Gravin Pia
N\ 87.
Maandag 28 Juli 1927
lil8 Jaargang.
ProvincienieuWs
Buitenland
Pand en Tuinbouw
Rechtszaken.
Koloniën.
GOESCHE
UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
ADVERTENTIEN
van 15 regels 11,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15
en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf cent per regel. Adverteotiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
De vrouw vond dat niet voldoende
en begeerde den kantonrechter voor
lezing te doen van eenige teksten,
waar men zou lezen, dat het de plicht
der vrouw is om stil te zijn en den man
onderdanig. Zij sloeg harer bijbel op.
De kantonrechter Ik weet het al. Het
is Spreuken 31, vers 23.
De vrouw Neen, mijnheer de rech
ter, dat is het niet. Het is 1 Corinthe 14.
En zij las plechtig voor wat daar
staat, onder voorafgaande opmerking,
dat zij het wel heelemaal uit het hoofd
kon opzeggen, maar dat zij het nu nog
eens duidelijk verlangde voor te lezen
«Dat Uwe vrouwen in de gemeenten
zwijgen: want het is haar niet toege
laten te spreken, maar bevolen onder
worpen te zijn gelijk ook de wet zegt
En zoo zij iets willen leeren, laat ze te
huis haar eigen mannen vragen. Want
hef staat leelijk voor de vrouwen dat
zij in de gemeente spreken
De kantonrechterIs u daarmee klaar?
De vrouw Nog niet. Ik sla nu boven
dien nog op Genesis 3.
De katonrechter maakte een gebaar
om duidelijk te maken dat hij deze
voorlezing niet noodzakelijk oordeelde
en genoeg had aan de aanwijzing van
de plaatsen in den Bijbel.
Maar de vrouw was 't daarmee heele
maal niet eens, had Genesis 3 al op
geslagen en las voor «En tot de vrouw
werd gezegdIk zal zeer vermenigvul
digen Uwe smart Met smart zult gij
kinderen baren. En Uwe man zal over
U heerschappij hebben.
De kantonrechter meende, dat de
vrouw thans klaar was met haar voor
lezing: Maar dit bleek onjuist, want ze
las direct verder, nu uit Genesis 3
vers 19 «In het zweet Uws aanschijns,
zoo sprak de Heer tot Adam, zult gij
Uw brood eten», welken tekst de
vrouw nader toelichtte met de mede
deeling, dat hieruit blijkt, dat alleen
de man naar buiten mag optreden en
niet de vrouw. De man was er eerst,
dat was Adam toen werd er van
Adam een rib genomen, en toen kwam
Eva. Die kwam dus later. En de vrouw
las al wederom voor uit Genesis
vers 22, allemaal om aan te toonen,
dat de vrouw stil moet zijn en de man
alléén mag spreken.
De kantonrechter verzekerde nog
maals, dat hij er nu heusch voldoende
van wist, maar de vrouw sloeg thans
den Bijbel dicht en hield een soort
van godsdienstige beschouwing, onder
aanhaling van tal van bijbelwoorden,
in een zóó snel tempo, dat zij niet
meer te volgen was.
De kantonrechter probeerde nog een
enkele maal de vrouw te beduiden,
dat hij nu volmaakt op de hoogte was,
maar zij was nu eenmaal aan het
woord en bleef aan het woord.
De kantonrechter gaf het maar op
Uit den onuitputtelijken woordenvloed
viel nog op te visschen, dat de vrouw
op al deze bijbeluitspraken haar wei
gering baseerde om ter stembus te
verschijnen. Zij hoopte nooit van haar
leven de groote zonde te begaan van
te knielen voor een afgodsbeeld en
dus hoopte zij ook nooit van haar
leven aan de stembus te komen. Zij
betreurde het zéér, dat het in ons
vaderland al zóóver was gekomen, dat
men de vrouw wilde verplichten in het
stembureau te verschijnen. Wie als
vrouw aan die roepstem van de wet
gehoor geeft, zal geen toevlucht in
den Hemel meer hebben. «En om dat
nu eens duidelijk te maken, ben ik
vanmorgen met Paulus hier naar toe
gekomen en zal ik ook weer met
Paulus heengaan t
De kantonrechter kreeg eindelijk ge
legenheid iets te zeggen U heeft er
ondanks alles dan toch geen bezwaar
in gezien, zelf hier te verschijnen en
uw woord te doen
De vrouw antwoordeIk was blij
om eens een oogenblik aan deze plaats
den Heere te mogen aanroepen en
hier voor Zijn goddelijk aangezicht te
getuigen van mijn blijdschap in Zijn
woord. Blij was ik, om hier te kunnen
opkomen voor de eere onzes Gods.
