Gravin Pia SPAARBANK N\ 77 Vrijdag I Juïi 1927 ill0 Jaargang Bij dit nummer be hcort een bijvoegsel. DE GROOTE TAAK. Li SAMOS PRIMA f 1,10 Medische Rubriek. BANK VOOR ZEELAND GOES. Uit de Radiowereld ProvincienieuWs FRI30-BAAI ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, Woensdag en Vrijdagavond. GOESCHE Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant COURANT en Kleeuwens Ross Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels f 1,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. Goed te doen is de heerlijkste taak van den mensch. Sophoc'es. Idealen zijin de mees Iers van wereld. J. G. Holland. Geluk is de natuurlijke bloem van den plicht. Phillips Brooks. Het Ligt in den aard van het wezen van den mensch, als uiting van den Logos, dat hij, onder welke omstandigheden hij zich ook geplaatst ziet, immer werk voor handen of geest zal kunnen vinden, dat ^niiiet alleen materieel vruchten zaL afwer pen, doch ook tegelijkertijd voor ande ren tot nut en hulp zal strekken, daarbij den bedrijver van het werk sbeeds een groote moreel© voldoening verschaffend. Om het eigenlijk heel kort te stellen: Voor ieder mensch is goed werk be doen. En hierin ligt feitelijk de kern voor alle wel slagen. Want dit weten brengt onherroe pelijk met zich mede, dat men nooit hoeft te vreezen voor (de uitkomst van het werk hoeft te twijfelen aan het welslagen van de taak, en geen vrees hoeft te koesteren voor concurrentie of tegenspoed, wanneer men zich gedragen weet dooir het besef, dat het werk, dat we verrichten, hoe sim pel of nederig dit ook motge schijnen, goed is. Dat het helpend, opbouwend, nuttig is. Het is goed, in dit opzicht eens de won derlijk bemoedigende woorden te over denken van John Ruskin in „The Seven Lamps of Architecture", waar hij zegt: „Ik geloof dat de juiste vraag, die men tem opzichte van alle versiering te stellen heeft, eenvoudig deze is: Werd het met vreugde gedaan was de beeldsnijder gelukkig, toen hij er mee bezig was? Het kan 'het zwaarste werk zijn, dat men zich denken kan, en te zwaarder, omdat er zooveel vreugde in gelegd werdmaar het moet gelukkig geweest zijn ook, anders kan het niet levenWe zijn niet in deze wereld gezonden, om eanig ding te doen, waarin we niet ons geheele hart kunnen leggen. We hebben zeker werk te doen voor ons brood, en dat moet met ijver gedaan wordenwe hebben ander werk te doen voor ons. genoegen, en dat moet van harte gedaan worden; geen van beide moet halfhartig gedaan worden, doch met Teen vaste wil; en wat deze inspanning niet waard is, moet heelemaal niet gedaan worden. Misschien is alles wat we,hebben te doen, voor niets anders bedoeld, dan een oefening van het hart in luxe rietverpakking Fa. J. A. L. G. WITTE Wijnhandel, Goes. 35 FEUILLETON. DOOR H. COURTHS—MAHLER. De winter was bijna voorbij en nog al tijd had Hans von Ried niet met Pia gesproken! Graaf Buchenau vroeg hiem niet naar de reden van dit lange wach ten, maar liet hem stil begaan. De jonge man zag nog steeds uit naar een gunstige gelegenheid, om het beslissende woord te spreken. In kalme gelijkmoedigheid, zonder ongeduld, wachtte hij daarop. Zijn hart klopte volstrekt niet sneller bij de gedachte, Pia eenmaal de zijne te mo gen noemen. De omgang tusschen Buchenau en Ried- berg was nog drukker geworden dan te voren. De graaf had zijn bezoek eemiige malen herhaald, gewoonlijk door Pia be geleid. Zij hadden de belangwekkende ver zamelingen van den jongen man met de grootste aandacht bekeken en bewonderd. De drie menschen hadden te z amen het Kerstfeest gevierd op stil-behaaglijke, wonder-innige wijze. Hans von Ried en P:a hadden zelf in het bosch een boom uit gezocht en hem te zamen opgesierd. Pia s kinderlijke vreugde ontroerde den jongen man en iets van haar blijde Kerststemming of van den wil, en is op zichzelf mis schien nutteloosmaar, in ieder geval, al heeft iets een weinig nut, we