fl.io
rL___17
Gravin Pia
N\ 37.
Vrijdag 15 Mei 1927
IIIs Jaargang.
Bij dit nummer behoort een bijvoegsel.
Wethouder D. D. van den Bout. f
SAMOS PRIMA
STEMT
op Vrijöag 20 Mei a.s
op LIJST 3
VRIJHEIDSBOND.
Medische Rubriek.
ABONNEMENT
Prijs per kwartaal, in Goes f2,
buiten Goes f2,
Afzonderlijke nummers 5 cent.
Verschijnt: Maandag-, Woensdag
en Vrijdagavond.
Uitgave Naamlooze Vennootschap Goesche Courant
COURANT
Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf
ADVERTENTIEN
van 15 regels f 1,20, elke regel
meer 24 cent. Driemaal plaatsing
wordt tweemaal berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragtn 15
cent per regel. Advertentiën worden
aangenomen tot 12 uur voormiddag.
Op bijna 70-jarigen leeftijd is Donder
dagmorgen in het Gasthuis alhier overle
den de heer D. D. v. d. Bouit.
Hoewel dit sterfgeval niet geheel on
verwachts is gekomen het was algemeen
bekend, dat weihouder v. d. Bout kort na
de jongste raadsvergadering als lijder aan
een ongeneeslijke kwaal in het Gasthuis
werd opgenomen zal het bericht van
den dood de geheels slad diep hebben ge
troffen. Rijk en arm, oud en jong zal bij
het vernemen der droeve tijding beseft heb
ben, dat de Dood uit ons midden een per
soon heeft weggenomen, die door zijn
karakter en door z'n werk in alle Goesche
har ben een groote plaats innam.
Met wethouder v. d. Bout is de meest
geliefde en geachte Goessche persoon
lijkheid, en ook een zeer, zeer goed mensch
Z n populariteit zou evenals zijn goed
heid met vele s taaltjes toe te lichten zijn,
doch dit kan hier achterwege blijven,
omdat te dien aanzien bij niemand eenagen
twijfel zal rijzen. iVien behoefde slechts
enkele minuten in gezelschap va nden heer
v. d. Bout te wandelen om den eerbied
en de groote sympathie die een ieder hem
toedroeg van de gezichten dei- voorbij
gangers af te lezen. Z'n goedheid, z'n
echte menschelijkheid was den vreemdeling
bekend voordat hij met den thans over
ledene in aanraking kwam. Want kwam
men met iemand over een stedelijk belang
te spreken, dan werd den naam van den
heer v. d. Bout daarbij betrokken, en dan
door allen, zonder uitzondering op een
wijze, die niets te raden overiiet.
Voordat we destijds persoonlijk den
wethouder leerden kennen, wisten we al
van anderen, dat hij een men van goedheid
was, iemand met een groot hart en een
gevoelig innerlijk, dat steeds voor de
nooden van den evenmensen wijd open
stond. Later is ons dat uit 'talrijke ge
sprekken oio we met hem mochten hebben,
ook zelve gebleken. Door de humoristische
toon, waarop hij wei eens enkele alge
meen© voorvallen uit z'n praktijk als voor
zitter van het burgerlijk arifibestuur ver
telde, klonk al lijd het medegevoel voor
den lijdende, het „groote begrijpen van
den zwakkeling door. Hij kende z n men
seden zoo de voorzitter en hij wist zoo
veel be bedenken om hein te brengen op
de wegen die voor hen de beste waren.
Als hij bemerkte zich in iemand vergist te
hebben keerde 'hij hem niet dien rug toe,
maar tracütte zonder dat de betrokkene
het bemerkte, door het te doen voorko
men als was een ander de gever, te helpen-
in luxe rielverpakking
Fa. J. fi. 1. G WITTE
Wijnhandel, Goes.
Dit pleitte voor zijn breede opvattingen
en voor zijn menschenliefde, voor zijn die
pen kijk op de zwakheden van den kleinen
man, welke wethouder v. d. Bout, dank zij
zijn gevoel voor humor, in den waren om
vang kon zien. Maakte een enkele eens
misbruik van zijn bereidheid om te helpen,
was hij er ondanks z'n bekendheid met
toestanden en menschen, zooals hij het zelf
uitdrukte „tusschen genomen", dan was
hij groot genoeg om ziclh niet persoonlijk
gekwetst*te gevoelen. Op berni was van
toepassing: „Wie veel weet kan veel ver
geven".