De kantonrechter wilde weer iets
zeggen, maar de vrouw ging in één
adem verderMaar nu kom ik ook
nooit meer. Ik wil nu voortaan ook
geen stukken van het gerecht meer
aannemen, u hoeft me niets meer te
sturen, want ik neem niets meer in
ontvangst En ik neem ook geen enkele
straf aan, wan^alles wat met deze zaak
in verbinding staat, is zondig volgens
de Schrift.
De kantonrechterU onderwerpt
zich dus niet aan de wetten des lands
De vrouw Alleen aan de wet van
God
De kantonrechter Ik zal heden over
8 dagen schriftelijk vonnis wijzen.
De vrouw 'k zal het wel in de krant
lezen. Ik stoor me toch niet aan die
straf- En ik wil hier nooit weer terug
komen.
De Bijbel ging in de foudraal. En
even deftig statig als de vrouw geko-
meu was, keerde zij naar haar plaats
op de tribune terug.
Het O M eischte tegen alle vrouwen
f 1 boete, subs. 1 dag hechtenis.
Kamer van Koophandel.
In de Vrijdagavond te Middelburg ge
houden vergadering van de Kamer van
Koophandel en fabriehen voor de Zeeuw-
sdhe eilanden, werd een uitgebreide dis
cussie gevoerd over de wensdben op spoor
weggebied inzake aansluitingen met ove
rig Nederland en met België, waarbij o.a.
de wensdh naar voren werd gebracht van
nieuwe spoorweglijnen, een van Roosenr
deel over St. Philipsland, Oosterland',
Nieuwerkerk, Zierikzee en van Walsoor
den over Hulst, IJzemdijke naar Bres-
kens met zijtakken naar Antwerpen, Gent
en Brugge.
Al de wenschen zullen aan den spoor-
wegraad worden voorgelegd.
Driewegen. Op het station Driewegen
Ovezamd is Donderdag j.l. de eerste wa
gon aardappelen verladen door den com-
missionnair F. de Jonge te Ovezamd.
Voor het wegen der aardappelen is ge
bruik gemaakt van de weegbrug die op
het stations-emplacement is gebouwd.
ABONNEMENT.
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
op welke wijze miein hiertegen kaïn werken.
Het gaat uiteraard niet om individueele
maatregelen, doch om arbeid in grooten
stijl.
Mem zou te kort doen aan de verdien
sten, van tal van bekwame residenten die in
den loop der jaren te Solo en Jogja heb
ben gezeteld, indien men niet erkende, dat
zij, herhaaldelijk met succes zijn werkzaam
geweest met pogingen tot voorkoming van
verdere afzakking der afstammelingen van
de zelfbesturen. Dank zij hunne-bemoelin-
gen werden verschillende p anger an s (prin
sen) in betrekkingen geplaatst waar zij
zich nuttig kunnen maken.
Het bleef dam echter kcidemteele ar
beid, welke nauwelijks in aanmerking komt
bij de massa werk, wachtend op behande
ling.
Het leger betrouwbaar!
In West-Java zijn in'totaal 25 mili
tairen gearresteerd, die van communisme
verdacht worden. Enkelen werden later
losgelaten.
Van onbetrouwbaarheid van het legier
is echter geen sprake.
De regels van den weg.
De kantonrechter te Middelburg heeft
J. V. te Geersdijk (gemeente Wisscnkec-
ke) wegens als bestuurder van een rij
wiel buiten noodzaak de linkerzijde van
den weg houden, veroordeeld tot f 5 boete
subs. 5 dagen hechtenis.
Stemmen en gewetens
bezwaren.
Er waren ongeveer 40 vrouwen uit
Zeist voor den Utrechtschen kanton
rechter gedagvaard, omdat zij geen ge
hoor hadden gegeven aan den haar uit-
gereikten oproep, ter stembus te ko
men bij gelegenheid van de jongste
verkiezingen voor de Provinciale Staten
schrijft het «U. D.» Van deze 40 vrouwen
waren er 2 in persoon verschenen, alle
andere hadden samen één gemachtigde
gezonden.
Een der verschenen vrouwen ver
klaarde, dat God, de Heilige, niet wil,
dat de vrouw deelneemt aan de stem
ming. ,/En daarom heb ik dat nu ook
niet gedaan en ik hoop het ook nooit
te doen God wil niet alleen, dat wij
niet zullen stemmen, God wil óók niet,
dat wij zullen gaan naar de stembus
De andere vrouw verscheen voor het
bekende hekje met een grooten bijbel
in zwart foudraal onder den arm. Zij
naderde met statigen, zeer langzamen
stap en wenschte daardoor aan het ge
heel blijkbaar een plechtig karakter te
geven. Ze deelde mee, dat haar wei
gering om aan de stembus te komen,
gegrond was geweest op de Heilige
schrift.
E11 meteen haalde ze den Bijbel uit
het zwarte foudraal en sloeg dien voor
haar open. Zij wenschte daar uit voor
te lezen.
De kantonrechter Dat is niet nood
zakelijk. Als u mij de plaatsen noemt
uit den Bijbel, waarop u zich beroept,
dan is dat volkomen voldoende.
Tante Maria's kring dien middag zou af-
loopen!
De zon scheen stralend helder en na
de lunch deed de gravin met Pia een
toertje in een open rijtuig. Haar midde
len veroorloofden haar geen1 efgein equi
page, maar zij had telefonisch een keurig
huur-rijtuig doen vóórkomen.
Pia droeg het elegante wandelcoistuum,
het fluweelen hoedje en den grooten bont
kraag, met bijpassende reuzenmof, waarin
zij des morgens het eerst voor den spie
gel was getreden. Zij zag er allerliefst
uit en de bekenden der gravin, die zij
onderweg ontmoetten, wierpen nieuwsgie
rige blikken op de bekoorlijke verschij
ning, die naast haar in het rijtuig zat.
„Mijn ontvangdag zal heden druk be
zocht worden!" voorspelde de gravin, die
als goede memscherakenster wist, dat nieu-
gierigheid een machtige drijfveer is.
De eerste, die des middags werd aan
gediend, was barones Rottheim, de we
duwe van een verdienstelijk staatsman,
die eveneens in Baden-Baden gevestigd
was. Zij was overal bij, waar „wat te
doen" was, maar zij werd ongaarne ge
zien, omdat men baar boosaardigheid en
haar babbelzucht vreesde; die vrees maak
te echter, dat men baar duldde, owdlait
degene, die den moed zou hebben, haar
zijn gevoelens te laten merken, ervan ver
zekerd kon zijn, door haar lastertong te
worden getroffen.
De barones was „razend" nieuwsgierig
naar de jonge dame-, die bij gravin Eck-
hoff gelogeerd was en zij had nauwelijks
het visite-uur kunnen afwachten; als eer
ste gast betrad zij den grooten ontvang-
salon der gravin.
In ruischende zijde, de valsche, grijze
lokken tot een kunstvol kapsel opge
bouwd rond het roode, beenderige gelaat,
dat in zonderlinge tegenspraak was met
de korte, gezette gestalte, schreed zij
voort. Haar kleine, dikke handen waren
al te rijk met ringen versierd en in de
met Lichte kantstof gevulde uitsnijding Van
haar violet-kleurig kleed schommelde een
reusachtig, niet kostbare briljanten bezet
medaillon aan een zwanen, gouden ket
ting; een deftige verschijning was de ba
rones ondanks de kostbaarheid van haar
kleed en haar juweelen bij lange na met!
Een weinig buiten adem, snelde zij
zij toe op de gravin, die in haar zwart-
kanten toilet een voornamen indruk maak
te en bijna een hoofd grooiter was dan
zijzeive.
„Dag, lieve gravin, hoe gaat het
u? Ben ik de eerste? Welnu, dat hin
dert niet, iemand moet nu eenmaal de
eerste zijn! Vertel mij eens, wie was
de jonge dame, die ik naast u in het rijv-
tuig zag zitten?" ratelde ziji met haar
doordringende stem, die overal terstond
de aandacht voor zichzelve opeiscfee.
Gravin Eckhoff kende de eigenaardig
heden van de beminnelijke dame; zij ant
woordde op de haar eigen rustige, vrien
delijke wijze, die zij ook tegenover haar
met verloochende:
,,Da-t was de jonge gravin Buchenau,
barones!"1
Mevrouw Rottheim liet zich steunend
in een Lagen stoel zinken.
„Buchenau?" herhaalde de oude dame,
die vrijwel het geheel© register van den
adel in haar hoofd had. „Wacht eens
even, ik moet eens even nadenken!
