^ypïesj Vejyeet niet N\ 71, Vrijdag 17 Juni 19Ü7 lil8 Jaargang. Bij dit nummer be hoort een bijvoegsel. Wonderlijke macht SAMOS PRIMA Iwraviii fia ProVincienieuWs Douv/eEqberls 12 ABONNEMENT Prijs per kwartaal, in Goes f2, buiten Goes f2, Afzonderlijke nummers 5 cent. Verschijnt: Maandag-, en Vrijdagavond. GOESCHE ft Uil RAM UitgaveNaamlooze Vennootschap Goesche Courant m l en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf ADVERTENTIEN van 15 regels fl,20, elke regel meer 24 cent. Driemaal^ plaatsing wordt tweemaal berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent per regel. Advertentiën worden aangenomen tot 12 uur voormiddag. ZIJ, DIE ZICH MET INGANG VAN 1 JULI a.s. OP DE GOESCHE COURANT ABONNEEREN, ONT VANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUMMERS KOSTELOOS. Wonderlijk is de. kracht der blijmoedigheidCarlyle. We genieten alleen vol- komen het genoegen dat wij geven. Dnmas. De belo-on :ng voor een vol brachte plicht, is het ver mogen een andere te ver vullen. George Eliot. Het maakt in ons dageliijksdh leven wel een heel groot verschil uit, hoe wij tegen over de dingen staan. Of we met een somber gezicht, vervuld van mistroostige gedachten, steeds in de verwachting van onaangename, teleurstellende, slechte en verdrietige gebeurtenissen onzen weg gaan, dan wel, of we de wereld inkijken met een blijmoedig gelaat, met pretdge, blijde gedachten als evenzoovele goede, helpende kameraden, en voortdurend het goede ver wachtend, overal het goede opmerkend het vriendelijke in den groet van een die voorbijgaat, de vreugde in het gejuich van een paar spelende kindei en. Er is im mers zooveel goeds te zien, wanneer we dat willen. Altijd en overal. Ja zeker, het maakt veel verschil uit. Het is als twee menschem, die naai den hemel zien. Ze zien denzelfden he mel. Maar de een meent wolken te be speuren, die hem niet veel goeds voor spellen. En den ganschen dag lamenteert hij over den regen die kan komen, die hem alles zal kunnen bederven, die hean zijn plezier zal vergallen. Al blijft do regen van uur tot uur uit, hij weeklaagt over dein regen. Aan het einde van dien dag is de regen nog niet gekomen. Maar zijn dag is bedorven. Hij heeft steeds het onaangename verwacht, zich er voortdu rend op voorbereid en zich voortdurend al voorgesteld, hoe het zijn plezier wel zal bederven. De ander, zijn tegenvoeter in den kosmos der gedachten, zag op naar dén zelfden hemel, verblijdde zich over de glanzende zon, die nóg scheen, en die misschien wel zou blijven schijnen. Van uur tot uur verheugde hij zich omdat de in luxe rietverpakking f 1,10 Fa. J. A. L. G. WITTE Wijnhandel, Goes. =-i 1 1 29 FEUILLETON. ai us ssa ié. DOOR H. COURTHS-MAHLER. Pia ging voort: „Ik wil het weten. Want, ziet ge, lieve juffrouw Dornemann. als dat an dere waar is, kan ik mij veel dingen verklaren, die mij vreemd voorgekomen zijn, bijvoorbeeld Papa's menschenschuw- heid! Als hij gevallen is, draagt hij im mers zelf schuld aan zijn ongeluk, dan bestaat er geen reden, waarom hij een afkeer van zijn medemenschen gekregen kan hebben! Maar, als iemand hem door een schot in de knie gebrekkig heeft ge maakt, dan Ik smeek u, zeg mij de waarheid 1" „Neen, neen, mijn lieve freule, ik mag het niet doen!" „Nu, goed! Dan zal ik Papa er naar vragen, zoodra hij thuiskomt!" Juffrouw Dornemann hief in ontzetting haar handen