Hen aantrekkelijke eigenschap in dein
thans ontslapene was ook zijn groote een
voud, een eenvoud die bijna niet meer
van dezen tijd is. Heit behoorde met tot
de uitzonderingen dat de wethouder op
straat staande werd gehouden door hen,
die zijn voorspa-aak moodig hadden en
meermalen kon men hem in vriendschappe
lijk gesprek met de armste der armen tref
fen, die wisten dat hun voorspoeden zijn
vreugde, hun tegenslagen z'n leedwezen
hadden. Als we hem voor de belangen der
behoeftigen zagen opkomen, moesten we
steeds denken aan den zorgenden vader
van een maatschappelijk en talrijk gezin.
Als voorzitter van het burgerlijk arm
bestuur heeft hij onnoemlijk veel goed ge
sticht. De wijze waarop hij z'n functie
opvatte zal wel nooit te overtreffen zijn.
Ook als wethouder heeft de heer v. d.
Bout een aanzienlijke taak vervuld. Do<m
de jaren was hij ais 't ware met de ge
meente vergroeid en daarom kunnen we
ons zijn heengaan nog zoo moeilijk voor
stellen. Het college van B. en W. treedt
voor de buitenwereld als één lichaam op,
dat geen personen onderscheidtDe afzon
derlijke prestaties van den heer v. d. Bout
als wethouder kunnen we dus niet van het
college van B. en W. scheiden. We mee-
nen echter te mogen opmerken, dat het
college een hard werker, een piersoon van
veel doorzicht in den ontslapen wethou
der heeft verloren. Wij persoonlijk hebben
steeds met genoegen gedurende de gemeen
teraad svergaderingen zijn persoon gadege
slagen. Een man van veel woorden was
hij daar niet, z'n werk was, zooals t hoort
vóór de openbare vergadering geëindigd.
Soms echter als de discussies hem te bar
werden, kon hij een enkele opmerking mar
ken (meestal een die vroolijkheid ver
wekte-A welke de geladen atmosfeer deed
ontspannen.
Het behoort tot de onmogelijkheden
in een kort besteik de bebeekenis van den
heer v. d. Bout voor Goes te schetsen,
iemand die zooveel jaren zijn beste krach
ten en eigenschappen aan het algemeen be
lang gaf, stelt na zijn dood aan den cihro-
niqeur eischen, waaraan hij tijdens het
leven in zijn eenvoud niet zou hebben ge
dacht.
Toen we hem n.l. nog niet lang geleden
verzochten ons de gelegenheid te geven
tegen zijn 70sten jaardag (24 Mei) een
en ander over zijn pen-soon te schrijven
was zijn antwoord kort en bondig: „Er is
IS FEUILLETON
DOOR
H. COURTHS—MAHLER.
Juffrouw Dornemann zuchtte en keek
teeder in het lieve, jonge gezicht.
„U bevalt mij altijd, altijd, freule, dat
weet ge wel! Maar dat jongenspakje, -
neen, dat gaat nu toch waarlijk niet meer."
„Waarom niet? Papa zegt er toch niets
van!"
Juffrouw Dornemann maakte een af
werende beweging.
„Ach, lieve hemel, mijnheer de
graaf! Dat is een man en - nu ja, hij
let nu eenmaal niet op zulke dingen,
hij hecht niet meer aan uiterlijkheden,
ten minste nu niet meer! Maar voor een
jonge dame is dat toch wat anders! Toe,
lieve freule, ik bid u, laat mij' het rijkleed
bestellen 1 U zult er wel aan gewend raken
en ook wel aan het dameszadel! Of als ge
dat dan volstrekt niet wilt, er zijn im
mers ook rij japonnen voor heerenzadels!
De rok valt dan aan beide zijden naar be
neden en ge kunt daarmede even zoo ge
makkelijk zitten als met uw jongenspakje!
Barones Soltau draagt zoo'n costuum, als
zij de akkers inspecteert! Ik vind het niet
mooi! Een gewone amazone is veel sier
lijker, maar
Pia wipte op en neer met den steol,
waarop zij geknield lag.
„Ach, Dornemanmetje, ga zelf maar
eens eerst paardrijden, don zul je eens
ondervinden, hoeveel steviger en gemak
kelijker men op een heerenzadel zit!"
Juffrouw Dornemann lachte.
„Ik? Ach, freule, ik zou zoowel met
een heeren- als met ©en dameszadel naar
beneden komen tuimelen! En wat zou ik
een angst uitstaan, vóór ik er goed en wel
opzat!'
Pia sprong schaterend op.
„Ach, Dornemanmetje, u op een paardi
Dat moet ik mij eens goed voor stellen
Wat zou dat grappig zijn!" Zij lachte hel
der op. De oude vrouw stemde daarmede
in, vroeg toen snel:
„Dus zal ik het rijkleed maar bestellen?
Ja?" Pia zuchtte.