Juist, juist, de rijksgraven van Bu
chenau! Graaf Lothar Buchenau is de
laatste van zijn geslacht, hij trouwde
met een gravin Sfcettenheim, die jong ge
storven is en
„Juist, barones! viel gravin Eckhoff
haar snel in de rede, om te; voorkomen,,
dat zij het ongelukkige tweede huwelijk
van den graaf ter sprake bracht. „Gra
vin Pia is het ©enagie kind van graaf
Lothar Buchenau!"
(Wordt vervolgd)*
-Li-'J I
OVERZICHT.
Geen onmiddellijk gevaar.
Het testament van koning Ferdinand
is geopend. Dieze laatste wilsbeschikking
van den ontslapen vorst dateert van 1925,
vóór de gebeurtenissen, die tot de uitslui
ting van prins Carol van de troonsopvol
ging aanleiding gaven.. Nia deze gebeur
tenissen echter is in Januari 1926 aan
het testament een codicil toegevoegd waar
in de ten voordeel© van dien kroonprins
Garol gemaakte vermogensibeschikkiingen
worden herroepen en dezen uitsluitend
zijn legitieme portie van 't vermogen wordt
toegewezen. Al hetgeen hem overigens
aanvankelijk was toegedacht wordt ver
maakt aan den nieuwen troonopvolger,
's prinsen zoontje Michael. Van dit deel
van het vermogen zal de koningin tot de
meerderjarigheid van den troonopvolger
het vruchtgebruik genieten. In bewogen
woorden wordt voorts, volgens het „Hbid.
in dit codicil gesproken van de smart
die den koning berokkend is door de nood
zakelijkheid om het besluit tot uitsluiting
van prins Carol van den troon te onder
teekenen. Kort voor zijn overlijden heeft
de koning nog in een brief aan1 den pre
mier Bratianie aan alle goede burgers
het dringend verzoek gedaan vrede en
welvaart des lands te willen bevorderen,
door zich om den troon te scharen. In
het bijzonder richtte de koning zich daar
bij ook tot prins Carol, die er zich van
moge onthouden het land nieuwe moei
lijkheden te berokkenen. En dat zal prins
Carol blijkbaar ook doen, want in een
brief aan zijn broer en zusters schreef
hij dezer dagen dat hij er niet aan denkt
iets legen zijn vaderland te ondernemen.
In geen geval is er voorloopig aanleiding
tot eenige ongerustheid over onmiddellijk
dreigende moeilijkheden. Niettemin zal er
in de lange jaren, die nog moeten ver-
loopen tot 's kooiings meerderjarigheid,
nog veel gelegenheid zijn voor politieke in
triges in dit land van politieke onzekerheid.
De Fransche nationaliteit.
De Fransche wetgeving op nationali
teit en nationalisatie is belangrijk gewij
zigd. Voortaan zal een buiteniandsche
vrouw, die een Franschman trouwt, geen
Fransche worden, voordat zij daartoe een
verzoek indient of de wet van haar ge
boorteland voorschrijft, dat zij de natio
naliteit van haar echtgenoot krijgt.
Een Fransche vrouw, die een buiten
lander trouwt, blijft een Fransche, tenzij
zij uitdrukkelijk de nationaliteit van haar
echtgenoot aanneemt.
Alle personen, die in Frankrijk gebo
ren zijn en hun domicilie hebben, krij
gen de Fransche nationaliteit op den
leeftijd van 21 jaar, tenzij zij» van deze
nationaliteit afstand doen in het jaar vol
gende op dat van hun meerderjarigheid.
Alle kinderen in Frankrijk geboren
uit Fransche moeders zullen Franschen
zijn, welke ook de nationaliteit van den
vader moge zijn.
45 FEUILLETON.
DOOR
H. COURTHS—MAHLER.
„Waai* heb je leeinen dansen, Pia?"
vroeg de gravin glimlachend.
„Dat heeft Lima mij geleerd! Zij dans
te zelf heel goed' en Leerde mij alles,
wat zijzelf kende!"
„Lina schijnt die kunst inderdaad goed
te hebben verstaan! Met een paar lessen
van een kundig dams-onderwijzer zal er
spoedig een bevallige danseres uit je te
maken zijn!"
Pia lachte.
„O, daarvoor ben ik niet bang, ik
sta stevig op mijn voeten!" verzekerde
zij vergenoegd.
„Nu zie je zelf al, dat ik je niet
veel meer te leeren heb! We zullen ver
der gaan, Rosa!"
Een lichtgrijs visite-toilet was aan de
beurt, daarna een costuum voor schouw
burg-bezoek en een mantelpak uit ruige,
Engelsche stof, dat voor regenweer ge-
Bchikt was; een paai* mantels en hoeden
werden gepast en eindelijk een keurig,
N ieuw igheden.
