogen bol en helder staan.
En, er mag natuurlijk volstrekt geen be
nauwd luchtje aan de visch zijn.
Nuttige wenken.
Het zijn vieze vlekken, doe van teer,
of pek, hars, terpentijn, enz. Week de
vlekken in zoete olie, gesmolten talk of
reuzel. Vervolgens in koud water uitwas-
schen en dan het goed was schen op de
gewone manier.
Wanneer men knoopen aannaait, die
nog al veel te lijden zullen hebben (bijv.
aan de broeken van uw jongens) zet dan
een stukje van een oude glacé handschoen
onder de stof en naai zoo de knoopen
aan. Als er nu aan die knoopen gelrokken
wordt, zal de stof niet zoo gemakkelijk
uitscheuren, als anders dikwijls het geval
Zijn die ramen heel vuil, neem ze dan
eerst af met een vochtige doek en daarna
met een doek met brandspiritus.
Hij verliet snel de kamer en terwijl
hij zich naar die ontvangkamer spoedde,
dacht hij verheugd
„Er is een wondier geschied! Mijn hart
is niet meer dood en ledig! De hemel
geve, dat ik mijn kleine Pia zoo gelukkig
zal kunnen maken, ais ik het zelf ben,
bij die gedachte dat zij mij toebehoort!"
Liane von Brenken was door den huis
knecht naar die ontvangkamer geleid. Zij
had gravin Eckhoff op steaat voorbij
zien rijden en, r vermoedend dat zijl de
jonge gravin Bucbemau alleen thuis zou
treffen, had' zij, een plotselinge in
geving volgend', haar weg naar de wo
ning van de beide dames genomen. Zij
wist eigenlijk zelve niet, wat zij van
Pia wilde; zij hoopte echter, van haar
het een of andier te zullen vernemen1,
waarmede zij haar voordeel zou kunnen
doen. Bovendien greep zij deize gelegen
heid' aan, om zich aan het gezelschap van
den vorst te onttrekken. Deze volgde haar
opnieuw als haar schaduw en 'het schonk
haar genoegdoening, hem te kunnen kwel
len en het vuur in zijn binnenste aan te
wakkeren. Zij had hem daarom in het
gezelschap van haai- echtgenoot achter
gelaten, wetend dat hij de minuten tot
haar terugkomst zou tellen.
(Wordt vervolgd).