„Toe dan maar! Voor heerenzadel na
tuurlijk en niet te lang! Of ik het dragen
zal, weet ik nog niet! Als het al te lastig
is, doe ik het stellig niet! Maar wacht
eens bestel ook een nieuw badpak voor
mij! Maar niet weer een met een rokje
eraan! Daarmede kan ik niet zwemmen,
zooals ik wil! U weet wel, dat ik er het
rokje dadelijk afgeknipt heb! Bestel maar
een glad pak van zwart tricot, vooral »van
stevig weefsel, dat niet gauw scheurt!"
TER GELEGENHEID VAN HEF VEERTIG-JARIG BESTAAN VAN HET LEGER DES HEILS IN
NEDERLAND werd Zondag j.l. in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam een bijeenkomst gehouden, waarbij zeer
vele autoriteiten aanwezig waren. Wij kiekten o.a. Prins Hendrik (Ij; commandant Howard (2), die hem toespreekt; Baron
van Voorst tot Voorst (3), Commissaris der Koningin in Overijsel; Burgemeester de Viugt (4) met zijn echtgenoote (5);
Oud-Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Dr. de Visser (6), en de Amsterdamsche wethouder Jan ter
Haar (7).
niets over me te schrijven, en als ik 70
jaar word, ben uk niet in Goes
Hij was dus voornemens om aan de
algemeene belangstelling te ontsnappen en
24 Mei elders door te brengen.
Hij noch wij konden toen denken, dat
24 Mei zoo geheel anders zou worden dan
werd voorgesteld.
Enkele dagen voor den zevenfcigsten
verjaardag is de grijze wethouder, die
groote menscbemvrieod en de zorgzame
weldoener Goes en de inwoners van Goes
ontvallen.
Bij dit overlijden past de stilte, die steedis
bij de graven van waarlijk nobele en groote
staat.
Op nog jeugdigen leeftijd kwam de
heer Dirk Daniël van den Bout, die iin
Zierikzee geboren was, als landmeter van
het kadaster naarr Goes. Behalve wethou
der en voorzitter van het burgerlijk arm
bestuur bekleedde hij on den loop der ja
ren functies in diverse instellingen en ver-
eenigingen.
De begrafenis heeft morgenmiddag te
half twee hier ter stede plaats.
De overledene was ridder in de orde
van Oranje-Nassau.
Het stoffelijk overschot van den heer
Van den Bout zal door de leden van den
raad naar de laatste rustplaats worden
gedragen. Gedurende de begrafenisplech
tigheid zal de klok geluid worden en zal de
Goesche vlag halfstok uit den toren van
het gemeentehuis worden gestoken.
Juffrouw Dornemann lachte.
„Voor onze freule wildzang mocht wel
alles van ijzer gemaakt zijn! Nu, ik zal
ditmaal zorgen, dat het naar uw zin is!
En ik wil ook nog schoenen bestellen en
kousen en ondergoed, dat is allemaal
dringend noodig!
Pia knikte onverschillig.
„Dat is goed, Domemannetje! Ik plaag
u genoeg met mijn ruwheid! Ik weet zelf
riet, hoe het komt, dat bij mij alLes zoo
gauw stuk is! Maar nu zal ik u niet lan
ger storen! Wilt u ervoor zorgen, dat de
bestelling dadelijk afgezonden wordt? Het
is werkelijk hoog tijd!
„Ja, ja, freule, ik zal op spoed aan
dringen!"
Pia ging haastig het kamertje uit en
sprong en huppelde terug naar de veranda,
waar haar vader zat; gewoon loopen kon
zij haast niet! Er huisde zooveel leven en
overmoed in haar, dat zij er steeds uiting
aan geven moest.
Juffrouw Dornemann schreef haar brief
verder af en graaf Buchenau zou onge
twijfeld donker gekeken hebben, als hij
gelezen had, dat zij verscheiden parein
zwartzijden kousen, met kant versierd on
dergoed en allerlei dergelijke „malligheid"
bestelde. De goede vrouw wilde echter
gaarne een stevige strafpredikatie op den
koop toe nemen, als haar gravinnetje nu
eindelijk maar eens een beetje als een jolig!©
dame aangekleed mocht worden! De af
Schadelijke schoonheids
middelen.
In Amerika begint men zich ernstig te
bemoeien met de samenstelling van de
z.g. cosmetica. Vele Amerikaansche dar
mes hebben, evenals de Fransche en de
Engelscbe, de gewoonte zich te verven;
bijna allen gebruiken poeder en en- zijn nog
tal van andere middelen, welke worden
aangewend, om de schoonheid van de. huid
te verhoogen of om de haren te verven.