op. „Om 's hemels wil, gravin Pia, doe dat niet! Dat mag niet gebeuren, juist nu hij eindelijk weer wat opleeft en zijn leed wat schijnt te vergeten! Vraag hem zon maar steeds de aarde in lachende glanzen bleef zetten. En hij zag de weelde der natuur, hoorde de schaterende vogels en was gelukkig. Maar dan komt de pessimist weer en zegt: „Jawel, ge hebt gemakkelijk pra ten, wanneer Uw karretje over e:n zand weg gaat, wanneer in Uw zaken alles naar wensch gaat, de menschen U eer lijk en prettig behandelen. Maar ik, ik heb tegenslag, men benadeelt mij door bedriegerijen, als mén er de kans toe heeft, ik doe slechte zaken, ik zie de toekomst donker in, ik zie geen licht. Wees dan maar eens opgewekt en vrien delijk, wtees dan maar eeins blijmoedig. Neen dat is niets voor mij"'. En hij gaat voort, vergezeld van zijn vreesachtige, donkere gedachten als evenzoovele blok ken aan zijn voeten, terwijl hij overal kwaad ziet, altijd het ongunstige verwacht, zich er in al zijn doen en laten, op in stelt en aldus onvermijdelijk zplf den weg baant voor de kwade dingen die hij vreest. Want hij zaait wantrouwen. Kan hij dan vertrouwen oogsten? Hij zaait mismoe digheid, kan hij dan vreugd maaien? Maar de blijmoedige w i 1 geen kwaad verwachten, hij wil het niet zien, bij wil er geen rekening mee houden. Hij gaat zijn medemenscjh in den handel of :n den omgang als klein onderdeeltje van groot bedrijf, vriendelijk en eerlijk tege moet, gedragen door het besef, het weten, dat alle kwaad slechts overwonnen kan worden door goed, alle onvriendelijkheid door vriendelijkheid, alle vijandschap door liefde, alle bedrog door eerlijkheid dat al deze goede eigenschappen, emanaties van het al goede dat den kosmos regeert, altijd de overwinning zullen behalen. In dit weten ligt zijn „wonderlijke macht", want itaderdiaad, voor dien pessimist moet de „kracht der blijmoedigheid wonder lijk" schijnen, zooals Carlyle het noemde. Lijkt het soms zoo moeilijk, te weten wat eerlijk en rechtvaardig is? Wel, hoor dan eens, wat Cicero in zijn „De Offi cioszegt: „Want om ons in de zaken van anderen te mengen, is een teere kwes tie. Toch denkt Chremes, een persoon in Terrence, dat er niets is, dat de memsch- heid kan 'overkomen, waarin hij n et be trokken is. Evenwel, omdat we sneller waarnemen en gevoelen alle ongunstige en onaangename dingen die onszehen over komen, daT1 die aan anderen overkomen, welke wij als 'het ware op een grooter afstand zien, is het oordeel dat wij ons over onszelf vormen. Het is daarom een goede stelregel, niets te doen waarover ge twijfelt of het eerlijk of onrechtvaardig is; want wat eerlijk is, is vanzelfsprekend maar twijfel sluit het vermoeden van on rechtvaardigheid in zich". Waar de vacantia door te brengen. Het antwoord op deze vraag wordt gegeven in den Badgids, samengesteld door J. W. Kockx, directeur van het Noor zeebad „Egmond". Het is reeds de derde jaargang welke van dezen gids wordt uitgegeven. De be schrijvingen zijn bijgewerkt of herzien. niets! Daarmede zoudt ge alles weder bederven! Liever wil ik het u zelf zeg gen, maar ge moogt er met niemand over spreken en vooral niet mat mijnheer den graaf! Wilt u mij dat beloven?" Pia weifelde een oogenblik, toen sprak zij haastig: „Goed, ik beloof het, als ge werkelijk meent, dat het Papa kwaad kan doen! Dat mag natuurlijk niet! Maar laat mij niet langer