kunnen het wel achterwege Laten, als het niet waardig is, dat we onze handen en onze kracht er aan zetten "i. Nietwaar? Die vreugde, de blijheid bij den arbeid is dus zoo heel noodig. En niet alleen om dat dit aan den arbeid ten goede komt, doch ook en vooral, omdat het een on miskenbaar teeken is, dat het werk waar we onze kracht en energie aan geven, een goed werk is. Dan kan men een ge zegde, als dat van Phillips Brooks, „ge luk is de natuurlijke bloem van den plicht", of een van den ouden wijsgeer Sophocles: „Goed te doen is de heer lijkste taak van den mensch" gaan be grijpen en waardeeren. En in dit licht kunnen we ook weten,, dat, indien wij ons in de omstandigheid bevinden, dat we voor het dagelijksch brood werk verrichten, moeten, dat niet ons hart heeft, omdat we begrijpen dat het in zijn strekking niet goéd, schade lijk is voor de menschheid, er zich zeker een gelegenheid zal voordoen, om dit weinig hoopvolle werk te verlaten en be ter, goed werk te aanvaarden. Zoodra dit besef bij den denkenden mensch le vendig wordt, zoodra hij gaat inzien, dat het werk dat hij doet, niet goed is, zal deze „zachte stem" steeds luider wor den en gebiedender. Totdat hij voelt, dat hij dit werk niet meer kan doen. En dan zal zeker ander werk, goed werk, voor hem aanwezig zijn, andere werkge legenheid. Omdat we nooit gedwongen kunnen worden, iets te doen, dat niet goed is. En omdat wij kunnen welen, weer uit den aard van ons wezen, als weer spiegeling van den al geest, die in zijn alomtegenwoordigheid, algoedheid en al wetendheid den kosmos beheerscht, dat er geen menschelijke behoefte of nood kan ontstaan, waarin niet overvloedig zal voorzien worden. Ja zeker, het is een woord van groote wijsheidGoed te doen is de heerlijkste tak var taak van den mensch. Want dit doen schenkt den bedrijver reeds dadelijk vreugde, en kan in zijn gevolg niet an ders dan goed en vreugde medebrengen. Omdat goed brengt voort goed, en kwaad het kwade, krachtens de universeel© wet, dat elke sport, zijn eigen soort voort brengt. In sectensteken Is er bij het steken van insecten' (mug gen, wespen of bijen) een angel in de wond achtergebleven, dan moet men die er voorzichtig uithalen. Verder 'bet men het wondje met geest van salmioniak. Het wrijven met een opengesneden ui wordt ook als pijnstillend middel aanbevolen. Om zwelling te voorkomen kaïn men het wondje met keukenzout wrijven. Zout in slikken is ook gewenscht, wanneer een wesp in den mond of in de keel gesto ken heeft. In ernstige gevallen zuigt men de wond uit en roept geneeskundige hulp in. scheen op hem en op haar zwaarmoedigen vader te zijn overgegaan. Hans yon R:ed geraakte onder den indruk van het schoon© feest dat weer dezelfde betoovering op hem uitoefende als in zijn zorgelooze kin derjaren. „Dornemannetje" was druk met haar Kerstboeken in die weer en verzonk bijna in de massa's deeg, die zij bereidde; Pia hielp biji het bakken met zeer groolen ijver, maar met zeer gering resultaat. De beide heeren moesten van haar mislukte baksels proeven en Pia keek hen daarbij vol ver wachting aan, geen genade gevend, vóór zij de hun toebedeelde porties geheel opge geten hadden. Dadelijk bij het vallen van de eerste sneeuw had Hans von Ried een sierlijke bobslede laten komen, lachend bewerend, dat, wat Pia hem als haar eigendom toon de, niet goed genoeg was, om hen te zamen te dragen. Tóen het weder gunstig was, gleden zij dadelijk de prachtige baan van den Ried- berg af. Dat was opwindend werk voor het jon ge gravinnetje Zij juichte luid, als zij pijlsnel naar bene n suisden; vroolijk en overmoedig ging het dan weder bergopwaarts door de prik kelende winterlucht. Hans von Ried verheugde zich over Pia's frissche, gezonde ongedwongenheid; toch bemerkte hij tot zijn genoegen dat zij langzamerhand haar al te wilde, jongems- AFDEELING HOUDERS van spaarboek jes worden uitgenood igd hun boekje ter BIJSCHRIJ VING van de INTREST, spoedigst in te leveren. Een omroep voor Indië. Woensdag heeft een gezelschap van on geveer 100 vooraanstaand© personen uit de kringen der regeering, van het Bank wezen, van de Indische Ondernemingen en van de Scheepvaart een bezoek aain de Philips' Fabrieken te Eindhoven ge bracht. Onder de bezoekers waren de mi nisters van koloniën, arbeid, cnderwijis en justitie. De overige ministers waren door ambtsbezigheden verhinderd. Aan den gemeenschappelijloen koffie maaltijd zei de heer A. F. Philips, dat het hem een voorrecht was, Ned-Indië weder een blijde tijding te kunnen toespre ken. Na de enthousiaste berichten van goede ontvangst van den Philip szender, waaruit bleek, dat geregelde uitzending van Nederland naar Indië mogelijk is, heeft hij getracht de moedige fondsen bijeen te krijgen om een permanenten korte-golfzender te gaan bouwen en door jaarlijiksche bijdragen de exploitatiekosten voor een dergelijken zender te kuinmen dekken. Deze plannen zijn met groote welwillendheid ontvangen, zoodat dezer dagen in Amsterdam is opgericht die N.V. Philips' Omroep HollandIndië, met een kapitaal van f 1.000.000,waarvan reeds geplaatst meer dan f500.000,Dejaar- lijksche exploitatiekosten van ongeveer f 250.000,- zijn reeds voor het eerste jaar voor een aanzienlijk gedeelte gedekt. Die booze radio. Dat de radio niet overal als een zegen voor de menschheid beschouwd wordt, zou kunnen blijken uit een bericht uit Slo wakije, waarin gemeld" wordt, dat eenigen tijd geleden de boeren de lang aanhou dende droogte aan die radio toeschreven, waarbij het inderdaad zoover gekomen moet zijn, dat zij met doschviegels ge wapend, de in de omgeving wonende arge- looze radio-amateurs te lijf wilden. Die gendarmerie is er aan te pas moeiten ko men om de morrend© bevolking, waar schijnlijk op niet al te zachtzinnige wijze, meer moderne opvattingen bij te brengen. aebtige kuren achterwege begon te laten. Zij had zich volgens zijn aanwijzingen een sportcostuum besteldzij zag er aller liefst uit in de vlokkige, witte stof, hoe wel de bijbehoorende, witte muts niet veel van haar mooie vlechten vrijliet. Al leen tusschen het door de winterkoude rose-getinte gezichtje en den witten muts- rand in, vertoonde zich een smalle streep van glanzend goud. Op den terugweg, die soms per slede, soms te voet werd afgelegd, vertelde Hans von Ried haar van bet vroolijke leven in de groote middelpunten, waar de winter- sportbeoefenaars te zamen komen; P:a luisterde naar zijn levendige, duidelijke voor stellingen daarvan met groote, ver wonderde oogen en slaakte soms een zucht van verlangen naar due wondere wereld. Op een middag in het einde van Januari gingen zij naast elkander door het be sneeuwde bosch; zij hadden de vroege middaguren aan hun geliefkoosde sport besteed en Hans von Ried vergezelde de gravin naar Buchenau, waar haar va der hen met de thee wachtte en juffrouw Dornemaim ijverig bezig was, toast en kleine, knappende koekjes gereed te ma ken, die zich bij de thee zeer goed lieten smaken. Hans von Ried vertelde van het ge zellige leven, dat in de mode-badplaatsen werd geleid. Hij deed dit opzettelijk. Hij had zich voorgenomen, Pia ©enigen tijd onder de hoede van zijn tante in Baden- TE DEN HAAG BRACHTEN DE LEERLINGEN VAN DE H.B.S.J EEN BEZOEK AAN DE BIJEN STAND VAN DEN HEER WAG NER. Zij kregen aanschouwelijk onderrichtende heer Wagner verleide hun zoo-S veel van fiet bijenleven, dat de ongemotiveerde angst voor steken ai spoedig verdween Een bloedige aanranding. Een bijzondere correspondent schrijft aan het „Hbld. van Antwerpen": Maandagavond rond tien ure verliet de genaamde R. de Meester, een herberg in St. Jansteen, om per rijwiel naar zijn woning, gelegen op den dijk, huiswaarts te keeren. Op zeker oogenblik dat de jonge man op een eenzame plaats niet ver van zijn woning kwam aangereden', sprongen drie kerels uit een verdoken