In Amerika werd in het jaar 1921 voor
75 millioen dollar cosmetica gefabriceerd,
een respectabele som. Vele van deze stof
fen bevatten giften in groote of kleine
hoeveelheid, zooals lood, kwikzilver, bis
muth, arsenicum, zilververbindingen, re-
sorcime, carbol, pyrogaliuszuur, salpeter
zuur, borium, methylalcohol, parapheny
keer van den (g.raaf voor mooie kleenren
was bepaald ziekelijk geworden. Vroeger
had hij er wel van gehouden, toenja,
toen de tweede gravin op Buchenau woon
de. Lieve hemel, voor die was nooit
iets te mooi of te kostbaar geweest! Die
droeg toiletten, die een vermogen hadden
gekost! Nu ja, mijnheer de graaf had er
het geld voor, hij was immers ongehoord
rijk! Om het geld was het ook nu niet te
doen! Hij was in geen enkel opzicht
krenterig! Maar voor het freuletje wilde
hij nu eenmaal geen opschik, geen mooie
kleeren
Geen enkel sieraad mocht zij dragen!
En toch was er een groote kist vol gou
den sieraden, paarJen en edelgesteenten
aanwezig, want de gescheiden vrouw van
den graaf had tot haar leedwezen de fami-
liejuweelen moeten achterlaten.
Het was een geluk, dat de jonge gravin
voor al die dingen volmaakt onverschillig
was, anders zou zij daartegen bepaald in
verzet gekomen zijn! Zij geleek meer op
een jongen! Over een mooi paard of een
sierlijk tuig kon zij in geestdrift geraken,
maar om kieeren gaf zij niets. Zij droeg
het liefst daf afschuwelijke jongenspakje!
Juffrouw Dornemann haatte het, ten
minste in zooverre haar zachte ziel tot dait
gevoel in staat was.
leendiamine.
In de eerste plaats lood; dit bevindt zich
vele haarverven, maai* is ook wel aan
wezig" in tvuidzalven en huidverven. Ook
is het soms gevonden in huidpoeders. In
Amerika zijn tailooze gevallen van lood-
vergïftigmg waargenomen, welke op deze
manier veroorzaakt waren.
Vervolgens ko-mt het kwikzilver; dit is
vaak een bestanddeel van huidzalf (cream)
en van stoffen om de huid te bleeken. Ook
hiervan zijn vergiftigingsgevallen bekend
geworden.
Het bismuth is vaak een bestanddeel
van huidpoeders (poudre de riz enz); ook
dit kan ziekteverschijnselen te weeg bren
gen.
Dat arsenicum een gevaarlijke stof is,
behoeven wij niet te vermelden; dat het
echter voorkwam in een middel om den
haargroei te bevorderen, zal menigeen ver
wonderen
Ook het resorcine, dat in vele haarwa
ters voorkomt, is niet altijd onschadelijk;
sommige menschen zijn er zeer gevoelig
voor en krijgen er huiduitslagen van.
Zilver en pyrogaliuszuur komen in vele
haarverven voor; zij zijn ook niet onscha
delijk en moeten met voorzichtigheid aan
gewend worden.
Het gevaarlijkste van al is wel het para-
phenyleendiamine, dat ook als haarkleur-
stof gebruikt wordt. In Frankrijk, Duitsch-
land en Oostenrijk is het verboden; in
Amerika schijnt het niettegenstaande zijn
schadelijke eigenschappen nog wel als
haar kleursel te worden gebruikt.
Het is dus wel zaak, met deze middelen
voorzichtig te zijn.
met Hans von Ried verloopen en nog
was hij niet in Buchenau geweest. Pia had
de eerste dagen met verlangen naar hem
uitgezien. Daarna had het een paar dagen
vegend en zij had bij zichzelve gezegd,
dat hij bij regenweer stellig niet komen
zou. Nu scheen echter opnieuw de hel
dere voorjaarszon en weer was hij niet
verschenen!
„Hij zal het vergeten hebben, Pia,
sprak zij ongeduldig. „Ik geloof, dat hij
nu in het geheel niet meer zal komen!
Jammer, .ik had mij zoo op zijn komst
verheugd!"
„Ben je zoo ge-steld op zijn bezoek,
Pia?" vroeg haar vader, zich met een
zenuwachtige beweging over het voorhoofd
strijkend.
Hem was ieder bezoek lastig en on
aangenaam.
Pia trok haar neusje op.
„Ach, weet u, papa, ik zou het prettig
gevonden hebben, als hij gekomen was!
Ik had er mij werkelijk zoo op verheugd,
van zijn reizen te hooren vertellen. Het
zou toch eens wat afwisseling gegeven
hebben voor u en voor mij, het is hier
op Buchenau dikwijls erg vervelend!"
(Wordt vervolgd).
Een week was sinds Pia s ontmoeting