wachten! Zeg mij de waar heid!" Juffrouw Dornemann wierp snel een blik om zich heen, vóór zij op zachten toon aanving „Ja, zijn knie werd door een kogel gewond! Er werd op hem geschoten, door door iemand, die hem een groot leed had aangedaan, dien hij daarom had had uitgedaagd!" „Een duel?" fluisterde Pia ademloos. Juffrouw Dornemann legde haar vin ger op haar lippen. „Ja, freule! Ik heb het u nu gezegd, hoewel mijnheer de graaf het mij verbo den had. Als hij het gewaar wordt, jaagt hij mij het huis uit! Maar hij heeft evenzeer streng verboden, zijn dochtertje door leugens en draaierijen een slecht voorbeeld te geven! Ik zou mij zelve wel om de ooretn kunnen slaan, omdat ik mij die woorden heb laten ontvallen! Tien jaren heb ik het geheim bewaard en nu, als een echte oude babbelkous, heb Het is den schrijver uit de vele aaavra- gen om toezending van den gids gebleken, dat dit werkje in een ware behoefte voor ziet. Wat in dezen gids over de Zeeuwsche badplaatsen geschreven wordt, willen wij gaarne onder de aandacht van onze lezers brengen. Over VUssin.eu'ut 'the'als volgt: De badplaats, gelegen op korten af stand vain de eigenlijke stad aan een kle.ne baai (veilig voor de zwemmers) met front gericht op het Zuiden, zoodat elk zon nestraaltje als het ware bestemd is voor, de badgasten. Krachtige getijde-slroomem verhoogen den versterkenden invloed van de zeebaden en spoelen de elders zoo hin derlijke kwallen weg. Het badleven kenmerkt zich door vroo- lijkhêid, ongedwongenheid, internationaal gedoe, (tallooze Engelschen hebben Vlis singen ontdekt) familie-leven, goedkoopte, gezondheid, enz. Alle factoren zijn aanwe zig voor groote uitbreiding van deze unieke badplaats. Uitstapjes te water en te land door bet schoone Zeeland, de Belgische kust, Engeland; de goedkoope uitstapjes naar Engeland per „Zeeland -booten. Tel- kenjare verdubbelt het aantal toeristen, Iet- welk ervan gebruik maakt. Er wordt een regelmatig weekprogramma van mooie toeren opgemaakt welke zullen worden uitgevoerd onder geleide van een zeer bekwaam gids, tegen een prijs, welke voor iedereen bereikbaar zal zijn. Men geniet er van de schoonste kijkjes op de rake lings voorbijvarende schepen van eiken vorm en nationaliteit. De antieke hoog- aarts zeilt er naast de trotsche moderne zeekasteeien, de beroemde blonde licht effecten verhoogen de stemming en geven alles een elders ongekende charme. Dit weerspiegelt zich in den vroolijken volks geest, geen straat zonder muziek, geen ECHTE FRIESCHE HEERENBAAI Voor H.H. Winkeliers tegen fabrieks prijzen verkrijgbaar bij E. Verbeem, Goes. ik het eruit geflapt! Ik zal het mij- zelve nooit vergeven!" Pia streelde haar handen. „Doe uzelf geen verwijten, mijn lief, goed Dornemannetje! Ik ben nu toch geen klein kind meer en ik heb recht om te weten, wat mijn armen Papa zoo on gelukkig heeft gemaakt! Nu moet ik u nog eiens iets vragen! Ik was dat al lang van plan! Ik was nog een heel kleiin kindje, toen mijn moeder stierf, nietwaar Dornemanmetje Juffrouw Dornemann scheen zich bij deze ondervraging weinig op haar gemak te gevoelen. „Ja, freule, ge waart vier jaar oud!" „Maar later was er een wonderschoone dame in het kasteel, die 's avonds aan mijn bedje kwam, die ik „Mama" noem de. Zij had prachtig zwart haar, een fijn, blank gelaat en felroode lippen. Mijn moedertje was toen toch al lang dood!" Juffrouw