De lamdbouwsmid en constructeur O.
van Keulen, Haarlemmermeer, zou er in
geslaagd zijn, een systeem te bedenken
voor automatische draadinvoering bij
kromS troo-persen. Reeds is een model ver
vaardigd, doch een publieke demonstratie
kan nog niet gehouden worden, aange
zien van Keulen door omstandigheden nog
geen octrooi-rechten heeft aangevraagd.
Bovendien heeft hij de idee uitgewerkt
voor een nieuw werktuig voor oppervlak
kige voor jaar sverkruimeüng (zonder grond-
keering dus), zoowel geschikt voor paar
den als voor motorische tractie.
Voorts zouden de heeren Boerma en
Bouman te Rottum en Groendijk (Us-
quert) er in geslaagd zijn, een machine
te construeeren, waarmee met de hand
gezichte schoven gebonden kunnen wor
den en waardoor men minder afhankelijk
zou worden van de bindsters. De Gron.
Mij. van Landbouw zal nu f 150,be
schikbaar stellen voor het vervaardigen
eemer proefmachioe.
Verarmende Sultansfamilie.
Het „Soer. Handelsblad" vestigt <k
aandacht op de meer en meer verarmende
familie van de zelfbestuurders in de Vor
stenlanden en wekt de regeering op om dit
bedenkelijke probleem op de een of andere
wijze op te lossen:
Te Jogja had de huidige sultan in 1921
bij zijne verheffing in 1921 reeds 21 kin
deren. Te Solo is de Soenansfamilie nog
talrijker; de Soeoan heeft nog 42 kinderen.
Om eens een idee van den omvang der
naaste familieleden van dezen Soloschen
vorst te geven, hij heeft:
7 ooms,
7 tantes,
45 broers en zusters,
één vorstelijke gemakn, (garwo padmi),
zeer talrijke bijvrouwen, enz.
Er zijn te Solo niet minder dan 17 pan-
gerans die een salaris hebben van f 900
per maand.
Wat de andere familieleden betreft,
wij schatten het totale aantal der z.g.
„orang graad" (afstammelingen tot en met
den vierden graad van de vorsten) in dia
Vorstenlanden op ten minste tienduizend.
Natuurlijk kunnen kleinkinderen en ach
terkleinkinderen thans geen punt van be
schouwing uitmaken. De vraag is momen
teel: hoe staat het mat de naast© afstam
melingen der Vorsten?
Wij hebben dan te erkennen, dat ern
stige achteruitgang allerwegen is ingetre
den. De achteruitgang der waard© van het
geld bracht velen in een toestand van groo
te verarming; sommigen zijn trouwe klan
ten van het pandhuis ook al komen zij
daar natuurlijk zelf niet en zij iaten
daarheen soms voorwerpen brengen van
zóó luttele waarde, dat wel bittere nood
hen drijven moet. Wij hebben dat, jaren ge
leden, bij een speciaal onderzoek kunnen
constateeren.
Dit proces van verarming woekert steeds
verder, en het is eene vraag van beteekenis
wijnrood huisjapommetje uit fijne, soepele,
zijde-achtige stof. Pia hield dit aan en
verliet de kamer aan den arm der gravin
als een geheel ander persoontje dan het
slecht-gekleede en stijf-gekapte meisje, dat
er was binnengetreden.
„Vanmiddag, als ik bezoek ontvang,
moet je het aardbeiiklleurige, gesmokte
kleedje aandoen, Pia", sprak de oudere
dame, zich naar den kleinen, gezelligen
salon begevend.
fZooals ge wilt, Tante Maria", ant
woordde haar pleegdochter gedwee.
De gravin glimlachte.
„Alleen in het begin zal ik in deze
aangelegenheid mijn wil doen gelden. Je
zult gauw genoeg zelf weten te beslissen,
hoe je je kleeden moet!" verzekerde zij.
Zij vertelde Pia verschillende dingen
over de mertschen, die zij dien middag
zou leeren kennen; zij sprak over het
eigenlijke seizoen van Baden-Baden, over
de hotels, die wekenlang overvol van gas
ten waren, over geheel de elegante we
reld, die dan in de stad' vereemigjd'
was.
Hans had daarover reeds met Pia ge
sproken en het meisje verheugde zich er
op, al die wonderen nu te zullen aan
schouwen!
Maar het meest vervulde haar de ge
dachte, hoe haar eers te kennismaking met