hoek, eik gewapend met een knuppel die zij uit een haag hadden getrokken. Zij sloegen deze uit alle kracht zoo veel zij konden op het hoofd van hun slachtoffer dat na eenige ©ogenblikken voor dood werd achtergelaten, te midden van een grooten bloedplas. Eenige uren nadien, bij het opkomen van den dag, kwam een werkman, Gijsel genaamd, die den armen jongen buiten kennis vond. De buren werden verwit tigd, bij welke hij werd binnen Een geneesheer, die welhaast ter kwam, kon vaststellen dat gansch zijn lidhaam en bijzonder zijn hoofd, één bloedende wonde was. Na alles in 't werk te hebben gesteld,-, bleef hij buiten Baden te stellen en hij meende verstan dig te doen, door in het jonge meisje het verlangen te wekken, in de uitgaande wereld te mogen verlceeren. Het verwonderde hem niet, dat Pia plotseling verzuchtte: „,Hoe mooi, hoe heerlijk moet het daar zijn! Ach, kon ik toch ook maar eens van dat vroolijke leven genieten! Alleen maar voor een korten tijd! Ik zou niet voor altijd in zoo'n feestroes willen Le- vein! Zoo heerlijk als in Buchenau is het op den duur natuurlijk nergens op do wereld!" „Misschien zoudt ge van meening ver anderen, als ge het leven daarbuiten een maal bad't leeren kennen en genieten!' merkte de jonge man glimlachend op. Pia schudde het hoofd. „O neen, ik zou altijd naar Buchenau terug verlangen! Wie op het land is opgevoed, kan niet in de stad wennen! Dat ziet ge immers aan u zelf! Ook gij zijit teruggekeerd en nu bevalt het u in in uw stil kasteel beter dan Overal el ders in de wereld! Dat is immers zoo? Zij keek hem uitvorschend aan. Hij blikte in die vragende kunderoogen en glimlachte. „Op den duur is het mij in Riedberg toch wel wat eenzaam!" Zij schrikte hevig. „Ach om 's hemels wil, U wilt toch niet weggaan?' „Ge zoudt mijn vertrek toch zeker kennis liggen; de geneesheer stelde ook vast dat zijn armen en been-en lam waren geslagen. De kerels moeten met de groot ste ruwheid zijn te werk gegaan. Ook was de gendarmerie en rijksveldwachter van Koewacht weldra ter plaatse, die dien ongelukkige niet konden ondervragen. Ter plaatse werd de knuppel gevonden, die uit de haag was getrokken en aangeslagen. Elk oogenblik verwacht men een nood- lottigen afloop. Het slachtoffer is agent voor een verzekeringsmaatschappij {©Rot terdam. Het parket van Middelburg is van het drama verwittigd. De opzoekingen van de politie gaan voort en men verwacht aanhoudingen. Deze laffe daad verwekt in de streek van Koewacht, St. Jansteen en de Ne derlands ch© grens de grootste versla genheid, te meer daar de man van elk een werd bemind. Best1 en niét duur 50-40-35-30 per )i pond N.V. Douwe £eberfs Tabaksfabrieken- wel goedkeuren, gravinnetje?" Zij scliutkle het twxrfid; haar adem ging sneller door den angst, die haar bevangen had. „Neen, o, neen, in het geheel nietLk zou het verschrikkelijk vinden, als ik u niet meer eiken dag kon zien! Wat zou er van Papa en van mij, moeten wordien? Wij kunnen het immers niet meer zonder u stellen? Ik zou mij de oogen uit het hoofd schreien! Ik houd zooveel van u en Papa ook! Zeg toch gauw, dat het u geen ernst is, van Ried berg te willen weggaan!" Zij pakte hem in haar opwinding bij den arm en dwong hem tot stilstaan. De goudbruine o-ogen blikten smeekend naar hem op. Hij gevoelde een warme, zachte ontroe ring in zich ontwaken door den blak van die angstig-smeekende kinderoogen. „Ge wilt mij d-us liever hier houden?'* vroeg hij zacht. Met moeite bedwong zij haar opko mende tranen. „O ja, ik zou u willen vasthouden* zoo stevig, als ik maar kan! Ons leven is immers pas mooi geworden, nadat u op Riedberg gekomen bent! Maar, maar als u weg wilt, dan kan ik toch niets doen, om u hier te houden,!" be sloot zij op moedeloozen toon, terwijl een verraderlijke traan aan haar lange, don kere wimpers trilde. {Wordt vervolgd)*

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1927 | | pagina 1