Dornemann dribbelde onrus tig heen en weer. „Ach, mijn hef gravinnetje, kwel uzelve toch niet met die herinneringen! Ze zul len u verdrietig stemmen!" Pia keek peinzend vóór zich. „Hoe vreemd toch, langen, langen tijd zijn al die dingen uit mijn gedachten weg geweest en nu plotseling zie ik ze weder in heldere kleuren vóór mij. Wat heb ik die mooie dame dikwijls met be wondering aangestaard, als zij, zoo prach IN BAARN WERD" EEN LANDDAG GEHOUDEN VAN DEN BIJ ZONDEREN VRIJWILLIGEN LANDSTORM, GEWEST NIEUWE HOLLANDSCHE WATERLINIE. Hierboven het défilé langs het terrein, waar H. M. de Koningin-Moeder zich bevond. avond zonder dansde Vlissingsche meis- jes weten zich chic te kleeden en zij zijn knap, zooals trouwens de meeste Zeeu wen. Een bekend Engelschman typeerde Zeeland met de uitdrukking„Dit is het land, waar elk kijkje een schilderij vormt'l Opvallend zijn te Vlissingen de vurig- roode daken, welke schoongeliouden wor den door de ziltige zeelucht. Van de vele goede hotels noemen wij het door de stoomvaart-maatschappij „Zee land" geadministreerde Grand Hotel Bri tannia, waar alles herinnert aan liet Zeeuwsche wapen „Luctor et Emergo' en waar een zonnige kleurenpracht den Nederlandschen smaak voor warme tin ten eer aandoet en waar zich de eerste veerende dansvloer van Nederland be vindt. w Vanaf de badplaats Vlissingen strekt zich uit een heerlijk duinlandschap tot Westkapelle toe. Het is er vol van intiem mooie plekjes en gewapend met tent en proviand kan men er dagen van reine verrukking passeeren. De Visschershaven vanwaar sinds eeu wen die typische hoogaartsen uitzeilen op de korte vischvangst. Kleurrijk beeld vormt de gezellige visch- markt, waai* de Amemuidsche vischvrouw- tjes de versche juist gevangen garnalen enz. te koop aanbieden. Loodsstation van Nederlandsche en Belgische zeeloodsen. De zeeschepen ver wisselen hier zee- tegen rivierloods op dusdanig korten afstand, dat men haast met de opvarenden zou kunnen praten. ZeehavenSinds vijftig jaren varen de stoomschepen der stoomvaart-maat schappij „Zeeland" op de veilige route. Het in- en uitloopen dezer fraaie zeesche pen kan niét nalaten de bewondering op te wekken van zeeman en landrot. Het stipt op tijd varen dezer mailstoo- mers deed de badgasten wel eens hun horloges gelijk zetten op het moment, dat de machtige stoomfluit loeit. Van hier va ren ook de provinciale Sboomers af naar Zeeuwsch Vlaanderen. Wie eenmaal genoten heeft van het on tig gekleed, door het slot liep! Zij droeg gouden sieraden en flonkerende juwee- fen in het zwarte haar en om den sneeuw- wiitten hals. En Papa liep dan naast haar met een van geluk stralend gezicht. „Mama" moest ik tegen haar zeggen! Zij was mijn stiefmoeder, nietwaar juffrouw Dornemann? Ja, dat moet wel zoo zijn! Papa is dus na den dood van mijn moe der voor de tweede maal getrouwd, niet waar?" Ja, ja Maar nu niet meer vragen, nu aan wat anders denken!'* „Nog één ding, lieve juffrouw Dorne mann! Beantwoord mij nog ééne vraag: is mijn stiefmoeder ook gestorven?" Juffrouw Dornemann sprak vastbe sloten „Ik zeg geen woord meer over al die lang voorbije dingen, freule! En ik geef u den raad, er niet langer over te den ken! Als mijnheer de graaf te welen komt, dat wij te zamen daarover gespro ken hebben, krijgt hij ongetwijfeld den hevigs ten zenuw-aanval, dien hij nog ooit heeft gehad! En dat wilt ge toch zeker niet! Er zal eenmaal een tijd komen, waarin mijnheer de graaf u zelf vertellen zal, wat ge weten moet! Heb tot zoo lang geduld en zet dat alles weder uit uw hoofdje! Wie nog zoo jong is als u, gravinnetje, moet alleen aan vrooiijike dingen denken en van het heerlijke leven ge nieten met een blij en onbezorgd gemoed!" beschrijfelijk schoon uitzicht over den Sdheldemond, die verlangt elk jaar terug naar de majesteit van dit schouwspel. In onzen materialistischen tijd doet goed de herbouw van de Sint-Jacobskerk, van waar wijlen admiraal De Ruyter zijn ©erstern indruk kreeg van de wijde zee. Op den 3 K.M. langen Strandboulevard staan de beide kanonnen uit den tijd van onzen grootsten admiraal, opgevischt bij Sicilië en door de Italiaansche regeering aan Nederland terug geschonken. Voor kinderen is elk zeestrand het ide aal van genoegen. Men plast, graaft, ge niet van de reine zeelucht, terwijl moeder rustig kan zitten, haar kind veilig wetend. Vele uitstapjes kunnen in de omge ving worden gemaakt, zoowel per tram, autobus, boot, etc. Over Domburg lezen wij o.a. het vol gende: Domburg neemt onder de kleinere bad plaatsen aan onze Noordzeekust een bij zondere plaats in. Gelegen in onze wat afgelegen zeeprovincie, verwijderd van groote centra van bevolking, vindt men er dan ook geen va-et-vient van drukdoende dagjes-menschen, die 't den rust zoeken den badgast hinderlijk maken. Daarbij is het door de natuur zeer bevoorrecht: im mers, waar heeft men vlak aan zee, slechts door enkele duinenrijen daarvan gescheiden, een bosch als de Domburg- sc'he „Manteling", eigenaardige naam voor een natuurbosch van eiken, beuken, kas tanjes, berken en andere loofboomen en kreupelhout, dat zich hier meer dan een uur ver langs onze kust uitstrekt? Het biedt eien aangename wandeling in zijn kronkelende lanen of noodt op gemak kelijke banken tot rusten uit op een wind vrije plek, vooral wanneer bij ruw weder een zitje op het strand wat frisch is. Onmiddellijk hieraan grenzen eenige schoo ne landgoederen, o.a. het middeleeuwsclie kasteel „Westhove"; alle met uitgebreide parken, waarop met toegangskaarten vrije wandeling wordt Pia keek weifelend in het goede, trou we gezicht van de oude huishoudster. „Het was geen kinderachtige nieuws gierigheid, die mij ertoe bracht, u te on dervragen, Dornemannetje! Ik dacht, dat ik Papa's leed misschien zou kunnen ver lichten, als ik er de oorzaak van kende!" „Neen, neen, ge kunt hem geen beteren dienst bewijzen, dan door vroolijk en on bezorgd te blijven en niet over die ern stige dingen na te denken! Ons freule- tje is het zonnetje van mijnheer den graaf en van geheel Buchenau!" Pia zuchtte; maar spoedig kwam er weder een glimlachje op haar .gelaat. „Ach, Dornemannetje en ge hebt nog kort geleden gezegd, dat ik u zooveel zorg geef, dat ik een lieve plaaggeest ben!" „Een „lieve" plaaggeest, ja juist! En zonder dien plaaggeest zou het er op Buchenau treurig uitzien!" antwoorddejuf- frouw Dornemann, verrukt, dat haai" gra vinnetje het gevaarlijke onderwerp los liet. „Maar"» vervolgde zij, „ik heb u hooren zeggen, dat ge van plan waart, in het groote, dikke boek, dat mijnheer von Ried u gezonden heeft, te gaan lezen. Doe dat nul Ik moet eens in de keu ken gaan kijken!" Pia knikte. „Ja, dat zal ik doen!" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1927 | | pagina 1